BOEK★★★★☆
Het eerste jeugdboek van Griet Op de Beeck is geen lichte kost, maar wel een warm verhaal met een hoopvol einde
Ook in haar eerste jeugdboek schrijft Griet Op de Beeck over traumatische gebeurtenissen in een gezin. Lexi (9) moet leren omgaan met de depressies van haar moeder. Daar lijdt ze aan sinds Lexi’s tweelingbroer vlak voor zijn eerste verjaardag is gestorven. Ze ligt veel in bed en eet nauwelijks nog. Lexi probeert haar tevergeefs op te vrolijken: ze koopt een zelfhulpboek voor haar en kookt haar lievelingseten.
Als mama zich laat opnemen, moet Lexi bij tante Arizona logeren, een niet onaardige maar in zichzelf gekeerde vrouw in een huis vol asbakken en porseleinen konijntjes. Ze merkt snel dat tante óók een groot verdriet torst: ze heeft al jaren geen contact meer met haar volwassen zoon. Lexi besluit hem op te sporen en even later vat ze het bizarre plan op om ook mama haar zoon terug te geven, wat het boek na de trage start meer vaart geeft.
Griet Op de Beeck heeft veel woorden nodig, maar schrijft empathisch over de gevoelswereld van een 9-jarige. Ze neemt jonge lezers serieus met beeldende zinnen, rake observaties en psychologische diepgang. De sfeer is overwegend zwaar en dat wordt nog versterkt door de melancholische illustraties. Lexi’s dagboeklijstjes over alles en nog wat maken het enigszins luchtiger, maar staan er wat verloren bij. Geen lichte kost, maar wel een warm verhaal met een hoopvol einde.