Heleen Debruyne: 'Genot met een raar randje'
De handen glibberden naar de binnenkant van mijn dijen. Niet naar het nog-net-niet-seksuele-territorium van de onderkant van de dijen, nee, ze overschreden de grens waar masseurs doorgaans strikt onder blijven, bang voor klachten en eindeloze procedures.
Een klein zuchtje, misschien een half protesterend pruttelgeluid wist ik nog voort te brengen, voor ik liet begaan. Ook daar zaten tenslotte overwerkte spieren. Daarna hielden de handen niet meer op met glibberen, naar plaatsen waar beduidend minder spieren zitten. Af en toe verlegden ze een arm, spreidden ze benen, draaiden ze me om. De handen waren vaardig. Ik was alleen maar vlees, vlees vol zenuwuiteinden. Ik sloot mijn ogen en werd in stilte gekneed.
Pas toen ik rozig en glanzend van de olie in een badjas gewikkeld zat, herinnerde ik me weer het bestaan van het consent. Consent is natuurlijk gewoon Engels voor toestemming. In aanrandings- en verkrachtingszaken wordt het woord al lang gebruikt; seks zonder toestemming is vanzelfsprekend verboden. De laatste jaren is consent steeds vaker het onderwerp van speciale cursussen op veel Amerikaanse universiteiten, een biotoop waar bezopen brallers al eens naar al even bezopen of zelfs gevloerde meisjes durven te graaien. ‘Bij elke seksuele handeling die je stelt, moet je de toestemming van de tegenpartij vragen,’ leren ze. Dus niet: je penis in een brakend meisje duwen, zelfs niet als dat meisje je een halfuur eerder nog enthousiast aan het kussen was.
De regels van het consent leken me altijd helder. Zwetend in mijn badjas besefte ik dat ik die regels, tot ik me op die massagetafel had neergeploft, gewoon nooit eerder nodig had gehad.
De handen hadden me niets gevraagd. Mijn amechtige zuchtje was zowel als ja of nee te interpreteren geweest, of misschien niet eens als taal. Als iemand anders me dit als anekdote zou opdissen, zou mijn moreel kompas precies weten welke kant op te gaan staan: de handen mochten het niet gedaan hebben, niet zonder overleg. Voor de wet hebben de handen misschien zelfs grenzen overschreden.
Als aan de handen een onaantrekkelijk lijf had gehangen, was mijn zuchtje een verontwaardigde gil geweest. Maar het lijf was jong en vitaal, ook buiten de warme roezigheid van de massagekamer zou het me opgevallen en bijgebleven zijn. Hoe bewust was het lijf van zijn aantrekkelijkheid, hoe wist het welke klanten daar vatbaar voor zouden zijn? Hoe had het geroken dat ik hypocriet genoeg zou zijn om het te laten begaan? Of misschien had het lijf mijn vlees bijzonder gevonden, had het het niet kunnen laten verder te tasten dan zijn handboeken voorschreven, dacht ik even, ijdel.
Tijdens die overpeinzingen kwam mijn net gemasseerde vriendin terug de ontspanningsruimte in gewankeld. Ze was ook rozig en glanzend, haar gedachten waren nog terug in haar lichaam aan het stromen. Ik wist niet of ik opgelucht, beledigd of boos moest zijn. De vaardige handen hadden ons allebei in een grijze zone gekneed: daar waren geen wet, geen daders of slachtoffers. Waar geen consent is, heeft genot een raar randje.