Film: La tête en friche
Praten, palaveren, keuvelen, discussiëren en kletsen met af en toe eens een goed gesprek tussendoor: wie het superheldengeweld in de cinema al even beu is (wat komt die belachelijke ‘Ant-Man’ hier zo-even ongevraagd binnenvliegen?), kan vanavond ook voor zijn kleine bakje terecht, en wel bij regisseur Jean Becker, specialist in weinig explosieve maar des te intiemere tête-à-têtecinema.
Vanavond in de aanbieding: ‘La tête en friche’, de eerste film die de 82-jarige Becker maakte na het bescheiden succes van ‘Dialogues avec mon jardinier’.
'Helemaal gecharmeerd was ik door het personage dat in mijn film zo mooi gespeeld wordt door Gérard Depardieu: Germain, de vriendelijke, onbehouwen reus, gebukt onder de schaamte van zijn ongeletterdheid.'
De twee films hebben wel wat met elkaar gemeen. ‘Dialogues’ ging over een uitgebluste schilder die dankzij de gesprekken met zijn tuinman, een oude jeugdvriend, toch weer zin kreeg om het penseel weer op te pakken. ‘La tête en friche’ vertelt het verhaal van Germain, een eenvoudige caféganger die pendelt tussen barkruk en moestuin, en nog altijd bij zijn moesje woont. Wat hem in zijn bescheiden leven nog het meest dwarszit: hij kan niet goed lezen en schrijven, en schaamt zich daarvoor. Tot hij in het park een dame tegenkomt (doorbraakrol voor het 95-jarige veulen Gisèle Casadesus) die hem introduceert in de wereld van woorden, schrijfsels en literatuur – en ’m zodoende helemaal doet openbloeien.
- De film is gebaseerd op de gelijknamige roman van Marie-Sabine Roger. Waarom wilde je die verfilmen?
Jean Becker «Ah, ik heb iemand in dienst die zich continu voor mij bezighoudt met die zaken. Dan duwt die me af en toe een scenario in de handen: ‘Dit zou wel eens iets voor jou kunnen zijn.’ Zodat ik mij daar zelf niet meer mee hoef bezig te houden, zie je. Daar heb ik geen zin meer in. Maar goed: ik kreeg dus het boek ‘La tête en friche’ vast, en begon te lezen. Toen ik vijf minuten ver was, was ik verloren: ik was helemaal gecharmeerd. Vooral door het personage dat in mijn film zo mooi gespeeld wordt door Gérard Depardieu: Germain, de vriendelijke, onbehouwen reus. Zo’n tragische figuur: een bruut uiterlijk, maar een zacht hart, en een rug die gebukt gaat onder de schaamte van zijn ongeletterdheid. Terwijl hij nochtans niet de domste ter wereld is, hè! Het idee dat zo iemand kan evolueren, zichzelf kan heruitvinden door een stomweg toevallige ontmoeting: dat vond ik mooi.»
- U hebt zelf mee de scenariobewerking gemaakt, zoals u wel vaker mee aan de scenario’s voor uw films schrijft. Omdat u dat graag doet?
Becker «O ja. Het heeft ook te maken met het feit dat ik graag controle heb over alle aspecten van mijn film. Als ik drie jaar in zo’n project stop, dan moet het over de hele lijn goed zijn: zo maak ik er een punt van om me ook met pakweg de promotie bezig te houden. Maar het schrijven doe ik dus echt graag: het is mijn favoriete aspect aan het maken van een film, samen met de montage. Het draaien zelf vind ik minder: je moet er gewoon als een havik op toezien dat alles precies zo loopt als gepland, en dat kan nogal zenuwslopend zijn. Al heb je dan wel het samenzijn van enkele mensen die wekenlang intensief met elkaar werken: op de beste momenten heeft dat ook wel iets.»
- Hoe belangrijk was Gérard Depardieu voor het project?
Becker «Heel belangrijk! Ik denk dat hij het boek even goed of zelfs beter kent dan ik! Het zou alvast de prachtige, natuurlijke kracht waarmee hij de dialogen debiteert verklaren. Het is zijn liefde voor het verhaal, zijn passie, die me nog meer zin deed krijgen om te beginnen met filmen. Of beter gezegd: om te beginnen filmen met hém.»
Bekijk de trailer: