Gered door de e-sigaret (4): Wim Helsen, Stany Crets en Walter van den Broeck hebben er tabak van
Wim Helsen en Stany Crets zijn elk op hun manier geoefende stoppers, terwijl Walter van den Broeck zich nog de tijd herinnert dat de dieren nog rookten. Alle drie weten ze alles van de verleidelijke trucs van de tabaksindustrie: ‘Het strafste vond ik de muntsigaret. Daarvan werd verteld dat je er je longen mee schoon rookte.’
Wim Helsen: ‘Talent voor stoppen’
HUMO Als wij een stuk over roken overwegen, valt jouw naam altijd als eerste.
Wim Helsen (cabaretier) (lacht luid) «Môh? ’t Is niet waar. Ik ben de kwintessentiële roker, of zo?»
HUMO En een seriële stopper. Ik verneem dat je onlangs weer een niet zo succesvolle poging hebt ondernomen.
Wim Helsen «Dat hangt af van je definitie van ‘niet zo succesvol’, natuurlijk. Ik ben drie weken gestopt: dat is toch niet zo slecht? Het probleem is dat ik stoppen niet zo moeilijk vind. Ook deze keer ging het weer heel vlot. Ik was met vakantie op La Gomera, een eiland in de Atlantische oceaan. Als je naar La Gomera wilt, moet je het vliegtuig nemen naar Tenerife en dan de boot op. Ik had met mijn vrouw afgesproken dat ik mijn laatste sigaret zou opsteken op Tenerife: op de boot zou ik níét meer roken. Dat is een gemakkelijke, heldere afspraak. Bovendien: Tenerife is de hel. Alles is schreeuwerig en lelijk, de mensen zijn gruwelijk. De boottocht naar La Gomera was een rite de passage naar een paradijselijke plek, waar mensen naartoe gaan om te wandelen in de ongerepte natuur. Toen ik er aankwam, had ik geen sigaretten meer.
HUMO Je hebt het uiteindelijk vier volle weken volgehouden.
Helsen «Akkoord. Die vakantie plus (telt) twee weken. Dan was ik op Gent Jazz, voor een optreden van Einstürzende Neubauten, op de Bijloke. Een mooie plek, in een ontspannen sfeer. Hier en daar zag ik mensen roken, en plots kreeg ik weer heel veel zin. En dan denk je: ‘Eén sigaretje zal het verschil niet maken.’ Ik heb dan een sigaret afgeluisd: ook plezant, want dan geraak je als vanzelf aan de praat met mensen. Ik denk dat ik er die avond twee, drie of vier heb gerookt.»
HUMO En de dag nadien?
Helsen «Ik denk dat ik toen weer gestopt ben. Ik weet dat eigenlijk niet, want ik heb geen logboek bijgehouden, want ik wist toen nog niet dat jij ging bellen (lacht). Sorry, ik zou daar altijd op bedacht moeten zijn.»
HUMO Je leest weleens van die overspannen vergelijkingen: ‘Het is de verslavendste drug van allemaal, moeilijker van af te geraken dan cocaïne.’
Helsen «Misschien. Sigaretten zijn natuurlijk ook heel destructief. Kanker en zo.»
HUMO Maar je bent dus zonder hulpmiddelen gestopt?
Helsen «Ja. Tenzij dan de boot naar La Gomera.»
HUMO Bij eerdere pogingen deed je wel een beroep op hulpmiddelen.
Helsen «Ja, ik heb eens een elektronische sigaret gekregen van Jan Eelen. Hij was zelf gestopt met roken en daarop overgestapt. (Blaast) Eerlijk: ik vind dat een beetje boecht. Ik denk dat ik de eerste avond al een pak sigaretten ben gaan kopen. Het gaf mij niet wat een sigaret mij geeft, al heb ik er veel aan gelurkt. (Trekt van zijn sigaret) Ik bleef gefrustreerd achter.»
HUMO Wát gaf het niet?
Helsen «Dat is een goede vraag. Ik denk dat de binnenkant van mijn lichaam die vraag beter zou kunnen beantwoorden, gesteld dat die kon praten (lacht).»
HUMO Zo’n e-sigaret ziet er nogal onnozel uit, nee?
Helsen «Vind je? Ik vond het een tof ding, eigenlijk. Dat trok me aanvankelijk aan: het is speelgoed voor grote mensen. Met een knopje en een lichtje, je kunt het bijvullen en opladen, je hebt allerhande smaakjes. Het is iets wat je kunt ontdekken.»
HUMO Je bent ook ooit gestopt nadat je het boek van Allen Carr had gelezen.
Helsen «Vier jaar en een half. Toen dacht ik dat ik gestopt was. Enfin: ik wás ook gestopt. Het probleem was toen hetzelfde als de laatste keer: het ging te gemakkelijk. In zijn boek schrijft Carr dat je nooit nog één sigaret mag roken. Maar na vier jaar ben ik toch weer begonnen, druppelsgewijs. Ik dacht toen ook: ‘Ik rook nu efkes terug, maar dan lees ik dat boek opnieuw en stop ik weer. Want ik kan geweldig goed stoppen.’ Alleen: dat boek werkt maar één keer.»
HUMO Waarom was het boek bij de eerste lectuur dan zo overtuigend?
Helsen «Het argument dat je eigenlijk niet geniet van het roken. Ik begreep dat niet, maar ik wilde het wel graag geloven: je laat je hersenspoelen door dat boek. Eens de opvatting dat ik van roken geniet was verdwenen, was het niet meer dan een vervelende gewoonte, ballast. En dan was het gemakkelijk om te stoppen.»
HUMO Welke pogingen heb je nog ondernomen?
Helsen (denkt na) «Ik weet het allemaal zo goed niet meer. Ik heb ook wel het boek van Jan Geurtz gelezen, ‘De opluchting’. Kauwgom nooit, nee, omdat ik van het fysieke nauwelijks last had. Ik overweeg nu hypnose. Ik heb ook ooit iets gedaan met... straling, of zo. Het was een rare alternatieve methode. Of magnetisme? Ik weet alleen nog dat het in Sint-Niklaas was en dat ik al twee sigaretten had gerookt toen ik weer in Antwerpen was. De slechtste poging ooit. Je moet het graag willen en weten waarom je het doet. Dat schrijft Allen Carr ook: je mag niet te veel beroep doen op wilskracht. Het gaat vanzelf als je het gevoel hebt dat je jezelf niks ontzegt. Het is mijn streven om ooit dat punt te bereiken, hopelijk vóór ik longkanker ontwikkel.»
Stany Crets: ‘Vader met longkanker’
Stany Crets (acteur) «Petite histoire die niet zo petite is: mijn vader rookte, en is op zijn 39ste gestorven aan longkanker. Niet meteen een familiegeschiedenis die aanzet tot roken, en toch heb ik het gedaan, 35 jaar lang. M’n eerste sigaret stak ik op toen ik 15 was: een Johnson zonder filter – het zwaarste dat er op de markt was (lacht). Ik weet nog dat ik op een verhoog stond en er van de duizeligheid afviel. Waarna ik plots ook ongelofelijk hard naar het toilet moest (lacht).
»Ik ben nu 14 maanden gestopt en merk dat ik een fervente voorstander van het niet-roken geworden ben. Ik had geen last van fysieke ongemakken die een rechtstreeks gevolg waren van roken, maar kreeg er eerder een afkeer van: ik besefte dat ik 20 sigaretten per dag rookte, en dat ik zowel bij het opstaan als vóór het slapengaan buiten een sigaret ging roken. Die volle asbakken in de tuin vond ik plots heel vies. Op een avond had ik nog maar één sigaret, maar kon ik niet naar de nachtwinkel om een nieuw pakje omdat mijn kinderen al in bed lagen. Ik dacht: ‘Deze avond kom ik zo wel door.’ De volgende dag nam ik me voor om weer niet naar de winkel te gaan, et voilà: meer dan een jaar later ben ik, zonder dat ik er last van heb, nog steeds rookvrij.
»Ik had nooit gedacht dat ik ermee zou kunnen ophouden: ik was van een gezelligheidsroker naar een verstokte roker geëvolueerd. Maar doordat het afscheid van de sigaret me zo makkelijk viel, besefte ik dat het eerder een gewoonte dan een verslaving is. Het is een manier om de tijd te doden.»
HUMO Voel je je nu ook een ander mens?
Crets «Neen, het is helaas niet zo dat mijn conditie merkbaar verbeterd is of mijn smaakpapillen herboren zijn. Maar dat kan ook gewoon met m’n gevorderde leeftijd te maken hebben (lacht).
»Hoewel ik niet vaker snoep sinds ik gestopt ben met roken, ben ik wel een pak bijgekomen. Dus drink ik nu al drie weken geen alcohol meer: blijkt dat stoppen met alcohol óók een fluitje van een cent is. Alcohol ga ik niet afzweren, maar ik durf wel met 100 procent zekerheid te zeggen dat ik nooit meer zal roken. Als er iemand in m’n buurt een sigaret opsteekt, ruik ik dat nog graag, maar het zal me er niet toe aanzetten te herbeginnen: ik mis het niet.»
HUMO Gesteld dat je kinderen later aan het roken slaan: hoe zal je dan reageren?
Crets «Aangezien opgroeien en experimenteren hand in hand gaan, is de kans groot dat één van de drie weleens een sigaretje zal opsteken, of roker wordt. Dan zal ik de dingen die ik kan en mag doen als ouder gebruiken om hen op andere gedachten te brengen. Maar ik ben er redelijk gerust op, want ze hebben een rol gespeeld in mijn beslissing om te stoppen met roken: ze vonden het enorm vies.» (kd)
Walter van den Broeck: ‘Kachelpijp en sigaret’
Walter van den Broeck (schrijver) «Ik ben een jaar of twintig geleden gestopt met behulp van de Nicorette Inhaler. Dat is een soort pijpje waar je patronen moet insteken die een dosis nicotine bevatten. Als je zin krijgt om te roken, neem je gewoon een trek van dat pijpje. Mijn jongste zoon, die zo ongeveer met al zijn lichaamsopeningen rookte, was erin geslaagd om op die manier te stoppen. En nog wel probleemloos. Ik dacht: ‘Als die snotneus het kan, moet ik het toch óók kunnen!’ En inderdaad: één haal van dat ding en mijn zin in roken was voorbij.»
HUMO U heeft nog de tijd meegemaakt dat het welhaast verplicht was om te roken.
van den Broeck «Als je veertien was – de lagere school was dan eigenlijk af – en je ging werken, dan waren er twee dingen die je moest doen: je kreeg een lange broek, zo’n kachelpijp in plaats van een drollenvanger, én je begon te roken.
»De Amerikanen hadden in de oorlog geprefabriceerde sigaretten bij ons geïntroduceerd. Wie dat in die jaren niet rookte, hoorde er gewoon niet bij. Op die manier is een hele generatie aan de sigaret geraakt. Ik heb een boek met Amerikaanse reclame uit die jaren: je weet echt niet wat je ziet. Een tafereel met enkele mensen die bij de dokter zitten, met daarboven in het groot: Most doctors smoke Chesterfield! Met ergens in kleine lettertjes de subtiele nuance dat áls dokters roken, ze doorgaans dit merk kiezen. Ik herinner me ook een bioscoopreclame voor sigaretten: de deuren van de operatiezaal vliegen open, de chirurg komt naar buiten en enkele verpleegsters snellen toe. De ene verpleegster dept zijn voorhoofd droog, de andere rukt zijn mondmasker af en een derde geeft hem een heerlijke sigaret. Smoke Kent!»
HUMO Het blijft toch onvoorstelbaar hoe de tabaksindustrie er zo lang in geslaagd is de kluit te belazeren.
van den Broeck «Het strafste vond ik de muntsigaret. Daarvan werd verteld dat je er je longen mee schoon rookte. En omdat die sigaret zo fris smaakte, geloofden veel enthousiaste rokers dat.»
HUMO Dat iedereen vrolijk bleef doorpaffen nadat onomstotelijk een verband met longkanker was aangetoond, is toch ook merkwaardig.
van den Broeck «Toen daar de eerste berichten over verschenen, sloegen de tabaksfabrikanten natuurlijk zwaar in paniek. Hun antwoord was de filtersigaret. Als je aan zo’n sigaret trok, werd die filter geel. En als je de filter openprutste, zat daar neerslag in van de sigarettenrook. Een teken dat de schadelijke stoffen door de filter werden tegengehouden! Maar de niet minder kankerverwekkende fijne deeltjes verdwenen natuurlijk wél mooi in je longen.»
HUMO Ondertussen zijn de tijden helemaal omgeslagen. Ook al rookt nog altijd één op vijf mensen.
van den Broeck «Ik heb nooit geloofd dat ze erin zouden slagen mensen weer van de sigaret af te helpen. Uiteindelijk bleek verbieden gewoon de beste oplossing. Als je nergens meer mag roken, is de lol er snel af. Zo simpel is het.» (hvt)