Herinnert U2 zich deze nog? Bono en The Edge over 'The Joshua Tree'
Hiep, hiep, hiep! Dit jaar is het precies twee decennia geleden dat 'The Joshua Tree' U2 de eeuwigheid in katapulteerde. De plaat won twee Grammy's, ging meer dan twintig miljoen keer over de toonbank en bracht Bono, The Edge, Adam Clayton en Larry Mullen Jr. op de cover van Time Magazine.
'Wij willen niet de grootste zijn. Wij willen de béste zijn'
Lees de bespreking van 'The Joshua Tree' uit 1987 »
Lees de bespreking van 'U2 - The Joshua Tree (20th Anniversary Edition) uit 2007 »
Twintig jaar later staat 'The Joshua Tree' (de plaat, niet de dik 200 jaar oude cactus op de hoesfoto's: die is een paar jaar geleden bezweken onder zijn eigen gewicht) nog steeds fier overeind. 'Hoog tijd voor een superdeluxe reissue!' moet een goocheme platenbaas geopperd hebben, want deze week liggen in de winkelrekken zomaar eventjes drie verschillende 'Joshua Trees' naar uw eindejaarspremie te dingen. Of ze de moeite lonen, leest u volgende week in Humo. Eerst presenteren we u het resultaat van een frisse duik in Humo's Grote Rockarchief: wat Bono en The Edge in 1987, toen de nektapijten nog welig tierden, te vertellen hadden over hun mijlpaal.
De Nieuwe Wereld
The Edge «'The Joshua Tree' is het geluid van vier mannen die de Nieuwe Wereld ontdekken.
»Mensen als Bob Dylan, Robbie Robertson van The Band, T-Bone Burnett en Keith Richards, artiesten die enorm met hun roots begaan zijn, hebben ons ingewijd in de Amerikaanse folk, country en blues. Toen U2 in '78 begon, had ik absoluut geen oren naar die traditionele muziek, maar nu ben ik er compleet van in de ban: Leadbelly, Robert Johnson - onweerstaanbaar vitale muziek. Op 'The Joshua Tree' hebben we die invloeden aan de oppervlakte laten komen, terwijl we er wel voortdurend op toezagen dat we U2 bleven. Veel muzikanten raken verstrikt in andermans muziek; alleen de allerbesten kunnen er hun ziel in laten aarden.
»Dat we de cover van Time haalden heeft ons verbaasd, want onze plaat is net heel kritisch voor Amerika, zeker voor Ronald Reagan. Als ik aan Amerika denk, als ik erover dróóm, komen gelukkig alleen Bobby Kennedy, Abraham Lincoln en Martin Luther King me voor de geest. De VS is een heksenbrouwsel van het allerslechtste en het allerbeste.»
Bono «Amerika, the land of the free and deep freeze. Hun agressieve buitenlandse politiek verontrust me, maar ik heb bepaald geen minachting voor de Amerikanen. Dylan, Janis Joplin, Jimi Hendrix, al die grote blues- en gospelzangers, de uitgestrekte landschappen en grote schrijvers als Tennessee Williams of dichters als Robert Hayden en Sterling Brown staan dat niet toe. Amerika heeft mij meer gegeven dan ik ooit terug zou kunnen geven.»
De woestijn
The Edge «Er waren nauwelijks een paar songs af en de werktitel van onze elpee was al 'Desert Songs'. Als je aan een plaat begint, zit je altijd heel eventjes in de abstractie, zo'n fase waarin je alleen op je instinct afgaat. Daarna heb je een beeld nodig waaraan je je muziek kunt ophangen, en bijna altijd is dat voor ons een locatie, iets geografisch. Onze songs zijn met bescheiden middelen gemaakte films. 'Exit', één van de eerste nummers die we schreven, riep meteen een woestijnlandschap op. Toevallig waren Bono en ik net Flannery O'Connor en de pokerfaceliteratuur van schrijvers als Raymond Carver en Truman Capote aan het lezen: boeken waar een dorre wind doorheen waait. Automatisch gingen Bono's lyrics dat kale ook suggereren en kreeg alle muziek die we ná 'Exit' schreven de sfeer van de woestijn mee, alsof we erdoor aangezogen werden. Dat geldt zeker ook voor 'Where the Streets Have No Name'.
»In december 1986 belandden we voor een fotosessie met Anton Corbijn in de omgeving van Zabriskie Point, Californië. Instinctief voelden we dat die plek al onze songs samenvatte. En toevallig stond daar de Joshua Tree, die indrukwekkende boomachtige cactus die de plaat zijn naam gaf.»
Bono «Het beeld van de woestijn trok ons ook aan omdat 1986 zo'n verschrikkelijk jaar voor ons was. De dood van onze roadie Greg Carroll had daar veel mee te maken. Greg was een Maori, en een crème van een kerel. Toen we hem in 1984 voor het eerst ontmoetten, op tournee in Nieuw-Zeeland, wisten we meteen dat hij bij ons hoorde. Hij raakte zo aan U2 verhangen dat hij have en goed opgaf en mee naar Dublin trok. Op het podium was hij mijn schaduw, hij zorgde ervoor dat ik mijn nek niet brak als ik weer eens in het publiek dook. Hij was als een broer.
»Op een dag haalde hij mijn motorfiets op in de garage, ging er een toertje mee maken en verongelukte. 26 jaar. Het was de eerste keer dat de U2-familie een lid verloor. Er was iets heel groots nodig om die leemte op te vullen. Daardoor waren de opnames van 'The Joshua Tree' van meet af aan zwanger van gravitas. We hebben de plaat aan Greg opgedragen.»
De boodschap
The Edge «We maken we ons nog steeds zorgen over de rotte plekken in de wereld, maar op ‘The Joshua Tree’ is U2 meer dan ooit een rockband. We willen vooral niet herinnerd worden als een stel zeepkistredenaars uit Dublin. We weten ook wel dat sociale en politieke thema’s ons beter liggen dan de meeste andere bands, maar het moet een beetje natuurlijk blijven, hè.
»Als kind voel je je onzeker als je de oplossing van een probleem niet kent, maar later leer je leven met het onoplosbare. Zo is het ook met U2 gegaan. Toen we begonnen lieten we altijd een lichtje schijnen aan het einde van de tunnel; nu willen we de dingen voorstellen zoals ze zijn. ‘The Joshua Tree’ heeft meer met waarheid te maken dan alle andere U2-platen.»
Bono «Wij zijn geen zelfvoldane, godvruchtige knaapjes die alle antwoorden in onze broekzak hebben zitten met dat valse beeld rekenen we af in ‘I Still Haven’t Found What I’m Looking For’.
»Ik heb me nooit prettig gevoeld bij het idee een rockster te zijn, wat dat ook moge betekenen. Ik wist niet of ik wel in een band wou zitten. Ik voelde me als een vis op het droge. Tot ik besefte dat alle artiesten die me ooit geïnspireerd hebben Dylan, Van Morrison, Marvin Gaye, zelfs Stevie Wonder en Aretha Franklin met hetzelfde dilemma worstelden en dat rock-’n-roll geen dwangbuis hoefde te zijn, maar een middel tot expressie. Die gedachte heeft me bevrijd.»
De song
The Edge «De enige strijd die we telkens weer moeten leveren is songs schrijven waarin élk groepslid kan geloven. Ik verzeker je dat dat verschrikkelijk moeilijk is. Wij willen van elke song een klassieker maken: voor minder gaan we niet. En tegelijk lijkt een fantastische song schrijven, een échte klassieker, me nog steeds onbegonnen werk. Die enkele en ik gebruik het woord met schroom ‘klassiekers’ van U2 zijn op een vreselijk uitputtende manier tot stand gekomen. Je moet de perfecte balans vinden tussen iets dat iedereen raakt en iets dat zo persoonlijk mogelijk is: ’t is alsof je een nieuw element wil maken door water en vuur te vermengen.
»We hebben het ons deze keer moeilijker gemaakt dan ooit tevoren. Vroeger moesten U2-platen het hoofdzakelijk van de sfeer hebben vrijheid blijheid. Maar op ‘The Joshua Tree’ hebben we bakens uitgezet: we wilden een verzameling unieke songs schrijven, in plaats van te experimenteren met ‘muziek’. Het resultaat is een stuk conventioneler, en vreemd genoeg hebben we zo tóch iets nieuws gedaan in elk geval: iets nieuws voor ons.»
Bono «Voor het eerst hebben Edge en ik ook samen songs geschreven, en we hebben afgesproken dat we dat zullen blijven doen.
»Edge is zowat de meest evenwichtige mens die ik ken, maar hij is ook extreem competitief. Hij kan eindeloos naar andere gitaristen luisteren om uit te vogelen wat ze precies spelen. Vreemd genoeg kruipt hij in een hoekje als het erop aankomt om lekker loos te gaan op zijn instrument. Té makkelijk, vindtie. Als we hem aan het rocken willen krijgen, dan ram ik er wat op los, roep ik dat ik beter ben dan hij en voor je ’t weet is het competitiebeest in hem gewekt ‘Well feck it, I can do that.’ En dan zijn we vertrokken.»
De zanger
Bono «Mensen zeggen me dat ik nog nooit zo goed gezongen heb als op ‘With or without You’, en ik denk dat ze gelijk hebben. ‘With or without You’ is briljant. Die song heeft van mij een échte zanger gemaakt.
»Ik geloof niet dat ik een hele goeie zanger ben, maar ik ben wel aardig op weg om er één te worden. Op onze eerste vier platen vind ik mezelf heel opgefokt klinken. ‘The Joshua Tree’ heeft mijn stem gezandstraald, en ik voel dat er nog meer in zit.
»Hetzelfde gaat op voor mijn teksten. ‘Als je wil zingen zoals je kúnt zingen,’ zei Chrissie Hynde van The Pretenders me, ‘dan moet je teksten schrijven waarin je gelóóft.’ Dat had ik nooit eerder gedaan. Aan teksten sleutelen vond ik iets voor hippies. Ik maakte eigenlijk alleen maar vage schetsten, zoals Iggy Pop dat ook altijd had gedaan. Ik zag mezelf als een schilder of nee: een schreeuwer. Schrijven maakte me bang: ik was ervan overtuigd dat ik, alleen in een kamertje met een pen en een wit blad papier, een gevaarlijk man zou zijn. Pure faalangst. Voor ‘Joshua Tree’ ben ik er voor het eerst echt voor gaan zitten. Het hielp dat ik ondertussen als een bezetene was beginnen te lezen: hoe meer ik van allerlei schrijvers begon te houden, hoe meer ik mezelf als één van hen beschouwde.
»Weet je, we leven in een cultuur waarin de grootste steeds gelijk wordt gesteld aan de beste. Als ze nu zeggen dat wij de grootste zijn, denk ik: so what? Mij gaat het erom dat we de béste zijn, dat we muziek maken die nooit eerder is gemaakt. Muziek die danst als Elvis Presley, zingt als Van Morrison, wandelt als The Supremes, praat als John Lennon, brult als The Clash, drumt als Keith Moon en gitaar speelt als Hendrix. Ik weet niet of we er ooit in zullen slagen, maar we zullen het godverdomme blijven proberen.»