Het lieve leven: Georges Leekens'Het leven is veel te kort voor sombere gevoelens. Lééf!'
George Leekens, de redder van Sporting Lokeren, gelooft heilig in de positieve boodschap – ‘Het leven is veel te kort voor sombere gevoelens’ – én in het huidige Belgische voetbal – ‘Wat is de kern van ons succes? Eén woord: gevoel voor het multiculturele.’ Drie uur op het scherp van de snee met Mac The Knife.
'Mbark Boussoufa ging voor mij door het vuur. Omdat ik zelfs de ramadam met hem meedeed'
Georges Leekens (66) te pakken krijgen voor een goed gesprek is poepsimpel: je surft naar z’n website en meteen vind je zijn e-mailadres en telefoonnummer. De voormalige bondscoach, ooit zelf Rode Duivel, geeft mij rendez-vous in de catacomben van Sporting Lokeren, waar hij een kaal, nauwelijks te vinden kantoortje betrekt. Een toiletjuffrouw, of is het de poetsvrouw, vangt mij uiterst vriendelijk op en toont me de weg. Een andere freule, in blauwe schort, zorgt voor koffie en een koekje. Wanneer ik dat even later aan Leekens vertel, straalt hij: ‘Ik ben blij dat te horen. Iedereen, van laag tot hoog, moet ten dienste van de club staan en Lokeren naar beste vermogen dienen. De omkadering is net zo belangrijk als het voetbal. Kleine details maken een club groot.’
Ik zit nog maar net wanneer Lokeren-voorzitter Roger Lambrecht, steunend op zijn stok, even gedag komt zeggen. Leekens: ‘Meneer Lambrecht is nu 84. Maar nog iedere dag komt hij naar het stadion. Fantastisch!’ In de loop van het gesprek zal nog veel meer fantastisch blijken. Of formidabel, briljant, prachtig, fabelachtig.
Georges Leekens «Ik kom uit het Limburgse Meeuwen, in de jaren 50 een idyllisch dorpje in de buurt van Houthalen. Wij waren thuis met drie broers, telkens met twee jaar verschil geboren – ik was de middelste. Mijn jongste broer is op z’n 5de gestorven: keelkanker. Moeder heeft er verschrikkelijk van afgezien, maar ze liet weinig merken: pas op haar sterfbed heeft ze ons bekend hoe vreselijk dat overlijden haar heeft getekend.
»Mijn vader begon als bakker, maar trok later als militair naar Duitsland. Hij werd chef-kok in de kazerne van Soest. Later kwamen mijn ouders terug naar Limburg om er café te houden, met een theaterzaal erbij. Mijn moeder was van boerenafkomst. Vader was erg sociaal. Beiden waren ze keiharde werkers, mensen die in het leven vooruit wilden komen. Kenmerkend voor ons gezin was de hoge dosis optimisme die er heerste. Mijn oudste broer René en ik waren behoorlijke voetballers, maar de stelregel was: éérst de studie, dan het voetbal. René is uiteindelijk voorzitter van de Kamer van Koophandel in Leuven geworden.
»Moeder was mijn idool, mijn heldin, voor haar deed ik alles, ik wilde haar vooral nooit teleurstellen. Zij was een gouden ziel, sprak nooit kwaad over iemand, zag altijd het goede in de mens. En, typisch voor ons gezin: ze kon keihard werken. Moeder heeft zelfs een tijdje in een pralinefabriek aan de lopende band gestaan. Ze sliep toen vier, vijf uur per nacht – wat ik zelf nog altijd doe (glimlacht). Vader had dat militair-strenge in zich. Zijn oordeel was altijd beenhard, ook over mijn voetbalprestaties (lacht). Maar zijn bedoelingen waren goed.
»Vader is jong gestorven en toen werd René de peetvader van de familie. Mijn broer en ik zijn erg tegengestelde karakters: René is ernstig en rechtlijnig, terwijl ik altijd wat studentikoos ben gebleven. Maar we delen ook enkele belangrijke eigenschappen: doorzettingsvermogen en een hang naar perfectionisme.»
undefined
'Het drama met mijn eerste vrouw heeft mij geleerd hoe broos geluk kan zijn'
HUMO Welke lessen heb je van je ouders meegekregen?
Leekens «Respect voor je medemensen, voor het gezag, voor het koningshuis, voor de vlag, voor de hiërarchie, voor de voorzitter die boven je staat. Maar ook voor andere culturen. In de streek van Houthalen wemelde het van de Italianen, de Polen, de Spanjaarden. Rocco Granata woonde in de buurt, het multiculturele was er zeer aanwezig. En daar kon ik goed mee om. Wij leerden zonder vooroordelen over andere religies en culturen te denken. Dat is mij m’n hele carrière bijgebleven.
»Mijn broer en ik begonnen onze voetbalcarrière bij Sporting Houthalen: René als doelman, ik als spits. Eigenlijk had René het meeste talent: hij was een uitstekende keeper, terwijl ik eerder beperkt was. Toen wij later naar Dessel Sport getransfereerd werden, werd er voor René flink betaald; mij kregen ze er gratis bij (lacht). René ging politieke en sociale wetenschappen studeren, terwijl ik sportkot deed, allebei aan de KU Leuven.
»In Leuven speelde ik bij de universitaire ploeg, wat mij een transfer naar Crossing Schaarbeek opleverde. Let wel: Crossing speelde toen in eerste klasse. Toen ik in de eerste licentie zat, kreeg ik een aanbieding van Anderlecht. Maar ik koos ervoor mijn studie af te maken – de wijze lessen van thuis indachtig (glimlacht).
»Als spits was ik niet briljant. Beetje bij beetje zakte ik naar achteren af, om ten slotte mijn echte bestemming te vinden, die van back. Technisch stelde ik niet veel voor, maar ik had mijn lengte mee, 1 meter 88. Ik durfde mijn voet te zetten, en ik had een behoorlijk inzicht in het spel. En er was mijn persoonlijkheid, mijn uitstraling, mijn autoriteit.»
'Toen mijn broer en ik naar Dessel Sport getransfereerd werden, werd er voor hem flink betaald; mij kregen ze er gratis bij'
undefined
HUMO Je handelsmerk werd de beenharde tackle. Je groeide uit tot een meedogenloze mandekker. Snel leverde dat je bijnaam op: Mac The Knife.
Leekens «Charles Baete (legendarische sportjournalist van ‘Het Laatste Nieuws’, red.) was de eerste die mij zo noemde. Het is mijn karakter, vrees ik. Eén van de eerste wedstrijden met Crossing was tegen Anderlecht. Mijn opdracht: Jef Jurion niet lossen. Bij een eerste contact speelde Jef de bal tussen m’n benen door. Ik dacht: dat gebeurt mij geen tweede keer. En ja, dan word ik een mes. Over my dead body!
»Maar echt gemeen was ik niet. Nooit een rode kaart gekregen. Wel twee keer geel. Hard zijn is oké, moet kunnen, zeker in het moderne voetbal. Maar het mag nooit de bedoeling zijn een tegenstander te kwetsen.»
HUMO Uiteindelijk haalde je met je beperkte techniek zelfs de nationale ploeg.
Leekens «Ik kreeg drie officiële selecties, ik ben in totaal achttien keer opgeroepen. Raymond Goethals en Guy Thys waren zo’n beetje mijn peetvaders. Goethals was niet alleen een tactisch genie, hij was ook – op zijn manier – een fantastische communicator. Goethals was… gepassioneerd door het spel. Hij at en dronk voetbal. In Sint-Truiden had hij de buitenspelval verfijnd, en dat werd nadien z’n handelsmerk. Uiteindelijk zouden de Rode Duivels uitgroeien tot de koningen van de buitenspelval. Goethals speelde je ook uit op díé plek waar je echt op je best was: hij kon buitengewoon goed de kwaliteiten van een speler inschatten. Tegen Duitsland seinde hij mij in: ‘Let vooral op die Schakenberger. Zorg dat die er niet doorkomt.’ Ik zeg: ‘Trainer, wie is Schakenberger? Bedoel je misschien Schwarzenbeck?’ En hij: ‘Maar dat is toch wat ik je zeg!’ Zo was Goethals.
»Ik had een fantastische voetbaltijd: tot mijn 32ste ben ik Club Brugge trouw gebleven. Toch heb ik het voetbal altijd eerder als een hobby dan als een beroep beschouwd. Nog altijd, trouwens. Ik wilde wat achter de hand houden: mijn kinepraktijk heb ik nooit opgegeven.»
Zoek de rotte appel
HUMO De lijst van clubs die je ooit hebt gecoacht, moet de langste uit de voetbalhistorie zijn: Cercle Brugge, Anderlecht, KV Kortrijk, Club Brugge, KV Mechelen, Trabzonspor, Sporting Charleroi, Moeskroen, Sporting Lokeren, Roda JC, AA Gent, het Saoedische Al-Hilal, de nationale ploeg van Tunesië… Voeg daar je twee termijnen als coach van de Rode Duivels bij en je haalt het Guinness Book of Records. Welke Belgische club heb je níét getraind?
Leekens «Genk en Standard (lacht). Wel mee in contact geweest. Bij enkele clubs die je net noemde, ben ik meerdere keren aan de slag gemogen: Club Brugge, Cercle, Kortrijk, Moeskroen, Lokeren. Wat bewijst dat ze er mijn kwaliteiten niet vergeten waren.»
HUMO Over jou wordt gezegd: ‘Leekens blijft nergens erg lang.’ Je hebt het aura van een crisismanager die een problematische situatie moet oplossen. Eens de klus geklaard, ben je weg.
Leekens «Klopt. Als de zaak in het honderd is gelopen, weten de clubs mij wonen. En meestal lós ik de zaak ook op. Let wel: ik stap niet altijd snel op. Bij Cercle Brugge en AA Gent heb ik drie seizoenen meegedraaid. Maar goed, vaak blijf ik maar één of twee jaar. Waarom? Omdat ik op een gegeven moment vaststel dat er geen groeimarge meer is. Soms neem ik zelf ontslag en betaal ik braaf de verbrekingsvergoeding. Er waren ook clubs bij wie ik te snel wilde gaan: Anderlecht, bijvoorbeeld, waar ik de hele structuur wilde omgooien maar op zoveel verzet stootte dat ik het snel begrepen had. Veranderen kan, maar forceren is meestal slecht.»
HUMO Je vloog er als trainer wel telkens hard in. Je koos niet voor de bompa-aanpak à la Guy Thys, je wilde niet de beste vriend van je spelers zijn. Je durfde de zweer open te snijden.
Leekens «Het eerste wat ik deed, en nog altijd doe, is zorgen voor sfeer en structuur. Twee zaken die meestal ontbreken. Als je die twee op orde krijgt, volgen de resultaten vanzelf.»
HUMO Maar na zes maanden verdwijnt vaak je toverkracht.
Leekens «Kijk, als je diagnose verkeerd is, werkt je medicament niet. Dat weet iedere dokter (lacht). Je kunt je soms vreselijk vergissen. Dé hamvraag blijft: wat is de échte oorzaak van het slecht presteren? Waar zit de rotte appel? Soms verneem je meer van de materiaalmeester of de man die het gras maait, dan van het bestuur. Vandaar: leer te luisteren. Praat met iedereen. Ik geloof in communicatie. Ik heb mijn eigen boodschap, maar de vraag is of die juist aankomt. Een tijdje blijft men mooi navolgen wat je voorschrijft, spelers en bestuur. Maar na zes maanden, inderdaad, komt het uur van de waarheid.»
HUMO Precies: nieuwe bezems vegen altijd goed, dat weet je. Maar wat daarna?
Leekens «Dan is het tijd om daadkrachtig te zijn. En vooral: te blíjven verder sleutelen aan de omkadering. Bij de voetbalbond bestond indertijd nauwelijks structuur. Daar ben ik op beginnen te werken. Op nationaal niveau zijn wij de Nederlanders al een tijdje voorbijgestoken. Waarom? Omdat de Nederlanders niet verder zijn geëvolueerd en wij Belgen wél.
»Toen ik in 1995 Excelsior Moeskroen trainde, kreeg ik een aanbieding van de bond. Omstreeks die tijd werd mijn vrouw getroffen door een hersenbloeding. Ik dacht: als ik bondscoach word, krijg ik wat meer tijd om haar bij te staan. En wat is er mooier dan de Rode Duivels te mogen trainen? Dat was mijn motivatie, toen.»
Ramadan
undefined
HUMO Goed, je arriveert bij een nieuwe club en je analyseert de bestaande toestand. Wat zijn de meest voorkomende mankementen?
undefined
Leekens «Meestal is het vertrouwen weg. Dan begin je te motiveren en te dirigeren. Daarbij is het pure spel zeker niet alles, het menselijke aspect is minstens even groot. Bij KV Mechelen volgde ik Aad de Mos op. Maar de voorzitter, John Cordier, raakte met z’n bedrijf Telindus in financiële moeilijkheden en begon zijn beste spelers te verkopen. Ja, daar sta je dan, als trainer. Ik heb toen voor het Turkse Trabzonspor gekozen. Het avontuur lonkte! Dat heeft altijd in mij gezeten. Ik wilde de wijde wereld zien. Als je zoals ik in Tunesië hebt gewerkt, in Saoedi-Arabië, in Turkije, krijgen ze je in België niet meer stuk. Alles heb ik meegemaakt, tot terroristische aanslagen en aardbevingen toe (lacht). Nieuwe uitdagingen! Nieuwe mensen ontmoeten!»
HUMO Wat hebben die uitheemse avonturen je geleerd?
Leekens «Dat je je moet aanpassen, verdorie. Ik heb het altijd logisch gevonden dat niet Trabzonspor zich aan Leekens aanpaste, maar wel Leekens aan Trabzonspor. En ik geef het je op een blaadje: Trabzonspor, dat is niet Istanboel. Om te beginnen heb je de moslimmentaliteit: de meesten van mijn spelers daar waren diepgelovig. Wel, ik praatte met die mensen over hun rituelen, probeerde hun gedachtetrein te volgen. Ik respecteerde hun gebedsmomenten, ging mee naar de moskee. Uiteindelijk blijkt dat godsdienst een universeel fenomeen is. Alleen: moslims passen hun regels veel strikter toe dan wij de onze. Komaan, zeg, wat is de kern van het succes van het huidige Belgische voetbal? Eén woord: gevoel voor het multiculturele.»
HUMO Leekens staat voor: snel resultaat. Dat was de duidelijk uitgesproken reden toen de Tunesiërs je in 2014 als bondscoach inhuurden. De druk op jou moet enorm zijn, iedere keer opnieuw.
Leekens «Ach, ik wek die druk ook bij mezelf op. Zo zit ik in elkaar, zo ben ik thuis opgevoed. In Tunesië deed ik alles: trainers opleiden, de jeugdwerking coördineren, sponsors versieren, met de regering onderhandelen. Veel meer dus dan ‘op stilstaande fasen werken’ (lacht). En het was… prachtig. Ik heb ploegen getraind waar er in het begin niet eens stromend water was, waar de spelers na de match een fles water over hun bezwete lichaam goten, waar geen wifi was, waar het ebolavirus in de buurt huishield. Mijn populariteit als Tunesische bondscoach was enorm, men droeg mij op handen. Ik heb ook altijd humor in een club proberen te brengen, er moet al eens gelachen worden.»
undefined
HUMO In dat verband doet een fantastisch verhaal de ronde: hoe je bij Club Brugge de spelers cowboy en indiaan liet spelen. Of hoe je, na het verlies van Club tegen Rapid Wien, met de spelers zwaar ging doorzakken, zodat de laatste frustraties naar boven konden komen.
Leekens «Dat soort dingen doe ik nog altijd. Ik ben van oordeel dat je, in plaats van je spelers onder druk te zetten, zoals Aad de Mos vroeger deed, net druk moet wegnemen. Een ander aspect is wederzijds respect: clanvorming moet worden tegengegaan. Mensen met verschillende politieke of geloofsovertuigingen moeten elkaar leren waarderen. Ik herinner mij de jonge jaren van Mbark Boussoufa (die enkele dagen voor het ter perse gaan naar AA Gent werd getransfereerd, red.): ik liet hem bij de Buffalo’s z’n ramadan doen, ik liet hem bidden wanneer hij dat nodig achtte. Gevolg: die kerel ging voor mij door het vuur. Ik deed zelfs de ramadan met hem mee.»
HUMO Are you kidding me?
Leekens «Echt waar. Of ik deed toch alsof (lacht). Misschien ging ik in het geheim wel een broodje eten. Ik trok met de beloften naar Qatar en at gewoon ’s avonds, als de zon was ondergegaan, en ’s ochtends vroeg, net voor zonsopgang. Leuk! En dat werd geapprecieerd: ‘Kijk, onze coach begrijpt ons!’»
HUMO Waarom ben je, voor de derde keer, naar Sporting Lokeren teruggekeerd?
Leekens «Omdat ik hier echte kameraadschap vind. En omdat ik van mijn voorzitter, Roger Lambrecht, hou. Dankzij die man overleeft de ploeg. Roger Lambrecht ís Sporting Lokeren.»
HUMO Je staat erom bekend een strenge coach te zijn.
Leekens «Een ploeg die zwalpt, heeft een strenge hand nodig. De meeste coaches staan huiverig tegenover Afrikanen. Ik niet, ik kén die wereld, ik weet hoe ik die kerels moet aanpakken. Je moet ook je talen spreken, natuurlijk. In Saoedi-Arabië sprak ik wat Arabisch, in Turkije volgde ik Turkse lessen. Je leert niet in volzinnen te praten, natuurlijk. Maar als je tijdens de training enkele woorden Arabisch kunt laten vallen, zie je die ogen oplichten: ‘Hey! Onze coach kijkt niet op ons neer!’ Toon dat je je mensen serieus neemt.»
Een gouden erfenis
HUMO Je hebt de Rode Duivels twee keer gecoacht: van 1997 tot 1999 en van 2010 tot 2012. Als ik het goed heb, was de huidige kern, die nu zo succesrijk is, in 2012 al samengebracht?
Leekens «Klopt. Wie zaten er toen al allemaal bij? Courtois, Mignolet, Kompany, Vermaelen, Vertonghen, Alderweireld, Witsel, Fellaini, De Bruyne, Hazard, Benteke, Lukaku, Mirallas, Mertens. Nainggolan heeft onder mij z’n eerste invalbeurt gekregen, tegen Roemenië. Onder Wilmots zijn onder anderen Origi, Batshuayi en Januzaj erbij gekomen. Ook de structuur was in 2012 klaar.»
HUMO Je hebt Wilmots dus een gouden erfenis nagelaten?
Leekens «Toen ik de tweede keer aan het nationale roer ging staan, kwamen wij uit een lange periode waarbij het armoe troef was. Sommige spelers schaamden zich om voor de Rode Duivels te spelen. De supporters lieten het massaal afweten. De bond was een puinhoop. Het geloof was helemaal weg. De Rode Duivels kwamen over als een bende losers.»
HUMO Toch lag je op het einde niet zo lekker bij de spelers. Er leefde veel onderhuidse kritiek. En er was het fameuze hamburgerincident met Eden Hazard.
Leekens «Laatst kwam ik Eden nog eens tegen. Hij keek mij aan met pretlichtjes in de ogen: ‘Gaan we samen een hamburger eten, coach? C’est moi qui paie.’ (hilariteit) Ik bedoel: dat is allemaal vergeven en vergeten. Het hoort nu eenmaal bij het voetbal. Vergeet niet: Marc Wilmots was mijn assistent. Hij kon gewoon verderzetten wat wij samen aan het opbouwen waren.»
HUMO Toen je in 2012 plotseling je ontslag bij de bond gaf om Club Brugge te gaan trainen, deed je die fameuze uitspraak: ‘De klus is al voor 90 procent geklaard.’ Die woorden zijn je blijven achtervolgen.
Leekens (zucht) «Tot mijn scha en schande, ja. Ik betreur die uitspraak. Niet omdat ze fout was, maar omdat ze verkeerd is geïnterpreteerd. In het voetbal bestaat er een hemelsbreed verschil tussen 90 procent en 100 procent. De laatste procenten zijn de moeilijkste. Het is het verschil tussen uitstekend en perfect. Iedere topsporter zal begrijpen wat ik bedoel.»
HUMO Vandaag staan de Duivels op nummer één in de FIFA-rangschikking en zijn zij dé favoriet voor het komende EK in Frankrijk. Het kan verkeren.
Leekens «Vergeet niet: de kern die wij daarnet hebben opgesomd, was toen nog erg jong. Lukaku is nog altijd maar 22 jaar! Eden Hazard 25. Het enige wat echt is veranderd: die jongens hebben allure gekregen, body, zelfvertrouwen. Dáár zit die fameuze 10 procent die nog moest worden gerealiseerd.»
Georgescu
HUMO Waarom liet je zo’n gouden lichting in de steek? Was dat om het grote geld dat Brugge je bood?
Leekens (zucht) «Ik wilde opnieuw iedere dag trainen. Mijn privésituatie was veranderd. En ik had het gevoel dat mijn werk bij de Duivels voor het grootste deel af was. Ik hoopte dat het bondsbestuur dat zou begrijpen. Nee, dus. (Mijmerend) In het begin kreeg ik enorm veel waardering van de bond. Ik zat er ook iedere dag, ik werkte het hele jaar door. En bij de supporters lag ik uitstekend: ‘Leekens for president!’ werd er geroepen. En toen kwam die vraag van Club: ze wilden per se dat jaar kampioen worden, en daarvoor hadden ze mij nodig. Club was een oude liefde van mij, ik had er negen jaar gespeeld, en ik had de club al eerder geleid, met succes.
»En om het geld? Dat klopt niet. Wat ik bij Brugge zou verdienen, was ongeveer hetzelfde als wat de bond mij betaalde. Nee, het ging mij om de uitdaging, de zucht naar avontuur. De rusteloosheid ook, die mij kenmerkt.»
'Mbark Boussoufa ging voor mij door het vuur. Omdat ik zelfs de ramadan met hem meedeed'
undefined
HUMO En toch: als je was gebleven, zouden alle successen die Wilmots nu oogst, op jouw naam hebben gestaan. Vreet dat niet aan je?
Leekens «Integendeel: ik ben trots op wat de Rode Duivels hebben gerealiseerd. Ik ben een blij man. Als Wilmots was mislukt, had ik dat ook voor 90 procent als mijn schuld beschouwd (glimlacht). Goed, wij hebben Euro 2012 niet gehaald. Wij zaten in een loodzware groep, met onder meer Duitsland, Oostenrijk en Turkije. Ondertussen zijn diezelfde jongens in hun eigen club zeer dominant en spelbepalend geworden. En dat in de hardste competities van Europa.»
HUMO Nog een mooie troetelnaam van jou: Georgescu. Wat suggereert dat je koud en afstandelijk overkomt.
Leekens (glimlacht) «Stoor ik mij niet aan, want anderen noemden mij dan weer Sir Georges. Weet je, mensen zitten vreemd in elkaar: meestal onthouden ze het negatieve. Wel is het zo dat ik altijd in discipline heb geloofd. Discipline bij de spelers, bij het bestuur, bij mezelf in de eerste plaats. Maar is dat ‘koud en afstandelijk’?»
HUMO Marc Wilmots werd bijna onmiddellijk na zijn aantreden door de spelers in de armen gesloten als ‘één van ons’, ‘één die ons echt begrijpt’. Dat was met jou niet het geval.
Leekens «Kijk, ík heb Kompany kapitein gemaakt, met applaus van alle spelers. Ik vond dat een goede zet: Kompany is een geboren leider, ook naast het veld, ook commercieel. Weet je dat ik er bij de bond nog voor heb gepleit dat Wilmots mij zou opvolgen? De osmose, het gevoel ‘één van ons’ was tóén al aanwezig. Onlangs liep ik Dries Mertens tegen het lijf: ‘Hey! Drieske!’ Wel, Mertens straalde gewoon toen hij me zag. Nico Lombaerts: idem dito. Ik heb Lombaerts laten groeien op de linksachter. Kijk, een coach maakt geen spelers, topspelers maken zichzelf. Boussoufa kwam van nergens en werd bij Anderlecht Gouden Schoen. Bij de uitreiking vloeiden zijn tranen: ‘Boven alles dank ik dit aan mijn vroegere coach, Georges Leekens.’ Ik geef het toe: ik ben pas vrij laat gaan beseffen hoe belangrijk emoties zijn. Vroeger hield ik die zoveel mogelijk voor mezelf. Nu zeg ik: emotie mág.»
HUMO De Nieuwe Leekens is een emotioneel man? Niet langer Georgescu?
Leekens «Leekens is altijd een emotioneel man geweest. Maar hij stopte het weg. Ik ben blij dat ik nu mijn ware natuur mag en durf te tonen. En dat loont: je krijgt meer appreciatie.»
HUMO Ironie: bij Club hield je het maar enkele maanden vol. Uiteindelijk werd je ontslagen. Maar je had een ijzersterk driejarig contract dat je 2,5 tot zelfs 3 miljoen euro garandeerde. Zo ontstond de perceptie: Leekens = geldwolf.
Leekens «Ach, ik heb zo vaak de perceptie tegen gehad. ‘Leekens is een opportunist! Leekens is kil en koud!’ Als ik in 2012 een opportunist zou zijn geweest, was ik de Rode Duivels blijven leiden. Ik was al naar Brazilië gevlogen om er de sites te verkennen waar onze jongens zouden spelen. Ik was er 300 procent van overtuigd dat wij ons zouden kwalificeren. Ik zal je eens wat verklappen: als je het echt voor het geld doet, ga dan Rusland of Qatar trainen.»
HUMO Wat wordt dáár betaald?
Leekens «Dat moet je aan Dick Advocaat vragen (hilariteit). Over geld spreek ik mij niet uit, anders is het einde zoek. Ik reageer ook niet meer op de bedragen die ik zogezegd zou hebben verdiend. (Mijmerend) Na mijn afscheid van de Duivels werd ik overal de gebeten hond. Zelfs in Leuven, dat ik zo’n beetje beschouwde als mijn thuisstad, werd ik voor bedrieger uitgemaakt. Na mijn ontslag bij Club heb ik één jaar thuisgezeten: analyses maken, commentaar voor Sporting Telenet verzorgen, aan bedrijfsmotivatie doen.»
HUMO Je zat erdoor, toen?
Leekens «Ik zit er nooit door (lacht). Dat ligt niet in mijn aard. Wel voelde ik mij verkeerd begrepen. Gelukkig begon na enige tijd de microbe weer te knagen: ik wilde opnieuw beginnen, met een schone lei. Roger Lambrecht belde mij in paniek op: ‘Wij staan vijftiende in het klassement. Straks degraderen we. Maar jij kunt ons redden, Georges!’ En zo werd het dus Sporting Lokeren.»
HUMO Toch geen hartenpijn dat je vandaag niet in de schoenen van Wilmots staat?
Leekens (schudt het hoofd) «Ik ben niet het type coach dat na een overwinning naar de spionkop stormt om er het applaus in ontvangst te gaan nemen.»
Even dat EK Winnen
HUMO Laten wij het even over Eden Hazard hebben. Buitengewone voetballer. Maar als hij aan de bal komt, temporiseert hij en geeft hij de tegenstander de kans zich te reorganiseren. Wat zou je Eden vandaag influisteren?
Leekens «Bij Chelsea maakt Eden al enkele seizoenen het verschil. Omdat men daar weet wat hij wil. Maar bij de nationale ploeg wist men dat niet. Eden diende eerst het respect van de andere spelers af te dwingen. Dat respect heeft hij nu. Ik denk dat Hazard nog groei in zich heeft, zeker bij de Duivels. Hij begint de bal ook meer in één tijd te spelen. Voetballen is een groeiproces, hè.
»Hazard is nu gekwetst, net als Kompany. (Samenzweerderig) Maar dat vind ik niet erg voor ons EK: die jongens zullen op het einde van het seizoen niet helemaal leeggespeeld zijn.»
HUMO Voor dat EK in Frankrijk zit België in groep E, met Zweden, Ierland en Italië. Kan dat een probleem zijn?
Leekens (gedecideerd) «Nee. De eerste ronde moet worden gehaald, as simple as that. De volgende tegenstander, in de achtste finale, díé wordt belangrijk. België heeft bewezen van landen als Italië of Frankrijk te kunnen winnen. Maar van Duitsland? Dat wordt andere koek, hè. Belangrijk is dat wij met dit team nu ook op een mindere dag kunnen winnen. Vroeger speelden wij de hele match de pannen van het dak en kregen we in de 92ste minuut een goal tegen. Dat zijn jeugdfoutjes. Offensief hoeft niemand ons nog lessen te leren. Defensief zou het ook moeten lukken: Kompany, Alderweireld, Vermaelen, Vertonghen, Lombaerts, Meunier stáán er in hun respectieve clubs. Dus zullen zij er ook in de nationale ploeg staan. Echt: wij moeten tot op het einde kunnen meegaan.»
HUMO Europees kampioen?
Leekens «Waarom niet? Wij hebben nu ook de mentaliteit. Hier en daar begin ik uitspraken van de spelers te lezen in de trant van: ‘Wij willen winnen.’ Goeiedag, eeuwige underdog! Wij zijn simpelweg favoriet. Zo horen wij ook te spelen. En ons te gedragen. Wij zijn niet langer die bescheiden Belgen. Wij zijn échte Belgen geworden.
»Opmerkelijk: veel van onze doelpunten vallen tegenwoordig vanuit de tweede lijn, of vanop de flanken. Chadli, Hazard, Mertens, De Bruyne, Dembélé, Fellaini, ook Witsel of Defour, of een oprukkende Vertonghen of Alderweireld: allemaal hebben ze een doelpunt in de voet, allemaal zijn ze levensgevaarlijk. En dat wéét de tegenstander. Eerlijk: ik zou niet graag in de schoenen van de coach van Italië of Zweden staan (lacht). Iets om wel nog hard op te werken: de stilstaande fasen, mijn stokpaardje. Daar kunnen wij nog meer doelpunten uit puren.»
HUMO Neem je Gouden Schoen Sven Kums mee naar Frankrijk?
Leekens «Natuurlijk. Een zeer bescheiden, zeer intelligente speler. Heeft uitstraling. Dus: meenemen en zien hoe het loopt. Idem voor Depoitre: hij is ‘de andere spits’. Ik weet het: je kunt moeilijk acht spitsen kiezen. Maar ik zou gerust, tegen de juiste tegenstander en in de juiste situatie, met twee spitsen durven te spelen. Let wel: een EK is niet makkelijker dan een WK. De druk is dezelfde. Groot verschil met Rio: wij hebben nu wél ervaring. Rio was de taart. Nu moet de kers erop.
»Vergeet ook de druk niet die van onderen komt: de min 21-jarigen staan te trappelen om eventuele gaten bij de Duivels meteen op te vullen. Carrasco, bijvoorbeeld. Een hele stoet staat klaar. Daar zit je, als vaste titularis bij de Duivels, aan het denken. Januzaj: toptalent! Een Engelse tweedeklasser koopt ze zó onder je neus vandaan.»
HUMO Tijd voor de finale. Wat heeft het leven je geleerd? Je hebt het familiaal niet onder de markt gehad: je eerste vrouw kreeg indertijd een zware hersenbloeding en daar heb jij al die tijd mee moeten leven.
Leekens «De mensen begrijpen te weinig wat dat betekent. Ik loop er ook niet mee te koop: mijn privémiserie zet ik liever niet in de etalage. Verdriet is geen koopwaar. Eén ding: je moet dóórgaan, wat er ook gebeurt. Kijk, ik ben nu 66 en nog in goede gezondheid; ik kan nog altijd voluit mijn ding doen. Dat is op mijn leeftijd niet evident, hè. Mijn eigen gezondheid had ik in de hand, maar die van mijn vrouw niet. Het is een cliché maar: ieder huisje heeft z’n kruisje. En geloof me: er zijn véél bedekte kruisjes. Kruisjes die de buitenwereld niet ziet, waarvan men het bestaan niet eens vermoedt. Mijn nieuwe partner is fantastisch: zij heeft begrip voor mijn job. Toen ik naar Tunesië wilde, zei ze probleemloos ja. En dan gaat m’n vader dood… Je hebt het leven niet in handen. Dus: dankbaar, dat ik dit nog kan doen. Dankbaar dat ik nog altijd met jonge mensen mag werken. Dankbaar dat ik nog altijd die passie voel, die drang om van iedere nieuwe dag iets fantastisch te maken. Nog eens: niet evident.
»Het drama met mijn eerste vrouw heeft mij geleerd hoe broos geluk kan zijn. En dat er buiten de spotlights fantastische mensen bestaan die zich om het leed van anderen bekommeren. Dokters en verpleegsters die léven voor hun patiënten. Een voetballer, die is goed met het balletje. Maar dokters en verpleegsters, dat zijn voor mij de echte helden. Niet voetballers, laat staan coaches.
»En ten slotte: onderschat de factor geluk niet. Zonder geluk mag je doen wat je wil, je komt er niet. (Mijmerend) Weet je, de meeste mensen zijn te negatief. Laten we vrolijk zijn, positief, en er stevig tegenaan gaan. Het leven is veel te kort voor sombere gevoelens. Dus: lééf!»