Het dagboek van koning Filip: 'Eindelijk nog eens wat majes-tijd'
Af en toe slaat Humo het dagboek open van een publieke figuur die onlangs, ten goede of ten kwade, het nieuws bepaald heeft. Deze week: Filip I van België, staats- en gezinshoofd, en dezer dagen aan zet bij de nakende regeringsvorming.
Maandag
Cher dagboek, deze vorst slaakt een zucht. Mijn lakei wist me vanmorgen te vertellen dat ik een urenlange audiëntie gepland heb staan met de heren informateurs Didier Reynders en Johan Vande Lanotte. Waarom ben ik, vrijwel de enige volwassen Belg die geen stem uitbrengt bij verkiezingen, er niettemin altijd het eerste slachtoffer van? Die Vande Lanotte tot daaraan toe, maar telkens als de heer Reynders mijn vertrekken bezoekt, lijkt er achteraf weer iets verdwenen te zijn. Van mamans kristalcollectie uit Val-Saint-Lambert blijft intussen alleen nog maar de asbak over. En ik rook niet eens!
Dinsdag
Ik vermoed dat papa iets doorheeft, cher dagboek. Sinds hij een DNA-staal heeft afgestaan voor het proces dat madame Boël ons heeft gelapt, loopt hij briesend door de gangen van het paleis – of toch op die zeldzame momenten waarop hij eventjes thuis is van vakantie. Waarom heeft hij dan dat staal afgestaan, vraagt u? Wel, dat heeft papa niet gedaan, cher dagboek. De laatste om te vernemen dat papa een DNA-staal had afgestaan, was namelijk papa zélf. Had ik niet ingegrepen door tijdens een slapeloze nacht papa’s slaapkamer binnen te sluipen om een haar uit zijn tandenborstel te trekken, dan had hij het zelfs nooit gedaan. En met een dwangsom van 5.000 euro per dag konden we dat nu eenmaal niet veroorloven met de familie. Zeker niet nu de regeringsvorming dreigt vast te lopen, en we Didier Reynders dus waarschijnlijk nóg een paar keer zullen moeten ontvangen op het paleis. Dat zal al geld genoeg kosten.
Woensdag
Een presentje gekregen van hofleverancier Delacre: omdat ik en chère Mathilde dit jaar twintig jaar getrouwd zijn, hebben die trouwe onderdanen een speciale koekjesdoos ten paleize laten afgeven met onze beeltenissen op het deksel. Très charmant, vooral omdat ze me op die manier aan mijn huwelijksverjaardag herinnerd hebben. Ook de kinderen zijn blij met de nieuwe doos: sinds de oude doos weg is waren ze namelijk aan een verzetje toe. Ja, ze missen hun tante Fabiola.
Donderdag
Laurent is al de hele dag niet te genieten. Neef Amedeo, de zoon van Astrid, heeft de komst aangekondigd van een nieuwe telg, wat betekent dat cher Laurent alweer een plaats lager komt te staan op de ranglijst van wie mij ooit zal opvolgen als staatshoofd mocht ik er net als papa ooit genoeg van krijgen. Niet dat Laurent nog kans maakte – hij is nu dertiende in de wachtrij en maakt ongeveer evenveel kans als Tom Van Grieken – maar toch valt het nieuws hem zwaar: deze ochtend bij het petit déjeuner heeft hijzijn boterhammen met choco niet eens opgegeten.
In de namiddag een bezoek gebracht aan een groepje schoolverlaters en verteld over mijn eigen studiejaren: een moeilijke periode, want ik was eerlijk gezegd niet de beste student. Maar ik onthoud wat maman destijds tegen me zei voor mijn laatste examen: ‘Nog even werken en je bent ervan af, Fifi.’ Ze had gelijk: sindsdien heb ik inderdaad nooit meer gewerkt.
Vrijdag
Naar de kapper vandaag. Een korte uitstap sinds ik geen baard meer heb om te laten onderhouden, al denk ik erover om er weer één te laten groeien. Mathilde was er dan wel niet over te spreken, maar ik ben koning en de koning doet wat hij wil. Of toch vaak. Bij mijn vertrek bijna mijn portefeuille vergeten: niet dat ik moet betalen voor mijn coupe – je bent koning of je bent het niet, zoals ik altijd tegen Laurent zeg – maar als de kapper vraagt hoe ik het wil, vind ik het makkelijker om hem een euromunt te tonen met mijn beeltenis erop. Dat bespaart heel wat uitleg.
Zaterdag
Dit najaar wordt notre fille Elisabeth 18: een verjaardag waar ze al enige tijd naar uitkijkt, want volgens onze wetten betekent dat dat ze binnenkort een automobiel zal mogen besturen. Ik hou mijn hart al vast bij het idee: het is tenslotte een vrouwtje. Daarom heb ik haar vandaag voor het eerst met een ‘L’ laten rondrijden in de paleistuinen. Veilig, verkeersvrij: totaal anders dan de rest van Brussel dus. Bovendien worden de tuinmannen zo van extra werk voorzien – we krijgen veel van onze onderdanen, maar we schenken er ook iets voor terug: werkgelegenheid.
Vanmiddag op het nieuws gehoord dat er een hittegolf zit aan te komen. Helaas is zo’n paleis moeilijk af te koelen met airco, daar zijn de kamers en de gangen net iets te groot voor, maar gelukkig hebben we een nóg killer alternatief voorhanden: ik zal maman straks vragen of ze vanavond de deur naar haar slaapkamer laat openstaan.
Zondag
Mathilde vertrekt morgen op humanitaire missie naar Kenia. U weet wat dat betekent, cher dagboek: Uwe Hoogheid heeft het huis voor zich! Tijd voor een ‘Breaking Bad’-marathon in minimale klederdracht en met een goeie De Koninck erbij! Eindelijk nog eens wat majes-tijd, zoals ik het graag noem. Want zoals ik ook af en toe pleeg te zeggen: een koning die op tijd en stond z’n kroon niet kan ontbloten, ís geen koning. Een uitspraak die ik, toegegeven, van mijn vader overgenomen heb, maar ze is daarom niet minder waar.
Protocollaire groeten,
Filip I van België