Gelukkig is 'Switch' er enkel tijdens de zomermaanden
‘We gaan switchen!’ Tijdens het jaar zou zo’n uitspraak je kunnen komen aanwaaien vanuit het openstaande raam van een parenclub – ‘Niet tevreden, vrouw terug’ bladdert van de gevel – maar in de zomer is het de aanvalskreet waarmee Adriaan Van den Hoof onveranderlijk elke aflevering van ‘Switch’ in gang schreeuwt.
Als amateurmeteorologen het begin van de lente graag laten afhangen van de eerste boerenzwaluw, dan kan het niet anders of voor de start van de weerkundige zomer zitten ze allemaal voor tv te wachten tot Adriaan Van den Hoof zich laat zien.
Voor het vierde seizoen werd er opnieuw niet geraakt aan de formule van ‘Switch’. Je zou wel gek zijn: herhaling is een kwaal die uitstekend gedijt in de zomer. Zo gaat Van den Hoof er nog altijd in elke aflevering graag prat op dat ‘Switch’ een quiz zonder punten is. Hoe de kandidaten het ervan afbrengen, zie je aan de plek die ze innemen. Bij een goed antwoord mag een deelnemer van positie wisselen met de gegadigde één plaats hoger. Is het antwoord fout, dan gaat het de andere richting uit. Het is een geinigheidje dat ook na vier seizoenen nog altijd een beetje aan een trouvaille op een scoutsquiz doet denken, maar in ‘Switch’ is het niets minder dan een bestaansreden. Soms gebeurt het zo dat een kandidaat meer dan één plaats stijgt of daalt, waardoor meerdere deelnemers dan gezamenlijk aan het schuifelen gaan: een ietwat onhandige choreografie die in één of ander Oostblokland vast veel wegheeft van een bij de jongere generatie al in onbruik geraakte plaatselijke volksdans. Ze hebben het er nog niet mee tot op het Songfestival geschopt, maar lang kan dat niet meer duren.
Zo’n wissel wordt niet zelden begeleid door een bijpassende emotionele uitbarsting van de dienstdoende presentator. Als een kandidaat het bij het verkeerde eind heeft, dan baalt Adriaan Van den Hoof uitgebreid mee. In hem schuilt het soort quizmaster aan wie niet uitgelegd hoeft te worden dat de gedroomde gastheer vooral ten dienste staat van z’n gasten, en dus is een halve gelegenheid voor hem gelegenheid genoeg om zich vrolijk te maken om wat zijn kandidaten zoal uitslaan. De vragen die elke weekdag gesteld worden in ‘Switch’ zijn dan wel zomers van moeilijkheidsgraad – je moet het ontheemde ‘Blokken’-publiek ergens onderdak geven – maar toch mikt zo’n deelnemer er, tot jolijt van Van den Hoof, weleens naast wanneer gevraagd welke BV zich achter het volgende silhouet schuilhoudt. Vaak doet de humor in ‘Switch’, die zich ook vaak in de vragen schuilhoudt, wat denken aan spaghetti gaarkoken: gooi maar tegen de muur en kijk wat blijft plakken. Voor de aflevering van woensdag kroop Van den Hoof in de afdoend ruim zittende huid van keukenhotemetoot Donald Muylle, die dankzij zulke aandacht toch maar mooi méér laminaat slijt dan voordien. Imitaties, een goed glijdende vorm van volksvertier die je deze tijd van het jaar ook pakweg in Het Witte Paard in Blankenberge kunt aantreffen, zijn toevallig een stokpaardje van Van den Hoof, wat je een aflevering eerder al op een lang uitgesponnen vertolking van een Limburger kwam te staan. Een mop zonder pointe, die eeuwige Limburger, wat betekent dat je er maar niet uitverteld mee raakt. Je zou het ook vermoeiend kunnen noemen.
Adriaan Van den Hoof wordt naar eigen zeggen over geen enkel ander emplooi zo vaak aangesproken als over ‘Switch’, een naar zomerse maatstaven druk bekeken programma. Het succes is hem gegund, maar mag verder volledig beperkt blijven tot de zomermaanden.