Gent Jazz (2): alles wat u over Van Morissons duetten moet weten
Van Morrison is een genie. Van Morrison geeft geen interviews. Van Morrison is een vervelende mens. De eerste twee beweringen zijn waar, de derde niet helemaal.
1 Leadbelly
‘Talkin’ to Huddie Ledbetter / Showin’ pictures on the wall’. Het is één van de mysterieuze verzen uit ‘Astral Weeks’, de titeltrack van de tweede soloplaat die Van Morrison maakte nadat hij uit Them was gestapt. Al sinds zijn 10de luisterde de kleine Van naar Leadbelly, dankzij zijn vader. George Morrison werkte op de scheepswerven van Belfast, maar was een verwoed platenverzamelaar, die luisterde naar Muddy Waters, Charlie Parker, Woody Guthrie en Sonny Boy Williamson. Wie uit vaders vinylcollectie het meest indruk maakte op de kleine Van: Huddie Ledbetter aka Leadbelly. Natuurlijk hebben Van Morrison en Leadbelly nooit samengewerkt – Leadbelly stierf in 1949 – maar ze hebben wél lang samengewoond. Van Morrison kreeg ooit van een vriend een levensgrote poster van Leadbelly cadeau. Hij liet hem inlijsten en nam hem overal mee naartoe, ook op tournee. Op een dag zat hij in LA naar die poster te kijken en dacht hij: ‘Ik doe hem weg, die poster beïnvloedt me te veel.’ Net op het moment dat hij hem van de muur wilde halen, weerklonk ‘Rock Island Line’ van Leadbelly op de radio. Van Morrison zag het als een teken en liet de poster hangen.
2 Lonnie Donegan
Datzelfde ‘Rock Island Line’ van Leadbelly was in 1956 de eerste hit van Lonnie Donegan. Van Morrisons manier om zijn idolatrie voor Donegan, de Glasgowse koning van de skiffle te betuigen: ‘Elvis heeft nooit iets voor me betekend. Amerika heeft zelfs nooit iets afgeleverd dat maar in de buurt kwam van Lonnie Donegan.’ De herkenning was voor de jonge Van Morrison dubbel: hij hield van het simpele maar ritmische gitaarwerk van Donegan én hij hoorde hem de Leadbelly-songs spelen die hij al van kleins af kende. Door Donegan richtte hij in Belfast ook z’n eerste groepje op: The Sputniks, een skiffleband compleet met wasbord en theekistbas. Eigenlijk is het vreemd dat Donegan nu een vergeten figuur is, terwijl hij een hele generatie gitaristen heeft leren spelen, van John Lennon tot Pete Townshend – en bij ons: Roel Van Bambost en Roland. Allemaal de schuld van The Beatles: zodra die er waren, taande Donegans populariteit. Maar Van Morrison zorgde voor eerherstel met ‘The Skiffle Sessions – Live in Belfast 1998’, een plaat waarvoor hij Donegan uitnodigde.
3 Jim Morrison
Na The Sputniks zat Van Morrison in het balorkest The Monarchs: vingeroefeningen voor de r&b-band Them. De groep van ‘Gloria’ en ‘Baby, Please Don’t Go’, de groep ook waar Van Morrisons notoire haat tegenover de muziekindustrie een aanvang nam. Toen de platenfirma zo snugger was om de groep te promoten met de slogan ‘Angry Young Them’, was Van Morrison ziedend. Luchtiger nieuws uit die dagen: Them en The Doors stonden op een avond in 1966 allebei geprogrammeerd in de Whisky A Go Go in Hollywood. Them heeft toen op het podium gestaan met The Doors, waarbij ze samen een 25 minuten durende versie van ‘In the Midnight Hour’ van Wilson Pickett hebben gespeeld, die uitmondde in ‘Gloria’. Extra leuk is dat er geen opnames van zijn en we dus naar hartenlust kunnen fantaseren over hoe dat moet hebben geklonken: de twee Morrisons samen.
4 The Band/Bob Dylan
‘Loose, rambling songs which all sounded alike,’ schreef een Londense recensent over een desastreus concert dat Van Morrison, intussen solo, begin 1969 speelde in diezelfde Whisky in Hollywood. Ze had het over de songs van ‘Astral Weeks’, een album dat intussen geldt als een meesterwerk – oeps. Van Morrison was in die dagen met zijn Amerikaanse vrouw Janet Planet verhuisd naar Woodstock, thuisbasis van The Band en Bob Dylan. Van Morrison gaf later toe dat ‘Brand New Day’ op z’n volgende plaat ‘Moondance’ beïnvloed was door Dylans ‘I Shall Be Released’ op het debuut van The Band. Alvorens Van Morrison begin jaren 70 wegtrok uit Woodstock, richting Californië, deed hij nog een duet met Richard Manuel op ‘Cahoots’ van The Band: ‘4% Pantomime’, de van whiskey doordrenkte song die Van Morrison z’n bijnaam ‘The Belfast Cowboy’ schonk.
Filmpje! In 1989 filmde de BBC Van Morrison en Bob Dylan voor een documentaire in Griekenland. Je ziet ze beiden met akoestische gitaar, met de Acropolis op de achtergrond en in die nogal rare Vitaya-achtige setting zingen ze samen één van Van Morrisons mooiste nummers: ‘Crazy Love’. Toen hem eens werd gevraagd waarom dit duet nooit officieel is uitgebracht, lachte Van Morrison: ‘The BBC owns that one.’
5 Jackie DeShannon
Een vreemd meisje hier in de bijt. Schijnbaar. DeShannon geldt als één van die mooie, slimme, maar ook onbeminde vrouwen in de popmuziek. Jackie DeShannon schonk een handvol evergreens aan de popmuziek, die ze alleen of samen schreef met Sharon Sheeley (de vriendin van Eddie Cochran) en later ook met de toen nog onbekende Jimmy Page en Randy Newman: ‘Needles and Pins’, ‘Break-A-Way’... Ze was te mooi en te blond om enkel achter de schermen te werken en probeerde het dus ook als popster met ‘What the World Needs Now’. Maar ze was ook te intelligent en te getalenteerd om zich in een hokje te laten duwen, en dus werd ze nooit die grote popster. Enfin, een kolfje naar de hand van Van Morrison. In 1973 ligt zijn huwelijk met Janet Planet aan diggelen als hij de elpee ‘Hard Nose the Highway’ opneemt in zijn nieuwe thuis Californië: DeShannon wordt gevraagd voor backing vocals. Ze schrijven ook een viertal nummers samen, waarvan DeShannon alleen ‘Sweet Sixteen’ als single uitbrengt. Er komen geruchten op gang dat de twee aan een album vol duetten werken, maar Van Morrison ontkent. Er zal ook nooit een DeShannon-Morrison-album komen, maar enkele jaren later duikt op z’n plaat ‘Wavelength’ wél nog een song op uit hun sessies van weleer: ‘Santa Fe’. Of: de allereerste co-write op een Van Morrison-album was er één met een vrouw.
6 Dr. John
Voor het zover was: in 1974, na ‘Veedon Fleece’, trekt Van Morrison zich, gescheiden van Janet Planet, verwikkeld in een bittere strijd om het voogdijschap over dochter Shana en walgend van zijn grootste vijand, de muziekindustrie, een tijd terug. Na twee stille jaren keert hij terug aan het handje van Dr. John: samen producen ze de elpee ‘A Period of Transition’. Geen grootse comeback, al kan ‘The Eternal Kansas City’ nog steeds charmeren, met z’n jazz, rhythm-and-blues en gospel, én piano van Dr. John. Van Morrison over die stille periode die eraan voorafging: ‘Ik was het beu alleen maar Van Morrison te zijn.’
7 John Lee Hooker
Van-fans vragen zich al zes namen lang af: waar blijft John Lee Hooker? Met niemand heeft Van Morrison meer samengespeeld dan met Hooker, hun eerste duet namen ze op in 1971: ‘Never Get Out of These Blues Alive’. De eerste keer dat Van Morrison John Lee Hooker ontmoette, was hij pas 18, in de Marquee Club in Londen. De twee werden vrienden toen Van Morrison in de States ging wonen. Hooker kwam daar naar Van Morrisons optredens kijken, en werd op een keer zo weggeblazen door ‘T.B. Sheets’ – één van de eerste solosongs van Van Morrison, over het gruwelijke ziekenhuisbezoek aan een vriendin die wegteert aan tuberculose – dat hij er een versie van wou opnemen. Die cover belandde op Hookers plaat ‘Never Get Out of These Blues Alive’ uit 1972, waarvan de titelsong dus een duet was met Van Morrison. Maar op het vinylexemplaar van die plaat, uit de platencollectie van mijn pa, staat er droogweg ‘John Lee Hooker’ onder ‘T.B. Sheets’. Van Morrison werd nergens vermeld in de song credits, maar kon daar vreemd genoeg om lachen: ‘Omdat het John Lee Hooker was.’
8 Tom Jones
‘Great singers admire great singers.’ Van Morrison over waarom hij met de Welshe crooner Tom Jones het duet ‘Cry for Home’ opnam. Behalve zelfkennis beschikt Van Morrison dus ook over humor: de song opent nota bene ‘The Best of Van Morrison’ uit 2007. Eind jaren 80 nam hij zelfs een duet op met Cliff Richard, ‘Whenever God Shines His Light’, en begin jaren 70 coverde hij een song van Kermit de Kikker: de Muppets-classic ‘Bein’ Green’.
Ook galgenhumor is hem niet vreemd. In 1967 wou hij van zijn deal met platenlabel Bang afraken. Bang was het label van de Amerikaanse producer Bert Berns, die naar Van Morrisons zin te veel met hits bezig was – Berns had onder andere zijn vroege solosingle ‘Brown Eyed Girl’ geproducet. Als laatste contractuele verplichting overhandigde Van de firma een tape met nonsenssongs die niet geschikt waren voor release: het waren stuk voor stuk doorslagjes van Bert Berns’ bekendste hit ‘Twist and Shout’, met titels als ‘Twist and Shake’, ‘Shake and Roll’, ‘Stomp and Scream’ en ‘Scream and Holler’. Allemaal bevatten ze Berns’ geliefde ‘La Bamba’-gitaarakkoorden. Wat deze grap zo bitter maakte: Bert Berns was pas overleden toen deze ‘songs’ terechtkwamen bij diens kersverse, rouwende weduwe.
9 Ray Charles
In de weinige interviews die Van Morrison de afgelopen jaren gaf, werd hij stil als hij het over zijn duet met Ray Charles had. Ze zongen live ‘Crazy Love’ – alweer, zie ook: Dylan in Griekenland – in 2003, toen Van Morrison werd ingehuldigd in de Songwriter’s Hall of Fame. Het was aandoenlijk: een jaar voor zijn dood opent Ray Charles aan z’n piano de song met die krakend gezongen, overbekende zin ‘I can hear her heart beat for a thousand miles’... De opname zou in 2007 verschijnen op ‘The Best of Van Morrison’.
Ray Charles is de belangrijkste grootmeester geweest voor Van Morrison, ‘Ray Charles at Newport’ op kop. Maar het was ook Ray Charles die hem als tiener naar de country had geleid, met zijn elpee ‘Modern Sounds in Country and Western Music’ uit 1962. Een plaat waarop hij Don Gibson en Hank Williams coverde. De plaat waarmee Ray Charles bewees dat er maar twee soorten muziek bestaan: goeie en slechte. De 17-jarige Van Morrison kocht singles van Ray Charles, zonder dat hij doorhad dat het in wezen countrysongs waren. Van Morrison: ‘Ray Charles bracht country naar een ander niveau.’
10 Bobby Womack
Toen Humo drie jaar geleden aan Bobby Womack vroeg of er een blanke zanger was die voor hem ‘zwart’ was, luidde Womacks antwoord: ‘Van Morrison. He blows me away. Always has. Hij heeft ook nooit toegevingen gedaan. Mensen vergeten te vaak dat je als muzikant moeilijk en achterdochtig wordt. Want je moet in deze business met bijzonder vervelende mensen omgaan – you draw nothing but phoneys! En zodra het geld op is, zijn zij ook de deur uit!’ De liefdevolle gevoelens waren blijkbaar wederzijds, want Van Morrison (al fan van Womack sinds hij met z’n broertjes zong bij The Valentinos) vroeg Womack om samen met hem een duet op te nemen: ‘Some Peace of Mind’ (uit ‘Hymns to the Silence’ uit 1991). Die samenwerking werd ook het startschot voor de nieuwe plaat ‘Duets: Re-working the Catalogue’. Wat het ontroerend maakt: dat Womack een goed halfjaar later dood zou zijn.
Womack, de man die twee jaar geleden nog op Gent Jazz stond, daarom nog een laatste keer over de man die straks op datzelfde podium staat: ‘Ik dacht bij Van Morrison alleen maar: die gast is niet gek, hij is gewoon anders. En laat dat nou precies zijn wat ik leuk vond aan hem: I had to figure him out.’