'Forever Young' op VIER: 'Een loutering, geen opluchting'
Op het afscheidsfeestje waarop Liza uitgewuifd werd, had haar vriendengroep voor de lol een foto gemaakt waarop ze met z’n allen ‘Het laatste avondmaal’ van Da Vinci verbeeldden. Liza, ze zou niet veel later naar Ghana vertrekken, nam de plaats in van de Heiland zelf. Een vriend die toen op nieuwtestamentische wijze mee geposeerd had voor de foto, zat nu in ‘Forever Young’ herinneringen op te halen aan het moment: achteraf gezien was het voor Liza echt haar laatste avondmaal geweest bij haar vrienden, bedacht hij. ‘Ironisch’ noemde hij die wrange lotsmop. Dat was ze ook. Onder andere.
Lees ook: 'De dochters van Gerte en Nicole kwamen nooit meer thuis'
Liza zou niet meer naar huis terugkeren. Ze stierf tijdens haar reis in Ghana. Acht jaar later was er over haar precieze doodsoorzaak nog altijd geen duidelijkheid, vertelden haar ouders aan Frances Lefebure, die in ‘Forever Young’ de laatste levenswandel van te vroeg gestorven jongelui afstruint met hun geliefden. De nagedachtenis die het ouderpaar had aan hun dochter, ergens in het ongewisse aan haar einde gekomen, vertoonde te veel gaten om er ooit troost uit te kunnen puren, en dus vergezelde Lefebure hen naar Ghana. Het was het juiste moment, spraken de ouders zichzelf moed in, maar er echt naar uitkijken deden ze niet. ‘Ze hebben haar daar toch ook een beetje afgepakt,’ zei de moeder. Ze keek er bijna verontschuldigend bij, alsof ze zelf besefte dat de rede het eerste is wat doorbuigt onder het gewicht van verdriet. Acht jaar later was ze nog altijd niet aan stutten toegekomen.
De thematiek waarover ‘Forever Young’ zich boog, voelde, net als de titel, wat wrang: jongelui die tijdens hun bewonderenswaardige zoektocht naar avontuur en stommelings de eindigheid tegen het lijf gelopen waren. Het soort tragedies die in hun macabere eigenaardigheid geheid goed scoren tussen de meest gelezen artikels op krantenwebsites. In het geval van de doorsnee kijker, niet bekend met de dierbare overledenen, leek ‘Forever Young’ vooral in te spelen op die nieuwsgierigheid. Voor de ouders van Liza betekende de trek richting Ghana echter meer: ze deden er met Lefebure het weeshuis aan waar hun dochter tijd doorgebracht had, en bezochten de gastgezinnen waar ze gelogeerd had. ‘Ik voel haar hier,’ traande de moeder. Af en toe meende je iets te zien op de gezichten van de ontriefde ouders: loutering misschien, al leek het te pijnlijk om veel weg te hebben van opluchting. Niettemin zijn er vast erger gidsen dan Frances Lefebure om je langs de laatste voetstappen van je kind te laten leiden: wanneer nodig deed ze er het zwijgen toe, wanneer het kon, probeerde ze de gemoederen wat op te krikken zonder daarom meteen het scheetkussen boven te halen.
In het ziekenhuis waar Liza laatst behandeld was, volgde ontnuchtering. ‘Ik begin te begrijpen waarom het slecht afgelopen is,’ sprak de moeder, steeds moedelozer. ‘Ze had makkelijk gered kunnen worden’ besloot een arts die meende dat het aan de nieren had gelegen: een postscriptum dat niets deed ter opluchting, en ter afronding sprak de man de hoop uit dat God de ouders sterkte zou verschaffen en de ziel van hun dochter in vrede op hen neer zou kijken. Het klonk als een praatje dat hij noodgedwongen vaker opdiepte, temeer omdat zijn ziekenhuis ook acht jaar later blijkbaar nog altijd het dialysetoestel ontbeerde dat destijds het verschil had kunnen maken. Stilaan kreeg je door dat de verlossing, waar je als kijker intussen plaatsvervangend op zat te hopen, niet zou komen. Of toch niet van een tv-programma. Dat begrijpen, was misschien het dichtste dat je bij de ouders kon komen.
‘Forever Young’ liet zich lezen als een necrologie: een eerbetoon aan mensen die je niet kende, maar wier ontbreken wel drie kwartier lang pijnlijk aanschouwelijk gemaakt werd. Moge het niettemin geen enkele jongere van z’n hang naar avontuur afhelpen.