Het beste van The Kinks
Men zegt dat de sixties swingden. Men zegt dat dat door de Beatles en de Stones kwam. Dat is zo. Maar het kwam ook door The Who, The Small Faces en zeer zeker door The Kinks. Enkele capita selecta uit een lang en mooi verhaal, dat zich uitstrekt van 1964 tot 1994.
Raymond Douglas Davies, de eeuwige leider van de Noord-Londense modgroep, was in zijn eentje een soort Lennon & McCartney meets Jagger & Richards, met een snuif Oscar Wilde en P.G. Wodehouse.
'Hedendaags klassiek'
Bekijk een clip van The Kinks met 'You Really Got Me' live:
De volgorde van de podselectie is min of meer toevallig en onderhevig aan de aard van de dag.
1. You Really Got Me - 1964
Ook vandaag de dag nog, vijf decennia later, kan Ray Davies geen gitaar vastnemen zonder spontaan de openingsriff van 'Really' te spelen. Maar de rest van de song staat eveneens als een huis. Eenvoud en schoonheid hand in hand. Perfecte single, perfecte song.
2. A Well Respected Man - 1965
Eenakter over een hypocriet. Eigenlijk een folksong met zuiver gezang van de broers Davies. Drummer Mick Avory lijkt op een koekendoos te spelen maar dat is niet erg, de song is zo sterk dat hij ook met één gitaar bij het kampvuur zijn ware aard zou prijsgeven. Een klassieker.
3. Dedicated Follower of Fashion - 1966
Een hele dag duurde het in die dagen om met tram, trein, boot, trein en bus van Brussel naar Londen te gaan. Hier leefde men nog in zwart-wit, daar was alles in kleur. De meisjes waren er mooier, ook al omdat ze minder en vooral kortere kleren aan hadden. Er hing onmiskenbaar iets in de lucht. Dat 'iets' wist Davies te vatten in dit bijtende portret van een aan mode verslaafde moderne mens.
4. Where Have All the Good Times Gone - 1965
Nog eer zijn gouden jaren voorbij zijn, schrijft Davies deze wonderlijke terugblik van iemand die dan al beseft dat het tweede en derde bedrijf van een mensenleven niet noodzakelijk spannender zijn dan het eerste. Er zit tegelijk vreugde en droefheid in Rays stem. Sinatra kon dat ook, Bob Marley soms.
5. I'm Not like Everybody Else - 1966
De hartenkreet van een jongeman die vindt dat hij de kunst in moet. En zelfs als hij niet anders is, toch heel graag anders wil zijn. Pijnlijk mooi.
6. Days - 1968
Misschien wel Davies' beste song: het verhaal van iemand die na een gebroken relatie de andere kant bedankt voor de dagen die hij van haar gekregen heeft. Een love song zonder het woord 'love' erin en overigens ook geen enkel ander cliché. 'You took my life, but very soon I knew that you'd leave me.'
7. Waterloo Sunset - 1967
De mooiste intro die ik ken en een tijdsdocument dat de grenzen van de popmuziek ver overstijgt. Waarover de song écht zou kunnen gaan, daar zijn al halve bibliotheken over volgeschreven. Ray Davies heeft het mysterie altijd graag in stand gehouden maar onlangs onthulde hij dat het gewoon om een jeugdherinnering ging: hij moest via het station Waterloo naar school en is ook eens een tijdje opgenomen in het St. Thomas Hospital daar vlakbij. Vanuit het raam van zijn ziekenkamer keek hij uit over de Thames, Waterloo Bridge en het asgrauwe Londen van de jaren vijftig.
8. David Watts - 1968
Een voorbeeld van de sociale satire waarmee Ray Davies in de encyclopedieën zal komen en The Kinks zich voor eeuwig zullen onderscheiden van de andere groepen uit de jaren 60, die zo hard probeerden de Beatles of de Stones te zijn dat ze uiteindelijk niks werden.
9. Don't You Fret - 1965
Een B-kant, maar wat voor één. Gedragen door een akoestische gitaar, een orgeltje, wat geroffel en de rest van de Kinks als mini-mannenkoor.
10. This Strange Effect - 1965
In dit land een wereldhit in de versie van Dave Berry. Het origineel van The Kinks (een BBC-radio-opname) is lijzig als een lamme lama maar wel bloedmooi. Een mindere god zou zijn linkerarm geven om zo één nummer te schrijven, Ray Davies gooide het gewoon weg. Even naar zoeken, maar u vindt het wel.
11. Death of a Clown - 1967
Weer zo'n intro die van een engel op een wolk lijkt te komen. De song werd door Ray gracieus aan zijn broer Dave geschonken, die er heel even een ster mee was. Een mijlpaal. Er was een tijd dat je dit niveau gewoon nog dagelijks op de radio hoorde.
12. I Go to Sleep - 1965
U kent het misschien van The Pretenders en al zingt toenmalige Ray Davies-verloofde Chrissie Hynde het briljant, toch moet ze haar ex-wederhelft de eer gunnen van de volmaakte versie. Bij 'Stop Your Sobbing' was het net andersom: toen maakte Chrissie van het Kinks-kladje een stevige pophit.
13. How Are You? - 1986
Goed verborgen op een vergeten en verder vergeetbare late Kinks-lp. Zowel tekstueel als vocaal een hoogtepunt in Rays rijke carrière: een dialoog die er geen is, tussen twee exen die mekaar niks meer te vertellen hebben. Prangend van precisie en daarom als een strop om de keel. Het gaat over de hierboven genoemde Hynde, zeggen kenners. Beide protagonisten willen er geen woord over kwijt.
14. House in the Country - 1966
Davies gaf het aan de door de geschiedenis volledig verwaarloosde Pretty Things, en Blur plunderde het later gretig voor het eigen 'Country House'. Mooier kan een popsong moeilijk worden.
15. Too Much on My Mind - 1966
Een vroege voorloper van 'In mijn hoofd', dat meesterwerk van die andere geniale Raymond. Heer Davies in een zeer pensieve bui: kommer en kwel, maar op het hoogste niveau.
16. Medley: Milk Cow Blues/Batman Theme/Tired of Waiting for You - 1968
The Kinks live waren een beetje zoals Bob Dylan: als ze goed waren, waren ze héél goed en als ze slecht waren, waren ze... The Kinks. Op 'Live at Kelvin Hall', opgenomen tijdens een Schotse tournee, waren ze in goeden doen. Later wilden liveoptredens wel eens helemaal rond 'Lola' gebouwd zijn, een nummer dat ik tot vandaag ondraaglijk vind.
17. You Can't Stop the Music - 1975
Jawel, de Kinks hebben de rockopera uitgevonden, maar wij eten onze rock en onze opera graag uit verschillende borden. Dus goed dat er voor eenvoudige mensen als wij ook af en toe gewoon een fijn liedje op die wat pompeuze platen stond. Zoals dit zalige, beetje nostalgische upbeat-singletje uit 'Soap Opera'. Te mooi voor deze wereld en dus geflopt. 'Let's all raise a glass/To the rockstars of the past/Those that made it/Those that faded/Those that never even made the grade/Those that we thought would never last.'
18. Celluloid Heroes - 1972
Jaren eerder had Ray Davies zijn Sehnsucht al eens laten schijnen over de wereld van de film. Een hoogtepunt uit de uitstekende dubbel-lp 'Everybody's in Show Biz'.
19. Alcohol - 1971
En nu we het toch over meesterwerken hebben, willen we via 'Alcohol' graag uw aandacht vragen voor 'Muswell Hillbillies', een door en door Londense countryplaat waar werkelijk geen énkele slechte track op staat. 'Oklahoma U.S.A.' staat er ook op, en dat hoort zonder meer thuis in het zenit van het popwezen.
20. Do It Again - 1984
De absolute top hebben de Kinks, eerlijk is eerlijk, in hun nadagen zelden nog gehaald. Toch verrasten ze nog af en toe met een zeldzame parel. Zoals deze, uit het enigszins terminale 'Word of Mouth'.
Marc Didden
De Smaak van De Keyser
Eén, zondag 21 dec, 21.20
(Marc Didden schreef het scenario)