Herman Brusselmans: 'De duivels'
Over dit alles zal ik een roman schrijven die goud probeert op te delven uit de donkerste diepten van m'n ziel.
We moeten ons, nu er zoveel ellende in de wereld is, geregeld proberen te ontspannen. Deze ontspanning dient ons ervan te weerhouden om continu te denken aan vermoorde kindertjes, gemartelde onschuldigen, uiteengereten lichamen, dictators die op het gemakje een glas cognac degusteren terwijl op de verdieping onder hen de vagina van een prachtig 20-jarig meisje wordt overgoten met een bijtend chemisch product, het hondje van een kleuter dat samen met de kleuter tot pulp wordt geslagen, bloedspatten tegen de van het kille vocht druipende muren, en iemand van een godsdienstige richting die iemand van een andere godsdienstige richting de ogen uitsteekt, de tong uitrukt, de penis en de ballen afsnijdt, en ondertussen moet de echtgenote, die eerder door dertien man is verkracht, toekijken. En als ze dat weigert, wordt de ongeboren vrucht uit haar buik gesneden met een bajonet.
Daar kunnen we op den duur niet meer tegen, dat wordt ons te veel, we gaan eraan ten onder, en ons verstand moet wel af en toe op nul worden gezet, of we gaan dood aan de miserie, de wreedheid, de troosteloosheid en onmogelijkheid om het kwade ten goede te keren. Hoe moeten we ons ontspannen?
Er zijn verschillende mogelijkheden. We kunnen ons in café Charlatan of in café Gomez of in café Charlie starnakel zat zuipen en midden in de nacht, samen met een aantal even bezopen vrienden, op zoek gaan naar aardbeien, weggegooide oude radio’s of de muts van een Afghaan die simpelweg z’n muts beu was en ze op een bankje op het Kaatsspelplein liet liggen. We kunnen een hangmat kopen en die opspannen in onze woning, erin gaan liggen en achttien uur slapen na het slikken van vier Trazolan-pillen, die zullen de klus wel klaren, en tijdens de achttien uur onbewustzijn dwingen we onszelf om te baden in blauw, helder water, en vriendelijk te zijn tegen de vissen. En als de maagd Maria in hoogsteigen persoon verschijnt, dan eren we haar door onze handen te vouwen en te bidden, en als de Heilige Maagd per ongeluk een windje laat vliegen, lach haar dan niet uit, maar bedank haar wegens haar puur menselijke trekken. We kunnen een boek van Griet Op de Beeck lezen, en vooral de mannelijke lezers moeten doorbladeren naar pagina 65 tot 72 van Griets bestseller ‘Kom hier dat ik u kus’, en de geilheid van het beschreven proza mag hen er gerust toe brengen om aan zelfbevlekking te doen, waarbij een buurvrouw, een achternicht of een prostituee zeker wel een handje mag helpen.
We kunnen proberen om zelf ook literair actief te worden en een gedicht te schrijven dat velen zal ontroeren. In dat gedicht zal ‘stemmen’ rijmen op ‘remmen’, en ‘klaver’ op ‘daver’, en ‘doodsnood’ op ‘roeiboot’. In de laatste strofe wil iemand bijvoorbeeld in een roeiboot naar het einde van de aarde varen, en onderweg steekt er een enorme storm op en de roeier raakt in doodsnood, tot hij gered wordt en opgevist door de bemanning van een goederenschip waarmee houten speelgoed geëxporteerd wordt van Oslo naar Ushuaia. Of we kunnen, zoals m’n vriendin Lena en ik hebben gedaan, de dierentuin Artis bezoeken, en we bewonderen de leeuwen, de giraffen, de reptielen en de vliegende beestjes, en we besluiten: dit alles kan niet louter geschapen zijn door Charles Darwin. We verlieten Artis, toch een beetje triest omdat we de dieren niet konden meenemen, en we liepen hand in hand naar het terras bij café-restaurant De Plantage en we aten een tosti en deelden een stuk kersentaart, en we glimlachten naar elkaar. En over dit alles zal ik, ook als ontspanning, een roman schrijven die goud probeert op te delven uit de donkerste diepten van m’n ziel, en of ik daarin zal slagen, het is nu al een eeuwig raadsel. Of we kunnen, met name degenen die noch poëzie- noch romanschrijvers zijn, behangpapier gaan kopen bij Priem in Oudburg, en we gaan onze woonkamer behangen, en op het papier staan tekeningetjes die auto’s voorstellen uit 1957, en meubelen uit 1963, en huisvrouwen uit 1972, en die vrouwen maken een maaltijd voor man en kinderen, en allen lijken ze zeer gelukkig, en op de achtergrond, bij wijze van spreken vanachter het behang, klinkt een hit van Abba, Status Quo of Shocking Blue. Ja, dat zou weleens ontspannend kunnen zijn, en even zijn we verlost van alle smeerlapperij die ons langzamerhand over de rand duwt, het ravijn in, waar op de bodem de schaterende duivels wachten.