'GLOW (seizoen 2)' op Netflix
‘Sister Act meets WWE’, zo kan de tragikomedieserie GLOW in een hapklare soundbite worden samengevat. Ongelukkigerwijs valt alles wat de show zo charmant maakt daarmee buiten de boot. Bij GLOW is het geheel minder waard dan de som der delen. Nog meer dan in het eerste seizoen schuilt het fraaie in de zijpaadjes.
Wij zullen de charme van ‘professioneel worstelen’ - zoals Amerikanen hun stoere mannen-soap noemen - waarschijnlijk nooit vatten. Noch gaat ons hart sneller kloppen van REO Speedwagon, vormeloze colberts met potsierlijke schoudervullingen of Rubik's Cubes. Maar we geven het eerlijk toe: de eighties zagen er zelden zo charmant uit als in de jongste Netflix-reeks van Liz Flahive en Carly Mensch.
GLOW is een fictieve komedie over de werkelijk bestaande Glorious Ladies Of Wrestling, een vrouwelijk showworstel-programma dat in de jaren tachtig via een regionaal zendertje de ether in werd gejast. Marc Maron speelt de rol van zijn leven als de sjofele, in zelfbeklag onderdompelende, misogyne c-filmregisseur Sam Sylvia - ‘Who doesn’t trust a man with coke in his mustache’ - die samen met zijn golden boy, geldschieter Bash Howard (Chris Lowell) de leiding heeft over het zootje ongeregeld.
De show volgt de groep (etnisch diverse) vrouwen, terwijl ze keihard op hun bek gaan, dapper opkrabbelen, harder op hun bek gaan en worstel-persona’s aangemeten krijgen die perfect aansluiten bij heersende racistische vooroordelen. Zo wordt de Pakistaanse Arthie in de ring ‘Beirut the Mad Bomber’ genoemd en neemt de hoogblonde All-American sweetheart ‘Liberty Bell’ het op tegen de Afro-Amerikaanse ‘Welfare Queen’.
Volgens het Sloveense denkbeest Slavoj Zizek komt (echte) solidariteit niet voort uit politieke correctheid, maar uit het evenredig afvuren van obscene grappen en grollen over en weer. Dat illustreert hij dikwijls met verhalen uit zijn tijd in het Joegoslavische leger, toen grove, racistische moppen fungeerden als ijsbreker en het startpunt vormden van diepe interetnische vriendschappen.
GLOW worstelt met dat idee. In één van de sterkste afleveringen van het seizoen is er een scène waarin de zoon van Welfare Queen zijn moeder in actie ziet. Terwijl het publiek in de gymzaal in dreigend staccato ‘Get a job! Get a job!’ richting zijn moeder scandeert, biggelen de tranen over z’n wangen. Zijn moeder ziet de teleurstelling in de ogen van haar zoon en kan het plots niet meer opbrengen om mee te doen aan het toneelstuk - het solidariteitspact van de show is verbroken en plots walst de realiteit naar binnen. Na afloop zoekt hij z’n moeder op: ‘You were right, it was offensive’. Maar na een korte aarzeling: ‘The way you threw that white girl across the ring? When did you get that strong?’ Solidariteit lijkt ver te zoeken in een wereld waarin het vooroordeel over de één niet gelijk staat aan het vooroordeel over de ander, maar de grens tussen exploitatie en succes is vaag.
De rode lijn in zowel het eerste als het tweede seizoen is de gecompliceerde relatie tussen de streberige Ruth Wilder (Alison Brie), een gesjeesde actrice die zich door haar onbegrensde geldingsdrang laat geselen, en Debbie Eagan (Betty Gilpin), een hoogblonde ex-soapster en kersverse alleenstaande moeder. Hun vriendschap is ernstig verzuurd nadat de eerste overspel heeft gepleegd met de man van de laatste - een kortstondige affaire die, na één blik te werpen op de man in kwestie, duidelijk niet op liefde, maar op afgunst was gebaseerd.
‘Het gaat niet om de mannen’, dat is wat GLOW probeert te zeggen. Met de makers van Orange Is The New Black aan het roer en een regenboog-cast met maar liefst veertien vrouwelijke leads konden we al ruiken dat de American Dream wat haken en ogen zou krijgen. In een wereld waarin mannen - doorgaans geleid door ego en fallus - degenen zijn die groen licht geven voor de kunst die vrouwen produceren, is de pot met goud aan het einde van de regenboog geen vanzelfsprekendheid.
In de meest beklijvende aflevering van dit seizoen wordt één van de GLOW-vrouwen onder valse voorwendselen - naar verluidt was het script al geschreven vóór de Weinstein-affaire - uitgenodigd voor een meeting in de bungalow van een grote producer. Voordat het echt de verkeerde kant opgaat, pakt ze haar biezen wanneer de man in kwestie even naar het toilet is. Later lucht ze haar hart bij een vriendin. In een perfecte wereld had haar vriendin haar getroost, maar GLOW is niet geïnteresseerd in een hoe de wereld zou moeten zijn. De biecht wordt beantwoord met woede en een ontnuchterend, wrang realisme. Ze wordt erop geattendeerd dat ‘vluchten geen optie was’ en dat ze ‘het spelletje mee had moeten spelen’. Niet dat ze had moeten instemmen, maar ze had een excuus moeten verzinnen en de suggestie moeten wekken dat seks in de toekomst niet uitgesloten was. Mannen moet je aan het lijntje houden, dat is hoe de wereld werkt. Zo krijg je dingen gedaan. ‘Feminism has principles. Life has compromises.’
GLOW is een slimme show-in-een-show die zichzelf nooit te serieus neemt en moeiteloos kan schakelen tussen platte slapstick, joie de vivre en ontnuchterend realisme. Een show die zich voor niks dat menselijk is, te goed voelt.
Quote
'Feminism has principles. Life has compromises.'