Headhunters
Mensen die weleens wat tijd zoek te maken hebben op luchthavens zullen de Noor Jo Nesbø vooral kennen van zijn spijkerharde thrillers met de alcoholistische, in de groezelige onderbuik van Oslo actieve speurneus Harry Hole, maar in 'Headhunters' wordt een heel ander personage van de bestsellerauteur opgevoerd.
Nog vóór de generiek over het scherm rolt, maken we – via een voiceover van hemzelf – kennis met Roger Brown (Christopher Walken anno 1982-lookalike Aksel Hennie), een man die zijn zaakjes fraai voor elkaar lijkt te hebben: hij heeft een dikbetaalde job als headhunter (hij recruteert mensen voor topfuncties bij grote multinationals), woont in een hypermoderne kast van een villa en heeft een droom van een vrouw.
Helaas, zo vertrouwt Roger ons meteen eerlijk toe, is zijn hele bestaan slechts schone schijn: de man is bijzonder gefrustreerd over zijn geringe lengte en geeft zijn vrouw alles wat haar veeleisende hartje begeert – inclusief haar eigen poepchique kunstgalerij – opdat ze hem toch maar niet zou verlaten. Om dat alles te bekostigen houdt Roger er nog een tweede baantje op na: 's nachts gaat hij op pad als kunstdief, meer bepaald bij mensen die hij als headhunter heeft gescreend, en bij wie hij thuis goed heeft kunnen rondkijken.
Rogers slimme combine loopt perfect tot hij wordt voorgesteld aan Clas Greve (Nikolaj Coster-Waldau, de patserige Jamie Lannister uit 'Game of Thrones'), een IT-expert die geschikt lijkt voor een topfunctie die Roger in de aanbieding heeft, maar ook de eigenaar van een heuse Rubens, en dus een gedroomd slachtoffer.
Greve was in een vorig leven echter één van de topagenten van een antiterrorisme-eenheid gespecialiseerd in het opsporen en uitschakelen van gevaarlijke criminelen, en dus niet het soort mens dat je frontaal tegen zijn kar wilt rijden, laat staan – zoals de arme Roger overkomt – tot de tanden gewapend en uitgerust met ultramoderne spionagegadgets achter je aan krijgen met de vaste intentie je spoorloos van de aardbol te doen verdwijnen – als de tijd het toelaat na een professionele marteling.
Een niet al te sympathiek personage opvoeren dat vervolgens zijn verdiende loon krijgt, is een beproefd recept, maar 'Headhunters' weet er toch weer iets origineels mee te doen. Om te beginnen is het helemaal niet duidelijk naar welke van de kemphanen onze sympathie moet uitgaan: Roger is een abjecte gladjakker (en een personage dat symbool zou kunnen staan voor de cynische bank- en businesstypes die het flink verkorven hebben bij de publieke opinie), maar de vernederingen die de ijskoude moordmachine Clas hem doet ondergaan en die de kleine man wanhopig maar dapper doorstaat, maken dat je het wel voor hem móét opnemen.
Ook ongewoon is de flinke dosis aartsdonkere humor die – slim gezien – het soms brute geweld een stuk verteerbaarder maakt én ervoor zorgt dat je de steeds groteskere wendingen blijft slikken. Het zal u niet verwonderen dat er ondertussen al een Amerikaanse remake in de steigers staat. En dat u die nu al totaal overbodig mag vinden.
Bekijk de trailer: