Geike in De Roma
Geike Arnaert alleen: het blijft voorlopig een zoektocht zonder einde.
Zowat iedereen weet ondertussen dat zangeres Geike na meer dan tien jaar Hooverphonic haar vleugels wilde uitslaan, maar die vlucht had tot nu toe maar twee bestemmingen: een mooie lp met Spinvis als Dorleac en de wisselvallige soloplaat ‘For the Beauty of Confusion’. Natuurlijk was er ook tussenstop ‘Zoutelande’, waardoor ze samen met de poprockers van Bløf alle records in de Nederlandse hitlijsten kapot vloog. Daar wil ik het natuurlijk niet te veel over hebben, maar die knaller doorbrak wel de stilte, want na zeven jaar stelt de Poperingse vanavond voor het eerst nieuw materiaal voor. Op een schijfje ligt dat pas ergens in de nazomer in de winkel, maar in de foyer van De Roma speelt ze enkel verse nummers die ze, na een lange speurtocht naar de juiste sparringpartner, samen met Joost Zweegers verzon.
De single ‘Off Shore’ is Novastar-achtig, en toont zich met klaterende pianoklanken en een klagerige gitaar dan ook als lichtjes weemoedige, elegante poprock. De frontvrouw noemt het een brief waarin ze aan dierbaren belooft hen te beschermen tegen lelijke waarheden. Spijtig: ik ken haar niet persoonlijk, en ben dus niet gevrijwaard van alle shit op deze planeet. Ik moet dus vaststellen dat de door rikketikkende trommels en hakkelende eighties- synths voortgestuwde opener ‘Black Land Shore’ net daarvoor dof en routineus klonk.
undefined
En toch: uit wat volgt blijkt dat Geike wel goed bij stem is, en de vierkoppige begeleidingsband beter kan. Tijdens ‘Lost In Time’ moet ik weleens denken aan de sadcore van Soap&Skin, maar dan zonder die strijkers. Het tempo maakt bokkesprongetjes, en ’t heeft allemaal wel iets geheimzinnigs: leuk! Viool speelt de chanteuse trouwens niet meer, omdat ze dan- het zijn haar woorden- jeuk in de voeten krijgt. Veel geboogiewoogiet of geshaket wordt er op het podium wel niet: de bende staat er eigenlijk alleen te staan, of zit erbij te zitten.
Weinig of geen sensuele danspassen van Geike dus, en tegenwoordig verkiest ze gewone witte spots boven het halfduister van vroeger. Jammer genoeg maakt die keuze het optreden minder spannend, en van het koppel country-folk- bluesdingen word ik warm noch koud. Naar nummertitels hebben de bezoekers van de oude bios het raden, maar de donkere kamerpopper met die slimme break heet volgens mij ‘Question’, en -ik kan me vergissen- ‘Orion’ is ook wel knap. Opnieuw schemert Soap&Skins Anja Plaschg erin door, en de binnendruppelende snaren en toetsen maken het opnieuw wat mysterieus.
undefined
Als iemand na driekwart van het optreden voor de tweede keer een ‘aaaaalriiiight’ slaakt, heeft de koploopster eigenlijk nog niks gezegd. Of wacht: jawel, ze deelde mee dat ze hier heel hard heeft naar uitgekeken, en dat zo veel volk haar blij maakt. Dat hoeft zeker niet per se, en enthousiast is de Brusselse West-Vlaamse wel. Maar verder communiceert ze alleen via zanglijnen, en die zijn nog altijd mooi. Minder schoon is een ietwat banale rocker: gitaren mogen eindelijk eens van de leiband, maar ik voel dan helemaal niets, niente, nada. ‘All Over’ en dat pompeuze Eurosong-ding zullen het straks op één of andere playa ongetwijfeld goed doen bij opkomst en ondergang van die gele bol. Maar: op mijn emotie- en gevoelsmeter zitten ze onder nul. Sorry!
De broeierige elektro van - denk ik- ‘7 seasons’ pakt wél. Later, en ondanks de clichés in de pop van ‘No Excuses’, denk ik wéér: wat een stem! En die toetsen zijn ook wel oké. Ondertussen zit de groep trouwens in zijn bisronde, en brengt ‘Off Shore’ nóg eens. Heeft dit bvba’tje geen andere opties?
Naar verluidt hakt Geike moeizaam knopen door: hopelijk maakte ze in de studio wel de juiste keuzes, maar ik weet nog niet of ik moet uitkijken naar die nieuwe plaat. En op weg naar huis zet ik de hoofdtelefoon nog eens op, en hoor: ‘I still haven’t found what I’m looking for’.