Garage
Het universum heeft de vorm van een traan, die door de ruimte naar beneden valt. Deze bewering komt van singer-songwriter Will Oldham, en hij wordt gestaafd door de droefgeestig fonkelende Ierse lowbudgetprent 'Garage'.
De hoofdfiguur, de immer in donkerblauwe overall gehulde Josie, houdt aan de rand van een miezerig plattelandsdorpje een bouwvallige garage open. Josie, die het verstand van een puber lijkt te hebben, leidt een eenzaam bestaan, maar straalt niettemin een kinderlijk soort puurheid uit. De komst van David, een vijftienjarige jongen die in de garage komt bijklussen, doorbreekt niet alleen Josies miserabele routine, maar ontketent ook een drama.
'Garage' begint als één van die typische Britse working class-komedietjes, maar al snel voel je een pakkende, over eenzaamheid en vervreemding handelende tragedie ontgloeien. Regisseur Leonard Abrahamson strijkt, in zijn tweede film, met melancholische vleugelslagen neer in het universum van Kaurismäki - de stijl is Aki-sober, de plot Aki-minimaal, en de toon zweeft heel mooi tussen teder en wrang. Hoofdacteur Pat Shortt, in Ierland vooral bekend als komiek, gaat er mimiekgewijs af en toe een beetje óver (herinnert u zich die hilarische expressies van de kippen uit 'Chicken Run'? Shortt lijkt ze soms na te bootsen!), maar voor het overige hebben wij hier niets negatiefs over te zeggen. Deze 'Garage' ververst uw olie niet, maar wel uw ziel.
undefined
undefined