'het verhaal van vlaanderen'
Historici Sophie De Schaepdrijver en Bruno De Wever: ‘Ik snap heel goed waarom ‘Het verhaal van Vlaanderen’ loopt: dit is dé reden waarom mijn broer aan politiek doet’
Zondag zendt Eén de tiende en laatste aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ uit. Intussen lijkt in dit vlakke land niets meer als voorheen: Jan Breydel is van zijn heldenstatus verlost, het praalgraf van Maria van Bourgondië wordt omstuwd door nieuwsgierige toeristen en de IJzertoren baadt in een nieuw licht. Een moment van glorie voor Vlaamse geschiedkundigen? Historici Sophie De Schaepdrijver (61) en Bruno De Wever (62) betwijfelen het: ‘Ik zou als scenarioschrijver andere keuzes gemaakt hebben.’
Het plan was even eenvoudig als aanlokkelijk. Historici Sophie De Schaepdrijver (universiteit van Pennsylvania), gerenommeerd kenner van de Eerste Wereldoorlog, en Bruno De Wever (UGent), gerenommeerd kenner van de Tweede Wereldoorlog, zouden voor Humo naar de finale van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ kijken. Daarna zouden ze, als waren ze de Karl Vannieuwkerke en José De Cauwer van de geschiedenis, verslag uitbrengen van de laatste twee afleveringen. Alleen, de VRT wilde uitsluitend de aflevering over de Eerste Wereldoorlog ter beschikking stellen. Die over de Tweede Wereldoorlog kregen we niet vooraf te zien. De angst voor een scherp oordeel was te groot.
Maar niet getreurd: de professoren willen het nog altijd over ‘Het verhaal van Vlaanderen’ hebben. Sophie De Schaepdrijver is zelfs zo vriendelijk haar Amerikaanse wekker om vijf uur (elf uur Belgische tijd) te zetten voor een videocall. ‘Ge zijt een Vlaming of ge zijt het niet,’ zegt ze monter, een grote kan koffie binnen handbereik. ‘De Madonna van de Canon van Vlaanderen is bereid op al uw vragen te antwoorden.’
LEES OOK:
Herman Van Goethem: ‘Ik hoop niet dat ze ‘Het verhaal van Vlaanderen’ in scholen zullen gebruiken’
Historicus Emmanuel Gerard: ‘Nee, ik heb niet aan ‘F.C. De Kampioenen’ gedacht voor de Canon van Vlaanderen. Je moet een selectie maken in de volkscultuur’
Historicus Jan Dumolyn: ‘De identitaire agenda van N-VA zit me niet lekker, maar voor ‘Het verhaal van België’ had de Vlaamse regering geen geld vrijgemaakt’
HUMO Laten we beginnen met de cijfers: ruim één miljoen Vlamingen, met pieken tot anderhalf miljoen, kijken tien zondagavonden lang naar ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Daar kan een historicus alleen maar blij mee zijn, toch?
BRUNO DE WEVER «Daar ben ik blij om, ja, al koester ik een zekere dubbelhartigheid tegenover de serie. Ik ben me bewust van de moeilijkheid om in tien uur tijd een paar duizend jaar geschiedenis te vertellen, zeker in een format voor Eén: je mag niet te veel voorkennis bij de kijkers veronderstellen. Ik weet ook dat programmamakers keuzes moeten maken. Alleen, ik ben het niet eens met al hun keuzes.
»De titel ‘Het verhaal van Vlaanderen’ is een vlag die de lading niet dekt. Het is eigenlijk het verhaal van de Lage Landen aan de Zee, van de Bourgondische Nederlanden, van de Zuidelijke Nederlanden, van België en dán pas van Vlaanderen. Vlaanderen is een recente constructie, die onlosmakelijk verbonden is met België. Oké, dat is misschien maar een titel, maar je hebt ook te maken met een vrij oubollige manier van nationale geschiedschrijving volgens het model van Henri Pirenne (19de- en 20ste-eeuwse historicus, red.). Het is grappig dat zoveel Vlaamsgezinden nu zo opgetogen zijn over een pirennistische lezing van de geschiedenis.»
HUMO Voor de niet-historici onder ons: Henri Pirenne is de belgicistische historicus par excellence.
DE WEVER «‘L’histoire de Belgique’ is een groot historisch werk waarin de basis wordt gelegd van de natiestaat België. Volgens Pirenne, een liberaal, is België het resultaat van een diepgewortelde cultuur die op vrijheid is gericht. Die vrijheidslievendheid zie je ook sterk terug in ‘Het verhaal van Vlaanderen’.»
SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER «Ik ben ook blij met de grote aandacht voor geschiedenis: het is geweldig dat zoveel mensen kijken. Geschiedenis mag ook in een verhaal worden gegoten, dat juich ik toe. Máár: je mag nooit je publiek onderschatten.»
HUMO En dat gebeurt nu?
DE SCHAEPDRIJVER«Wat ik tot voor kort had gezien, vond ik best aardig. Misschien een tikje oubollig, zoals Bruno zegt, maar je moet het toch maar doen, met een verhaal zo’n groot publiek bereiken. Alleen, bij publieksgeschiedenis moet je ook duidelijk maken waaróm je een verhaal vertelt. En dat gebeurt naar mijn zin veel te weinig.»
DE WEVER «In de uitzendingen zie je hoe veel van onze collega’s hun specialisme doorgaans op uitstekende wijze naar voren brengen. Maar volgens mijn goede bron, collega Koen Aerts, die de makers heeft geadviseerd, heeft productiehuis De Mensen nagelaten een historicus in te huren om mee het scenario uit te schrijven. Naar Vlaamse normen gaat er veel geld naar de reeks, maar investeren in een historicus die mee aan de scenario’s sleutelt, is kennelijk te hoog gegrepen. Dat betreur ik. Je krijgt andere scenario’s als je een geschoolde historicus inschakelt die de geschiedenis van de Lage Landen in de vingers heeft.
»Ik zeg niet dat de reeks foute informatie geeft, maar ik zou wel andere keuzes gemaakt hebben. Een voorbeeld uit aflevering negen (van afgelopen zondag, red.): de moord op de socialistische vakbondsmilitanten Albert Pot en Theo Grijp in 1936 door de rechts-extremist Jean Awouters. Ik heb het niet gechronometreerd, maar dat verhaal neemt minstens vijf minuten in beslag, als opstapje naar het thema van de congé payé en de door de socialisten geïnspireerde nieuwe wetten halfweg de jaren 30. In dramatisch opzicht is een moord interessant, dat snap ik, maar zo dreig je wel een nieuwe mythe in het leven te roepen. Politieke moorden zijn, los van de twee wereldoorlogen, een zeldzaamheid in het Belgische of Vlaamse bestel. Moet je daar dan zo de nadruk op leggen? Als scenarist zou ik gezegd hebben: ‘We gebruiken die vijf minuten voor iets anders.’»
DE SCHAEPDRIJVER «Je vergeet iets belangrijks: het verhaal van Pot en Grijp is een kans voor open doel voor een scenarist van ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Niet alleen worden in het midden van de nacht twee jonge mannen vermoord in Antwerpen, de dader is ook een Franstalige. Even daarvoor hoor je hem in het Frans mompelen als hij met zijn plakploeg affiches ophangt. Zo’n buitenkans laat je toch niet liggen?»
HUMO Alles voor het Vlaamse effect?
DE SCHAEPDRIJVER «Als scenarist van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ zou ik in elk geval gezegd hebben: ‘Hebbes!’ Die moord is een dramatisch gegeven, en Awouters was Franstalig. Dat past voor 100 procent in ‘Het verhaal van Vlaanderen’.»
VLAMINGENHAAT
HUMO Zouden jullie de reeks identitaire televisie noemen?
DE WEVER «Dit is géén televisie op bestelling van Vlaams-nationalisten. Zoiets beweren is onzin. Dat bewijst de chronologie van het maakproces: het is een Deens format dat door het productiehuis van De Mensen op een televisiebeurs is gekocht zonder dat de N-VA daarbij betrokken was. Maar ik vermoed dat de CEO van De Mensen de tijdgeest goed aanvoelde en wist: dit zal de Vlaamse overheid steunen. De N-VA heeft even later in haar regeringsverklaring ook aangegeven dat ze op geschiedenis zou inzetten om de Vlaamse identiteit te versterken – zoiets doen overigens ook nationale overheden in Frankrijk en Groot-Brittannië.
»‘Het verhaal van Vlaanderen’ is gebaseerd op het idee: hoe vaker de naam van Vlaanderen valt, hoe beter. Dat noemen geschiedkundigen ‘banale natievorming’, een term die tot verwarring kan leiden, maar die aangeeft dat natievorming een langzaam proces is. Dat lukt niet ineens – je hebt er decennia, soms eeuwen geduld voor nodig. De Vlaamse overheid, aangedreven door de Vlaams-nationalisten van de N-VA, is daar duidelijk mee bezig. De Canon van Vlaanderen past daar ook in. Men zet kunst en cultuur in om een Vlaamse natie te vormen. Dat behoort tot de essentie van de N-VA. Dit is dé reden waarom mijn broer aan politiek doet. Ik snap heel goed waarom zo’n reeks over Vlaanderen op tv loopt.»
LEES OOK
‘Het verhaal van Vlaanderen’:‘De Boerenkrijg is veroorzaakt door koeien die ’s nachts naar de maan huilen’
‘Het verhaal van Vlaanderen’: ‘We hebben Tom Waes moeten terugfluiten toen hij Jan Breydel een Brugse strandjanet noemde’
Hoe een Ierse heilige de eerste Vlaamse Vikingaanval verijdelde en zijn slachtoffers in de kookpot gooide: ‘Eeuwig leven is iets voor sukkels’
Paardenvriend over ‘Het verhaal van Vlaanderen’: ‘Wat ze paarden hebben laten doen voor de Antwerpse kathedraal, is dierenmishandeling’
‘Tijdreizen Waes’: ‘We hebben alle figuranten getraind in het Oudnederlands’
HUMO Hoe ‘Het verhaal van Vlaanderen’ ook wordt verteld, het leidt tot politieke recuperatie?
DE WEVER «Als je de negende aflevering bekijkt, over de Eerste Wereldoorlog, zie je dat daarin de centrale mythe van het Vlaams-nationalisme, de funderingsmythe, onderuit wordt gehaald: Franstalige officieren hebben Vlaamse soldaten níét bewust de dood ingejaagd aan de IJzer, België heeft zijn eigen soldaten níét opgeofferd vanuit een soort onbarmhartige Vlamingenhaat. Het is knap dat Peter Verplancke, conservator van het Museum aan de IJzer, die mythe durft te ontkrachten op de plek waar ze is ontstaan. Chapeau. Maar daaronder blijft ‘Het verhaal van Vlaanderen’ wel een natievormend project voor een breed publiek.»
DE SCHAEPDRIJVER «Het is een mooie zaak dat de mythe van de moordende Belgische legermachine die onze Vlaamse jongens offert, aan gruzelementen gaat. Je ziet Tom Waes op dat moment ook doordringend in de camera kijken. Heel duidelijke beeldtaal. Prima! Maar dat neemt niet weg dat dingen die uniek waren voor de Vlaamse ervaring, níét zijn getoond.»
HUMO Zoals?
DE SCHAEPDRIJVER «Het hoofdstuk over WO I gaat grotendeels over het front. Het verhaal begint met de inval van de Duitsers, en even later zitten in de Westhoek sip kijkende Belgische soldaten in de regen te koukleumen, omgeven door hoge muren van zandzakjes. We vernemen niets over de moordende bewegingsoorlog die daaraan is voorafgegaan, ook in Vlaanderen, een oorlog die heel wat streken als rokende puinhopen heeft achtergelaten. De angst, de massamoorden op ongewapende burgers in Aarschot en Leuven, de vlucht, de val van Antwerpen: geen woord daarover. En wat ook ontbreekt: de dwangarbeid. Het bezettingsleger heeft in WO I ruim 120.000 mannen als dwangarbeiders weggebracht, van wie velen als een wrak of helemaal níét zijn teruggekeerd. Oké, programmamakers moeten keuzes maken, maar dit is op het vertekenende af: slechts 20 procent van de weerbare mannen in België stond aan het front, veel minder dan elders. In Frankrijk en Duitsland was het 89 procent. Voor die Vlaamse generatie was de bezetting de hoofdervaring, niet het front.»
HUMO U bent ontstemd omdat WO I weer eens werd herleid tot een loopgravenoorlog?
DE SCHAEPDRIJVER «Ja, ze vertellen nog snel iets over de bezetting, dat het ook allemaal ellende was, en dan is het voorbij. Je had die twee zaken, de loopgraven en de bezetting, in dialoog met elkaar kunnen laten gaan door het te hebben over de motivatie van de soldaten in de loopgraven. De vraag is: waarom hielden de soldaten toch stand in die verschrikkelijke omstandigheden? Omdat ze hoopten het land vroeg of laat te kunnen bevrijden. Maar over de bevrijding in 1918 wordt zelfs niet gesproken. Van de loopgraven belanden we ineens, paf, bij de wapenstilstand in Compiègne. We komen niet te weten dat het Belgische leger een bevrijdingsoffensief heeft gevoerd. (Zwijgt even) Men heeft de kans laten liggen om het publiek voor vol aan te zien: de bezetting komt in deze aflevering niet voor.
»Wat me ook niet beviel: de portrettering van Albert I die, hoog op zijn witte paard gezeten, na de oorlog genadiglijk het algemeen enkelvoudig mannelijk stemrecht verleent aan de arbeidersjongens die zoveel hebben afgezien in de loopgraven. Maar dat stemrecht was al lang beklonken! En dat was níét gebeurd uit angst voor het rode gevaar, zoals de makers laten uitschijnen. De socialistische partij bestond toen vanuit het oogpunt van de elite uit heel redelijke mannen met wie je afspraken kon maken. Over het stemrecht hadden de politici beslist, dat heeft de koning niet gedaan.»
DE WEVER «Ik neem aan dat de programmamakers het boek van Sophie, ‘De Groote Oorlog’, hadden gelezen voor ze aan het werk gingen. Maar het had geholpen als een historicus mee het scenario had geschreven.»
DE SCHAEPDRIJVER «In vergelijking met wat ik daarvoor al had gezien, vind ik deze aflevering een beetje aan de oppervlakkige kant.»
DE WEVER «Het verhaal over koning Albert is fout. Door het te brengen, weliswaar met een slag om de arm, versterk je een populaire en kwalijke mythe: je stapt mee in de propaganda van het koningshuis. Weer een kans gemist om ettelijke minuten te schrappen en te besteden aan meer relevante dingen.
»Een ander storend moment is de re-enactment van de twee broers aan het front. Eén van hen is radeloos en klimt op de zandzakjes om zich te laten doodschieten door de Duitsers: een geval van zelfdoding. Een beetje larmoyant, vond ik.»
DE SCHAEPDRIJVER «En dan die muziek daaronder.
»We krijgen ook te horen dat zelfdoding een belangrijke doodsoorzaak was aan het front. Misschien, maar waar zijn de cijfers?»
HUMO Zijn jullie gevraagd om mee te werken aan ‘Het verhaal van Vlaanderen’?
DE WEVER «Helemaal in het begin heb ik contact gehad met medewerkers van De Mensen, maar ik heb vrij vroeg niet thuis gegeven. Vanuit mijn buikgevoel heb ik besloten niet mee te doen.»
HUMO En u, mevrouw De Schaepdrijver?
DE SCHAEPDRIJVER (schudt het hoofd)
HUMO Voor de aflevering over de Eerste Wereldoorlog bent u in principe wel de eerstaanwezende expert.
DE SCHAEPDRIJVER (cynisch) «Ja, Jan Jambon (N-VA) zal mij zien komen.»
HUMO U bent een overtuigd belgicist, is dat het probleem?
DE SCHAEPDRIJVER «Ik ben géén overtuigd belgicist, ik leg wel andere accenten. En ik denk niet dat mijn boek noodzakelijk in de smaak valt.»
DE WEVER «Die programmamakers laten zich echt niets gelegen liggen aan de visie van N-VA’ers of andere politici, veel is afhankelijk van toeval. Het blijft raar dat Sophie niet is benaderd, maar de mensen die wel aan het woord komen over de Eerste Wereldoorlog, zijn stuk voor stuk specialisten.»
DE SCHAEPDRIJVER «Mij viel op dat Antoon Vrints aan het woord kwam. Vrints heeft samen met Martin Schoups een heel goed boek geschreven over de oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog. Alleen, over de oud-strijders hoor je hem niet. Dat is jammer: ze zijn pacifisten die nooit meer oorlog willen, maar tegelijk zijn ze ook trots dat ze hun land hebben verdedigd en bevrijd. Maar dat mogen ze dus niet zeggen. Ze worden eendimensionaal neergezet als getraumatiseerde veteranen, alsof ze zomaar om niets een oorlog hebben uitgevochten.»
LIJKEN ALS ZADEN
HUMO De radicalisering van de Vlaamse beweging na de Eerste Wereldoorlog komt ook in beeld. Bent u tevreden met de wijze waarop dat gebeurt?
DE SCHAEPDRIJVER «Tijdens de bezetting heeft een deel van de Vlaamse beweging met de bezetter meegewerkt. Activisme heette dat. De activisten wilden de hefbomen in handen krijgen om de Vlamingen die niet over een spontaan Vlaams bewustzijn beschikten – en dat waren er veel – dat bewustzijn van bovenaf bij te brengen. Na de oorlog is het activisme versmolten met het meer radicale deel van de Vlaamsgezinde Frontbeweging, wat verbazingwekkend is: vrienden en vijanden van de Duitse bezetter voerden sámen strijd. Maar dat komt niet aan bod.
»(Fel) Kijk, je kunt de radicalisering van de Vlaamse beweging niet begrijpen als je het niet over het activisme hebt. Daar komt het separatistische element uit, dat vooral werkt in de periode na de oorlog, wanneer rond een gevangen activist als August Borms een hele cultus ontstaat – een anti-Belgische cultus.»
DE WEVER «Het is vervelend dat de makers van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ pas in de 20ste eeuw over de Vlaamse beweging beginnen. Die was er namelijk ook in de 19de eeuw. Maar ze hebben voor Bélgische verhalen gekozen in de 19de eeuw: de ontvoogding van de arbeidersklasse en de kolonisering, niet voor de Vlaamse beweging.»
HUMO Dappere keuzes.
DE WEVER «Jazeker, maar als je ‘Het verhaal van Vlaanderen’ vertelt, is het wel vreemd dat je de geschiedenis van de Vlaamse beweging niet thematiseert.»
DE SCHAEPDRIJVER «Je verneemt pas iets over de Vlaamse beweging op het moment dat het een separatistische beweging wordt. Vóór die tijd lijkt het alsof ze niet bestaat. Als de Vlaamse beweging niet separatistisch is, bestaat ze niet. Terwijl ze al vóór de Eerste Wereldoorlog heel wat belangrijke verwezenlijkingen op haar palmares kon schrijven, zoals de grondwettelijke gelijkheid van de landstalen.»
DE WEVER «De Vlaamse beweging was Belgisch. Maar door ‘Het verhaal van Vlaanderen’ dreigt weer de mythevorming te ontstaan dat de trekkers van de vernederlandsing van Vlaanderen anti-Belgische nationalisten waren, terwijl het in de eerste plaats Belgische parlementariërs waren die via wetgeving veranderingen hebben doorgevoerd. Ik weet wel zeker dat de makers dat niet in gedachten hadden, maar dat is het risico als je beknibbelt op de kostprijs van scenario’s.»
DE SCHAEPDRIJVER «Je zou perfect het verhaal van de Vlaamse beweging kunnen vertellen vanaf de 19de eeuw, als je de nadruk legt op haar streven naar waardigheid en volksverheffing. Nu lijkt het alsof die enkel en alleen uit de modder van de IJzer voortkomt.»
DE WEVER «Het zit er héél eventjes in, als Antoon Vrints spreekt over de dominantie van het Frans en de status van het Nederlands als tweederangstaal. Een interventie van één minuut, die de hele Vlaamse beweging in de 19de eeuw moet vervangen.
»Ik zou als scenarioschrijver andere keuzes gemaakt hebben. Ik weet niet of ik het over de kolonie gehad zou hebben, al is dat uiteraard ook een verhaal van Vlaanderen. (Twijfelt) De reeks zou natuurlijk héél veel kritiek hebben gekregen mocht het niet over de kolonie zijn gegaan. Enfin, het is niet makkelijk.»
HUMO De naam is daarnet gevallen: August Borms, een man die een belangrijke rol heeft gespeeld in de Eerste én de Tweede Wereldoorlog. Tot vandaag is er discussie over het stedelijke onderhoud van zijn graf. Had Borms in de reeks gemoeten?
DE WEVER «August Borms speelt in de Tweede Wereldoorlog geen belangrijke rol meer. Wel nog in het interbellum, met zijn fameuze verkiezing in december 1928, toen hij in de gevangenis zat. Dat is een momentum in de Belgische geschiedenis, wanneer duidelijk wordt dat het ongeduld van de Vlamingen groot is. Maar goed, dan leg je weer de klemtoon op de radicale vleugel van de Vlaamse beweging. Een gematigde figuur als Frans Van Cauwelaert, de architect van de taalwetten in de jaren 30, wordt ook niet genoemd.»
DE SCHAEPDRIJVER «Iemand als Cyriel Verschaeve had je ook kunnen laten zien, zeker als je begint over ‘Nooit meer oorlog’.»
DE WEVER «Het streven naar ‘Nooit meer oorlog’ ontstaat pas in de jaren 30, niet onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog, zoals veel mensen denken. Het is een paradox: op het moment dat het Vlaams-nationalisme fascistoïde trekken begint te vertonen, wordt de leuze ‘Nooit meer oorlog’ op de IJzertoren aangebracht.»
DE SCHAEPDRIJVER «Het is: nooit meer oorlog tegen de Duitsers (lacht). In de uitzending zie je spandoeken van pacifistische betogers bij de IJzer: ‘Hier liggen hun lijken als zaden in het zand’. Maar dat is een leuze van priester Verschaeve, die volstrekt geen pacifist was. Verschaeve was de hogepriester van het bloed. Volgens hem kon de Vlaamse natie pas ontstaan uit het offer van het bloed. August Borms dacht er net zo over. Verschaeve en Borms zouden perfect zijn geweest om de breuk met de Vlaamse beweging in de 19de eeuw aan te geven.»
DE WEVER «En dat zou dan een mooie brug naar de collaboratie zijn geweest.»
HUMO De VRT wilde ons de tiende en laatste aflevering niet bezorgen. Meneer De Wever, weet uw goede bron of de collaboratie daarin een vooraanstaande rol speelt?
DE WEVER (lacht) «Naar wat ik verneem, wordt die vrij snel afgehandeld, net als de hele oorlog. Het idee daarachter is: ruimte vrijmaken om het verhaal van de migratie na WO II te vertellen.»
HUMO Hoe kijkt u daar, als specialist over de collaboratie, tegenaan?
DE WEVER «Als ik ‘Het verhaal van Vlaanderen’ zou maken, zou ik de hele voorgeschiedenis van tweeduizend jaar samenballen in één uitzending. Het echte verhaal van Vlaanderen begint pas met België. En dan heb je nog negen uitzendingen om de focus te leggen op Vlaamse natievorming.
»Nu heeft men gekozen voor een hybride mengvorm van oude nationale geschiedenis en moderne sociale geschiedenis. En dan krijg je dit. In dit scenario kan ik het billijken dat collaboratie en verzet een kwartier in beslag nemen.»
MOTTENBALLENCANON
HUMO Straks loopt ‘Het verhaal van Vlaanderen’ af, maar in mei is het tijd voor de Canon van Vlaanderen. Is het toeval dat er opeens zoveel Vlaamse animo is?
DE WEVER (zucht diep) «Natuurlijk is dat geen toeval. Het heeft te maken met een bewust natievormingsproces van een Vlaamse regering die wordt geleid door de N-VA. Nation building gebeurt altijd via media en cultuur.»
HUMO Ook in het pre-electorale jaar 2023.
DE WEVER «Ik weet niet of zulke dingen een rechtstreekse impact hebben op de stembusuitslag. Politiek zit anders in elkaar. De uitslag zal vooral afhangen van de incidenten die zich vóór de verkiezingen voordoen en de strategieën die worden ontwikkeld in de war rooms van de politieke partijen.»
HUMO Oké, maar het zou wel kunnen dat volgend jaar voor het eerst een Vlaams-nationalistische regering over Vlaanderen regeert.
DE WEVER «Dat zou kunnen. Je voelt dat het scenario zeker op tafel ligt. Er wordt over nagedacht, maar verder ga ik daar niks over zeggen.»
HUMO Was het voor u een reden om nee te zeggen tegen de canon?
DE WEVER «Ik kwam niet meer in aanmerking, omdat ik had verklaard dat een canon naar mottenballen ruikt. Als vakdidacticus die toekomstige leraren geschiedenis opleidt, heb ik het hele canondebat in Nederland op de voet gevolgd. Ik hoef de canon niet te kennen om te weten dat die niet goed is voor het onderwijs. In het geschiedenisonderwijs halen wij geen Vlaamse canonieke verhalen of figuren naar voren. We proberen wel leerlingen historisch te laten nadenken. Dat wil zeggen: we leren ze kritisch naar zichzelf en hun verleden kijken. We proberen hun het inzicht bij te brengen dat geschiedenis accidenteel is. Dat Vlaanderen er net zo goed níét had kunnen zijn.
»De canon zet de Vlaamse cultuur en kunst in om een Vlaams natieproject te ondersteunen. Op het resultaat zal, vermoed ik, weinig af te dingen zijn: het zal slim in elkaar zitten. Maar finaal dient het project wel politieke doeleinden. En daar dient het onderwijs niet voor. (Opgewonden) Op het moment dat meer dan een miljoen mensen naar ‘Het verhaal van Vlaanderen’ zitten te kijken, besluit het gemeenschapsonderwijs te snoeien in het aantal uren geschiedenisonderwijs. Kunt u het zich voorstellen? In vier dagen tijd hebben vierduizend mensen –rectoren, academici, leerkrachten en heel veel gewone burgers – een petitie ondertekend om duidelijk te maken dat ze zich daartegen verzetten.»
DE SCHAEPDRIJVER «Aan de ene kant moet geschiedenis meer in de pas lopen, aan de andere kant wordt het geschiedenisonderwijs afgebouwd. Het lijkt een tegenstelling, maar dat is het niet: in beide gevallen is het een aanval op complexiteit, terwijl geschiedenis onderwijzen een ontzettend ingewikkelde bezigheid is. Bruno heeft niet zo lang geleden in een interview verklaard dat geschiedenis de moeilijkste tak van wetenschap is.»
HUMO Dat was ongeveer het enige waarmee zijn broer Bart (N-VA) het achteraf eens was.
DE WEVER (knikt)
DE SCHAEPDRIJVER «Geschiedenis leert je dat twee dingen tegelijk waar kunnen zijn: een slachtoffer is niet per definitie een engel. Ik acht het de plicht van de historici in de canoncommissie om een vuist te maken tegen het afbouwen van geschiedenis in het gemeenschapsonderwijs.»
DE WEVER «Jan Dumolyn, één van de twee vakhistorici in de commissie, heeft de petitie alvast ondertekend. (Zucht) Het is godgeklaagd dat er zo weinig middelen naar de professionele opleiding van leerkrachten geschiedenis gaan. Ik ben al 25 jaar vakdidacticus. Pas sinds enkele jaren is er een béétje geld voor onderzoek, maar structurele begeleiding onder de vorm van nascholing bestaat niet. Nee, we geven de centen liever aan een canoncommissie.»
HUMO 400.000 euro, exorbitant is dat niet.
DE WEVER «Als ik daarvan 50.000 euro zou krijgen om vijf jaar lang nascholingen te organiseren, zou ik heel blij zijn. Nu moet het allemaal met eigen middelen.»
DE SCHAEPDRIJVER «Met die canon kunnen we leven. Maar als tegelijk het vak geschiedenis wordt uitgehold, hebben we een probleem.»
DT-FOUTEN
HUMO ‘Het verhaal van Vlaanderen’ en ‘1985’ lokken miljoenen kijkers naar Eén. Bart Van Loo heeft inmiddels meer dan 330.000 exemplaren van ‘De Bourgondiërs’ verkocht. Johan Op de Beeck is een merk. Is geschiedenis ooit populairder geweest in Vlaanderen?
DE WEVER «In dit tijdsgewricht is er nood aan verhalen uit het verleden.»
DE SCHAEPDRIJVER «Nieuw in Vlaanderen is de aandacht voor geschiedkundigen die boeken schrijven. Niet noodzakelijk boeken voor het grote publiek. Een beetje geschiedkundige trekt zich daar niets van aan. Die schrijft het boek dat ze zélf wil lezen.»
DE WEVER «De Vlaamse markt voor geschiedenisboeken is klein. In Nederland heb je uitgeverijen die meedenken en meeschrijven met auteurs: Bart Van Loo is een machine waarin De Bezige Bij fors investeert. In Vlaanderen is de doorsneegeschiedschrijver al blij als de uitgever de taalfouten uit zijn manuscript haalt.»
DE SCHAEPDRIJVER «Alsof wij die maken, Bruno.»
DE WEVER «Wij schrijven nooit dt-fouten (lacht).»
HUMO Meneer De Wever, in september houdt u ermee op aan de universiteit. Ook voor mevrouw De Schaepdrijver komt het einde van haar academische carrière stilaan in zicht.
DE WEVER (snel) «Sophie moet nog enkele jaren werken, hoor.»
DE SCHAEPDRIJVER «Ik wíl dat nog.»
HUMO Dromen jullie nog van een magnum opus of is het volbracht?
DE SCHAEPDRIJVER «Eén ding kan ik in de VS niet doen: in het Nederlands schrijven. Als ik één voordeel aan het pensioen zie, is het dat: eindelijk weer in het Nederlands kunnen schrijven. Maar eerst wil ik nog de geschiedenis van alle militaire bezettingen tijdens WO I schrijven. Van Noord-Frankrijk tot de Kaukasus, van het Baltische gebied tot de Balkan. Dat wordt een heel interessant project met een paar geweldige collega’s. We zullen ons amuseren.»
DE WEVER «Als ik na 30 september niet meer elke dag naar Gent pendel, moet het boek over het verzet dat ik met Nico Wouters schrijf, eindelijk af raken. Dat had er tien jaar geleden al moeten liggen. Maar om zoiets te schrijven moet je volledig van het dagelijkse werk ontkoppeld zijn. En dat lukt me dus niet. De condition humaine van een academicus in Vlaanderen: we moeten te veel tegelijk doen.»
HUMO Succes! En bedankt voor het gesprek.
‘Het verhaal van Vlaanderen’, Eén, zondag 5 maart, 20.00