null Beeld

Herman Brusselmans: 'De schrijfsters'

Vergis ik mij,' zei Griet Op de Beeck, 'of zit daar achter die eenvoudige jeansstof een enorme tamp verborgen?

Herman Brusselmans

In z’n essaybundel ‘De dood als modeverschijnsel’ schrijft de Roemeense filosoof Ilju Céanèscu (in een vertaling van Annelies Verbeke): ‘De dood is niks anders dan een saucijzenbroodje bij maanlicht, een knoopsgat in duplo, kaarsvet op een stereoinstallaatsie. De dood is slechts als een jonge schrijnwerkerszoon die in z’n Chrysler Voyager pepersaus morst op z’n kartonnen stropdas.

Ja, de dood is niets minder maar zeker ook niets meer dan verkrompen straatstenen, vogels wier veren naar het zuidoosten wijzen, krakkemikkige teelballen van een oude reu. We moeten de dood dus niet vrezen, maar haar ridiculiseren, mede door het leven op een semantische wijze te voorzien van cryptische doelstellingen.’

Derhalve vroeg ik aan Annelies Verbeke: ‘Waar heb jij zo goed Roemeens geleerd, Annelies baby?’ Zij zei: ‘Dankzij het boekje ‘Roemeens op een drafje’, alsmede veelvuldig luisteren naar de Roemeense staatsradio.’ Annelies droeg een diep uitgesneden blouse en een ultrakorte minirok, en aan haar poezelige voeten, zoals ze zo gewend is, naaldhakken van heb ik je daar. Ze was prima opgemaakt, en rook naar Confuse de Titte van Dior, en eerlijk gezegd werd ik heel geil van haar.

Maar ja, kan iemand het ooit aandurven om met één van de bekendste schrijfsters van ons land naar bed te gaan? Ik probeerde alvast iets uit, door met m’n tong de hals van Annelies te strelen, en lichtjes te spuwen achter haar beide oren. ‘O Herman,’ fluisterde ze, ‘ik verlang zo naar jou, maar we moeten ons beheersen, want anders staan er algauw roddelartikelen in Het Nieuwsblad, de Story en op de website van Knack.’

Inderdaad, we konden niet verdergaan op het pad der liefde, en ik schudde Annelies ten afscheid dan ook heftig de hand, en verliet café De Kleurstof in de buurt van het oud begijnhof. Ja, ik voel me bijzonder aangetrokken tot Vlaamse schrijfsters, maar ik kijk wel een beetje uit wat ik ermee uitvreet. De kwestie is dat ze bijkans allemaal van die hitsige diertjes zijn. Ik ondernam eens een op het eerste gezicht onschuldig fietstochtje door het Meetjesland met Griet Op de Beeck, tot Griet zei: ‘Zullen we even rusten, en daar in het helmgras gaan liggen?’ Zo gezegd, zo gelegen.

De sfeer was al meteen broeierig toen Griet met haar beroemde omfloerste ogen m’n kruis fixeerde. ‘Vergis ik mij,’ zei ze, ‘of zit daar achter die eenvoudige jeansstof een enorme tamp verborgen?’ ‘Enorm is overdreven,’ zei ik, ‘maar ik moet niet klagen. En vergis ik mij, of zit daar in je koersbroek een kanjer van een flamoes verborgen?’ ‘Een kanjer is overdreven,’ zei ze, ‘maar ik kan er wel een appelsien mee uitpersen.’

Tja, dan weet je het al wel. Het zat er zodoende dik in dat we tot vleselijke ommegang zouden overgaan, tot Griet zei: ‘Herman lieveling, veronderstel dat we betrapt worden. Dat kunnen we ons niet permitteren. M’n honderdduizenden lezeressen mogen niet weten dat ik wel eens promiscue wil zijn, en bovendien aan seks doe in de buitenlucht. Dat past niet in hun kijk op het leven. Het zijn allemaal halve of hele lesbo’s, en die zouden het niet op prijs stellen als ze te weten komen dat ik me laat bespringen door de ergste macho uit de Vlaamse literatuur.’

Je mag zeggen wat je wil, maar Griet had gelijk. Dus hesen we ons recht, sprongen we op ons stalen ros, en verkasten we van Waarschoot weer naar Gent, waar we in vriendschap afscheid namen. Wie tegenwoordig ook zeker niet uit het oog mag worden verloren is de splinternieuwe schrijfster Lize Spit, die opzienbarend debuteerde met de roman ‘Het smelt’, die me meteen aanstond door de thematiek: de nedergang van een topvoetballer die zowel bij z’n club Oud-Heverlee Leuven als bij z’n vriendin Maaike uitgerangeerd lijkt, een drugshandeltje opzet, en als hij tenslotte moet kiezen tussen onschuld en zielsonthechting het noorden geheel kwijtraakt en met z’n BMW M3 te pletter rijdt tegen een treurwilg in Rotselaar.

Ik las het boek. In één woord: prachtig. Ik wil Lize Spit dan ook zo snel mogelijk ontmoeten. Foto’s van haar leren mij dat ze zo’n sexy schoonheidsvlekje boven haar lip heeft, alsof een vlieg in hoge nood daar een miniem plasje diarree heeft gescheten. Zal Lize m’n telefonische oproep van binnenkort positief beantwoorden? Zal ze, op mijn vraag, tijdens ons eventuele eerste afspraakje geen onderbroek dragen? En zal ze, in tegenstelling tot andere schrijfsters, zich van de media en haar publiek geen reet aantrekken? Hopelijk wel.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234