Humo's Grote Jongerenenquête
Helft van de jongeren doet het niet altijd veilig
Hoe veilig vrijen jongeren? Zijn ze als de dood voor een ongewenste zwangerschap of kijken ze niet op een druiper meer of minder? Bestaat er eigenlijk nog wel zoiets als veilige seks in een anderhalvemetersamenleving? Humo vroeg het hun!
☞ Lees verder het debat over de resultaten met Billie Leyers, Marie Van Uytvanck, Nathan Bouts: ‘Mijn ouders waren de generatie van de orgieën. Ik zou het niet erg vinden om daar terug naartoe te gaan’
☞ En bekijk hier ons volledige dossier ‘Humo’s Grote Jongerenenquête 2020'
Het goede nieuws: exact de helft van de jongeren zegt altijd veilig te vrijen. Het minder goede nieuws: de andere helft doet dat níét altijd. Eén op de zes jongeren (17 procent) doet het meestal onveilig, de helft van hen zelfs (bijna) altijd.
Wie die waaghalzen zijn? Vooral tieners, zo blijkt. Van de seksueel actieve tieners vrijt bijna een kwart (23 procent) meestal onveilig, bij jonge twintigers gaat het om ‘slechts’ 15 procent. Verstand komt dan toch met de jaren. Verschillen tussen jongens en meisjes zijn er nog nauwelijks, terwijl vijf jaar geleden jongens het wel nog iets vaker onveilig deden dan meisjes.
Te lui
Wat jongeren ervan weerhoudt om veilig te vrijen? Passie! 40 procent stipt the heat of the moment aan als belangrijkste reden om onbeschermd de koffer in te duiken, en met name tieners (55 procent, tegenover 36 procent van de twintigers) hebben het moeilijk om het hoofd koel te houden wanneer hun bloed eruit wegstroomt richting erogenere zones. Eén op de drie jongeren (30 procent) meent dat de kans op besmetting heel klein was, een kwart zegt dat ze geen condoom bij zich hadden, en bijna één op de vijf (bij de tieners zelfs 30 procent) was gewoon te lui – te lui, ja – om er één om te doen. 12 procent ambieert meteen raak te schieten, want brengt als excuus in dat het ‘voor de andere de eerste keer was’, en 8 procent had geen zin om het onderwerp ter sprake te brengen.
Desondanks vinden jongeren niet dat ze zo slecht bezig zijn: slechts 8 procent geeft uitdrukkelijk aan niet goed op te letten voor de gevaren van soa’s. Al betekent dat nog niet dat die andere 92 procent dat wél doet: zes op de tien (61,2 procent) vinden dat ze voorzichtig genoeg zijn (en meisjes nog iets meer dan jongens), en dat is een behoorlijke daling in vergelijking met 2015, toen zeven op de tien jongeren dat nog vonden.
Het zijn misschien diezelfde zes op de tien (62 procent) die beweren alleen maar met condoom te willen vrijen wanneer ze niet zeker zijn over hun partner – meisjes (67 procent) zeggen dat trouwens nog vaker dan jongens (56 procent). Hoe dan ook is ook dat weer een flinke daling, vergeleken met vijf jaar geleden: toen zeiden nog bijna acht op de tien jongeren (77 procent) dat ze in zo’n geval enkel met condoom van de grond te willen gaan.
Nattevingerwerk
De anticonceptiepil viert dit jaar zijn 60ste verjaardag en ontketende in de swinging sixties de seksuele revolutie. Van de Vlaamse meisjes tussen 15 en 24 jaar die al eens seks hebben gehad, neemt vandaag 59 procent de pil als voorbehoedmiddel. 36 procent gebruikt een condoom, 5 procent een spiraaltje en 2 procent beroept zich op de kalendermethode. Bijna één op de tien (8 procent) verkiest het nattevingerwerk en laat haar partner voor het zingen de kerk uitgaan. Onrustwekkend: een kwart (23 procent) van de meisjes die al eens seks hebben gehad, gebruikt helemaal geen voorbehoedmiddel. Nog onrustwekkender: bij meisjes tot 18 jaar loopt dat percentage zelfs op tot 37 procent. Benieuwd of bij onze volgende bevraging, in 2025 er plots veel meer jonge twintigers met kinderen zijn.
Onderzoeksbureau iVOX bevroeg tussen 26 augustus en 8 september een (op taal, geslacht, leeftijd en diploma) representatief staal van 1.000 Vlaamse jongeren tussen 15 en 24 jaar (de maximale foutenmarge: 3,02%).
