Het is de tijd van de huisstofmijt
Alsof ebola de mensheid nog niet genoeg uit z'n slaap houdt, zitten we volop in het hoogseizoen van de huisstofmijt. Die minuscule spinachtige beestjes huizen massaal in onze bedden, vreten er onze dode huidschilfers op en - u doet voortaan geen oog meer dicht - laten er hun vuiligheid achter. En precies aan die uitwerpselen zijn 10 à 15 procent van de Belgen allergisch.
Anne-Catherine Mailleux, doctor biologie die de voorbije acht jaar aan de UCL en ULB onderzoek deed naar huisstofmijt, hoopt u ervan af te helpen – paradoxaal genoeg met een lokmiddel voor mijten.
HUMO Had u een speciale interesse voor die beestjes?
Anne-Catherine Mailleux «Niet bepaald. Voordien werkte ik vooral met mieren. Tot iemand me er attent op maakte dat we bijzonder weinig weten over de huisstofmijt, terwijl zo veel mensen er toch serieus last van ondervinden. Bizar, vond ik.»
HUMO We weten pas sinds de jaren 60 dat we niet allergisch zijn voor stof, maar dat de echte boosdoener de mijt is die in dat stof huist.
Mailleux «Tot die tijd dacht men inderdaad dat je allergisch was voor huisstof, voor de veertjes in je dekbed of voor wol. In de jaren 50 en 60 gingen enkele grote biologen zich plots wél interesseren voor mijten: zij ontdekten de huisstofmijt of Dermatophagoides pteronyssinus. Het was zelfs de Belgische professor Fain die het diertje in 1966 beschreef.
»Na de ontdekking dat die beestjes verantwoordelijk waren voor allergieën, zijn we hen massaal te lijf gegaan met insecticiden. Tot het besef kwam dat de mijten op den duur resistent werden, en dus onuitroeibaar. Toen is men alles op alles gaan zetten om medicatie te ontwikkelen tegen allergische reacties. Maar de diertjes zelf bestuderen om tot een oplossing te komen? Daar was niemand mee bezig.
»In totaal bestaan er zo’n 10.000 mijtensoorten. De meeste leven in bossen, voeden zich met bladeren en dragen zo bij tot de mineralisatie van de bodem. Voor het overgrote deel zijn mijten dus nuttige dieren, al zijn er ook een paar die voor gezondheidsproblemen zorgen. Dan denk ik niet alleen aan huisstofmijten, maar ook aan teken en schurftmijten. Men gaat ervan uit dat de huisstofmijt ooit in vogelnesten leefde en dat hij zich daarna is gaan vestigen bij de mens. In kampen uit de neolithische tijd heeft men sporen van mijten teruggevonden, dicht bij de slaapplekken van mensen. Onze relatie met de huisstofmijt gaat dus heel ver terug.»
HUMO Tot vrij recent bracht die relatie weinig problemen met zich mee: aan het begin van de vorige eeuw was haast niemand allergisch.
Mailleux «De oliecrisis van de jaren 70: daarmee is de miserie begonnen. Toen de prijzen steil de hoogte ingingen, zijn we als gekken onze huizen gaan isoleren: we stopten ieder tochtgat dicht, waardoor de vochtigheidsgraad in onze huizen steeg. En dat is precies waar mijten zo dol op zijn: een warme, vochtige omgeving, meer bepaald tussen 20 en 25 graden, met een vochtigheidsgraad van 70 procent. Dan planten ze zich razendsnel voort. Elk vrouwtje legt tussen 50 en 80 eitjes per maand. Gelukkig leven ze gemiddeld maar anderhalve maand, maar het tikt toch snel aan. Met die overvloed aan mijten is het niet verwonderlijk dat ook meer mensen allergisch zijn geworden.
»Het lijkt erop dat de laatste dertig jaar het aantal mensen met een allergie elke tien jaar is verdubbeld. Bij kinderen ligt dat aantal nog hoger. De genetica speelt een belangrijke rol: zijn je vader en moeder allebei allergisch, dan heb je 80 procent kans om ook allergisch te zijn. En dan heb je nog de bekende hygiënefactor: kinderen komen vandaag niet meer in contact met vuiligheid, waardoor hun afweersysteem het noorden kwijtraakt en te hevig reageert op bepaalde, op zich onschadelijke allergenen. De symptomen van een allergie zijn welbekend: verkoudheden, oorontstekingen, eczeem. In het ergste geval: astma-aanvallen.»
HUMO In één studie lazen we dat 4 op de 5 kinderen met een huisstofmijtallergie volgens hun ouders ook aan slaapstoornissen lijden. De allergie zou zelfs gevolgen hebben voor hun schoolresultaten en hun sociale leven – denk: geen logeerpartijtjes bij de vriendjes. Klinkt bijzonder vergaand voor een simpele allergie.
Mailleux «Je mag niet onderschatten wat voor een impact een zware allergie op je leven kan hebben. Op de Facebookpagina van Acar’Up – zo heb ik mijn product genoemd – staan veel reacties van kinderen: ‘Dank je wel! Sinds ik jullie middel gebruik, slaap ik veel beter.’
»Een goeie nachtrust maakt je weerbaarder tegen ziektes. Zo kun je de vicieuze cirkel van slecht slapen en ziek worden doorbreken. Ik ken ook een dame die elke nacht haar hoofd tussen een paar kussens moest prangen, om te voorkomen dat ze ’s nachts met haar neus tegen de matras aan zou komen te liggen. Dan begonnen haar ogen meteen te tranen en haar neus raakte verstopt. Sinds ze Acar’Up gebruikt, kan ze tenminste weer in een normale houding slapen: zij tevreden en haar man ook. We hebben ons bedrijfje via crowdfunding opgericht: Domobios, een spin-off van de UCL en de ULB. In geen tijd hadden we het nodige bedrag samen. Daar zaten mensen met een allergie zeker voor iets tussen: zij stonden te popelen om ons nieuwe middel uit te proberen.»
DIEPGEVROREN KIP
HUMO Een persoonlijke reden om de mijten te lijf te gaan had u niet: u was zelf niet allergisch.
Mailleux «Eerst niet, nee. Maar ik ben het wel geworden. Om mijten te kunnen bestuderen, moest ik er natuurlijk eerst zien te vinden. Dus vroeg ik aan mijn studenten of ik hun matras mocht komen stofzuigen. Zo ben ik zeker langs honderd studentenkoten gegaan – in sommige matrassen trof ik een halve dierentuin aan. Kennelijk was dat te veel van het goede: na een tijdje kreeg ik last van astma. Ik heb anderhalf jaar antihistaminica geslikt, maar daar werd ik vreselijk moe van. In mijn job is het geen ramp als ik in slaap val boven mijn microscoop, maar ik ken een vrachtwagenchauffeur die moest stoppen met antiallergiepillen, omdat hij er slaperig van werd achter het stuur.
»Met de inhoud van mijn stofzuiger trok ik naar mijn laboratorium. De meeste van die mijten waren niet veel meer waard na zo’n tochtje door de stofzuiger, maar met hun eitjes kon ik wel nog aan de slag. Ik moest alleen nog iets verzinnen om die mijten in leven te houden. Dat heeft toch wat moeite gekost: huidschilfers koop je niet zomaar in de supermarkt. Eerst heb ik het geprobeerd met mijn eigen huidschilfers (wrijft zich flink over de arm), maar dat leverde te weinig op. Daarna ben ik aan mannelijke collega’s gaan vragen of ik de inhoud van hun elektrische scheerapparaat mocht hebben. Met slechts één elektrisch scherende collega leverde ook dat te weinig op. En dan zwijg ik nog van de rare blikken die ik kreeg (lacht). Daarna heb ik geprobeerd om wat vel af te schrapen van een diepgevroren kip, maar die schilfers bleken te vet: de mijten werden zwaarlijvig en bewogen nog amper. Uiteindelijk kwam ik op het idee om ze te voeden met vis- en schildpaddenvoer, aangevuld met wat van mijn eigen huidschilfers. Proefondervindelijk heb ik trouwens ontdekt dat ze ook verzot zijn op pizza’s en croissants (lacht).
»Al snel kwam ik tot de ontdekking dat die beestjes met elkaar communiceren, dat ze samenwerken. De grootste zorg van huisstofmijten is water: zonder vocht drogen ze uit. Tijdens het slapen verliest een mens gemiddeld een halve liter zweet, maar overdag, als ons warme lichaam niet meer in bed ligt, zijn de mijten hun bron van vochtigheid kwijt. Om te overleven, troepen ze ergens diep in onze matras samen. Daarvoor moeten ze met elkaar kunnen communiceren: ‘Hierheen, jongens! Het wordt hier te droog.’ Dat doen ze door bepaalde moleculen uit te stoten. Daarvan heb ik er drie kunnen selecteren – de stinkende en giftige liet ik links liggen. Helaas bleek het nogal duur om die cocktail van drie moleculen zelf na te maken, dus ben ik op zoek gegaan in de plantenwereld. En jawel: ik heb de drie moleculen teruggevonden, in twee planten. Da’s veel goedkoper en werkt bovendien beter.»
HUMO Met die cocktail kun je de mijten dus in de val lokken?
Mailleux «Eigenlijk speel je vals, ja. Door die cocktail van moleculen denken de mijten dat ze moeten samentroepen, maar in plaats daarvan lok je ze in een speciale deken. Die leg je op je bed en bespuit je met precies de goeie dosis van onze cocktail. Na twee uur stop je de deken in de wasmachine: wassen op 60 graden en (imiteert een creperende mijt) ’t is gedaan met de beestjes. Om ook van hun uitwerpselen verlost te zijn, volstaat het je matras eens goed te stofzuigen.»
HUMO U gaat er prat op dat u 98 procent van de mijten te pakken krijgt. Hoe kunt u dat precies weten?
Mailleux «Da’s een heel karwei. Ik gebruik het Berlese-systeem: ik leg kleine stukken matras met mijten erin onder hete lampen. In een container onder de matras leg ik water en voedsel voor de mijten. Zodra het door de lampen te warm wordt, kruipen ze uit de matras en in de container. Ik giet er wat ethanol over om ze te doden en dan kan ik beginnen met tellen en vergelijken. Die procedure heb ik al wel duizend keer herhaald.
»Met één Acar’Up-behandeling kun je 80 procent van de mijten in je matras doden. Na vier behandelingen ben je dus van 98 procent van de mijten verlost. Die overblijvende 20 procent na elke behandeling heeft alles te maken met timing: niet elke mijt slaagt erin om binnen de twee uur vanuit de diepste krochten van je matras op de bespoten deken te klimmen. Andere mijten zijn dan weer te snel: die houden het voor bekeken en zijn alweer in je matras gekropen als de deken in de machine gaat.
»Ik heb dekens getest in allerlei materialen en kleuren. Het was van meet af aan duidelijk dat de mijten van donkere kleuren houden – met een lichtere kleur ving ik er 10 tot 15 procent minder. Zwart deed het ook goed in de tests, maar dat vond ik persoonlijk iets te somber. Dus werd het grijs. Ze moesten ook niks hebben van polyester of polyamide. Gewoon katoen hebben ze het liefst. Om de mijten te helpen bij het klimmen, is de deken gewoven zoals een badhanddoek, met kleine lusjes aan één zijde. Beschouw het als kleine touwladdertjes. De vierkanten die op de deken te zien zijn, dienen voor de juiste dosering: één tot twee keer sprayen per vierkant is voldoende. Spray je te veel, dan reageren de diertjes zoals op een sterk parfum: ze vluchten de andere kant op.»
HUMO U praat over die mijten alsof het mensen zijn.
Mailleux «Ik vind ze best sympathiek. Van sommige van hun gewoontes stond ik echt versteld. Zo hebben ze een grappige manier om zich collectief te verplaatsen. Als ik een druppel secondelijm laat vallen in een schaaltje vol huisstofmijten – ze verafschuwen die geur – dan kruipen de kleine mijtjes op de rug van een groot wijfje. Soms zitten ze wel met z’n tienen boven op elkaar. Dat wijfje kiest dan met veel moeite het hazenpad, richting veiliger oorden. Grappig om te zien.
»Nog zoiets geks: ze stapelen hun uitwerpselen op tot torentjes. Na een tijdje zijn die pilaren zo hoog dat ze omvallen. Tegen die omgevallen torentjes beginnen ze dan nog meer uitwerpselen te stapelen, tot er huisjes ontstaan. Huisjes van kaka, zeg maar. Op den duur ziet het eruit als een spons of zelfs een honingraat, maar dan minder mooi. Ik ben er best trots op dat ik als eerste bioloog dat gedrag heb ontdekt, want het is niet makkelijk om het gedrag van mijten te bestuderen. Ze haten bijvoorbeeld licht, maar zonder lichtbron op mijn microscoop of camera kan ik natuurlijk niks zien. Ook lastig: ik moet ervoor zorgen dat ik geen enkele mijt plet bij het sluiten van het petrischaaltje, want van een dode soortgenoot slaan ze helemaal in paniek en gaan ze zich abnormaal gedragen. Eigenlijk mag het een wonder heten dat iemand zich met die beesten bezighoudt (lacht).»
HUMO Ach, mijten genoeg. Het kan toch geen kwaad als u er een paar plet?
Mailleux «Da’s waar. Ik ben nog geen enkel bed tegengekomen zonder mijten.
»Je hebt er duidelijk meer in de steden dan daarbuiten – daar is het altijd een tikje warmer en vochtiger. Een arts heeft eens het aantal mijten vergeleken in Antwerpen en Brussel: hoewel beide steden te vergelijken zijn qua bevolkingsdichtheid en grootte, vond ze toch minder mijten in Antwerpen dan in Brussel. Kennelijk zijn het communautaire beestjes (lacht).»
HUMO Maken passiefwoningen het mijtenprobleem nog erger?
Mailleux «Dat zou ik zelf ook weleens willen weten. Als de lucht in zo’n passiefhuis droog genoeg is, dan zou het best kunnen meevallen. We weten wel dat, als je een volledig nieuw huis bouwt en allemaal nieuwe meubels koopt, er binnen de drie maanden mijten te vinden zijn in de matrassen en in de sofa. Ze liften mee via je kleding en de eitjes zijn zo licht dat ze zich via de lucht verplaatsen.»
HUMO Hoeveel huismijten heb je nodig om een allergische reactie uit te lokken?
Mailleux «We gaan ervan uit dat 100 mijten in één gram stof voldoende is. Voor een astma-aanval heb je aan 500 mijten in één gram stof genoeg. Aan die hoeveelheden zit je sneller dan je denkt: in één matras kunnen er een miljoen van die beestjes zitten.»
HUMO Staan veel mijten gelijk aan een dubieuze persoonlijke hygiëne?
Mailleux «Integendeel: mijten hebben het het liefst een beetje proper. In een matras met veel schimmel zul je minder mijten vinden. Die schimmeldraden haken zich vast aan hun pootjes en dat stoort bij het stappen. Veel of weinig mijten heeft vooral met de temperatuur in je slaapkamer te maken. Eigenlijk is het best nuttig om mijten in je matras te hebben als je niet allergisch bent: het zijn prima schoonmakers. Een mens verliest elke dag heel wat huidschilfers. In het Museum voor Natuurwetenschappen hebben ze een keer de huidschilfers die een mens in één jaar tijd verliest bij elkaar gespaard: dat bleek toch een serieuze hoop. Een waar feestbanket voor mijten.»
HOEZEN EN INSECTICIDEN
HUMO Hoe reageert de medische wereld op uw product?
Mailleux «De meeste dokters staan ervoor open. Op dit moment werk ik samen met een arts uit het Brugmannziekenhuis in Brussel: zij heeft al een veertigtal kinderen met Acar’Up behandeld. Het resultaat is hoopgevend. De kinderen waren opgedeeld in twee groepen: kinderen met ernstige tot gemiddelde symptomen, en kinderen met lichte symptomen. Na een behandeling met Acar’Up kon 60 procent van de kinderen uit de eerste groep naar de tweede groep verhuizen.»
HUMO Werkt dit nu beter dan andere middelen tegen huisstofmijtallergie? Zou een vaccin niet handiger zijn?
Mailleux «Er bestaan al medicijnen die je minder gevoelig moeten maken voor allergenen. Zoals bij een vaccin wordt telkens een kleine dosis van het allergeen toegediend. Naarmate je lichaam eraan went, word je minder allergisch. In één op de twee gevallen heeft die medicatie het beoogde effect. Alleen duurt zo’n behandeling vijf jaar en is ze behoorlijk duur. Mij lijkt het logisch dat je eerst de mijten probeert weg te krijgen met onze oplossing – met een prijskaartje van minder dan 50 euro is die best betaalbaar. Lukt dat niet, dan kun je nog altijd overschakelen op medicatie.»
HUMO Er bestaan ook plastic hoezen die je rond je matras, dekbed en kussens moet trekken.
Mailleux «Sommige van die hoezen werken prima tegen allergieën. Alleen ben ik niet zeker of je wel comfortabel slaapt op plastic. Ze zijn ook behoorlijk duur: je zit al snel aan 150 euro voor één bed. Gevolg is dat je ook goedkope namaakhoezen kunt kopen. Die zijn van zulke slechte kwaliteit dat ze de mijten laten ontsnappen. Om de kosten te drukken, kopen sommige mensen alleen maar een hoes voor hun matras. Op die manier los je het probleem niet op: al je zweet gaat gewoon in je dekbed en kussens zitten, op de voet gevolgd door de mijten.
»Wat je helemaal nooit mag kopen, zijn matrassen met een etiket ‘antihuisstofmijt’. Die zijn bespoten met één of ander insecticide. Na een maand of zes zijn de mijten resistent aan dat goedje. Bovendien lig je elke nacht te rusten op een bedje van chemicaliën. Gezond kan dat niet zijn. Zelf wilde ik absoluut met een ecologische oplossing voor de dag komen.»
HUMO De meest ecologische oplossing lijkt me om de mijten te bestrijden met hun natuurlijke vijand: de kou.
Mailleux «Klopt. Een knuffelbeer – ook een favoriete stek van mijten – kun je makkelijk in de diepvries stoppen. Met je matras is dat iets moeilijker. Oké, in de winter kun je de ramen openzetten, maar om de mijten weg te krijgen, heb je toch 48 uur constante kou nodig. Bovendien zit er in één op de drie knuffels tegenwoordig elektronica verwerkt: die overleven de diepvries niet. Momenteel ben ik aan het zoeken naar een Acar’Up-toepassing voor knuffels.
»Ik ben ook al met een volgend project bezig: de bedwants. Die zijn veel groter dan huisstofmijten (tot 6 millimeter, red.) en in tegenstelling tot mijten kunnen ze lelijk steken. Die bed bugs zijn voornamelijk een Amerikaans probleem.»
HUMO Dus als een Amerikaan je bij het slapengaan waarschuwt: ‘Sleep tight, don’t let the bed bugs bite’, dan is hij bloedserieus?
Mailleux «Jazeker. Je treft de bedwants ook steeds vaker hier bij ons aan. In hotels en B&B’s bijvoorbeeld, al houden ze dat zelf liever stil. Gelukkig zijn het geen overbrengers van ziektes, maar toch: die beten zijn pijnlijk. Met fondsen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen een collega en ik de komende tweeënhalf jaar nog op zoek gaan naar de moleculen waarmee we bedwantsen in een valstrik kunnen lokken.»
HUMO Voedt u die ook met visvoer?
Mailleux «Nee, met mijn eigen bloed (lacht). Mijn collega en ik laten af en toe een paar buisjes bloed aftappen bij het Rode Kruis. Elke week een paar druppels en onze bedwantsen kunnen er weer tegenaan. Als ik bedwantsen ga zoeken in besmette bedden, trek ik een soort ebola-uniformpje aan. Kom ik thuis van zo’n bedwantsenjacht, dan roepen mijn kinderen: ‘Buiten!’ (lacht)
»Wil je mijn vangst eens zien?»
HUMO Bedankt voor het interview, maar daar pas ik voor.