Gary Louris - Vagabonds
Met tien ambachtelijke liedjes, voornamelijk akoestisch ingekleurd en met subtiele accenten op pedal steel en elektrische gitaar, is 'Vagabonds' van Gary Louris (ex-Jayhawks) een sterk staaltje vakmanschap. Alleen: wij vinden vakmanschap meer iets voor schrijnwerkers.
Het was superfan Chris Robinson van The Black Crowes die Louris voor het eerst in vijf jaar opnieuw een plaat heeft helpen opnemen. Robinson heeft 'Vagabonds' niet alleen geproducet, hij is ook (te) nadrukkelijk aanwezig als lid van The Laurel Canyon Family Choir, een gospelkoor met verder goed volk als Jenny Lewis en Susanna Hoffs, dat Louris vaker voor de voeten loopt dan bijstaat.
Op onze favoriet 'To Die a Happy Man', met een heerlijk kabbelende gitaar als ruggensteun voor de perfecte frasering, horen ze bijvoorbeeld helemaal niet thuis: de bezonnen, ingetogen sfeer wordt bruut weggeduwd als het koor op het eind een hippiemantra inzet. En er is meer aan de hand: hoewel er uitstekend beheerst gemusiceerd wordt en er op het gros van de songs weinig valt aan te merken, blijft er maar weinig van hangen.
Wij zullen ook na deze bespreking nog weleens de sterke openingstrack 'True Blue' opzetten, misschien nog eens wegdromen bij het smeerbare 'She Only Calls Me on Sundays', waar het koor wél op zijn plaats is, of hopen op een akoestische, uitgepuurde versie van 'We'll Get By' of een minder opgesmukte uitvoering van 'Black Grass'. Maar veel meer zit er niet in: een intro hier en daar, de pedal steel van Josh Grange (wij zijn fan), en de elektrische gitaar op 'Omaha Nights', die doet vermoeden dat het heilige vuur bij Louris nog niet gedoofd is.
Later dit jaar komt er waarschijnlijk een duoplaat met Mark Olson, zijn voormalige kompaan bij The Jayhawks. In de tussentijd zullen diens vorig jaar verschenen 'Salvation Blues' en deze 'Vagabonds' u verder moeten helpen.
Toptrack: 'To Die a Happy Man'