null Beeld

Het wel en wee van Paolo Conte: 'Ergens tussen 1960 en nu is de wereld op hol geslagen, maar mijn muziek geeft tegengas'

In 1974 zou niemand een cent hebben ingezet op de mogelijkheid dat een advocaat van middelbare leeftijd met een verweerde, doorgroefde karakterkop en afkomstig uit het ingedommelde Italiaanse provinciestadje Asti, een ster zou worden. Vandaag is Paolo Conte wereldberoemd dankzij hits als ‘It’s Wonderful’, ‘Max’ en ‘Happy Feet’ en tourt hij op zijn 81ste nog altijd. Getuige daarvan is zijn nieuwe liveplaat ‘Live in Caracalla – 50 Years of Azzuro’. ‘Om de hoek, voorlopig net buiten mijn bereik, wacht het mooiste nummer dat ik nog niet schreef.’

Serge Simonart

'Ergens tussen 1960 en nu is de wereld op hol geslagen, maar mijn muziek geeft tegengas'

‘Toen mijn eerste producer mijn muziek aan zijn bazen liet horen, zeiden die: ‘De man is amper verstaanbaar en muzikaal heeft het geen enkele lijn. Aan wie gaan we die brol verkopen?’’ zegt Paolo Conte monkelend over zijn begintijd. Maar Conte heeft door de jaren heen zijn eigen publiek geschapen, zoals zijn uitzinnige succes afgelopen zomer op Gent Jazz eens te meer bewees. Als ik hem daar in de backstage kan interviewen, begroet ik hem door het kenwijsje van Lionel Hampton te fluiten (‘Hey ba-ba-re-bop!’). Ik las dat hij en zijn vrienden elkaar zo begroetten, tijdens hun jeugdjaren in Asti. Hij herhaalt het deuntje grijnzend.

Conte is aimabel maar gereserveerd en een tikje afwezig, alsof hij al met één been in een andere wereld staat. Je voelt dat hij op z’n 81ste volgens zijn eigen voorwaarden leeft en werkt.

HUMO U begon als trombonist en vibrafonist. Op deze tournee telt uw 14 man sterke orkest voor het eerst sinds lang weer een vibrafonist. Hoelang is het geleden dat u zelf de vibrafoon hebt bespeeld?

Paolo Conte (blaast en pijnigt zijn brein) «Dertig jaar? Langer. Waarom?»

HUMO Het heeft me altijd gefascineerd hoe de keuze voor een bepaald instrument iemands leven bepaalt. Wie voor de piccolo kiest, kan dat kleine blaasinstrument op zak steken en overal spelen. Maar een contrabassist sleurt zich jarenlang een hernia. Ook de vibrafoon is een omslachtig ding.

Conte (grinnikt) «En je moet het dan nog met water vullen. Plus: de meisjes vinden het geen sexy instrument. Ik ben ermee gestopt uit tijdsgebrek en omdat ik er niet goed in was. En omdat het zeer moeilijk is om een pianist te vinden die een vibrafoon kan begeleiden zonder dat de twee elkaar voor de voeten lopen. Nu, ik ben ook een zeer middelmatige pianist, maar dat heeft me niet tegengehouden om op de piano dingen te doen die niemand anders doet. Ik ben me bewust van mijn beperkingen als muzikant, maar mijn eigenheid compenseert mijn tekortkomingen, en maakt ze zelfs een troef. Ik ben geen zanger die zijn eigen muziek schrijft om zijn stem te dienen, maar een componist die noodgedwongen zijn liedjes zelf vertolkt.»

HUMO In uw liedjesteksten verbindt u vaak zaken die op het eerste gezicht niets met elkaar gemeen hebben: heksen en Wimbledon, bijvoorbeeld, in ‘Si sposa l’Africa’.

Conte «Daarin beschrijf ik het huwelijk van twee Afrikanen in Europa. Voor hun ouders is Europa een andere planeet, en als de gasten allemaal foto’s beginnen te nemen met hun gsm, zien zij daarin iets van hekserij. Ik las ergens dat sommige Afrikaanse stammen het gevoel hebben dat iemand die hen fotografeert hun ziel steelt. Dat gevoel begrijp ik, want ik word helaas vaak gefotografeerd, en ik hou er niet van.»

HUMO Een groot deel van uw oeuvre baadt in een nachtelijk sfeertje, ook liedjes waarvan de tekst zich overdag afspeelt.

Conte «Dat kan. Ik werk vaak ’s nachts, dan is het stiller. Er daalt dan nog een extra stilte over me neer, mijn innerlijke stem komt beter door. Vooral de muziek vloeit ’s nachts makkelijker, teksten schrijf ik eerder overdag, in stukken en brokken. Het zijn dagdromen, hersenspinsels. Soms betreur ik het dat een tekst de muziek minder mysterieus maakt. Ik zou soms enkel instrumentale nummers willen schrijven, omdat teksten vaak te letterlijk zijn. Misschien kruid ik mijn teksten daarom met zoveel metaforen en vage of dubbelzinnige verwijzingen. Mijn teksten zijn zelden letterlijk te nemen. Ze zijn hints, echo’s, producten van associatief denken.»

HUMO Paul McCartney beweert dat zijn klassieker ‘Yesterday’ volledig afgewerkt tot hem kwam in een droom...

Conte «Ah, dat herinner ik me nog, maar de initiële tekst had iets te maken met roereieren. (Met zwaar Italiaans accent) Scrambled eggs... Si non e vero, e ben trovato – als het niet waar is, dan is het toch goed gevonden.»

HUMO Hebt u ooit een nummer gedroomd?

Conte «Neen. Of toch, enkele keren, maar toen ik wakker werd, loste de vondst op – zoals dat zo vaak gaat met dromen – en kon ik me niet meer precies herinneren wat die melodie zo uniek maakte. Ik heb aan dromen wel enkele orkestrale passages en arrangementen overgehouden, maar het maakt een mens natuurlijk gek dat je je vaagweg herinnert – terecht of onterecht – dat de volledige droom een meesterwerk bevatte, en dat het je alsnog ontglipte.»

HUMO Uw liedjes vermelden heel wat exotische locaties: Bangladesh, India, Zuid-Amerika, Argentinië... Toch heb ik de indruk dat u meer in uw hoofd reist dan in werkelijkheid.

Conte «Si, si, si, die indruk is volledig juist. Ik reis alleen om op te treden, want ik ben heel honkvast. Ik moet een doel hebben als ik reis, anders voel ik me verloren. Ik geloof ook niet in vakantie, da’s niets voor mij. Maar alle plekken die ik vernoem, prikkelen mijn verbeelding en kruiden de tekst. Een verhaaltje krijgt een andere dimensie als ik het op een exotische locatie situeer.

»Eigenlijk wil ik die mythische locaties ook helemaal niet bezoeken, ik ben te bang dat de realiteit ervan me zal teleurstellen. Ik trad bijvoorbeeld ooit op in de legendarische Blue Note Club in New York, maar daar hing niets meer van de sfeer uit de hoogdagen van de jazz. Er stond gelukkig een uitstekende piano, maar voor de rest kon ik geen ons authenticiteit bespeuren. Ik heb er nochtans wanhopig naar gezocht.»

HUMO Na driehonderd van zulke met exotische verwijzingen gekruide liedjes is er naar mijn gevoel iets ontstaan wat je, naar analogie met Shangri-La, Arcadië of Wonderland, Conteland zou kunnen noemen.

Conte «Zo denk ik er ook over. Als ik een plek zoals Zanzibar of Timboektoe vernoem, annexeer ik ze en ik geef er een draai aan. Het is niet meer de plek zoals ze op de landkaart of in de toeristische gids staat. Misschien omdat die plekken me dan niet kunnen teleurstellen. Va bene, maar ik neem geen verantwoordelijkheid voor wat er in Conteland gebeurt, noch voor de interpretaties van leken die zich erin verdiepen.»

HUMO Het zou amusant zijn als er in Mongolië of Timboektoe een artiest opstaat die over uw geboortestad Asti zingt, zonder er ooit geweest te zijn.

Conte (grinnikt) «Inderdaad, en als ik in mijn lange leven één ding heb geleerd, is het om nooit iets uit te sluiten.»

undefined

'Wie een betere manier kent om een avond te vullen dan met livemuziek, mag het me altijd laten weten ''

HUMO Zijn de excentrieke personages in uw liedjes een manier om meerdere levens te leiden? Zijn het alter ego’s?

Conte «Ik schrijf bijna nooit autobiografische teksten, misschien omdat ik van nature erg discreet ben. Ik heb lang een praktijk als advocaat gehad, en advocaten moeten discreet zijn. Als ik iets autobiografisch dreig te schrijven, heb ik algauw de neiging te denken dat het niet interessant genoeg is.»

HUMO Als u in ‘Troppo difficile’ zingt: ‘Wat jouw wereld wordt genoemd, zal je ten onder zien gaan,’ heb ik toch het gevoel dat u tegen uzelf praat.

Conte «Neen, toch niet. Dat nummer gaat over een ietwat melancholische man – tot daar heb je gelijk – die verliefd wordt op een onevenwichtige, vurige vrouw, zodat hij beseft dat zijn tot dan toe gezapige leventje op z’n kop gezet zal worden. Vanaf dan bepaalt zij zijn lot, dat onvoorspelbaar en turbulent zal zijn. Hij wordt al moe bij het idee.»

HUMO U betreurt dus niet zelf dat ‘wat jouw wereld wordt genoemd, ten onder gaat’?

Conte «Ik ben tot op zekere hoogte wel wat wereldvreemd, een wandelend anachronisme. Ik gruw van gsm’s, computers en sociale media, en van het feit dat privacy en wellevendheid in onbruik geraakte begrippen zijn geworden. Ik ben zeker ouderwets. Ik ben een man van pen en papier – mijn meest gebruikte gadget is geen processor maar een gom. Ik ben gereserveerd, ik hou van traag, maar ergens tussen 1960 en nu is de wereld op hol geslagen. Ik krijg er een indigestie van. Ook in die zin geeft mijn muziek tegengas.

»Ik ben geboren in 1937 en ik vermoed dat een mens vaak, en ik zeker, de neiging heeft om het tijdperk dat hij net heeft gemist te idealiseren. Men noemt mijn muziek vaak nostalgisch, maar dat is niet de juiste term. Ik wil de vooroorlogse charme, de stijl en de romantiek uit die periode, overplaatsen naar onze moderne tijd. Da’s iets anders dan nostalgie. Tussen 1920 en 1940 heerste er euforie: de Eerste Wereldoorlog was voorbij en dat conflict had alles zo door elkaar geschud dat de revolutie in de kunsten alle ruimte kreeg. Niet enkel Parijs en New York bruisten, maar ook Rusland en Engeland. Als ik nu kijk naar de sfeer van het interbellum, heb ik het gevoel dat wij iets hebben verloren. De Tweede Wereldoorlog heeft ook een type mensen uitgewist, een soort van beschaving, een bepaalde graad van verfijning. We bouwen sindsdien niet meer met nobele materialen, we kleden ons minder verfijnd, alles is artificiëler, oppervlakkiger, meer hufterig en lomp (blaast vermoeid). Ik probeer in mijn muziek un profumo di eleganza over te brengen: de laatste adem van een romantischer, eleganter tijdperk.»


rare indiaan

HUMO Welke van uw helden had u graag ontmoet?

Conte «Louis Armstrong. Omdat hij, voor zover ik dat uit filmbeelden en interviews kan afleiden, een warmhartig, gezellig mens met gevoel voor humor leek. Maar ik had ook graag Jelly Roll Morton, Fats Waller, Earl Hines, Teddy Wilson en Art Tatum ontmoet. Stuk voor stuk briljante, unieke pianisten. En Duke Ellington: hij stond als pianist op een iets lager niveau, maar wat een artiest, en wat een fascinerende man.»

HUMO Het verbaast me dat uw ouders naar jazz luisterden. Was die ‘decadente muziek’ niet verboden door de fascisten van Mussolini?

Conte «Niet alleen door de fascisten, ook de kerk vond jazz vulgair en bedreigend. En dan waren er nog de muzikale snobs, die alles wat niet klassiek was onderontwikkeld vonden en bijvoorbeeld de accordeon als ‘een instrument voor de armen’ zagen. Mijn ouders hadden partituren van Duke Ellington en een handvol 78 toerenplaten op de zwarte markt gekocht. De eerste plaat die ik ooit hoorde, was er eentje van Fats Waller. Jaren na de oorlog voelden mijn vrienden en ik ons nog steeds als leden van een geheime broederschap, en jazz bleef een clandestiene kwaliteit behouden.»

HUMO Wat herinnert u zich nog van de Tweede Wereldoorlog?

Conte «De geur van bommen. De Joden die verborgen zaten in het huis van mijn grootouders. Een constante, vage dreiging.»

HUMO U schreef ooit erg lovende woorden over actrice Alida Valli, die ik enkel ken uit ‘The Third Man’. Omschrijf haar eens voor leken.

Conte «Ze was een pin-up, maar niet zomaar een pin-up. Alida Valli was een femme fatale van de hoogste orde, het Italiaanse equivalent van Rita Hayworth of Ava Gardner. Ze had iets bedwelmends, iets nobels, maar als je aandachtig keek, zag je in haar blik en in haar lichaamstaal ook gif.

»Vrouwen zijn voor mij altijd mysterieus gebleven omdat ik als man van mijn generatie weinig contact met hen had, en dus weinig begrip voor hen had. We hadden aparte scholen, we werden gescheiden tijdens kerkbezoek, we hadden andere bezigheden, er was geen sprake van logeerpartijtjes... Jonge mensen kunnen zich dat niet meer voorstellen.»

HUMO Wie aan Italië denkt, denkt aan de zomer en aan mooi weer. Ik associeer uw muziek eerder met de herfst.

Conte «Dat begrijp ik. Verval, vergane glorie, vergankelijkheid, heimwee: al die zaken kruiden mijn muziek en mijn teksten. Ik ben van nature een tobber, maar ik denk dat mijn generatie ook helemaal getekend is door de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. De Italianen in mijn liedjes zijn vaak mensen die dachten dat na de oorlog alles mogelijk was, maar moesten vaststellen dat praktische bezwaren en menselijke tekortkomingen toch vaak in de weg stonden. De naoorlogse periode wordt in Italië meer dan in andere landen gekenmerkt door chaos, corruptie, economische crisis... Ik heb sympathie voor de sukkels die in die hachelijke omstandigheden overeind bleven.»

HUMO Mensen die Leonard Cohen ‘beautiful losers’ noemde?

Conte «Si, si si.»

undefined

null Beeld

undefined

'Ik gruw van gsm's, computers en sociale media, en van het feit dat privacy en wellevendheid in onbruik geraakt zijn.'

HUMO Uit uw liedjes blijkt dat u gevoel voor humor hebt, maar toen tijdens een concert van u in Nederland een dozijn mensen in het publiek onverwachts op kazoos begonnen mee te blazen, kon u daar niet om lachen.

Conte «Dat herinner ik me nog. Eerst hoorde ik gewoon lawaai in het publiek zonder te weten wat het precies was. Ik kon me niet concentreren op wat ik zelf moest spelen – geloof me, met een dozijn muzikanten op het podium is dat al moeilijk genoeg. En bovendien gingen ze te lang door. Zoiets is een paar seconden lollig, daarna wordt het vervelend.»

HUMO Ik las dat u dagelijks brieven krijgt van mensen die melden dat zij elkaar hebben ontmoet op één van uw concerten, en dat ze nu getrouwd zijn. Hun kinderen zouden zonder u niet geboren zijn.

Conte (wuift afwerend met de handen) «Níét mijn verantwoordelijkheid! Om de één of andere reden heeft mijn lied ‘Max’ veel mensen bij elkaar gebracht. Ik ben al vaak aangeklampt door vrouwen die me meldden dat ze hun zoontje daarom Max hebben genoemd. Als ik hun dan vertel dat de Max in het lied een ietwat rare indiaan is, merk ik bij hen toch een zekere verwarring (lacht).

»Ik heb trouwens ooit, toen ik op tournee was in Canada, in Montreal de hoofdman van een indianenstam ontmoet, en geloof het of niet: hij heette Max. Het toeval was des te frappanter omdat ik ‘Max’ pas een maand eerder had opgenomen. Toen ik die tekst schreef, had ik een grote, imposante indiaan met donkere ogen in gedachten, en zo zag hij er precies uit. Hij leek zo uit mijn verbeelding gestapt.»

HUMO Uw bromstem heeft een beperkt bereik, maar u straalt wel autoriteit uit: de luisteraar gelooft onvoorwaardelijk wat u zingt. Heeft iemand ooit geprobeerd om uw stem te kapen? Als u een product aanprijst, koop ik het meteen.

Conte (grinnikt hoofdschuddend) «Mijn manager krijgt werkelijk élke dag verzoeken van die aard: of ik mijn stem wil lenen aan een politieke campagne, of ik een reclameslogan wil inspreken, of ik wil opdraven om deze of gene figuur aan te prijzen... Ik weiger alles. Ik wil mezelf niet verkopen, dat zou ik prostitutie vinden. Heel af en toen staan we toe dat een flard van een liedje opduikt in een reclamespot of in een film, maar meer niet. Of ik nu wil of niet, Paolo Conte is een merk, en dat moet beschermd worden.»

HUMO Als ik op basis van uw muziek en uw liedjesteksten uw karakter zou moeten typeren, zou ik zeggen: Paolo Conte is gulzig en onrustig van aard.

Conte «Dat is allebei waar. Ik ben een levensgenieter. Maar ik ben vaak nerveus en ik kan me moeilijk ontspannen. Misschien is dat de prijs die een artiest betaalt als hij gedreven is. Ik voel me snel schuldig als ik maar wat rondlummel. Om de hoek, voorlopig net buiten mijn bereik, wacht het mooiste nummer dat ik nog niet schreef. En als ik verzuim dat te maken, verraad ik de muze en doe ik mezelf tekort. Maar door ouder te worden heb ik tegelijk een grotere behoefte aan rust en sereniteit.»

HUMO U bent nu al dertig jaar geen advocaat meer. Vraagt u zich weleens af wat er van de mensen is geworden die u ooit verdedigde?

Conte «Niet echt. Vroeger werd ik weleens aangesproken op het feit dat het toch ‘merkwaardig’ – dan bedoelden ze ‘ongepast’ – was dat ik muziek maakte. Dan was mijn standaardantwoord: ‘De advocaat zingt niet, en de zanger is geen jurist.’ Maar soms, als ik niet kan slapen, verzin ik een juridisch probleem om op te lossen als ontspanning.»

HUMO U bent nu 81. Hoelang blijft u nog touren?

Conte «Dat weet ik niet. Maar wie een betere manier kent om een avond te vullen dan met livemuziek voor een aangenaam publiek, mag het me altijd laten weten.»

‘Live in Caracalla –

50 Years of Azzurro’ van Paolo Conte is uit bij BMG.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234