'Rough Diamonds'
Geertje De Waegeneer, vrouw van Joost Vandecasteele: ‘Met zijn baard en krullend haar werd Joost in Brussel al gezien voor jood en werd er op hem gespuwd’
Op de telefoon van schrijver en tv-maker Joost Vandecasteele (43) staat zijn vrouw onder ‘Geertje liefste’. Op het eerste gezicht is zijn liefste – voluit heet ze Geertje De Waegeneer (36) – de tegenpool van brulboei Joost: ze is bedeesd, praat zacht en voelt zich niet gauw geroepen om meningen te spuien. Maar schijn bedriegt: in werkelijkheid blijkt Joost niet de alfaman voor wie velen hem houden en durft zijn liefste Geertje haar stem te gebruiken. ‘Ik denk dat je elkaar in deze fase sowieso even kwijtraakt, het is alleen zaak elkaar terug te vinden.’
Ze wil liever niet thuis afspreken. Niet dat ze erg gehecht is aan haar privacy – daar deelt Joost vaak genoeg stukjes van in zijn boeken, columns, voorstellingen, tv-reeksen en comedy-optredens – maar met een kleuter van 4 en een baby van bijna 1 jaar kun je maar beter elke gelegenheid om te ontsnappen met beide handen grijpen. Als je leven zich heeft herleid tot pampers, papjes en spartaanse dutjes, dan is een flat white in een lawaaiige koffiebar het summum van gelukzalige rust.
HUMO Aanvankelijk vond je de timing voor ons gesprek niet ideaal.
GEERTJE DE WAEGENEER «Ik heb lang getwijfeld: Joost en ik zitten in de minst leuke fase van onze relatie. Is dat dan wel een goed moment om over ons te praten? Ik wil er geen zeurinterview van maken.»
HUMO Dat zei je ook al toen ik je belde: ‘Soms, als ik mezelf bezig hoor, denk ik: Geertje, wat ben je aan het zeuren!’
DE WAEGENEER «Joost en ik genieten ontzettend van onze kinderen, maar zoals elke jonge ouder wel weet: de babyjaren zijn een pittige periode. Je leest tegenwoordig vaak over parentale burn-outs. Dat is nu hip. De criticus in mij denkt dan: dat gaat over moeders die te veel hooi op hun vork nemen en alles perfect willen doen. Zo ben ik niet. Maar ik moet toegeven: ik voel de parentale burn-out stilaan ook naderen.»
HUMO Gustav, jullie zoon, zit in de eerste kleuterklas. Dochter Frida is nog aan het uitzieken na een infectie en mag van de dokter twee maanden niet naar de crèche, die zo al niet naar behoren draait door de aanslepende crèchecrisis. Een mens zou voor minder zeuren.
DE WAEGENEER «Ik mag niet klagen over Frida’s crèche: ze doen het daar super. Dat mag een klein wonder heten, want net als in de meeste crèches kampen ze met een gigantisch personeelstekort. We zijn stilaan op het punt gekomen dat je als ouder niet meer voltijds kunt werken, omdat er geen opvang is voor je kind. Vriendinnen van me werken nu parttime, omdat de leefgroep van hun kind opeens is dichtgegaan en de crèche geen personeel meer vindt. Als het echt nodig is, zie ik mezelf puur uit engagement stoppen met mijn job en in een lagere school voor een klas gaan staan. Maar uit engagement in een crèche gaan werken? Geen haar op mijn hoofd dat daaraan denkt. Die mensen worden uitgebuit. Achttien baby’s voor twee verzorgers? Ik vind twee baby’s al veel.
»Het ziet er niet naar uit dat er snel een oplossing komt. Hoe kan dat nu, in een welvarend land als België? Het lijkt wel alsof we teruggaan in de tijd. De generatie van mijn moeder kon gewoon uit werken.»
HUMO Duwen we de moeders terug naar de haard?
DE WAEGENEER «Niet alleen de moeders. Toen Gustav naar de crèche ging, heeft Joost lang de rol van huisvader op zich genomen. Dat had ook wel met corona te maken: er waren enkele shows afgelast en het heeft tijd gekost om zijn carrière weer op kruissnelheid te krijgen. Maar intussen heeft hij het opnieuw druk, dus zijn we geswitcht en ben ik nu vaker thuis. Zijn tv-carrière zit in de lift en ik wil dat hij daar ten volle van kan profiteren.»
HUMO Hij is nu in de Netflix-reeks ‘Rough Diamonds’ te zien. Het is maar een kleine rol, maar hij is ontzettend goed gecast als orthodoxe jood met baard en pijpenkrullen.
DE WAEGENEER «Vroeger woonden we aan het Zuidstation in Brussel. We wandelden vaak door de Anneessenswijk en dan werd Joost, met zijn baard en krullend haar, weleens voor een jood gezien. Eén keer is er zelfs op hem gespuwd: ‘Sale juif!’ Toen hij met die rol in ‘Rough Diamonds’ thuiskwam, zei ik: ‘Dát is jou op het lijf geschreven.’»
HUMO De manier waarop jullie elkaar leerden kennen, lijkt zo uit een romcom geplukt: beginnende fotografe gaat bekende schrijver fotograferen, kijkt door haar lens en voelt een klik.
DE WAEGENEER (lacht) «Joost was mijn eerste opdracht. Ik had net stage gelopen bij De Standaard en mocht er als fotoredacteur en fotografe beginnen. Mijn eerste taak was de columnkopjes: ik moest portretfoto’s van de columnisten maken. De eerste was Bart De Wever, daarna kwam Joost, die toen om de hoek van De Wevers kabinet woonde. Zoals je zegt: het klikte onmiddellijk.»
HUMO Ook met Bart De Wever?
DE WAEGENEER «Ik heb nogal een aversie voor het politieke wezen Bart De Wever – ik kom uit een socialistisch nest. Maar hij viel die dag wel mee: ik had me erg gehaast en was uitgehongerd, en Bart gaf me een suikerwafel. Joost vond dat heel grappig. Hij heeft er de hele fotoshoot debiele moppen over zitten maken.»
HUMO Is dat zijn manier van flirten?
DE WAEGENEER «Eigenlijk wel. Ik was toen nog erg zoekend als fotograaf en Joost was, met zijn karakterkop, een dankbaar sujet om te fotograferen. Hij deed alles wat ik vroeg, hij was gemoedelijk en lief.»
HUMO Wat vond je van het literaire wezen Joost Vandecasteele?
DE WAEGENEER «Ik kende hem niet echt. De allereerste keer dat ik hem zag, was ik 16 en ging ik naar een voorstelling van Abattoir Fermé. Hij stond in zijn blootje op het podium. Ik weet nog dat ik met een vriendin met zijn piemel heb zitten lachen.»
HUMO Heb je dat later aan hem opgebiecht?
DE WAEGENEER «Tuurlijk! Al tijdens onze fotoshoot. Waarna hij dacht: háár moet ik hebben (lacht).»
ZEEMZOETE MOEDER
HUMO Bijzonder aan Joost is dat hij sterke emoties oproept: ofwel houd je van hem, ofwel heb je een hekel aan hem. Een tussenweg is er niet.
DE WAEGENEER «Ik voel me niet snel geïntimideerd. Joost probeerde me die eerste keer te imponeren, maar hij voelde dat dat geen effect had. We houden er allebei van uitgedaagd te worden.»
HUMO Snap je waarom hij zulke sterke emoties uitlokt?
DE WAEGENEER «Vraag je me nu om Joost psychologisch te analyseren? Dat is onmogelijk. Hij is een zeer complex wezen. In de kern is hij uiterst onzeker, maar hij lost dat op door luid en baldadig te worden, net zo hard tot hij geen blijf meer weet met zichzelf. Ik vind dat charmant, maar sommigen kunnen daar niet mee om.»
HUMO Zo heb ik hem leren kennen. Eerst komt hij cassant over en slingert hij je halve beledigingen naar het hoofd, maar zodra je weerwerk biedt, zie je hem denken: leuk, een verbaal spelletje pingpong.
DE WAEGENEER «Dat heb je mooi verwoord. Je moet door die eerste laag heen, maar niet iedereen kan dat opbrengen. Mijn vader, die Joost heel graag ziet, zei een keer: ‘Ik heb toch een jaar nodig gehad voor ik Joost een beetje begon te waarderen.’ Intussen weten mijn ouders perfect hoe hij is: als hij binnenkomt, heeft hij eerst tijd nodig om te ontdooien. Hij gaat de krant lezen, laat zich bedienen met koffie en begint onzin uit te kramen. Dan pas kun je met hem babbelen. Als je de moeite neemt om door die onzekere fase heen te bijten, kun je een heel goed gesprek met hem voeren.»
HUMO Hij is helemaal niet de brulboei waar men hem voor houdt?
DE WAEGENEER «Maar nee! Joost is de gevoeligste man die ik ken. Er zit geen greintje machismo, zelfs geen flinter van een alfamannetje in hem.»
HUMO Dat had jij direct gezien?
DE WAEGENEER «Ik had het inderdaad snel door. Nu ja, zijn gehuil hielp ook wel.»
HUMO Gehuil?
DE WAEGENEER «Die eerste keer is hij beginnen te huilen. Toen ik hem leerde kennen, was hij een emotioneel wrak, een gewond diertje. Hij was nog niet zo lang gescheiden en had daar een enorm schuldgevoel aan overgehouden. Vooral tegenover zijn zoon. Arthur was 3 en ik een jaar of 25 toen Joost ons aan elkaar voorstelde en ik de rol van stiefmama kreeg toebedeeld. Stiefmama zijn is veel moeilijker dan mama zijn.»
HUMO Omdat je mee zorgt voor een kind voor wie je niet hebt gekozen?
DE WAEGENEER «Dat is het niet. Natuurlijk heb ik getwijfeld of het wel een goed idee was iets te beginnen met een alleenstaande vader, maar ik zag Joost heel graag.
»De moeilijkheid zit ’m in de opvoeding, waarover je weinig controle hebt. Onze eigen kinderen voeden Joost en ik rimpelloos samen op, maar als het op Arthur aankomt, zitten we vaak op een andere golflengte. Joost voedt zijn zoon op samen met zijn ex: zij overleggen. Mijn mening doet er eigenlijk niet toe. Het heeft een tijd geduurd voor ik dat begreep.»
HUMO Het taboe rond stiefouderschap is nog altijd groot.
DE WAEGENEER «Er wordt heel weinig over gepraat, en ik heb niet het gevoel dat daar verandering in komt, ook al zijn er steeds meer nieuw samengestelde gezinnen. Onlangs had ik het erover met een vriend die twee zonen mee opvoedt. Het deed zoveel deugd om er eens over te kunnen praten met iemand die het helemaal begrijpt.»
HUMO Leg eens uit wat wij niet begrijpen.
DE WAEGENEER «Elke ouder heeft dezelfde blinde vlek: mijn kind is het leukste. Ga je met andere ouders en hun kinderen op reis, dan zit je vaak op je tong te bijten: oei, zo zou ik dat niet doen. Met het stiefouderschap is het net zo, maar dan permanent. Bemoei je je toch, dan is het nooit goed, integendeel.
»Onze allereerste vakantie samen – Joost, Arthur en ik – was de hél. We gingen kamperen in Frankrijk. Een haalbare kaart, zou je denken. Maar Arthur zat in zijn koppigekleuterfase en Joost nog volop in zijn schuldigevaderfase. Dat schuldgevoel zit er nog altijd in – Joost heeft het extreem. Hij probeert het te compenseren door Arthurs beste vriend te zijn, maar dat gaat niet met een kleuter die je de hele tijd uitdaagt. Joost beseft dat, maar het is sterker dan hemzelf.
»Ik zit nu wel kritiek te leveren, maar hij is een fantastische vader. Ik kan me niet inbeelden dat ik met een andere man kinderen zou hebben.»
HUMO Was moeder worden altijd al je droom?
DE WAEGENEER «Helemaal niet. Ik heb heel lang gedacht dat ik zelf geen kinderen wilde, dat het stiefmoederschap wel volstond. Maar na mijn 30ste begon de klok opeens toch te tikken.
»Joost zei al jaren dat hij niet opnieuw aan kinderen wilde beginnen. Daar was hij formeel in en ik begreep het ook wel. Maar mijn klok klonk steeds luider, dus heb ik hem gezegd: ‘Ik voed nu al jaren mee je zoon op. Als ik nu een kind wil, zou jij mij daarin kunnen steunen, zoals ik jou heb gesteund.’ Als hij niet de papa van mijn kind wilde zijn, was dat oké. Ik weet maar al te goed hoeveel liefde je kunt voelen voor een kind dat biologisch niet het jouwe is.»
HUMO Je wilde desnoods alleen aan het moederschap beginnen?
DE WAEGENEER «Ja. Ik wilde hem de keuze laten stiefvader van mijn kind te zijn.»
HUMO Een mooi staaltje out of the box denken.
DE WAEGENEER «Hij heeft een paar maanden nodig gehad om mijn voorstel te laten bezinken, maar uiteindelijk kwam hij tot de conclusie: als jij een kind wilt, dan wil ik toch wel heel graag de vader zijn. We zijn eraan begonnen met het idee: we zien wel wanneer het lukt. Maar Joost blijkt supervruchtbaar.
»Gustav was gelukkig een makkelijke baby: hij sliep goed, at goed, was altijd vrolijk. Frida was een ander paar mouwen: ze was van bij de geboorte een huilbaby. Op den duur zaten Joost en ik met de handen in het haar: ‘We hebben hulp nodig!’»
HUMO En dan kreeg ze ook nog die infectie.
DE WAEGENEER «Ze was al kortademig sinds oktober. Ik had een afspraak gemaakt bij een longspecialist en in maart mochten we langsgaan, maar tegen kerstavond was ze een vodje en moesten we naar de spoeddienst. In het ziekenhuis stelden de dokters een streptokokkeninfectie vast. Die zat al in haar bloed: ze was zichzelf aan het vergiftigen.»
HUMO Wat een nachtmerrie.
DE WAEGENEER «Ja, maar dat beseften we toen nog niet. Ze hebben meteen een paar shots straffe antibiotica in haar billetjes geplant, in de hoop dat die snel hun werk zouden doen. Pas achteraf, toen het grootste gevaar was geweken, zeiden de dokters: ‘Het zag er echt niet goed uit.’ Toen ben ik gecrasht: ik kon niet meer stoppen met huilen.»
HUMO Heeft het je veranderd als moeder?
DE WAEGENEER «Zéker. Met Frida ben ik nooit helemaal gerust. Ik blijf op mijn hoede. Intussen blijkt ze ook babyastma te hebben. Normaal komt dat vooral voor bij prematuurtjes, van wie de longen nog niet volledig zijn gerijpt.»
HUMO Ben je een overbezorgde moeder geworden?
DE WAEGENEER «Overbezorgd niet, maar wel bezorgd. Vroeger lachte ik altijd met helikopterouders. Ik wilde absoluut niet zo’n ouder zijn die constant alle hobbeltjes en obstakels wegneemt of de hele tijd loopt te waarschuwen: ‘Dat mag niet!’ En: ‘Pas op!’ Ik laat mijn kinderen echt kind zijn en zelf de wereld ontdekken. Het doel van ouderschap is toch in de eerste plaats zelfstandige kinderen groot te brengen, die hun zelfvertrouwen eigenhandig hebben opgebouwd. Dat gaat niet als je ze in een bubbel stopt en ze constant loopt te begeleiden.
»Dat was de eerste keer dat ik aan den lijve heb ondervonden hoe precair het leven is. Ik heb achteraf duidelijk beseft: als dit fout was gelopen, was mijn leven nu voorbij. Dat klinkt hard voor mijn andere kinderen, maar toch is het zo. Ik ben het soort mens geworden dat ik nooit in mezelf had gezien: zeemzoet en extreem gevoelig.»
EEN ECHT DIPLOMA
HUMO We hebben het nu de hele tijd over moederschap en kinderen, maar toen je Joost leerde kennen, was je een beginnende fotografe.
DE WAEGENEER «Dat maakte vast indruk op hem – de jonge, ambitieuze freelancefotografe die overal kwam en mensen ontmoette – maar hij maakte net zo goed indruk op mij. Hij was en ís extreem gefocust op wat hij wil bereiken. Die gedrevenheid bewonder ik in hem: hij bijt zich ergens in vast en laat niet meer los.
»Tegelijk is Joost zijn eigen grootste criticus. Over zijn creatieve creaties is hij net zo onzeker als over zichzelf. Bovendien zit hij in een bikkelharde wereld: schrijvers zijn meedogenloos voor elkaar en in het theater loopt het vol met onzekere zielen. Nu zit hij vooral in de televisiewereld. Soms zit hij maanden te werken aan een idee en hoort hij dan koudweg: ‘We gaan het toch niet doen.’»
HUMO Hij noemt zichzelf ‘een betweter die heel slecht tegen kritiek kan’.
DE WAEGENEER «Sinds ik met Joost ben, lees ik recensies met andere ogen. Die zijn verschríkkelijk. Hoe pretentieus kun je zijn om, zonder zelf één vinger te hebben uitgestoken, het harde werk van een ander met de grond gelijk te maken? Iedereen mag z’n mening hebben, maar is het eerlijk om één persoon een heel platform te geven? Vaak zijn recensenten ook veel strenger dan het publiek, omdat ze al platgeslagen zijn door de hoeveelheid die ze moeten zien, horen of lezen. Dan ben je niet meer in staat om met een open blik te oordelen.»
HUMO Leest Joost alle recensies?
DE WAEGENEER «Ja, maar hij praat er niet over. In de buitenwereld is hij luid en aanwezig, maar thuis ben ik de communicatieve.
»Vanochtend stond er een recensie van ‘Rough Diamonds’ in De Standaard. Ik weet dat hij die heeft gelezen, omdat de pagina vol kip curry hing toen ik opstond (lacht). Maar hij zal er zelf nooit over beginnen. De recensent was allesbehalve lovend. Dat vond ik raar – Arthur en ik zijn samen aan het kijken en we zijn allebei fan – dus ben ik eens een kijkje gaan nemen op Facebook: de ene na de andere positieve reactie. Daar sta je dan, met een recensent die lijnrecht ingaat tegen de mening van de kijker.»
HUMO Kraakt het Joost?
DE WAEGENEER «Nee, maar het ráákt hem wel. Hij is een gevoelsmens. Hoe zou je zelf zijn?»
HUMO Had je al veel boeken van hem gelezen toen jullie elkaar leerden kennen?
DE WAEGENEER «Alleen zijn debuut, ‘Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij’. Ik vond het heel goed. Toen we pas samen waren, was hij ‘Massa’ aan het schrijven. Telkens als hij een stukje klaar had, stuurde hij me een preview – zo romantisch was hij wel.»
HUMO Kon je hem dan nuttig advies geven?
DE WAEGENEER «Ik ben niet zo goed in meningen. Ik weet wel of ik iets goed of slecht vind, maar ik kan het niet goed onderbouwen. Ik ga vaak naar fototentoonstellingen. Vind ik iets niet goed, dan denk ik al snel: het zal wel aan mij liggen.
»Als fotojournaliste was ik ook altijd kritisch voor mezelf. Ik kon wel tevreden zijn na een fotoshoot, maar ik dacht nooit: wauw, wat heb ik een mooie foto gemaakt!»
HUMO Waarom heb je fotografie gestudeerd?
DE WAEGENEER «Ik droomde er al sinds mijn 14de van fotojournaliste te worden. Ik wilde de wereld rondreizen en reportages maken.
»Op de middelbare school was ik vaak met muziek bezig. Ik speelde gitaar en was in de ban geraakt van jazz, maar ik had niet genoeg talent om verder te gaan aan het conservatorium. Toen ben ik maar sociaal werk gaan studeren in Antwerpen. Mijn school lag dicht bij het fotomuseum en ik merkte dat ik constant in dat museum zat. Ik heb mijn ouders moeten overtuigen voor ik de stap naar fotografie mocht zetten.»
HUMO Dat wilden ze niet?
DE WAEGENEER «Ze zagen me liever eerst een echt diploma halen, zoals zoveel ouders. Ze zijn nochtans best open-minded. Het verbaasde me.
»Ik ben zonder hen iets te zeggen ingangsexamen gaan doen bij Sint-Lukas in Brussel en bij Sint Lucas in Antwerpen. Ik mocht in beide scholen beginnen. Toen pas gingen ze overstag.»
HUMO Zag de jury meteen dat je talent had?
DE WAEGENEER «Ik weet niet wat ze in me zagen. Toen we onze foto’s moesten verdedigen, dacht ik: nu is het kalf verdronken, ik kan dat niet uitleggen. Ik was zo verlegen.»
HUMO Was je dat als kind al?
DE WAEGENEER «Nee. Ik ben op de middelbare school in mijn schulp gekropen. Ik was zo’n seutje. Ik was ook altijd de kleinste en de jongste van de klas.
»Ik heb de middelbare school vooral doorstaan. Ik was heel blij toen ik ervan af was. Joost had exact hetzelfde: hij wilde ook weg van school om eindelijk te kunnen doen wat hij echt wilde. Dat is iets wat ons verbindt.»
HUMO Intussen heeft je carrière een bocht genomen en werk je niet meer als fotojournaliste.
DE WAEGENEER «Ik geef nu al zeven jaar Nederlands aan anderstaligen.»
HUMO Waarom heb je het fotograferen vaarwel gezegd?
DE WAEGENEER «Niet zozeer het fotograferen, ik wilde alleen niet meer als freelancefotografe werken en elke maand het gevoel hebben dat ik net niet rondkwam.
»Tijdens mijn studie was ik geswitcht naar het KASK – ik vond het bij Sint-Lukas iets te conceptueel worden. In Gent kreeg ik les van een paar heel goede reportagefotografen, zoals mijn mentor, Carl De Keyzer. Je moest er ook stage lopen. Dat vond ik belangrijk: ik wilde ervaring opdoen. Zo ben ik bij De Standaard beland. Heel interessant werk, maar ik merkte na een tijd dat er sprake was van een loonkloof. Dat begon me meer en meer te storen.»
HUMO Verdiende je minder dan de mannen?
DE WAEGENEER «Als freelancer moest ik zelf over mijn loon onderhandelen. Ik had bij mijn voorganger, die exact hetzelfde diploma had, gepolst hoeveel hij verdiende. Ik vroeg evenveel als hij, maar om de één of andere reden kreeg ik veel minder. Dat begreep ik niet. Als ze tevreden waren over mijn werk, waarom betaalden ze me dan niet naar behoren?
»De jaren verstreken, maar mijn loon veranderde niet. Ik verdiende nog steeds evenveel als een beginnende stagiaire. Uiteindelijk heb ik hun duidelijk gezegd: ofwel betalen jullie me meer, ofwel ga ik ook voor andere opdrachtgevers freelancen.»
HUMO Voor iemand die van zichzelf zegt dat ze verlegen is, durf jij wel van je af te bijten.
DE WAEGENEER «Ik heb een groot probleem met onrecht. Ik kan er niet tegen als ze met mijn voeten spelen. En niet alleen met de mijne: in mijn nieuwe job zit ik bij de vakbond. Ik ben zelfs afgevaardigde. Je kunt kritisch zijn over de vakbond als instituut, maar ik ben ervan overtuigd: zodra de vakbond verdwijnt uit een bedrijf, loopt er van alles mis. Zeker nu: het zijn gevaarlijke tijden.»
HOOPJE ELLENDE
HUMO Zoveel strijd verwacht je niet van iemand die op het eerste gezicht overkomt als een stille observator.
DE WAEGENEER «O, maar ik kan héél kwaad worden.»
HUMO Wat maakt jou op dit moment kwaad?
DE WAEGENEER «Goh, zoveel. Op dit moment maakt Brussel me kwaad. Toen ons appartement te klein werd voor ons groeiende gezin, hebben we een huis in Anderlecht gekocht – eigenaar zijn van een huis met trappen: nog zoiets waarvan Joost en ik dachten dat we het nooit zouden doen. Het is heel frustrerend om te zien hoe Anderlecht, dat toch deel van een grootstad uitmaakt, het niveau van de dorpspolitiek niet weet te overstijgen. Onze politici zijn oerconservatief – het lijkt wel alsof ze niet vooruit wíllen – en we hebben een burgemeester die niet wil inzien hoe leuk de gemeente kan zijn, op voorwaarde dat we komaf maken met Koning Auto. Het maakt ons zo kwaad dat Joost en ik luidop twijfelen of we niet beter uit Brussel weggaan.»
HUMO Terwijl er geen grotere Brussel-liefhebber dan Joost bestaat.
DE WAEGENEER «Ik ben dat óók. Nu ja, het is altijd een haat-liefdeverhouding geweest. Ik hou van Brussel, maar ik ben er ook al van mijn fiets getrokken door een agressieve automobilist, die me net de pas had afgesneden. Van alles wat er in de maatschappij misloopt, vind je in Brussel een uitvergroting.»
HUMO Voor Joost was Brussel lange tijd zijn motor: ‘Deze stad heeft ervoor gekozen om een levensstijl te promoten waartegen ik me verzet. Dat constante verzet houdt mij scherp.’ Maar wat heb je aan scherp zijn als je kinderen niet veilig kunnen fietsen?
DE WAEGENEER «Precies. Tien jaar geleden had je ‘Femme de la rue’ van Sofie Peeters. Na haar film is ze uit Brussel vertrokken. Toen begreep ik dat niet: je gaat toch niet weg omdat je op straat wordt nageroepen?! Maar nu heb ik kinderen en gaat het niet langer alleen over mij. Ik wil hun heel graag de multiculturele rijkdom van Brussel meegeven, maar niet de agressie, de angsten, de onveiligheid.
»Gustav heeft een panische angst voor brommers sinds hij een keer op de stoep is omvergereden. De bestuurder is niet eens gestopt. Er zit geen greintje agressie in Joost – hij is een zachtgekookt eitje – maar toen heb ik hem zo hard zien uithalen naar die gast. Die sjot was het vaderlijke beest in hem dat naar boven kwam.
»Onlangs zei hij vlakaf: ‘Ik heb het gehad met Brussel.’ Ik stond perplex. Ik heb het al vaker gehad met Brussel, maar hij had dat nooit. Maar nu inspireert de stad hem niet meer, zegt hij. Hij wil over andere dingen schrijven, dus wat houdt hem dan nog hier?»
HUMO Het zit diep.
DE WAEGENEER «Op dit moment wel.
»Ach, misschien moeten we eerst maar de pamperfase zien door te komen. Met jonge kinderen – en zeker met een ziek kind dat niet naar de crèche kan – heeft samenleven veel weg van crisismanagement: we zijn de hele tijd aan het plannen. Alles wordt zakelijk. Dan moet je oppassen dat je niet op elkaar begint te vitten. Gisteren hadden we het er nog over: we moeten dringend weer fun hebben als koppel.» (Een paar dagen na het interview raakte bekend dat Vandecasteele en De Waegeneer toch wegtrekken uit Brussel en naar Mechelen verhuizen, nvdr.)
HUMO Jullie zouden op date night kunnen. En dat bedoel ik slechts licht ironisch.
DE WAEGENEER «Dat hebben we onlangs voor het eerst gedaan sinds de geboorte van Frida. We hadden een buurmeisje gevraagd om te babysitten, maar erg gerust waren we niet: als Frida ’s nachts wakker wordt, zet ze het hele huis op stelten. Verder dan het sushirestaurant om de hoek durfden we niet te gaan. We zouden daarna nog iets gaan drinken, maar daar zijn we zelfs niet geraakt: tegen negen uur was onze pijp uit.
»Ik denk dat je elkaar in deze fase sowieso even kwijtraakt, het is alleen zaak elkaar terug te vinden.»
HUMO Is Joost een grote romanticus?
DE WAEGENEER «Niet echt. Hij ziet mij graag en af en toe zal hij op de kalender een liefdesverklaring neerpennen, maar hij zal geen date voor mij regelen of zo. Ook onze trouwdag hebben we eenvoudig gehouden: met z’n tweetjes naar het gemeentehuis van Anderlecht en ’s avonds met de kinderen een nachtje Oostende, bij wijze van huwelijksreis. Wij stellen geen grootse gebaren, dat ligt niet in onze aard.»
HUMO Voor het scenario van de Eén-serie ‘We moeten eens praten’ putte hij inspiratie uit de relatiecrisis die jullie in pre-kindertijden hebben doorgemaakt.
DE WAEGENEER «Die reeks was zeer herkenbaar. Het was wel typisch dat Rik Verheye er sympathieker uit kwam dan Clara Cleymans. Zij speelde de harde tante die een punt achter de relatie wilde zetten, hij het hoopje ellende met de hoge aaibaarheidsfactor.»
HUMO Verandert Joost ook in een hoopje ellende als jij zegt: ‘We moeten eens praten’?
DE WAEGENEER «Tijdens onze crisis waren we allebei hoopjes ellende. Dat moest niet te lang duren.»
HUMO Misschien is het meest romantische wat hij op dit moment kan doen, jou even een koffie gunnen en zeggen: ‘Ik zorg wel voor de kinderen.’
DE WAEGENEER «Dat is zo. Joost steunt me in alles. Hij is een ongelofelijke feminist.»
HUMO Zou hij het schrijven aan de kant schuiven als jij straks weer wilt gaan fotograferen?
DE WAEGENEER «Dat ligt moeilijk: Joost ís zijn werk. Zijn hoofd zal nooit stilstaan, hij zal altijd moeten schrijven. Ik zou dat ook nooit van hem kunnen vragen.
»Ik wil heel graag mijn fotografie weer opnemen, maar nu gaat het even niet. Plus: wat ik nu doe, doe ik heel graag. Momenteel geef ik coaching aan anderstaligen die een opleiding in een grootkeuken volgen. Het heeft me met mijn voeten weer in de wereld gezet – de journalistiek is toch een beetje een bubbel, dat weet jij ook wel. Als fotograaf kom je overal, maar je contacten zijn vluchtig en oppervlakkig. Met wat ik nu doe, zie en voel ik weer wat er leeft. Het geeft me voldoening: die mensen hebben echt iets aan mij.
»In het begin had ik het er wel moeilijk mee. Joost was gevallen op Geertje de fotografe. Opeens was ik geen fotografe meer, maar een leerkracht. Dat is niet zo boeiend. Hij ontkent dat met klem: ‘Jij blijft mijn liefste.’
»Maar als je me nu wilt excuseren: ik moet Gustav van school oppikken.»
HUMO Wat vind je: heb je veel gezeurd?
DE WAEGENEER «Ik weet het niet. Wat vind jij? Heb ik mijn liefde voor Joost genoeg betoond? Zet dat er maar in: wij zijn een liefdevol koppel.»
‘Rough Diamonds’, Nu op Netflix