Filmreview: Trance
Hypnotiserende thriller vol verrassende plotwendingen.
Wij zijn één van de drieëntwintig mensen in dit ondermaanse die ‘Slumdog Millionaire’ een danig over het paar getild filmpje vonden en tijdens ‘127 Hours’ dachten we na een halfuur al: sterf dan toch, James Franco! Desondanks bleef ons geloof in regisseur Danny Boyle ongeschonden: wie ons cinema-universum verrijkt heeft met verrukkingen als ‘Trainspotting’, ‘28 Days Later’ of ‘Sunshine’, verdient krediet. En zie: met ‘Trance’ is hij weer helemaal terug. Toegegeven, achteraf vonden we het verhaal wel héél onwaarschijnlijk, maar de meest van de pot gerukte plot geloofwaardig laten overkomen voor de duur van de film – suspension of disbelief, zoals dat zo mooi heet – is het kenmerk van een groot regisseur.
Van de pot gerukt: 't is nog een vriendelijke omschrijving van het scenario van deze grappige heist movie, waarover we best zo weinig mogelijk verklappen. Dat zou uw kijkgenot vergallen en u zou ons wellicht toch niet geloven. Het draait om een duur schilderij van Francisco de Goya dat op mysterieuze wijze gestolen wordt op een veiling, een assistent-veilingmeester (James McAvoy) die bereid lijkt er zijn leven voor te riskeren, een niet altijd even snuggere roversbende onder leiding van een opgepompte Vincent Cassel en een hypnotherapeute (Rosario Dawson) die de spin is in het web van de vele intriges en zich ontpopt tot – arachnologen staan voor een raadsel – een onverbiddelijke bidsprinkhaan.
Dat we toch nooit afhaakten, is volledig de verdienste van twee mensen: Dawson (niet alleen omdat ze full monty gaat, op ons communiezieltje!) die één van de sterkste vertolkingen uit haar carrière neerzet, al heeft ze het geluk dat ze ook de best uitgewerkte rol heeft. De tweede en belangrijkste sterkhouder van ‘Trance’ is Boyle zelf: zijn mise-en-scène is een lust voor het oog en hij drijft met duizelingwekkende precisie de spanning op in deze thriller over het al dan niet bewust willen vergeten van pijnlijke herinneringen.