overlevenden en nabestaandenaanslagen parijs
‘Het maakt me razend als ik hoor dat de daders ook slachtoffers waren’
In Parijs begint vandaag het proces van de aanslagen van 13 november 2015 waarbij 130 doden en honderden gewonden vielen. ‘Dat sommigen van ons bang zijn om racistisch te worden, begrijp ik heel goed.’
Claude-Emmanuel Triomphe (62) zat op die vrijdagavond op het terras van À la Bonne Bière, een brasserie in het elfde arrondissement van Parijs. Triomphe en een kennis waren er nog maar net toen ze opstonden omdat ze toch liever binnen wilden zitten.
Daardoor waren ze een minder makkelijk doelwit toen drie individuen, voorzien van kalasjnikovs, om 21:26 uit een zwarte Seat sprongen en het vuur openden op het terras. Triomphe kreeg kogels in zijn arm, beun en heup. Zonder een toevallig aanwezige Italiaanse arts die hem verbond met servetten, was hij er niet meer geweest. Een ambulance arriveerde pas 26 minuten later.
Gebrek aan perspectief
‘Het gaat zo goed als mogelijk is’, zegt Triomphe. Hij verhuisde in 2016 van Parijs naar Marseille waar hij werkt voor een regionale welzijnsdienst die zich bezighoudt met jongeren. Hij kan weer wandelen, zijn grote hobby, ook al is zijn rechtervoet voor een groot deel verlamd omdat zijn heupzenuw werd geraakt. Triomphe vond ook de energie om een eigen nonprofit-organisatie op te richten, Citizens Campus.
Citizens Campus steunt projecten op het gebied van burgerschapsvorming, legt hij uit. ‘Het is eigenlijk mijn antwoord op de vraag wat je moet doen om te voorkomen dat mensen hun heil zoeken in criminaliteit of jihadisme.’ Hij is ervan overtuigd dat gebrek aan perspectief het grote probleem is. ‘Als dat ontbreekt, gaat de deur open voor de meest verschrikkelijke dingen.’
Triomphe zal een van de vele honderden slachtoffers en nabestaanden zijn die het proces tegen de verdachten van de aanslagen zal bijwonen, dat vandaag begint. ‘Ik wilde eerst niet gaan, want wat feiten en verantwoordelijkheden betreft zullen wij niets nieuws horen.’ Maar hij bedacht zich. Alle overlevenden en nabestaanden die partij zijn in het proces kunnen de rechters vragen bepaalde personen ter zitting te horen. Triomphe wil zich direct richten tot Salah Abdeslam, de enige overlevende van de daders. ‘Ik wil hem vragen waarom hij dit heeft gedaan.’
De kans op een antwoord is heel erg klein, weet Triomphe. Abdeslam heeft in 2018, toen hij in Brussel terecht stond voor een poging tot moord op agenten die hem twee jaar eerder verrasten in een schuilplaats, gezegd dat hij zal zwijgen omdat hij alleen verantwoording schuldig is aan Allah. ‘Toch kan ik misschien tot hem doordringen. Ik heb begrepen dat zijn geloof van recente datum is, niet zo lang geleden gaf hij er nog helemaal niet om.’
Kiss The Devil
Triomphe voelt nog steeds geen enkele haat. ‘Ik heb altijd geprobeerd de daders te begrijpen. Het liefste zou ik hen willen vergeven. Maar vergeving is een proces dat geen eenrichtingsverkeer zijn: de ander moet eerst vragen om vergeving.’
Op het moment dat Triomphe dacht dat hij zou sterven onder een cafétafeltje, stond Christophe Naudin (46 ) met zijn vrienden Vincent en David in de Bataclan, de Ancienne Belgique van Parijs. Ze waren gekomen voor een optreden van de Amerikaanse groep Eagles of Death Metal. ‘Wij hadden er zin in, een avond met een goede band en bier.’ Naudin had net een foto gemaakt – terwijl de Eagles hun nummer ‘Kiss The Devil’ hadden ingezet – toen hij knallen hoorde die op vuurwerk leken.
‘Ik draaide mij om en zag bovenaan de trap naar de zaal iemand die op het publiek schoot’, vertelt Naudin op een zonnig terras. ‘Later bleek dat dit Samy Amimour was, een voormalige buschauffeur van de RATP, het Parijse openbaar vervoerbedrijf. Ik kon zijn van haat vertrokken gezicht, verlicht door de vlammen uit zijn loop, goed zien.’
Bomgordel
De muziek maakte na enige aarzeling bij de Eagles plaats voor kreten van concertgangers die een veilig heenkomen zochten. Sommigen ontkwamen direct via de nooduitgangen of het dak, anderen hielden zich voor dood tussen de echte doden op de vloer van de zaal.
Naudin belandde, nadat zijn voet bleef vastzitten onder een lijk, in een groot uitgevallen bezemkast rechts van het podium. ‘Daar zaten we met zo’n twintig man twee uur lang, boven op elkaar.’ Hij hoorde hoe het schieten nog heel even doorging en daarna volgde een explosie. Dat was Amimour die zijn bomgordel had geactiveerd nadat hij was getroffen door kogels van een politiecommissaris. ‘Waarschijnlijk danken ik en vele anderen ons leven aan de moed van deze man.’ Deze anonieme held had op de stoep de komst van de gealarmeerde elitetroepen niet afgewacht en was naar binnen gegaan.
De twee resterende jihadisten hielden ondertussen tien bezoekers vast op de bovenverdieping van het theater. Nadat deze gijzeling was beëindigd kon Naudin zijn schuilplaats verlaten. ‘Ik stapte over enkele lichamen heen en gleed uit over het bloed dat overal op de vloer lag. Ik zag een uiteengespat stukje van de hersenen van Amimour op een versterker zitten.’
Vincent, die hij kende van de middelbare school, was dood, David leefde nog. De beelden achtervolgen Naudin, leraar geschiedenis in de Parijse banlieue, nog steeds. Na enkele jaren ging het beter, tot alles na de onthoofding van Samuel Paty in volle hevigheid terugkwam. In een dagboek dat vorig jaar verscheen, beschrijft Naudin zijn worsteling met PTSS en zijn woede over iedereen die excuses voor de daders wist te vinden. Het eindigt met een ode aan Laetitia, een oud-collega met wie hij in 2017 ging samenwonen en die hem weer op de been hielp.
Het maakt hem razend
Die relatie is nu uit, Naudin zit midden in een verhuizing. 13 november heeft zeker een rol gespeeld bij de breuk. ‘Het creëerde spanningen en er waren momenten van onbegrip, bijvoorbeeld als ik liever bij vrienden wilde zijn. Daarbij ben ik pessimistisch van aard en dat is erger geworden door de aanslag.’
Naudin gaat na enige twijfel naar het proces, maar niet om het woord te voeren zoals Triomphe. ‘Vooral uit solidariteit met andere slachtoffers. En ook omdat ik de hoop heb – waarschijnlijk ijdele hoop – dat we er een punt achter kunnen zetten.’
Het proces moet, denkt hij, duidelijk maken wat er precies is gebeurd en, nog veel belangrijker, waarom het is gebeurd. Naudin was altijd erg actief in een bijzonder links milieu. ‘En juist mijn eigen politieke familie heeft de aanslagen ten onrechte geduid als een reactie op uitsluiting. Het maakt mij razend wanneer iemand zegt dat de daders eigenlijk ook slachtoffers van ‘de maatschappij’ waren.’
Want die gedachte suggereert, schrijft Naudin in zijn dagboek, dat wie is gediscrimineerd eigenlijk ook het recht heeft om zich te verdedigen of om zich te wreken. ‘Alsof het een detail is dat deze jongens er zelf voor kozen om te moorden. Wie beweert dat zij niet of niet helemaal verantwoordelijk waren voor hun daden beledigt niet alleen de slachtoffers, maar ook iedereen die daadwerkelijk is gediscrimineerd en geen geweld gebruikt.’
Obsessie met westers imperialisme
Naudin is ervan overtuigd dat geloof zwaarder weegt dan welke andere context dan ook. ‘Sommige moslims en anderen die hen in bescherming willen nemen, hebben gezegd dat de aanslagen niets met de islam te maken hebben, of dat de daders eigenlijk helemaal niet zo erg islamitisch waren. Dat laatste is niet alleen niet waar, maar ook niet erg relevant. Om ongelovigen te doden is het voldoende dat je gelooft dat je het goede doet. De kruisvaarders waren ook niet allemaal theologisch geschoold.’
Dat het progressieve kamp blijft speuren naar andere dan religieuze motieven achter het jihadisme, is volgens Naudin het gevolg van ‘een obsessie met het westerse imperialisme’. ‘Voor een aanzienlijk deel van links is alle ellende in de wereld de schuld van het Westen, van onszelf. Zonder het Westen en Israël zou overal vrede op aarde heersen, ik overdrijf niet eens als ik het gedachtegoed zo samenvat.’
Hij hecht nog steeds aan waarden als tolerantie en openheid, maar de Naudin van de Bataclan is niet dezelfde als die van voor de aanslag. Wanneer andere overlevenden zeggen bang te zijn om racistisch te worden of schrikken wanneer ze Arabisch in de metro horen, begrijpt hij dat heel goed. ‘Vroeger had ik ze misschien de les gelezen.’
Jean-Pierre Albertini (76) wist heel weinig van het jihadisme voor zijn zoon Stéphane werd vermoord. ‘Het was onbekend terrein voor mij’, bekent hij. ‘Ook al had de aanslag op Charlie Hebdo al plaatsgevonden in januari 2015. Nu weet ik dat Stéphane is afgeslacht in naam van een monsterlijke, fascistoïde ideologie waarin werkelijk helemaal niets positiefs te ontdekken valt. Het is één grote ontkenning van de beschaving, van andere godsdiensten, van vrouwen, van homoseksuelen, van afvalligen.’
Woede en verdriet, die sentimenten overheersen bij Albertini, die een paar maanden voor de aanslag afscheid nam als inspecteur bij een grote bank. Hij omschrijft Stéphane, die 39 jaar werd, als de gangmaker op alle familiebijeenkomsten. Hij had zich net ingeschreven voor een cursus getiteld ‘onemanshow’, herinnert hij zich. ‘Echt iets voor hem. Naast zijn werk als bedrijfsleider van een restaurant bleef hij altijd artistieke ambities houden.’
Waar is Stéphane?
Stéphane’s Italiaanse restaurant Chez Livio is een instituut in Neuilly-sur-Seine, dat bekend staat als het Brasschaat van Frankrijk. Er komen spelers van Paris-Saint-Germain, politici als Nicolas Sarkozy en andere beroemdheden. ‘‘Waar is Stéphane?’ vroegen gasten vaak. Hij was erg populair, vanwege zijn opgeruimde karakter en humor.’
Een leverancier zou Stéphane en zijn baas en vriend sinds de basisschool, Pierre Innocenti, kaartjes cadeau hebben gedaan voor Eagles of Death Metal. Ook Innocenti overleefde het niet. ‘Ik keek die avond de wedstrijd Frankrijk-Duitsland met mijn hoogbejaarde moeder in de Provence, ver van huis. Toen bleek dat er iets heel erg mis was, vroeg zij of haar kleinkinderen – Stéphane had twee zussen, Laetitia en Alexandra – daar misschien in de buurt konden zijn. Ik antwoordde van niet: Stéphane en Laetitia hadden het druk met hun werk, wist ik zeker en Alexandra was in Tanzania op huwelijksreis.’
De volgende dag, zaterdag, belde Albertini’s ex-vrouw, de moeder van Stéphane: hun zoon was in de Bataclan. De uren die volgden leken een eeuwigheid te duren. ‘Pas zondagochtend wisten wij zeker dat hij dood was.’
Ook de politiek faalde
De vraag hoe bij de inlichtingendiensten bekende moslimradicalen een aanslag van deze omvang konden plegen, heeft Albertini erg bezig gehouden. ‘Ook de politiek heeft gefaald, ondanks de aanslagen van januari 2015 werd het gevaar werd nog steeds onderschat. Sommige politici ontkenden zelfs dat er terroristen onder de vluchtelingen uit Syrië konden zitten, ongelooflijk.’
Ook Albertini gaat naar de rechtszaal die speciaal voor dit proces werd gebouwd in het oude paleis van justitie in Parijs. Net als Triomphe en Naudin wilde hij aanvankelijk niet gaan. ‘Nu denk ik dat dit de laatste kans is voor slachtoffers en nabestaanden om duidelijk te maken wat deze aanslag betekent. Het zal een beproeving zijn, maar waarschijnlijk ook een noodzakelijke stap in het rouwproces.’
Proces rond de aanslagen in Parijs
Het proces van 13 november 2015 draait om de aanslagen op het Stade de France, een aantal terrassen en restaurants en de concertzaal Bataclan. Van de daders leeft alleen Marokkaanse Belg Salah Abdeslam nog. Hij staat terecht met dertien andere verdachten die een logistieke rol speelden. Zij zorgden bijvoorbeeld voor geld, schuilplaatsen, bomgordels, wapens, of auto’s.
De onderzoeksrechters hebben veel tijd nodig gehad. Abdeslam zweeg en een deel van de voorbereiding speelde zich af in het buitenland, in België en het IS-gebied in Irak en Syrië. Het strafdossier telt een miljoen pagina’s.
De zittingen gaan naar verwachting acht maanden duren. Een deel van de 1780 nabestaanden en slachtoffers zal gebruik maken van de gelegenheid om bepaalde personen ter zitting te horen. Ook oud-president François Hollande zal vragen beantwoorden.
(Trouw)