Onderwijs op afstand
Helemaal de hel in coronatijd: groepswerken
Leerkrachten worden in coronatijd aangemoedigd om voldoende variatie te stoppen in hun afstandsonderwijs. Dus zetten ze ook in op groepswerken. Alleen worden die lang niet altijd op de goeie manier gegeven. ‘Het zorgt vooral voor stress.’
Wim zag vorige week, tijdens de verlengde herfstvakantie, via Smartschool de ene na de andere schooltaak binnenlopen voor zijn 14-jarige zoon. Het waren bijna allemaal groepswerken. Gaande van krantenartikels zoeken bij het lesmateriaal voor aardrijkskunde, een poster maken over een vergeten crisis voor godsdienst tot een paper schrijven voor het vak Engels. “Het lijkt wel alsof leerkrachten in die groepswerken een soort van tovermiddel zien om deze coronatijd door te komen”, zucht Wim.
Dat zou weleens kunnen kloppen. Tal van experts adviseren leerkrachten om meer variatie te brengen in hun onlineaanbod. En daar zijn de groepswerken een belangrijke factor in, zegt Katrien Beernaerts van Toll-net, een dienst van het departement Onderwijs die gespecialiseerd is in e-learning. “Een hele dag videoles krijgen, dat houdt geen enkele leerling vol”, vindt Beernaerts. “We krijgen hier zelfs signalen binnen van leerlingen die drie blokken van 90 minuten liveles voor de kiezen krijgen. Dat is echt geen goed plan. Beter is om onlineles af te wisselen met zelfstudiepakketten, oefeningen en digitale groepswerken.”
Ook de onderwijskoepels zitten op die piste. “We adviseren leerkrachten inderdaad om het online-lesgeven breder te zien dan enkel lessen streamen”, zegt Nathalie Jennes, woordvoerder van het GO! “En zeker in deze omstandigheden blijven we inzetten op ‘samen leren’.”
Uit een rondvraag van De Morgen blijkt dat scholen die raad wel degelijk ter harte nemen. Al geven zij nog een extra reden op om in te zetten op die groepswerken: tijdwinst voor de leerkracht. Vier papers verbeteren in de plaats van twintig gaat nu eenmaal sneller.
Het is een redenering die onderwijsdeskundige Martin Valcke (UGent) al vele jaren hoort en ook wel begrijpt. Alleen klopt ze volgens hem voor geen meter. Want een groepswerk dat tijd bespaart, is meestal geen goed groepswerk. Professor Valcke: “Er bestaan nogal wat misvattingen over. Maar een groepswerk op een goeie manier opzetten zodat het werk ook effectief nut heeft, betekent voor de leerkracht net meer werk en dus zeker niet minder.”
Meelifters
Nu wordt nog al te vaak een opdracht gegeven met de mededeling: maak dat samen. Vervolgens moeten de leerlingen maar hun plan trekken. Iets waar professor Valcke zelf een grote afkeer van heeft. Hij begint zelf steevast zijn les over groepswerk aan de UGent met de mededeling ‘ik haat groepswerk’. “Ik heb er zelf, zoals zoveel mensen, geen goeie herinneringen aan”, legt hij uit. “Het kwam er namelijk nogal vaak op neer dat ik al het werk deed. En in het beste geval klopte een van mijn medestudenten er nog even nietjes in of ging er mee naar de kopietheek. De verhalen over groepswerken, over de ‘meelifters’ en de ettertjes, over de profiteurtjes en de overactievelingen, die ken ik zelf maar al te goed.”
De grote fout zit vaak in het feit dat de leerkracht ervan uitgaat dat leerlingen weten hoe ze moeten samenwerken. Dat is niet zo. Valcke: “Leerkrachten hebben de neiging om de kunde van leerlingen te overschatten. Bij een groepswerk moet je hen een script geven, een duidelijk stappenplan. Ze moeten ook heel goed weten waarop ze beoordeeld gaan worden en ze moeten de tools kennen waarmee ze moeten werken. Hen plots een voice-over laten inspreken met een app waar ze nog nooit mee gewerkt hebben en waar de leerkracht zelf niet veel over weet, is dus geen goed plan. Dat zorgt vooral voor stress.”
En bovenal: het werk van de leerlingen moet permanent opgevolgd worden. “Nu worden groepswerken vaak gegeven door leerkrachten die menen de druk van het feedbackgeven daardoor wat te kunnen uitstellen. Maar het werkt dus net andersom.”
‘Breakout rooms’
Heel wat leerkrachten weten niet hoe ze een goed groepswerk moeten opzetten. Volgens professor Valcke is er op dat vlak nog werk binnen de lerarenopleiding. Want het kan wel degelijk een goeie methode zijn om leerlingen nuttig aan het werk te zetten. Zeker in coronatijden, meent ook Katrien Beernaerts. “Digitaal werken heeft net heel wat voordelen. Je kan als leerkracht heel goed controleren of alle leden van een groepje zich wel inzetten voor de taak. Bij heel wat tools kan je in de bewerkingsgeschiedenis zien wie wat heeft bijgedragen. Ook opvolgen en feedback geven gaat digitaal makkelijk. Een aantal webinarprogramma’s hebben zogenaamde breakout rooms, waarmee je als leraar als het ware kan inbreken in de digitale groepjes om er mee te kijken en te luisteren.”
Mogelijkheden genoeg dus, maar het probleem zit hem nogal vaak bij de digitale competenties van de leraar. Beernaerts: “Er is nog veel onwetendheid over wat er allemaal kan.”
Het kan wel helpen als er binnen je school al een cultuur van samenwerken heerste voor corona, meent Tom Verheyen, directeur van het Inspiro-college in Houthalen-Helchteren. Zijn school heeft bij het huidige afstandsonderwijs de digitale groepswerken helemaal centraal gezet als afwisseling voor de onlinelessen. “We hebben al een hele traditie met groepswerken”, zegt hij. “We beginnen ermee van in de kleuterklas. De digitale groepswerken zijn inderdaad een nieuwe uitdaging, maar onze ervaring helpt ons nu goed vooruit.”
(DM)