Filmreview: I, Anna
Charlotte Rampling, geregisseerd door haar zoon, incarneert in deze thriller voor de elfendertigste keer een mysterieuze vrouw.
Na tien jaar televisiewerk is ‘I, Anna’ de eerste bioscoopfilm van Barnaby Southcombe, met in de hoofdrol zijn moeder Charlotte Rampling. Een gok – zou zij zich zomaar plooien naar de wensen van haar zoon? Maar die gok is goed uitgevallen, want Rampling is zonder meer de grote troef van deze wisselvallige thriller. Zelfs al incarneert ze voor de elfendertigste keer in haar carrière een mysterieuze vrouw, toch overtuigt ze elke seconde. Gabriel Byrne en Eddie Marsan (de oudere ontvoerder in ‘The Disappearance of Alice Creed’) hebben meer moeite met hun personage, al ligt dat ook aan het warrige en voorspelbare scenario. Zelf hebben we meestal geen idee waar de gemiddelde scenarist op aanstuurt, maar deze finale plotwending zagen we al uren op voorhand aankomen. Byrne en Marsan zijn politielui die een brutale moord onderzoeken, een speurtocht waarbij Byrne, die net van zijn vrouw weg is, het pad kruist van een vrouw (Rampling) die, hoewel ze samenwoont met dochter en kleinkind, op zoek is naar een nieuwe relatie. Maar ze torst ook twee loodzware geheimen – yep, twee voor de prijs van één – die niet bepaald compatibel lijken met een relatie met een man van de wet.
Om toch een béétje leven in ‘I, Anna’ te blazen, jongleert Southcombe met flashbacks en gebruikt hij geregeld shots met doorkijkjes, maar we kregen het warm noch koud van dit als thriller verpakte melodrama – daar hielp geen lievemoederen aan.