Het einde van Johnny en June: exclusieve voorpublicatie uit de biografie van Johnny Cash
In 2013 publiceerde de Amerikaanse muziekjournalist Robert Hilburn met ‘Johnny Cash: The Life’ volgens velen de definitieve biografie van The Man in Black. Uit de zopas verschenen vertaling mogen wij u hier exclusief een paar stukjes aanbieden.
June Carter Cash
(23 juni 1929 – 15 mei 2003)
Voor June kwam het einde snel. Op 11 april, toen zelfs ademhalen haar moeite kostte, viel haar ziekte niet meer te ontkennen. Ze werd naar de intensive care van het Baptist Hospital gebracht, waar ze tegen bezoekers zei dat ze niet lang meer zou leven. Maar net als John was ze sterk, en de artsen lieten haar na een paar dagen naar huis gaan, terwijl zij een behandelplan opstelden.
undefined
'We hebben alles meegemaakt, nietwaar liefste?'
Cash probeerde zichzelf wijs te maken dat alles in orde zou komen en ging enkele dagen later naar de studio om ‘Help Me’ op te nemen, het liedje van Larry Gatlin dat hij voor het eerst gehoord had in de kerk van dominee Jimmie Snow. In één van zijn meest gedenkwaardige vocale optredens wist Cash in iedere regel de tederheid van het liedje over te brengen, terwijl hij voortdurend vocht om voldoende adem te krijgen om te blijven zingen.
‘I never thought I needed help before / I thought that I could do things by myself / Now I know I just can’t take it anymore / With a humble heart, on bended knee / I’m begging You, please, for help’.
Toen Rick Rubin de opname voor het eerst in Californië hoorde, was hij aangedaan. ‘Ik kon niet geloven hoe fantastisch de plaat was,’ zegt hij. ‘Het was zo oprecht. Het was meer een hartenkreet dan een lied. Ik wist niet wat ik hoorde. Het was één van de meest huiveringwekkende momenten die ik ooit had beleefd tijdens het luisteren naar muziek.’
Cash wilde doorgaan met opnemen na de sessie van ‘Help Me’, maar de dag daarna was hij uitgeput en moest hij vroeg stoppen.
Op maandag 28 april kreeg June een terugval. Toevallig kwam John Carter (de enige zoon van John en June samen, red.) juist op tijd bij het huis van zijn ouders aan om te zien hoe zijn moeder in haar Lincoln Town Car werd geholpen om naar het ziekenhuis te worden gebracht. Toen de auto hem op de uitrit passeerde, was June zo zwak dat ze alleen maar kon zeggen: ‘Ik hou van je.’
Op woensdag 7 mei begonnen de artsen aan de vervanging van een hartklep. Tegen de familie zeiden ze dat de operatie voorspoedig verliep. John Carter bezocht June op de afdeling cardiologie, maar ze kon niet praten doordat haar mond bedekt was met een zuurstofmasker. Ze glimlachte flauwtjes en probeerde de hand van haar zoon te pakken. John Carter probeerde haar te verzekeren dat ze beter zou worden, maar iets in haar ogen zei hem dat ze hem niet geloofde – alsof ze zei: ‘Nee, jongen, ik kom hier niet levend vandaan.’
In de vroege ochtend van 9 mei kreeg June een hartinfarct. Haar hart stond enkele minuten stil, misschien wel een kwartier. Ze zonk weg in een coma en werd verbonden aan een machine die haar levensfuncties kunstmatig in stand hield. Vervolgens verklaarden de artsen haar hersendood. John Carter ging haar kamer binnen en zag dat zijn vader daar al was, zittend op een stoel naast June.
Toen Johns en Junes kinderen bijeenkwamen in het ziekenhuis, terwijl June nog altijd kunstmatig in leven werd gehouden, heerste er een gevoel van algemeen verdriet. In plaats van June kwalijk te nemen dat zij het huwelijk van hun ouders had ontwricht, waren Johns dochters (met Vivian Liberto had John vier dochters: Rosanne, Kathy, Cindy en Tara, red.) gaan waarderen wat zij voor hun vader betekende. ‘Ik vind het vreselijk wat er met mijn moeder gebeurde, maar in de loop der jaren ben ik gaan inzien dat papa een vriendin, een geliefde had, en hoe ouder ze werden, des te meer groeiden ze naar elkaar toe,’ zegt Cindy. ‘Het was een fantastische liefdesgeschiedenis.’
Mark Stielper, een goeie vriend van de familie, is het daarmee eens. ‘De liefdesgeschiedenis van John en June had inderdaad een heel gelukkig einde,’ zegt hij. ‘Ze waren dol op elkaar en vergaten de wereld om hen heen. Ik hoorde John heel vaak tegen haar zeggen: ‘We hebben alles meegemaakt, nietwaar, liefste?’ Hoewel hij dat ooit berouwvol bedoelde, werd het uiteindelijk een afscheidswoord.’
CEO en echtgenote
Hoewel Junes neuroloog tegen John zei dat er geen enkele kans was dat zijn vrouw zou ‘terugkeren van gene zijde’, weigerde hij dat te accepteren. Rosanne en de anderen reden zijn rolstoel verschillende keren per dag Junes kamer in, zodat hij naast haar kon zitten.
undefined
'Na lang aandringen van de kinderen aanvaardde John het onvermijdelijke: hij gaf de artsen toestemming om June van de machine te halen'
Na lang aandringen van de kinderen aanvaardde John het onvermijdelijke: hij gaf de artsen toestemming om June van de machine te halen. Maar dat was niet het einde: om het verdriet nog te vergroten, zorgde Junes pacemaker ervoor dat haar hart nog drie dagen bleef kloppen. Misschien was dat nog wel de moeilijkste periode, zegt John Carter. ‘We stonden daar, biddend en hopend. Maar we wisten dat ze al dood was.’
‘De laatste dagen waren meer dan verschrikkelijk,’ aldus Rosanne. ‘Het was zo vreselijk dat ik naar huis ging en mijn testament herschreef.’
Terwijl ze op het einde wachtten, zongen John, de kinderen en vrienden geestelijke liederen. Een vriend herinnert zich: ‘Het was buitengewoon emotioneel en vredig tegelijk. Het was ongelooflijk om erbij te zijn en hem afscheidswoorden tegen haar te horen zeggen, en te zien hoe hij zachtjes haar hand aanraakte en zei hoeveel hij van haar hield.’
Op donderdag 15 mei om vier minuten over vijf, toen Cash en de anderen ‘Oh Come, Angel Band’ zongen, overleed June Carter, 73 jaar oud. Kort daarna sprak Rubin telefonisch met een verpletterde Cash in het ziekenhuis. ‘Hij sprak over alle pijn die hij in zijn leven had gevoeld, maar die was niets vergeleken bij wat hij nu voelde,’ zegt de producent. ‘Ik wist niet of hij hierna verder zou kunnen. Ik bedoel niet met platen maken, maar met leven.’
In een poging om Cash wat hoop te geven, vroeg Rubin: ‘Denk je dat je ergens in jezelf het geloof kunt vinden om hier overheen te komen?’ Er was iets in het woord ‘geloof’ dat Cash’ houding veranderde, zegt Rubin. Luid en duidelijk antwoordde hij: ‘Mijn geloof is onwankelbaar!’ ‘Het leek weer een heel andere Johnny Cash,’ voegt Rubin eraan toe. ‘Ik voelde plotseling dat alles goed zou komen.’
De rouwkaart vermeldde dat de begrafenis – vastgesteld voor zondag de achttiende om twee uur ’s middags – besloten zou zijn. Maar Cash wilde de rouwdienst toegankelijk maken voor publiek, en zijn manager Lou Robin verklaarde in zijn naam: ‘Dank aan Junes vrienden, fans en dierbaren voor de betuigingen van liefde in deze vreselijke tijd. Ik hou van jullie allemaal.’ Omdat hij wist hoe dol zijn moeder op bloemen was, suggereerde John Carter dat op de rouwkaart zou komen staan: ‘Stuurt u in plaats van een financiële bijdrage alstublieft bloemen.’
Die zondag keken meer dan 1.500 rouwenden toe hoe Cash met zijn rolstoel de kerk in gereden werd. De meeste mensen zagen Cash voor het eerst in die situatie.
Rosanne (foto links) was de eerste die sprak. ‘Mijn vader heeft zijn liefste maatje verloren... en zijn zielsverwante. Als ‘echtgenote zijn’ een bedrijf was, dan was June de directeur. Het was haar meest gekoesterde rol.’ Rosanne haalde met humor herinneringen op aan de tijd dat June de telefoon opnam en een halfuur lang ‘een heel gezellig’ telefoongesprek voerde met iemand, om daarna doodleuk te zeggen dat de beller het verkeerde nummer had gedraaid. Die gebeurtenis was voor Rosanne het symbool van Junes gulheid en vrolijke karakter. Johns oudste dochter zei ook dat zij van June hield om de manier waarop zij al haar kinderen accepteerde zonder ooit het woord ‘stiefdochter’ te hebben gebruikt. ‘Ze zei altijd: ‘Ik heb zeven kinderen.’’
Er werd door allerlei artiesten muziek gemaakt, onder anderen door Emmylou Harris, de Gatlin Brothers, Sheryl Crow en enkele leden van de Carter Family. Daarna werd Cash uit zijn rolstoel geholpen en naar de kist geleid, waar hij zich overheen boog om afscheid te nemen.
Opnieuw zou hij in de muziek zijn toevlucht zoeken. Op weg naar huis keerde Cash zich om naar John Carter en zei met een zwakke, schorre stem: ‘Ik weet niet wat jij gaat doen, maar ik moet aan het werk. Ik moet naar de studio.’
Later, in het huis aan het meer, verzamelde Cash zich met zijn kinderen, kleinkinderen en enkele dierbare vrienden bij de klokkenstoel, een constructie van steen en beton waarin zich zo’n dertig koperen klokken bevonden. Nadat Cash een gebed had uitgesproken, luidden de rouwenden – overeenkomstig de familietraditie – de klokken 73 keer, één keer voor ieder levensjaar van June. Het geluid was kilometers ver in de omtrek te horen.
Rozen voor June
Binnen een week wilde Cash per se aan het werk en nam hij een nummer op voor een tribute-plaat voor de Carter Family, die door John Carter geproducet werd. Ze hadden het liedje al gekozen: ‘I Found You Among the Roses’, waardoor het extra emotioneel was voor iedereen in de ruimte toen Cash de openingsregel zong: ‘Once again dear it’s rose time, it’s June time’.
John Carter verbaasde zich erover dat zijn vader de kracht vond om het liedje te zingen; hij was ervan overtuigd dat Jezus die dag naast hem stond. ‘Ik denk niet dat het op dat moment tot hem doordrong wat er aan de hand was, maar later realiseerde hij zich hoe tragisch het was en zei hij dat hij niet wilde dat dit nummer op de plaat zou komen,’ zegt John Carter. ‘Het was te dichtbij.’ Hij respecteerde de wens van zijn vader en liet het liedje weg.
‘Het verdriet was zo immens,’ voegt de zoon eraan toe. ‘Hij kwam op een gegeven moment naar me toe en zei: ‘Heb lief met alles wat je in je hebt, want het is allemaal in een oogwenk voorbij.’’
(16 februari 1932 – 12 september 2003)
In dezelfde week waarin hij zijn bijdrage leverde aan het eerbetoon voor de Carter Family, hervatte Cash zijn werk aan de volgende plaat met Rubin. In de dagen daarna nam hij werk op als ‘Dark as a Dungeon’ van Merle Travis en ‘You’re Gonna Miss Me When I’m Gone’, het favoriete nummer van de Carter Family, plus een oude spiritual ‘There Ain’t No Grave (Gonna Hold My Body Down)’.
undefined
'My Way' was één van de weinige voorstellen van Rick Rubin die Cash verwierp. Hij was geen fan van Frank Sinatra en hij vond zijn gekoketteer met persoonlijke onafhankelijkheid irritant'
De opnamesessies verliepen langzaam, maar Cash was in goede handen. Geluidstechnicus David Ferguson en John Carter beseften dat iedere regel uit Johns mond een stuk geschiedenis was dat de moeite van het bewaren waard was, ongeacht de tijd en de kosten. Ze voelden letterlijk dat zij Johns leven in hun handen hielden; ze waren ervan overtuigd dat het opnemen van muziek hem in leven hield.
Tijdens de opnamesessie belde Rubin met één van de weinige voorstellen die Cash onmiddellijk verwierp: ‘My Way’, de hit van Frank Sinatra. Cash was geen fan van Sinatra en hij vond zijn gekoketteer met persoonlijke onafhankelijkheid irritant.
De liedjesencyclopedie
In deze periode vloog zijn dochter Tara naar Nashville voor een bezoek van drie dagen, en ze bracht vrijwel iedere minuut dat hij wakker was bij haar vader door. Ze was bedroefd om hem zo te zien lijden, maar ze koesterde de intimiteit. Tara had een cassetterecorder meegenomen en ze zette die aan terwijl ze probeerde hem op te beuren door een soort muzikaal spelletje woordassociatie met hem te spelen, waarbij ze het woord ‘vogel’ zei om te zien of hij een liedje kon zingen met dat woord erin – in dat geval was dat ‘Bird on the Wire’ van Leonard Cohen.
Ze oefenden minutenlang.
‘Papa, ken je een liedje over vissen?’ vroeg Tara, en Cash reageerde door te zingen: ‘Gone fishing, there’s a sign up on the door, gone fishing, ain’t workin’ no more’ – ‘Gone Fishin’, dat hij had geleerd van een plaat van Bing Crosby en Louis Armstrong tijdens zijn dienstplicht bij de luchtmacht.
Daarna daagde Tara hem uit met ‘bosbessen’. Deze keer liet hij het afweten, dus gaf Tara hem het woord ‘hut’ op. Dat was gemakkelijk (de spiritual ‘Lord, Build Me a Cabin in Gloryland’, dat hij kende van een plaat van Bill Monroe), maar ‘kikker’ en ‘wildernis’ riepen niets in hem op.
Cash kwam wel met liedjes voor ‘rots’ (de spiritual ‘Oh, Mary, Don’t You Weep’), ‘lopen’ (niet ‘I Walk the Line’, maar het gospelnummer ‘He Walks with Me in the Garden’), ‘mes’ (‘Wolverton Mountain’, uit zijn ‘Louisiana Hayride’-periode) en ‘bron’ (de spiritual ‘There’s a Fountain Filled with Blood’).
Op een gegeven moment zei hij: ‘Ik ga winnen, Tara’, en zijn dochter antwoordde: ‘Ik weet het, papa’, en direct daarna dreef ze hem weer in het nauw met ‘tuinslang’.
‘Hij vond het een heerlijk spel,’ zegt Tara. ‘Hij was een wandelende muzikale encyclopedie.’
Last man standing
Voordat Cash eind juli opnieuw de studio in ging, kreeg hij het bericht dat zijn mentor, Sam Phillips, in Memphis was overleden. Dat betekende dat van de oude garde van Sun nu vrijwel niemand meer in leven was. Elvis was gestorven in 1977, Roy Orbison in 1988, Charlie Rich in 1995 en Carl Perkins in 1998. Toen hij daaraan dacht, realiseerde hij zich dat ook een groot aantal mensen die hij bij Columbia Records had gekend, overleden waren – Don Law, Johnny Horton, Marty Robbins en Lefty Frizzell. Plus natuurlijk Hank Snow, Tex Ritter, Merle Travis, Ernest Tubb, Webb Pierce, Patsy Cline, Roger Miller, Conway Twitty, Sister Rosetta Tharpe, Chet Atkins en Waylon Jennings. Het was om treurig van te worden. Maar dat Cash inderdaad zijn wil om te leven aan het verliezen was, werd duidelijk als hij begon te huilen bij het noemen van Junes naam.
De meeste dagen keek hij uit naar het opnemen van een nieuw nummer – ook al moest hij meestal snel toegeven dat hij zich uiteindelijk niet fit genoeg voelde. Op 31 juli nam hij ‘Here Comes the Boy’ op, een liedje dat hij jaren eerder had geschreven. Sinds de voltooiing van ‘The Man Comes Around’ hoefde Cash niet meer zo nodig een statement te maken. De enige liedjes die hem werkelijk leken te raken, waren de gospelsongs.
Toen Phil Maffetone (een expert op het gebied van voeding en lichaamsbeweging, met wie Rick Rubin Cash na de dood van June in contact had gebracht, red.) op 15 augustus langskwam, was hij blij om te zien dat Cash zich in staat voelde om de MTV Video Music Awards-ceremonie op 28 augustus in New York bij te wonen, waar de clip van ‘Hurt’ genomineerd was voor zes onderscheidingen, waaronder die van beste clip van het jaar. Hij keek er opgewonden naar uit omdat hij trots was op ‘Hurt’, en hij wist dat het programma jonge muziekfans aansprak. Zijn concurrenten voor de titel Videoclip van het Jaar waren afkomstig uit de rap, r&b en dance – Missy Elliott, Eminem, 50 Cent en Justin Timberlake – en hij was nog dieper geroerd toen de eerste geruchten suggereerden dat ‘Hurt’ de mogelijke winnaar zou zijn.
Bekijk de video van 'Hurt':
undefined
Volgens gegevens van de American Federation of Musicians Local 257 in Nashville nam Cash op 21 augustus, de dag na Maffetones vertrek, ‘Like the 309’ op. Het was het laatste nummer dat hij zou opnemen voor de plaat van Rubin. Maar later die dag nam hij nog een liedje op – een bewerkte versie van ‘Engine 143’ voor de tribute-plaat die zijn zoon produceerde voor de Carter Family.
Jaren later zou John Carter verklaren hoe toepasselijk het was dat de drie slotwoorden van het liedje, over een spoorwegbeambte die zijn leven verloor tijdens een treinbotsing, de laatste woorden waren die Johnny Cash opnam: ‘Nearer, my God, to Thee’.
Een gedeelde eerste prijs
Kort voordat Cash naar New York zou vertrekken, hoorde Lou Robin van een directielid van MTV dat Cash geen van de belangrijke onderscheidingen zou gaan winnen tijdens de Music Video Awards; de producenten wilden hem alleen maar in het publiek hebben en applaus in ontvangst laten nemen. Cash was te zwak voor een dergelijk gebaar en de vlucht werd geannuleerd. Ook de plannen om naar Californië te reizen werden afgeblazen.
undefined
'Dit is belachelijk. Ik eis een nieuwe telling van de stemmen,' zei Justin Timberlake toen hij en niet Cash van MTV de prijs in ontvangst nam voor de beste clip van een mannelijke artiest'
Op 26 augustus – twee dagen voor de tv-uitzending – klaagde Cash over maagpijn, en werd hij met spoed opgenomen in het Baptist Hospital, waar hij behandeld werd voor een ontstoken pancreas. De plechtigheid van MTV zag hij niet.
Cash stond niet alleen in zijn gevoel dat ‘Hurt’ onterecht buiten de prijzen was gevallen. ‘Dit is belachelijk. Ik eis een nieuwe telling van de stemmen,’ zei de uit Memphis afkomstige Justin Timberlake tegen miljoenen kijkers van MTV, toen hij de prijs in ontvangst nam voor de beste clip van een mannelijke artiest, één van de categorieën waarvoor ‘Hurt’ was genomineerd. ‘Mijn opa voedde mij op met Johnny Cash. Ik kom uit Tennessee en ik denk dat hij deze prijs meer dan wie ook van alle aanwezigen hier vanavond verdient. Dus ik ben zo brutaal om deze prijs met hem te delen. Hij verdient een daverend applaus.’ Het publiek betuigde juichend zijn instemming.
Het einde
Het nieuws dat Cash was opgenomen in het ziekenhuis verontrustte Maffetone, omdat Cash het ziekenhuis telkens met nog meer medicijnen leek te verlaten. Hij hield telefonisch contact met Cash en merkte dat zijn stem geleidelijk zwakker werd. Opnieuw was de hele familie in staat van alarm. Maar ze hadden dit al zo vaak meegemaakt dat het moeilijk te geloven was dat hun vader er niet weer bovenop zou komen. En op woensdag 10 september mocht hij inderdaad weer naar huis.
‘Op de dag dat hij uit het ziekenhuis kwam, had ik een gesprek met hem. Ik zei: ‘Papa, je bent door het oog van de naald gekropen’, en hij antwoordde: ‘Ja, dat is waar,’’ zegt Rosanne. ‘Ik herinner mij dat ziekenhuisbezoek als een diepe afgrond. Dat kwam ook doordat ik niet met hem kon praten. Ik weet niet precies waarom niet; misschien omdat hij weer aan de beademing lag. Ik was als de dood. Ik dacht dat het nu echt afgelopen was.’
undefined
'Ik zei tegen hem hoeveel ik van hem hield, dat hij de beste vader was die ik had kunnen hebben en dat het goed was dat hij zou gaan als hij te moe was' Kathy Cash
Op donderdagmorgen trof Maffetone Cash ineengedoken in zijn stoel aan, nauwelijks in staat om te bewegen. Praktisch alle vooruitgang van de voorafgaande weken was verdwenen. Het zuurstofgehalte in zijn bloed was gevaarlijk laag, net als zijn bloedsuikerspiegel. Maffetone vermoedt dat Cash op dat moment zo’n veertig verschillende medicijnen gebruikte.
Maffetone probeerde Cash’ voet- en beenspieren te masseren in de hoop hem opnieuw aan het lopen te krijgen, maar het putte Cash uit en ze besloten om even te stoppen. Kort na de middag zat Maffetone ontspannen in Johns kantoor, zijn hand op Cash’ schouder als teken van steun. Cash draaide zich om en keek hem recht in de ogen. Dat was vreemd, want door zijn beperkte gezichtsvermogen was hij meestal gedwongen om zoekend rond te kijken voordat hij zijn blik op iemands gezicht kon richten, maar deze keer leek het alsof hij plotseling weer perfect kon zien.
‘Het is tijd,’ zei Cash.
Maffetone voelde bij het horen van die woorden een plotselinge kilte het vertrek binnenstromen. Hij had dat eerder gehoord van patiënten die gingen sterven.
‘Ik wist dat we hem zo snel mogelijk in het ziekenhuis moesten krijgen. Dit was heel ernstig,’ zegt hij.
Maffetone keek toe hoe Cash naar een ambulance werd gereden. Het was een verschrikkelijke aanblik. Cash’ maag had het opgegeven.
John Carter, die in de blokhut apparatuur aan het installeren was voor het geval zijn vader zich in staat voelde om muziek op te nemen, kwam bij het huis aan op het moment dat de ambulancebroeders Cash op een brancard legden. Terwijl de ambulance naar het Baptist Hospital reed, werden Cash’ kinderen gebeld. Lou Robin werd gewaarschuwd in Californië, en hij nam een nachtvlucht.
John Carter volgde de ambulance naar het ziekenhuis, waar de dokter hem zei dat zijn vader het deze keer wellicht niet zou halen. Hij bleef bij zijn vader op de eerstehulpafdeling en vervolgens op de intensive care. Kathy en Rosanne voegden zich bij hem, net als overige familieleden, onder wie Cash’ broer Tommy en zijn zus Joanne.
Kort na middernacht op vrijdag 12 september ging het grootste deel van hen naar huis, om na een paar uur slaap ’s morgens terug te komen. Rosanne en Kathy sliepen in een kamer tegenover de intensive care, terwijl John Carter naar de suite ging die het ziekenhuis voor zijn vader vrijhield en probeerde wat te slapen.
Kathy schrok toen zij een verpleegster via de telefoon tegen iemand hoorde zeggen: ‘We gaan hem verliezen, zijn vitale organen functioneren nauwelijks meer.’ Kathy, Rosanne en John Carter haastten zich naar het bed van hun vader, en Cash opende zijn ogen.
‘Ik dacht eventjes dat het misschien in orde zou komen met hem, maar de blik in zijn ogen zei het tegendeel,’ zegt Kathy. ‘Hij keek wanhopig, alsof hij wilde praten, maar dat was onmogelijk met die buis in zijn keel. Ik zei tegen hem hoeveel ik van hem hield. Ik zei tegen hem dat hij de beste vader was die ik had kunnen hebben en dat het goed was dat hij zou gaan als hij moe was van zijn pijn en verdriet. Wij zouden ons wel redden.’
Om één uur ’s nachts sloot J.R. Cash voorgoed zijn ogen.
Enkele minuten later boog een verpleegster zich over hem heen en knipte voor elk van zijn kinderen een lok grijs haar af.