Front 242 op de Lokerse Feesten 2018
Naar verluidt ontstond het hele idee achter Front 242 na een sessie pervers brainstormen. Zo verdorven als Richard 23 en co. zijn wij gelukkig niet, maar aan de Grote Kaai flitst er door onze hoofden ook van alles. En één van die dingen is: “Dit is een redelijk goed concert”.
Waarschijnlijk draaiden ze iets van Throbbing Gristle of Cabaret Voltaire toen ze dat concept bedachten. Er is een kans dat ze toen met z’n vieren in één of andere voze Aarschotse new wave- keet hingen. Misschien was het uur ongoddelijk, maar Daniel Bressanutti en zijn vrienden waren wél klaarwakker toen ze in 1981 beslisten om in paramilitair plunje met ijzige hightech-tunes een guerilla te beginnen. Dat partizanengevecht werd snel een blitzkrieg, en wat volgt kun je nog eens bekijken in die belpop- documentaire.
Gezonnebrild en in het zwart ziet Front 242 er vanavond niet zo legerachtig uit, maar het viertal lijkt wel weggelopen uit ‘The Matrix Reloaded’ of zo. ‘Moldavia’ start, het gaat van boenke boenke, en Jean-Luc De Meyer en Richard "Richard 23" Jonckheere hebben er precies zin in, maar wij zijn toch niet echt mee. Maar de beat voelen, dat doen we toch al iets meer tijdens het dancy ‘Take One’. Het gaat de goeie kant op!
Bodybodybodybodybodybodybodybody, lezen we op een scherm: vlak voor het podium zetten jullie uit puur contentement een moshpitje in, want ‘Body to Body’ is fantastische lichaamsmuziek. Elektronische lichaamsmuziek: dat adjectief is niet te onderschatten, want voor de Fronters zijn ze belangrijk, die machines. En die waren niet altijd makkelijk, zo lazen we ergens: “Nu kun je op moderne synthesizers gewoon wat zitten klooien, en meteen horen of het oké is. En als dat geprul toch shite is, begin je meteen weer opnieuw. Geen probleem! Maar in de jaren ’80 moest je hele handleidingen uit het hoofd kennen, en eerst goed nadenken voordat je begon te componeren. Het was altijd een gevecht.”
Nu lijken Patrick Codenys en zijn vrienden toch weer te worstelen met het materiaal, want na die bovengenoemde klassieker is het naar af. De pogo stopt, en we horen fletse elektrorock en dito eighties synth-spul. En Richard 23 dreigt zelfs als Andrew Eldritch van The Sisters of Mercy te gaan klinken. Sorry! Maar plots is de rookmachine wakker, en begint de bende aan hun interpretatie van all hits, no misses. ‘Funkahdafi’ hakkelt, stottert, swingt, en De Meyer delivert aan de mic. Met de armen gekruist lijkt Jonckheere er maar wat stoïcijns naar te staan kijken: grappig! En de pogo is terug, want ‘U-Men’ is fantastische electronic body music. Die blijkt van gemaakt van elastiek: het wiebelt, rekt zich uit, en schiet lekker veel propjes met “spannend” erop.
‘Cold in the head. But warm in the heart. You could find pleasure. You could find displeasure. There is no sound here’ , horen we tijdens ‘No Shuffle’. Da’s waar: Richard 23 en zo houden het hoofd koel, want ze weten duidelijk waar ze mee bezig zijn. Ze bedoelen het ook goed, denken we. En ’t is ook niet waar, want geluid is er natuurlijk wel. Maar wacht: het is er dus wel, maar er mag er meer van zijn. Veel meer, want de volumeknop staat de hele tijd blijkbaar maar op 5. En het zijn natuurlijk professionals, ze maken er altijd wel iets van, maar in Lokeren missen we toch af en toe die drive, het gevoel dat ze iedereen en alles willen overwinnen met KO.
Ze halen het op punten: ‘Commando Mix’ is aardige Front 242 goes techno, en tijdens ‘Welcome To Paradise’ dreunen bassen stevig door en is de synth lekker balorig. En ja, het ritme zit goed tijdens ‘Im Rhythmus Bleiben’. En dat een jonge punk- no wave- whateverband als Diane Grace tijdens de laatste editie van een concours genaamd Humo's Rock Rally ‘Headhunter’ eens duchtig onder handen nam, bewijst dat die klasbak nog lang niet vergeten is. Jullie zingen massaal mee, en maken zo van 11 augustus 2018 toch a lovely day.