Giorgio Bassani - Het verhaal van Ferrara
Echte literatuurliefhebbers zullen in hun boekenkast een tiental centimeter moeten vrijmaken voor ‘Het verhaal van Ferrara’. Met de zes delen omvattende verzameling verhalen en romans van Giorgio Bassani is één van de blinkendste parels uit de Italiaanse literatuurgeschiedenis opnieuw verkrijgbaar.
Patrick Modiano en Parijs, James Joyce en Dublin of Stieg Larsson en Stockholm: sommige Europese steden hebben dankzij bepaalde schrijvers welhaast geen toeristische dienst meer nodig, maar de door Giorgio Bassani tussen 1953 en 1972 veelvuldig beschreven Noord-Italiaanse provinciestad Ferrara wordt door literatuurminnende toeristen niet bepaald platgelopen. Daar is slechts één mogelijke verklaring voor: wie Bassani leest, krijgt zo’n intiem, rijkgeschakeerd en gedetailleerd beeld van de stad dat een bezoek eraan geheel overbodig wordt. Veel mooier dan in Bassani’s romans kan ze toch niet worden. Nochtans kon de in 2000 overleden schrijver de stad waar hij in opgroeide niet snel genoeg voor Rome verruilen en beschreef hij noch de mooiste hoekjes uit haar kronkelende stratenplan, noch de fraaiste pagina’s uit haar lange geschiedenis. Zijn duurste woorden spendeert Bassani aan de fictieve villa en de al even fictieve gronden van het joodse gezin uit zijn bekendste roman ‘De tuin van de familie Finzi-Contini’, maar zelfs die lyrische omschrijvingen worden overschaduwd door de fascistische onheilswolk die boven het geheel van Bassani’s Ferrara-proza hangt.
Van in de uiterst zorgvuldig gecomponeerde verhalen uit ‘Binnen de muren’ tot in de losser gepende schetsen uit ‘De geur van hooi’ schrijft de joodse auteur voornamelijk over de jaren waarin Mussolini de nationale held van Italië was, diens fascistische partij rassenwetten afkondigde en de levensomstandigheden voor de mensen uit de joodse gemeenschap van Ferrara, en elders, steeds grimmiger werden. Toch is beweren dat Bassani’s enige thema vooroorlogs Ferrara is bijna even onzinnig als beweren dat het prominentste onderwerp van zijn literaire voorbeeld Marcel Proust een klein schelpvormig cakeje is. In ‘Het verhaal van Ferrara’ creëert Bassani met twee verhalenbundels (‘Binnen de muren’, ‘De geur van hooi’), twee coming-of-ageromans (‘Achter de deur’, ‘De tuin van de familie Finzi-Contini’) en twee drama’s (‘De gouden bril’, ‘De reiger’) niet alleen een literaire stad om in te verdwalen, maar ook een literaire gedenksteen voor een cultuur die nagenoeg integraal eindigde in de nazistische vernietigingskampen. De fijnzinnige auteur behandelt de grote en vooral ook de kleine kantjes van de menselijke soort met door milde ironie en plagerig cynisme gekruide frasen die slingeren als Ferrarese steegjes. Want, zoals bij elk waarlijk groot schrijftalent, is bij Bassani het échte onderwerp uiteindelijk de taal zelf. Omdat, in ’s mans eigen woorden, ‘een verhaal pas werkelijk betekenisvol, poëtisch kan worden als het behalve boeiend voor de lezer tegelijkertijd puur spel is, een abstract, geometrisch spel met volume en ruimte.’
Als de literatuur daadwerkelijk zo’n spel is, dan is Bassani, die zich al in de jaren 70 aan het voortdurende herschrijven van zijn eigen oeuvre zette, er een grootmeester in. Voor wie zich daarvan wil vergewissen, volstaat het om er zijn kortverhaal ‘Lida Mantovani’ bij te nemen. Dat volmaakte stukje proza, waar hij naar eigen zeggen haast twintig jaar voor nodig had, levert niet enkel de mooiste voorbeelden van Bassani’s literaire raffinement, met zijn heerlijke door mijmeringen, commentaren en andere zijdelingse opmerkingen onderbroken zinnen, het bevat ook de bitterzoetste staaltjes van de licht melancholische toon die de schrijver perfect beheerste. Om op verpletterende wijze een verstandshuwelijk te beschrijven heeft Bassani aan amper twaalf woorden genoeg: ‘De daaropvolgende jaren, arbeidzaam, rustig, hoofdzakelijk gelukkig, leverden geen gebeurtenissen van belang.’ Van belang is deze ongezien mooie heruitgave wél.
Sam De Wilde