Grant-Lee Phillips - Little Moon
'Strangest thing: the way that one guitar can move me more than any symphony', zingt Grant-Lee Phillips op zijn nieuwe cd 'Little Moon'. Met onze excuses aan Ludwig, Wolfgang Amadeus en Gustav, maar zij kunnen niet wat Phillips (soms) wél kan: ons tot tranen toe bewegen, en ons tegelijk een shot adrenaline toedienen.
Althans, dat kon hij vijftien jaar geleden, toen hij met zijn band Grant Lee Buffalo de wereldplaten 'Fuzzy' en 'Mighty Joe Moon' afleverde. Niet dat de wereld ervan wakkerlag, maar in de duisternis van ons flatje waren het bakens van zekerheid die een twijfelmoedige twintiger voor stupiditeiten probeerden te behoeden (niet dat het veel uitgehaald heeft, maar dat is een ander verhaal).
Grant Lee Buffalo is al een decennium wijlen. Sindsdien maakte Phillips op gezette tijden een nieuwe solo-cd: u zult ons hier niet horen zeggen dat het sléchte cd's waren, maar dat wij ons er geen enkele titel van herinneren, ligt echt niet alleen aan ons aftakelende geheugen.
De schok was dus des te groter toen we 'Little Moon' onder de laser schoven: Phillips heeft in vijftien jaar niet zo overtuigend geklonken. Niet dat hij plots nieuwe paden bewandelt: hij verkent als vanouds het braakland tussen rock, folk en country, met songs die subtiel balanceren tussen algeheel triestig of onversneden opgewekt.
Van de zacht wiegende titeltrack tot het zwierige, door spetterend kopper aangejaagde 'It Ain't the Same Old Cold War Harry', via de gemuteerde ragtime-meezinger'The Sun Shines on Jupiter', het herfstige 'Violet', het onopgesmukte 'Nightbirds' (het donkerste moment van 'Little Moon'), het ietwat lugubere (de tekst!) 'Blind Tom' of 'Older Now', een uitgebeende pianosong met strijkersaccenten waarin Phillips, 46 ondertussen, vaststelt: 'The longer you live it gets harder to fake / Hard for the heart to pretend / You're older now'.
Dat geeft niet, want als je lang genoeg wacht komt alles terug. Zélfs de goede dingen.