Het leven zoals het vluchtig is: 'Spoed 24/7'
Vanaf maandag leidt Eén u met kundige hand rond op de spoedafdeling van het UZ Leuven. In ‘Spoed 24/7’ krijgt u alle soorten onheil te zien die een mensenlichaam kunnen wurgen, tezamen met het kranige weerwerk dat artsen en verpleegkundigen bieden. De realityreeks werd op betrekkelijk revolutionaire wijze gemaakt, zegt producer Stef Soetewey van productiehuis 100.000Volts.TV.
undefined
Lees ook:
'Op de spoedafdeling krijg je de tijd niet om ontredderd te zijn'
Stef Soetewey «We zijn volledig afgestapt van het principe van cameraploegen die gaan filmen op locatie. ‘Spoed 24/7’ is gemaakt door een team van 45 mensen, maar die bleven wel op afstand. Concreet: we hebben zestig camera’s opgehangen op de spoedafdeling van het UZ. Gedurende een week of zes registreerden die alles, zonder manuele tussenkomst. Enfin, alles: die camera’s waren allemaal naar het plafond of naar de muur gericht, en werden pas naar de actie gekeerd wanneer we de formele toestemming hadden van de patiënt of van zijn gezelschap. Werd een patiënt alleen binnengebracht, en was hij of zij niet in staat om toestemming te geven, dan werd er niet gedraaid. Daar zijn we heel strikt in geweest.
»Die nieuwe aanpak had een heel bijzonder gevolg: échter krijg je het niet. Ik heb best wel wat ervaring op het vlak van documentairereeksen (Soetewey maakte onder meer verschillende reeksen van ‘Het leven zoals het is’, red.) maar zo authentiek als ‘Spoed 24/7’ heb ik het nog niet gezien. Dingen die mensen misschien voor zich hadden gehouden als er een tv-ploeg bij was geweest, worden nu wél gezegd. De bange zuchtjes van een patiënt, het stille vloeken van een arts, de terloopse humor: je ziet en hoort het allemaal, en op geen enkel moment wordt de realiteit bijgekleurd.»
HUMO Maar er is meer dan alleen observatie: jullie interviewen de patiënten en het personeel ook.
Soetewey «Ja, zodra alles achter de rug is. Van de artsen en de verpleegkundigen vragen we dan vooral medische duiding: wat is er precies gebeurd? En de patiënten laten we vertellen hoe ze het allemaal beleefd hebben. Zo krijg je een vóór en een ná. Al is er jammer genoeg niet altijd een na. De rauwe realiteit werd ons soms bruut in het gezicht gekletst: we zagen mensen binnenkomen die helder hun situatie uitlegden en geen érg ongezonde indruk nalieten – maar vervolgens het operatiekwartier binnengereden werden en het niet haalden. Dat waren heel indringende momenten. We hebben mensen gezien die met hun familieleden aan het praten waren terwijl ze binnengebracht werden, en vóór ze onder het mes gingen nog zeiden: ‘Tot straks!’ Het moment waarop een arts dan de ‘hij heeft het niet gehaald’-boodschap moet brengen... Dat was telkens weer onbevattelijk.»
HUMO Het is – naast de noodzakelijke medische bagage – misschien wel de belangrijkste vereiste voor wie op een spoedafdeling wil werken: dat leed snel van je schouders kunnen gooien.
Soetewey «Klopt: je moet de knop kunnen omdraaien. Je kunt vandaag iets tragisch meemaken, maar morgen moet je er weer staan. Je krijgt de tijd niet om ontredderd te zijn: je moet altijd weer vérder.
»Daarnaast helpt het als je over een groot empathisch vermogen beschikt. En je moet stressbestendig zijn en kalmte uitstralen. Dat viel mij nog het meest op: de verrassende rust die heerst op zo’n afdeling. We hebben een totaal vertekend beeld van de spoedafdeling, met dank aan de Amerikaanse ziekenhuisseries waarin brancards slordig binnengereden worden, artsen luid schreeuwen en de chaos altijd overheerst. Daar zat ik aanvankelijk op te wachten, maar het kwam niet. Zelfs de meest straffe, intense casussen werden op een gedisciplineerde, zelfverzekerde manier aangepakt. Iedereen kent zijn plaats, iedereen kent het stappenplan: heel indrukwekkend vond ik dat.»
HUMO Nog clichés die onthoofd werden?
Soetewey «Ik wist niet dat een hartinfarct zo sneaky kan zijn. Zo’n infarct, dat was voor mij: een beklemmende pijn voelen op de borst, en hulpeloos neerzijgen. Maar ik heb mensen de shock room zien binnengaan die zich van geen kwaad bewust waren. Aan wie de dokter echt moest zeggen: ‘Meneer, u hebt een hartinfarct.’
»Daarnaast is het ook heel mooi om vast te stellen dat de spoedafdeling niet louter een plek van ellende en afscheid is. De dokters en verpleegkundigen zien het ook als hun taak om plezier te brengen: er wordt daar behoorlijk wat afgelachen. Terloopse chitchat, kwinkslagen, een optimistische grap: net om de zwaarte de baas te kunnen, wordt er heel erg naar lichtheid gezocht.»
HUMO Ik word nog steeds warm als ik terugdenk aan het ongekunstelde engagement van het personeel op de spoedafdeling waar ik deze zomer een reportage maakte.
Soetewey «Ja: die mensen werken daar zo gráág. Je kunt het op zo’n afdeling alleen maar volhouden als dat is wat je fundamenteel wilt: mensen beter maken.»
HUMO Heb je voor jezelf een wezenlijke levensles onthouden?
Soetewey «In de reeks zit een mucopatiëntje dat al verschillende orgaantransplantaties heeft ondergaan, maar telkens waren er afstotingsverschijnselen. Je verwacht dan moedeloosheid en angst, maar dat meisje is net heel optimistisch: ze bijt zich vast in het leven, knokt als een soldaat en probeert elke dag iets te vinden om van te genieten. ‘Kijk ons, gezonde mensen, toch,’ dacht ik meermaals. ‘We blazen onze kleine probleempjes toch o zo graag op tot grote catastrofes.’ Terwijl je verdorie je geluk moet vieren zolang je niet in een bed op de spoedafdeling een naar verdict moet afwachten.»