Hitomi Kanehara - Slangen & piercings
Met haar debuut 'Slangen & piercings' (Prometheus) trapt de Japanse Hitomi Kanehara
(bouwjaar: 1983) de tijdgeest hardhandig op de staart. In het
puriteinse Japan werden er massaal wenkbrauwen gefronst bij deze orgie
van kinky seks en gratuit geweld, en Kanehara werd prompt gebombardeerd tot nieuwe spreekbuis van een lost generation die eerder al werd bejankt door sleaze-columniste Ami Sakurai en door Mari Akasaki:
een generatie die zo is verdoofd door het dagelijkse bommentapijt van
de massaconsumptie dat ze haar toevlucht zoekt in lichamelijke en
andere excessen.
In 'Slangen & piercings' besluit de zeventienjarige Barbiegirl Louis - 'van Louis Vuitton' - in navolging van haar vriendje Ama aan body modification te doen: ze wil een monster van een tatoeage op haar rug én een buitenmaatse piercing in haar tong. Die piercing wil ze geleidelijk uitrekken om uiteindelijk het gat door te snijden en er een gespleten tong aan over te houden. Het lijkt op het eerste gezicht niet meer dan ontspoorde puberale Sturm und Drang, de neiging om zich overal en altijd te verzetten tegen alles en iedereen, desnoods tot bloedens toe. Maar Louis ziet haar lichaamsverminking als verzet tegen de eeuwenoude, vastgeroeste sociale codes in haar geboorteland: 'De eerste keer dat ik Ama's tong zag, wist ik dat mijn normen en waarden met een luide knal verpletterd werden. Andere mensen zouden het waarschijnlijk zonde vinden wat hij met zijn lichaam had gedaan. Toch begreep ik Ama. Nu wilde ik ook, net als hij, beoordeeld worden op mijn uiterlijk.'
Terwijl ze zwelgt in weltschmerz ('Zou er geen plaats bestaan waar het gelach van kinderen en de serenades van de liefde niet te horen waren?') legt Louis in één moeite door het failliet van haar generatie bloot: 'Het woord 'bezit' heeft ook iets droevigs. Iets wat je eenmaal in handen hebt, wat helemaal van jezelf is geworden, dat wordt zo vanzelfsprekend. Dan zijn de opwinding en het verlangen dat je had voordat het van jou werd er niet meer.'
De dodelijk banale conversaties tussen Louis, Ama en de sadistische tatoeëerder Shiba en hun van geweld zinderende driehoeksverhouding herinneren zowel aan 'Tox' van Paul Mennes als aan de groteske slapstick from hell in het oeuvre van Gregg 'The Doom Generation' Araki. Helaas legt Kanehara het er hier en daar té dik op dat Louis' extreme gedrag een hedendaagse booty grind - pardon: paringsdans - tussen het eeuwige duo Eros en Thanatos is. Anders dan Mennes of Araki werpt ze dus maar een vluchtige blik in de peilloze afgrond, al is haar debuut toch even onmisbaar als pakweg de Onkruid-romans van Louis Paul Boon ('De liefde van Annie Mols', 'Het nieuwe onkruid' en 'Als het onkruid bloeit', zopas heruitgegeven in één band als deel 14 van diens 'Verzameld Werk'). Haarscherpe literaire röntgenfoto's van de wereld van vandaag en de jeugd van tegenwoordig: doe er uw voordeel mee.