Gang Gang Dance - Saint Dymphna
Shit, fuck, kut: dik vijftien keer hebben we 'Saint Dymphna' van Gang Gang Dance intussen door onze stereo gejaagd, maar nóg zijn we er niet uit hoe we 'm de komende maanden bij onze vrienden zullen pitchen. Cocteau Twins geremixt door Aphex Twin? Seefeel meets Fela Kuti? Siouxie & The Banshees gecoverd door LCD Soundsystem? Various Production dat het oeuvre van The Slits versjteert? Kut! Fuck! Shit!
De feiten, dan maar. 'Saint Dymphna' is al de vierde full-cd van het viertal uit hipsterbiotoop Brooklyn (hun voorgaande drie cd's én twee ep's gemist? No worries: wij zijn ze ook pas aan het ontdekken.) De titel verwijst naar een Ierse koningsdochter uit de zevende eeuw die, om niet te moeten trouwen met haar door liefdesverdriet krankzinnig geworden vader, vluchtte naar - of all places - Geel. Daar begon ze een vluchtoord voor krankzinnigen, outsiders en andere weirdo's, en sinds haar martelaarsdood staat ze bekend als de patroonheilige der zotskappen.
De leden van Gang Gang Dance hebben nauwe banden met de New Yorkse kunstscene. Eerder dit jaar mochten ze als enige muzikale act deelnemen aan de biënnale van het prestigieuze Whitney Museum of American Art. Voor u gillend en schuimbekkend ter aarde stort: begin jaren tachtig bliezen kunstacademiestudenten en performancefreaks de muziek ook al eens nieuw leven in - of bent u Sonic Youth, Wire, Devo, Gang of Four en Throbbing Gristle vergeten? En waar liepen die van Franz Ferdinand elkaar tegen het lijf? In de kaartclub, zeker?
De elf tracks op de cd zijn samengesteld uit rocksplinters, postpunkbrokken, flarden indie- en andere tronica, reepjes wereldmuziek en lappen dancepunk. Levert dat knip- en plakwerk ook beklijvende tracks op? You bet: in opener 'Bebey' rammelen tribale ritmes onder het strafste uit de stal van The DFA, 'Princes' is bovenste beste want loeiende grime (met dank aan de Londense MC Tinchey Stryder), en 'First Communion' klinkt als Battles in een hypnotische bui. De allerbeste song op de cd heet 'House Jam': zangeres Lizzi Bougatsos klinkt als een kruising tussen Siouxie en Kate Bush en sleurt - aangevuurd door een batterij galmende gitaren - het nummer alle kanten uit, van sexy over droef naar geestig.
En wat die perfecte pitch betreft: toen Dymphna's ouweheer dochterlief in de Kempen trof en zij hem opnieuw afwees, liet hij haar prompt onthoofden. U hoort ons komen? Onze kop eraf als 'Saint Dymphna' geen voer voor ons eindejaarslijstje is.