Grouper - Ruins
‘Ruins’, de nieuwe van Liz ‘Grouper’ Harris, houdt ons nu al een week lang elke avond binnen.
Veertig luisterbeurten in zeven dagen. Dat zijn er heel wat – zeker voor iemand met de aandachtsspanne van een hyperactieve pinguïn. Het zegt veel over ‘Ruins’: zelden een plaat in zo’n korte tijd onmisbaar weten worden. Liz Harris keek haar innerlijke demonen recht in de ogen in Aljezur, Portugal. Ergens in 2011, was dat. Ze zette zich achter een piano, en liet haar vingers over de toetsen walsen, zonder effecten of andere rotzooi. Gewoon. Puur. En dat een hele plaat lang. ‘Ruins’ zegt veel met weinig woorden. Als Harris zingt, komt de stad tot rust. Meestal is ze onverstaanbaar, alsof ze in zichzelf mompelt, maar als ze zingt, vloeit haar stem als honing.
Het is een speciale make-over, wetende dat Grouper zich voorheen (de moeite: ‘The Man Who Died in His Boat’) specialiseerde in ambient en al wat etherisch is uit de klas van Julianna Barwick, maar naakt staat haar beter. Voorbeelden? ‘Clearing’ en ‘Call Across Rooms’ vechten beide voor een plek in de eeuwigheid, net als ‘Labyrinth’ of ‘Lighthouse’, waar de Portugese vogels van Aljezur in het achtergrondkoor zingen.
Hoogtepunten neerschrijven is makkelijk (álles), referenties aanhalen is andere koek. ‘Learning’ van Perfume Genius , misschien. Ze delen lofi, intensiteit en talent. Jan Swerts zou ook kunnen. Vooral ‘Holding’, een rondleiding van acht minuten in de hemel, had een buurmeisje kunnen zijn van Swerts’ ‘Alkenstraat 9’.
‘En toch máár drieënhalve ster?’ Klopt, omdat ‘Ruins’ nog kan en zal groeien. ‘Plaat van het jaar, dan?’ Het zal niet veel schelen.