Gert Steegmans na het rampjaar
Gert Steegmans is zen. De zon schijnt in Monte Carlo en behalve de exuberante prijs voor een espresso - 4,90 euro, dames en heren! - is er weinig reden tot klagen. Hij rijdt voor de nieuwe ploeg van Johan Bruyneel en Lance Armstrong, RadioShack, en wil na zeven maanden zonder rugnummer en pesterijen bij zijn vorige team, de Russische poenploeg Katoesja, een verpletterende rentree op de Vlaamse kasseien maken.
Na jaren in de schaduw van Robbie McEwen bij Lotto en Tom Boonen bij QuickStep wou Steegmans vorig jaar bewijzen dat hij meer was dan een spurter. Het seizoen begon veelbelovend, met overwinningen in Mallorca en de Ruta del Sol. Maar het enthousiasme waarmee hij toen over Katoesja sprak was fake.
Enkele quotes van Gert Steegmans
«Ik weiger te geloven dat er een plan was om mij eruit te werken. Zoals gezegd: het was een samenloop van omstandigheden. Ik had al een akkoord voor het nieuwe management er kwam, ik had een blessure waardoor ik niet kon presteren in de klassiekers, en daarna pas kwam dat dopingaddendum. Het enige dat ik mezelf kan verwijten, is dat ik iets te naïef ben geweest door bij Katoesja te tekenen. Zonde allemaal, want er zat veel potentieel in die groep.»
«Katoesja heeft contractbreuk gepleegd, niet ik. Ten eerste werd ik al een tijdje niet meer betaald, en ten tweede hebben ze mij een brief gestuurd om te zeggen dat ze me niet meer zouden opstellen. Maar in de reglementen van de UCI staat dat een gezonde renner die zes weken niet mag koersen van zijn ploeg vrij is om zijn contract op te zeggen. Ik heb zéven weken gevraagd om te mogen koersen, maar ik heb nooit antwoord gekregen.»
«Ik dacht dat Armstrong altijd een heel gevolg bij zich zou hebben, dat je hem buiten de training niet zou zien. Maar hij zit gewoon bij ons, praat met iedereen, grapt zoals iedereen. En hij is erg begaan met zijn ploegmaats. Sébastien Rosseler had op stage iets praktisch gevraagd, en de dag erop kreeg ik 's morgens vroeg een bericht: 'Is Rosseler al wakker? Kan hij naar beneden komen? Want het is geregeld.' Zo is Lance: hij spreekt meteen de juiste persoon aan en brengt het in orde.»
«Ik heb het gevoel dat het dit jaar eindelijk eens zal lukken. Bij QuickStep hadden ze wel dertien man die de klassiekers wilden rijden; je moest van bij het begin aan de slag om je plaats te verdienen. Dat moet nu niet: ik ben een certitude voor alle koersen in het voorjaar. En vooral: ik voel geen druk. De Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne? Fijne koersen, maar ik móét daar niet winnen. En als ik achtenzestigste ben in de Omloop maar op de Oude Kwaremont iedereen eraf heb gereden, dan zal niemand me scheef bekijken. Is Parijs-Nice slecht? Geeft niet, want het is toch maar een voorbereidingskoers. Zo krijg ik vertrouwen.»
«Laura en ik waren op een feestje in het Monaco Beach Resort, bij de start van de Tour vorig jaar, een fundraising voor de stichting van prins Albert. Alle wielrenners die hier wonen hadden wat dingen gegeven om te verloten. De prins sloeg met iedereen een praatje. Toen het mijn beurt was, sprak ik hem in mijn belabberde Frans met tu aan. Zijn hele gevolg hield de adem in. 'Excusez-moi,' mompelde ik, 'je dois dire vous.' Laura stompte mij: 'Nee, je moet monseigneur zeggen!' Maar hij kon ermee lachen: 'Een sportman mag me tutoyeren.'
Het volledige artikel leest u in Humo 3625 van dinsdag 23 februari.