Het grove werk: de parkeerwachter'Elke dag hoor ik: 'Loser, zoek liever een echte job'
Ze zijn dun gezaaid, de kinderen die opgroeien met de brandende ambitie om later parkeerwachter te worden. Bestaat er een beroep met minder sex-appeal? De parkeerwachter moet geen dankbaarheid verwachten wanneer hij zijn plicht heeft gedaan. Nijdige blikken, beledigingen onder de gordel en een stevige duw daarentegen!
Parkeerwachter: het lijkt een hondenstiel, maar je kunt je evengoed afvragen of onze steden wel parkeerwachters nodig hebben. ‘Bloedzuigers die voor rekening van beursgenoteerde parkeerbedrijven het laatste beetje kleingeld uit de zakken van de automobilist kloppen,’ scheldt iemand op een blog. De meeste Vlaamse steden hebben het parkeerbeheer inderdaad uitbesteed aan particuliere bedrijven – aan Apcoa of Vinci Park, om alleen maar de bekendste namen te noemen.
Niet zo in Antwerpen, waar het Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf de controles verricht. En jawel, zo betoogt communicatieverantwoordelijke Ivon Deden met veel vuur, parkeerwachters zijn nuttige krachten. ‘Natuurlijk zijn ze niet populair: met het uitschrijven van retributiebonnen maak je weinig vrienden. Maar het Autonoom Parkeerbedrijf speelt een belangrijke rol in het mobiliteitsbeleid. We reiken bewonerskaarten uit, we beheren het netwerk van stadsfietsen, en we onderzoeken de parkeerbehoeften. We hebben sinds kort een parkeermakelaar die per wijk de vraag en het aanbod op elkaar moet afstemmen. In dat plaatje passen ook onze parkeerwachters.
Met hun controles sporen ze de automobilisten aan om correct te parkeren, en zo de overlast voor bewoners en andere weggebruikers te beperken. Om het geld van de retributies is het ons niet te doen: dat gaat naar de stadsschatkist en wordt gebruikt voor nieuwe investeringen in mobiliteit, zoals de stadsfietsen. Ook het systeem van het sms-parkeren is ontwikkeld met het geld van onze retributies – Antwerpen is trouwens een pionier op het vlak van sms-parkeren.’
Procentje voor de parkeerwachter
Een zonnige vrijdagmiddag: Sandra Popyn (35) en Yamani El Bali (21) maken zich klaar voor de middagshift op het bureau van het Parkeerbedrijf, recht tegenover het Steen. Met hun helrode sweaters vallen ze meteen op in het straatbeeld. Moeten ze dan geen camouflagepak dragen? Hoe kunnen ze zich anders verdekt opstellen in de omgeving van schoolgebouwen, wanneer de ouders hun kinderen komen ophalen en de parkeermeter licht uit het oog verliezen, zoals het cliché het wil? Tientallen auto’s zonder parkeerticket op het dashboard die dus een retributiebon onder de ruitenwisser verdienen: tel uit de winst voor het Parkeerbedrijf, tel uit de premie voor de parkeerwachter. Want dat is nog zo’n gerucht dat steeds weer terugkeert: de parkeerwachter strijkt per bon een aardige commissie op.
Ivon Deden «Dat van die commissie is onzin. Onze parkeerwachters hebben een contract met een vast salaris. We leggen ook geen quota op, zoals je vaak hoort. We hebben liever twintig onbetwistbare retributies per shift, dan vijftig waarvan we er achteraf de helft moeten annuleren. En we hebben bewust voor helrode sweaters gekozen. Onze mensen moeten net opvallen in het straatbeeld. Ze hebben niet alleen een opleiding gekregen om retributies uit te schrijven, maar ook om het publiek te informeren. Klantvriendelijkheid, daar hameren we voortdurend op.»
En inderdaad, Sandra en Yamani hebben nog geen tien stappen gezet of ze worden al aangeklampt door twee Nederlandse dames van respectabele leeftijd. Ze zijn wanhopig op zoek naar het MAS, het nieuwe stadsmuseum. Wandelende wegwijzers, zo voelen de parkeerwachters zich soms. ‘Maar we kennen de stad door en door,’ zegt Sandra. ‘Vandaag patrouilleren we in de binnenstad, maar morgen kunnen ze ons naar Ekeren of Wilrijk sturen. In tien jaar tijd heb ik heel Antwerpen gezien.’
Sandra is één van de anciens: ze was erbij toen het Parkeerbedrijf in 2001 werd opgericht. Voordien was de controle van de parkeermeters het werk van hulpagenten, in Antwerpen bekend als de Smurfen. De overgang van blauw naar rood verliep niet onopgemerkt, want parkeerboetes uitschrijven was geen prioriteit voor de Antwerpse politie.
Sandra «Automobilisten dachten dat ze zich alles konden permitteren. Je moest al een halve idealist zijn om geld in de meter te stoppen. Per ronde schreven we de eerste jaren makkelijk tachtig retributies uit. Tegenwoordig ligt het gemiddelde op vijfendertig. Vroeger kon je de wanbetalers er zo uitpikken. Eigenaars van dikke Mercedessen of BMW’s staken nooit geld in de meter. Een Porsche of een Ferrari? Altijd prijs. Mensen die zoveel geld aan een auto kunnen besteden, liggen niet wakker van een retributie meer of minder. Maar ook dat is aan het veranderen. De controles werken echt.»
Meter kapot: gratis parkeren
De Brouwersvliet. Twee royale boulevards met in het midden een groenpartij met parkeerstrook en fietspad. Auto’s aan weerskanten, auto’s in het midden: hier zijn we een tijdje zoet mee. Sandra en Yamani lopen naar de dichtstbijzijnde parkeermeter. Regel nummer één: test altijd de meter vóór je de wagens in de omgeving controleert. Het is meteen raak: het alarmlichtje wijst op een storing. Printerpapier op, gokt Yamani. En zo begint de dag met een demonstratie.
Discreet tegen een plataan leunend, zien we hoe de twee parkeerwachters zich in een mijnenveld begeven. Een defecte meter is namelijk synoniem voor chaos en verwarring, ook al staat het reglement in kleine maar goed leesbare letters op het toestel vermeld. Werkt de meter niet, dan moet de automobilist zijn parkeerschijf goed zichtbaar op het dashboard leggen. Maar veel mensen staren met gefronste wenkbrauwen naar het display van de kapotte parkeermeter. Slechts een minderheid merkt het profijt op: gratis parkeren met de schijf, en dat in de rode zone, waar een staanplaats 1,50 euro per uur kost! We zien hoe de parkeerders de alternatieven wikken en wegen.
Sms-parkeren is een optie maar geen verplichting – het Parkeerbedrijf mag er niet van uitgaan dat iedereen een gsm op zak heeft, laat staan dat iedereen vertrouwd is met die betaalwijze. Naar de volgende meter lopen? Dat mag, maar het kost moeite, en stel je voor dat er uitgerekend dan een controleur passeert!
Automobilist krijgt bon terwijl hij een ticket ging halen: het is een populaire anekdote die de pesterige inborst van de parkeerwachter moet illustreren. ‘Maar dat is wel een verzinsel,’ zegt Sandra. ‘We kijken altijd goed rond. Staan er mensen bij één van de automaten in buurt? En horen die toevallig bij één van de wagens die we gaan controleren? Geloof me, we schrijven niet vlugvlug bonnen uit. In drukke winkelstraten kan het gebeuren dat je iemand over het hoofd gezien hebt, maar meestal is het een flauw excuus en staat hun auto er al uren. Als we verschijnen, komen ze plots van alle kanten aanlopen. Na al die jaren voel ik met mijn ellebogen of iemand eerlijk is of komedie speelt. Soms is het vermoeiend, altijd diezelfde smoesjes.
Nog zo’n klassieker: ‘Ik was net naar de winkel om geld voor de meter te wisselen.’ Sorry, maar daar trappen we niet in. Je kunt bij iedere meter een gratis ticket voor tien minuten nemen. Die tijd volstaat ruimschoots om je geld te wisselen in de krantenwinkel om de hoek.’ De rode sweaters missen ook hier hun effect niet: Sandra en Yamani worden meteen door vertwijfelde parkeerders belaagd. ‘Je gaat me toch niet opschrijven, zeker?’ vraagt een kalende man, vast een lid van de Antwerpse Snorrenclub. ‘Klopt het dat je hier voorlopig gratis mag parkeren met je schijf?’ Yamani knikt bevestigend, maar de twijfel blijft: ‘Je maakt me toch geen blaasjes wijs, hè? Mannen zoals jullie vertrouw ik voor geen haar.’
De pechvogels van de dag zijn de automobilisten van de auto’s die er al een tijdje staan en het zonder de uitleg van de rode sweaters moesten stellen. Onwetendheid of opportunisme: veel mensen hebben de defecte meter als een vrijgeleide geïnterpreteerd. Geen schijf, geen spoor van sms-parkeren: het breekt hen zuur op.
Na dertig controles staat de teller al op zeven retributiebonnen. De zoveelste wagen zonder ticket dient zich aan. Yamani tikt de nummerplaat in zijn handcomputer in, een toestel dat niet veel groter is dan een walkietalkie uit de speelgoedwinkel.
Yamani «Er zit ook een gps in. Zo weet de centrale computer exact waar de wagen zich bevindt. De computer controleert drie parameters: heeft de wagen een digitale bewonerskaart voor deze zone? Heeft de automobilist betaald via sms-parkeren? Of gaat het om een geval van autodelen? Het stadsbestuur moedigt het autodelen sterk aan door bewonerskaarten uit te reiken die in de hele stad geldig zijn. Ze zijn daar wel zuinig mee, want zo’n kaart is erg gewild.»
De respons van de centrale computer komt ogenblikkelijk. Aan geen van de drie parameters is voldaan, dus rolt retributie nummer acht met een zachte zoemtoon uit de handcomputer. Zo’n retributiebon kost in Antwerpen 23 euro.
Het zal de overtreders een magere troost zijn, maar het gaat niet om een zogenaamde penale boete.
Yamani «Dat is een wijd verbreid misverstand. Mensen verwarren ons voortdurend met politieagenten, terwijl we helemaal geen politiebevoegdheden hebben. Foutparkeerders kunnen we niet aanpakken. Als iemand op de stoep of het zebrapad staat, dan moet de politie de verkeersovertreding komen vaststellen en een pv opmaken. Wij mogen alleen controleren of automobilisten gebruik maken van de beschikbare staanplaatsen. Een retributie is eigenlijk een uitnodiging om het tarief voor langparkeren te betalen.»
Hij scheurt de bon af en schuift die voorzichtig onder de ruitenwisser van de grijze Citroën. ‘Strikt genomen mogen we de wagen niet aanraken,’ zegt hij. ‘We willen geen discussies over krassen of lakschade.’
undefined
'Die luxeflats zitten blijkbaar vol gehandicapten, als je al die blauwe kaarten in de limo’s en de sportwagens voor de deur ziet'
Pak rammel
Anderhalf jaar werkt Yamani nu bij het Parkeerbedrijf, de eerste maanden als stagiair en jobstudent. ‘Ik twijfelde geen moment toen ik een vast contract kon krijgen. Het verdient niet slecht: als je vaak avond en weekenddiensten klopt, zoals ik, haal je makkelijk 1.350 euro per maand, plus maaltijdcheques. En het werk bevalt me zeer: je bent altijd buiten, en de sfeer onder de collega’s is werkelijk uitstekend. Er zijn geen vaste duo’s, maar dat doet niks af aan de teamgeest. We waken echt over elkaar: als de andere problemen heeft met een lastige klant, schiet je onmiddellijk te hulp.’
De Antwerpse Marokkaan is lang niet de enige allochtone parkeerwachter. Het Parkeerbedrijf heeft ook Turken, Afrikanen en zelfs een Thaise in dienst. ‘Mijn achtergrond komt me goed van pas als ik in de Seefhoek of Borgerhout ga controleren,’ zegt hij. ‘Ik ben opgegroeid op het Zuid, maar ik ken zowat alle Marokkanen van Antwerpen. Als ze beginnen te discussiëren, kan ik desnoods in het Arabisch antwoorden. ‘Je gaat een broeder toch niet opschrijven?’ verwijten ze me dan. Maar het reglement geldt voor iedereen. Ik heb ook al vrienden op de bon geslingerd. ‘Dat kun je niet maken,’ riep een handelaar op een keer, ‘ik ben je vriend!’ Maar ik had mijn antwoord al klaar: ‘Mag ik bij jou komen winkelen zonder te betalen omdat ik toevallig je vriend ben?’ Daar had hij niks meer op te zeggen.’
Sandra kan het beamen: het is niet makkelijk om je te handhaven in allochtone buurten.
Sandra «Zeker niet als vrouw. Ik heb al het een paar keer meegemaakt: je bent een bon aan het opmaken, de eigenaar komt erbij staan en dan begint de discussie. Binnen de kortste keren ben je omsingeld door familieleden en vrienden die de eigenaar komen steunen. Dan kan je maar beter met een Marokkaanse collega op stap zijn. Maar echte agressie heb ik nog nooit ondervonden in allochtone buurten. De rosse buurt is veel delicater, en ook straten met veel horecazaken zijn link. Vooral als het mooi weer is en de terrassen vol zitten. Dan zien ze je van ver aankomen en proberen ze nog gauw een ticket uit de meter te halen. Er komt vaak ruzie van, zeker als ze dronken zijn. We kunnen via de computer de politie opbellen, maar dat lukt niet altijd als je door een groep hooligans wordt belaagd.»
Vorig jaar gingen de Schaarbeekse parkeerwachters spontaan in staking. Aanleiding was de zware agressie op een collega, de derde al die in korte tijd hardhandig werd aangepakt door een gefrustreerde parkeerder. De Brusselse gemeente heeft haar parkeerbeleid uitbesteed aan een privébedrijf, dat zijn personeel met quota de straat op jaagt. Wachters moeten dagelijks zeventig tot tachtig retributies uitschrijven, anders kunnen ze naar hun premie fluiten. ‘Waanzin,’ zeggen de Antwerpse parkeerwachters. ‘Daarmee lok je alleen maar agressie uit.’
Maar het blijft oppassen geblazen.
Sandra «Een paar maanden geleden had ik zelf prijs. Ik was in de Nationalestraat met een controle bezig, toen ik ineens met veel geweld omver werd geduwd. Het was de eigenaar van die auto, en ik had hem niet zien aankomen. Mijn collega was er snel bij, en hij heeft de man kunnen kalmeren. Gelukkig had ik niets gebroken, maar ik was wel een paar dagen arbeidsongeschikt.’»
Fysiek geweld tegen Antwerpse parkeerwachters komt maar zelden voor. Maar de hypermoderne parkeermeters – kostprijs: tussen de 6.000 en de 8.000 euro per stuk – moeten het wel flink ontgelden. Vooral het zonnepaneel blijkt een geliefd doelwit voor vandalen. Ook verbale agressie is dagelijkse kost voor de Antwerpse parkeerwachters. De meest gehoorde scheldwoorden: ‘onnozele trut’ en ‘dikke koe’, zegt Sandra. Flauw! We hadden meer fantasie verwacht van de mondige Antwerpenaars. Haar mannelijke collega’s moeten het elke dag met ‘onnozel manneke’ of ‘sukkelaar’ stellen. Of: ‘Hebt ge niks beters te doen?’ Of nog: ‘Loser, zoek liever een echte job!’
Yamani «We worden getraind om met agressie om te gaan, maar zonder dikke huid begin je beter niet aan deze job. Ik trek het me niet aan. Als ze protesteren, maak ik er korte metten mee: ik overhandig mijn bon en ik stap door. Hoe langer je blijft praten, hoe groter de kans dat het uit de hand loopt. En als ze echt overtuigd zijn van hun gelijk, dan moeten ze hun zaak maar op het bureau gaan bepleiten, met alle bewijsstukken in de hand.»
Twee stukken pizza
Helpt een olifantenhuid ook tegen giftige blikken? Voetgangers die het duo met de rode sweaters kruisen, kijken hen aan met een mengeling van haat en vrees in hun ogen. Ze zijn weer bezig, zie je ze denken. Maar ook: het zal toch niet waar zijn, zeker? Niet wéér een bon? Sandra is er na al die jaren immuun voor geworden. ‘We zijn niet populair, maar je moet dat ook niet overdrijven. Bewoners zien ons wél graag in hun straat verschijnen. Als wij niet geregeld passeren, is hun bewonerskaart waardeloos en raken ze hun auto nergens nog kwijt. Bij evenementen zoals de Boekenbeurs en de Sinksenfoor voeren we de controles op. Niet om meer retributies te innen, maar omdat de omwonenden daarom vragen: anders wordt hun straat onleefbaar.’
Sandra heeft zo haar eigen manier om met parkeerzondaars om te gaan. Te laat is te laat. Of je de parkeertijd met twee minuten dan wel twee uur overschrijdt, maakt geen enkel verschil. Maar als de eigenaar arriveert als ze de bon nog aan het opmaken is, dan wil ze weleens van haar principe afwijken.
Sandra «De bon is pas definitief als ik op de verzendknop heb geduwd. Veel hangt af van hun houding. Als ze grof worden, ken ik geen pardon. Maar gisteren nog heb ik wel een bon geaborteerd. De eigenaar van de auto was een pizzabakker uit de straat. Iemand had hem getipt dat ik hem aan het opschrijven was. Hij kwam aangespurt en bood beleefd zijn excuses aan. ‘’t Is goed voor één keer,’ zei ik hem. Even later stond hij daar met twee stukken pizza, voor mij en mijn collega.»
Ook in andere omstandigheden blijken de Antwerpse parkeerwachters best wel redelijkheid aan de dag te kunnen leggen.
Yamani «We gaan nooit de omgeving van een school controleren om vier uur. Dat is te makkelijk: je kunt de ouders met dozijnen tegelijk betrappen.»
Echte gedoogzones kennen ze niet, maar op sommige plaatsen wordt een excuus sneller aanvaard.
Sandra «In de buurt van ziekenhuizen en begrafenisondernemers ben ik altijd voorzichtig. Als mensen hun zieke dochter bezoeken of hun overleden moeder gaan groeten, kunnen ze al eens vergeten om geld in de parkeermeter te stoppen. Die ga ik niet nog meer leed aandoen door ze op de bon te zwieren.»
Bonnetje voor het fotoalbum
Tempo maken zit er niet in: wanneer we de Brouwersvliet verlaten – toch niet zo’n heel lange straat – zijn we al anderhalf uur bezig. Op de valreep wordt de tussenstand op vijftien bonnen gebracht, met dank aan de eigenaar van een Franse Renault Espace. Maar of die de retributie ook zal betalen? Hij kan natuurlijk cash betalen, een mogelijkheid die weleens spontaan wordt gebruikt door hoerenlopers die onder geen beding een spoor naar het Schipperskwartier willen achterlaten.
Yamani «We mogen geld ontvangen. Maar we moedigen dat niet aan: het initiatief moet van de klant komen. Het is niet de bedoeling dat we met pakken geld door de stad lopen.»
Op de bon staan alle gegevens voor een Europese overschrijving, maar buitenlanders lijken die retributies vooral uitermate geschikt te vinden om fotoalbums mee op te leuken.
Sandra «De kans is klein dat die Fransman betaalt. In Frankrijk kunnen we geen retributies innen, maar dat kan nog veranderen. Vroeger gingen de Nederlanders ook altijd vrijuit, en dus parkeerden ze erop los. Maar het Parkeerbedrijf heeft nu een akkoord met de Nederlandse tegenhanger van onze DIV, en we krijgen zonder problemen alle identiteitsgegevens van de overtreders. Meer nog: we hebben alle nietbetaalde retributies met terugwerkende kracht kunnen innen. Sommige Nederlanders hebben de volledige oogst van járen foutparkeren in de bus gekregen. Sindsdien hebben we weinig problemen meer met onze noorderburen. Betaald parkeren is daar trouwens al veel langer ingeburgerd. Een retributie van 23 euro is voor hen eigenlijk een peulschil: in Amsterdam bijvoorbeeld ligt het tarief véél hoger. Tegenwoordig zijn het de Polen die zich onaantastbaar wanen, omdat we in Polen geen retributies kunnen innen. Maar ook voor hen is er een oplossing in de maak. Als we daar met terugwerkende kracht gaan invorderen, dan komen er faillissementen van.»
Gehandicaptenkaart
Karel De Gucht liet het zich onlangs nog ontvallen in Humo: ons land telt te veel gehandicapten, waarmee hij de mensen bedoelde die ten onrechte aanspraak maken op allerlei rechten en voordelen. De zachte sector schreeuwde moord en brand, maar tijdens onze parkeerpatrouille blijkt eens te meer dat Karel De Gucht toch een béétje gelijk heeft. We hebben al tientallen blauwe gehandicaptenkaarten gespot.
Sandra «Ze hebben niet alleen gereserveerde plaatsen. Gehandicapten mogen in de héle stad gratis parkeren met hun kaart. Vandaag valt het nog mee, maar in sommige straten kun je er niet naast kijken. Neem nu de luxeappartementen op de Kaai. Als je zou afgaan op het wagenpark voor de deur, dan moeten die vol gehandicapten zitten. Er staan zelfs sportwagens met gehandicaptenkaarten, van die lage bakken waar zelfs ik met de grootste moeite in zou raken. Soms zien we één van die mindervaliden de straat oversteken en in de auto stappen: als die mindervalide is, dan ik ook.»
Lunchtijd: we lopen terug naar het bureau. De broodtrommels gaan open, en na de lunch nemen de parkeerwachters een zonnebad op het dakterras: het uitzicht op de Schelde en de kathedraal is fenomenaal. Maar de sfeer is er niet altijd even gemoedelijk. Bij het onthaal op de tweede verdieping kijken ze er niet meer van op als er wéér een woedende klant komt binnenwaaien, met een nog warme retributie in de hand. Soms haalt de klager zijn gelijk. Als een ticket omgekeerd op het dashboard ligt, moet de parkeerwachter altijd een bon onder de ruitenwisser schuiven. Als blijkt dat het tijdslot van het ticket en dat van de bon overeenkomen, dan wordt de bon zonder problemen geannuleerd. Maar als de protesterende klant het recht niet aan zijn kant heeft, kunnen de gemoederen snel verhit raken. ‘Dan horen we ze roepen en tieren: ‘Waar is de directeur? Ik wil de directeur spreken, nu meteen!” zegt Ilse Tindemans, afdelingshoofd straatparkeren. En vorig jaar is hier iemand uit het raam geklommen, klaar om naar beneden te springen. ‘Als ik die retributie moet betalen, dan spring ik,’ dreigde hij voortdurend. Het heeft ons veel overredingskracht gekost, maar hij is toch aan de gezonde kant van de vensterbank gestapt.’
undefined
'We zijn niet populair, maar de buurtbewoners zien ons wél graag komen: anders kunnen ze zelf nergens meer parkeren met hun bewonerskaart'
‘Ik bel den Eric!’
Wat een mooie dag om door de stad te slenteren, denk ik de hele tijd, maar het werkwoord slenteren mag ik niet in een zin met ‘parkeerwachter’ gebruiken, heeft de communicatieverantwoordelijke van het Parkeerbedrijf me bezworen. Niettemin: afgezien van de vijandige blikken en de sporadische scheldpartijen bestaan er ellendiger manieren om je dagelijkse brood te verdienen. De suggestie ligt voor de hand: terrasje doen? ‘
Yamani «Dat is helaas strikt verboden. Alle horecazaken zijn trouwens taboe. Vandaag is het aangenaam werken, maar we moeten ook in de gietende regen of bij min tien op controle. Schuilen mag, maar alleen in openbare gebouwen, zoals de dienstencentra of het Zeemanshuis. Dat kan ik ook begrijpen: je kunt niet het ene moment nummerplaten opschrijven, en het andere met de eigenaars van die auto’s aan de toog staan. Dat zou tot ongezonde situaties leiden.»
Maar ook buiten de kroeg durven overtreders pogingen tot manipulatie of zelfs corruptie ondernemen. Meisjes noemen Yamani een knapperd en willen een glas met hem gaan drinken, op voorwaarde dat hij die bon verscheurt.
Sandra «Maar anderen proberen ons te intimideren. Dat ze den Eric kennen, de directeur van het Parkeerbedrijf: ‘Eén telefoontje naar den Eric en het is zo geregeld.’ Ik antwoord dan dat ze dat vooral moeten doen. Maar de vervelendste klanten zijn gerechtsdeurwaarders en politieagenten in burger. Om de één of andere reden wanen die zich boven de wet verheven.»
We bereiken de Tunnelplaats, vlak bij de ingang van de Waaslandtunnel. Niet de plek waar je grote parkeerproblemen zou vermoeden, maar schijn bedriegt. Het plein staat vol met auto’s die op een onderhoudsbeurt in de vlakbij gelegen Renaultgarage wachten. ‘Altijd hetzelfde liedje,’ zucht Yamani. ‘de klanten van de garage denken dat het plein een privéterrein is. Ze zien de meter niet staan en ze geven hun sleutel af bij het onthaal.’
De parkeerwachters zouden alle auto’s kunnen opschrijven, maar blijkbaar is er een ongeschreven afspraak met de garagehouder. Hun komst wordt ruim op voorhand opgemerkt, en twee medewerkers reppen zich naar de parkeermeter. Ze kopen het ene na het andere ticket, en ze verdelen die over de auto’s van de klanten en de personeelsleden.
Als de time-out voorbij is, kan de controle beginnen. Niet iedereen blijkt de dans ontsprongen te zijn. Sandra is net klaar met het uitprinten van een retributiebon voor een aftandse Clio, als de eigenares eraan komt, ongelovig en woedend tegelijk. Dat zij 23 euro gaat betalen omdat ze haar karretje op de parking van de garage heeft gestald voor een smeerbeurt?
Met heel Antwerpen, maar niet met haar! Sandra is niet te vermurwen. ‘Niks aan te doen,’ zegt ze terwijl ze de bon overhandigt. De vrouw beent op hoge poten naar de garage. ‘Dat moeten ze van de factuur aftrekken,’ sist ze nijdig. Onze wegen scheiden zich op het Hessenplein, één van die hippe plekken in Antwerpen waar de loftprojecten als paddenstoelen uit de grond rijzen. Op de kleine parking staat het vol Audi’s, BMW’s en Landrovers, de favoriete merken van kaderleden met een tankkaart van het bedrijf en zelfstandigen met een permanente behoefte aan fiscale aftrekposten.
Sandra en Yamani weten niet waar ze eerst een bon onder de ruitenwisser moeten schuiven. Zichzelf overbodig maken: dat is volgens het Parkeerbedrijf het ideaal dat de parkeerwachter deelt met de ontwikkelingswerker. De weg is nog lang, maar ooit worden we wakker in een wereld zonder parkeerwachters.