BOEK★★★☆☆
Het tekort aan sprankelende details in ‘De naam van de moeder’ neigt naar een limoncello die met te veel water is verdund
Met zijn verhalenroman ‘De menselijke maat’ werd Roberto Camurri wegens zijn ingetogen stem meteen tot ‘kwetsbare meteoor van de Italiaanse literatuur’ gedoopt. In de opvolger keert hij opnieuw terug naar zijn eigen godvergeten geboortedorpje Fabbrico om het wedervaren van een gehavend gezin te markeren: een vader en zoon lopen in cirkels rond hun verdriet en rond elkaar nadat de vrouw/moeder al heel vroeg het nest verlaat. Camurri beseft dat onbesproken emoties vaak feller resoneren. Weglaten doet wonderen.
Maar waar de Italiaan eigenheid aan zijn personages geeft, struikelt de lezer over clichés: een ongeruste vader op zoek naar zijn zoontje in de speeltuin, het kinderlijke verdriet om een overleden huisdier, het eerste lijntje coke op een feestje... Met tijdsprongen en perspectiefwisselingen tracht Camurri de van verlies doortrokken gevoelswereld te doen proeven, maar het tekort aan sprankelende details neigt naar een limoncello die met te veel water is verdund. Dat gebrek aan originaliteit neutraliseert de aantrekkingskracht slechts ten dele. Niettemin, telkens wanneer de Italiaan je even weet vast te grijpen, lijkt het verhaal van je weg te lopen, alsof je van alles hoort te voelen en je je bijna schaamt dat dit psychodrama je te onbewogen laat.