Portret
Hoe de kalme Uncle Joe praatjesmaker Trump versloeg ‘om het karakter van het land te redden’
Joe Biden, de nieuwe Amerikaanse president, is met zijn 77 jaar de oudste die de VS ooit hebben ingehuldigd. Hij voerde een sobere campagne, gestoeld op zijn reputatie als rustige, verstandige politicus die het midden zoekt om tot gezamenlijke oplossingen te komen.
Degelijkheid lijkt het uiteindelijk te hebben gewonnen van het gedrag dat Amerika tot op het bot verdeelde. Om het coronavirus te verslaan, zo hield de Democraat de 331 miljoen Amerikanen voor, moest eerst dat andere gevaarlijke virus verslagen worden dat Donald J. Trump heet. ‘We kunnen een einde maken aan een presidentschap dat de vlammen van haat in het hele land heeft aangewakkerd’, aldus Biden. ‘We’re going to fire Donald Trump.’
Joseph Robinette Biden (77) wordt, na twee mislukte pogingen in 1988 en 2008, alsnog president van Amerika. Het imago dat hij al decennia in politiek Washington koesterde, van gematigdheid en redelijkheid, bleek bij zijn derde gooi naar het presidentschap goud waard. Voor miljoenen trumpisten was hij ‘Sleepy Joe’, een bange, bejaarde man die zich midden in een pandemie in zijn kelder opsloot om niet besmet te raken. Maar nu Amerika heeft gesproken, is Biden de man geworden die het land moet gaan redden van de epidemie die zijn voorganger niet kon bedwingen. ‘De aard van het land staat op het spel’, zei Biden over de keuze tussen hem en Trump. Om nog eens te benadrukken dat met zijn aantreden afscheid zal worden genomen van chaos en verdeeldheid, kenmerken van het Trump-presidentschap, riep hij de Amerikanen de afgelopen dagen op vooral de rust te bewaren.
Terwijl Trump na de verkiezingen als een klein kind klaagde en foeterde dat zijn herverkiezing hem was ontnomen door ‘fraude’, stelde Biden zich op zoals een aankomend president betaamt. Rustig. Vastbesloten. ‘Ik vraag iedereen kalm te blijven’, zei hij. ‘Democratie is soms rommelig. Het vereist soms ook wat geduld. Maar dat geduld wordt nu al meer dan 240 jaar beloond met een vorm van bestuur waar de wereld jaloers op is.’
Weinigen hadden kunnen bevroeden, mogelijk ook Biden zelf niet, dat hij zich voor zo’n heidens karwei gesteld zou zien in de nadagen van een inmiddels 47 jaar durende politieke carrière. In 2016 had hij, na acht jaar vicepresidentschap onder Barack Obama, het leiderschap van de partij kunnen opeisen. Vicepresidenten gelden als troonopvolger in hun partij. Maar bij Biden lag dat anders. Zwaargewicht Hillary Clinton eiste die rol op en Biden ging het gevecht niet aan. De dood van zijn geliefde zoon Beau in 2015 had een diepe wond geslagen.
Ook voor de presidentsrace van 2020 waren er twijfels. Was hij niet te oud? Was hij niet te veel een Washington-insider? Was hij wel dé anti-Trump? Aangemoedigd door de peilingen, waarin hij steevast als populairste Democraat eindigde, besloot Biden toch een laatste kans te wagen. ‘Ik kan niet toekijken’, zei hij in 2019 bij zijn kandidaatstelling over hoe Trump in zijn ogen Amerika in negatieve zin veranderde.
Die combinatie van ambitie en plichtsbesef, voor vaderland en partij, is een rode draad in Joe Bidens loopbaan. Hij groeide op in Pennsylvania en Delaware in een middenklassegezin. Na twee jaar lokaal bestuur stelde Biden zich in 1972 kandidaat voor de Senaat. Als 29-jarige werd hij verkozen in het meest prestigieuze orgaan van het Congres. Hij werd hiermee een van de jongste senatoren ooit.
Het was het begin van een gang door Washington die ooit, zo hoopte Biden, moest eindigen in Pennsylvania 1600: het Witte Huis. In de Senaat, waarin hij zes keer werd herkozen, stond hij snel te boek als een man van het midden, iemand die samenwerking met de Republikeinen propageerde om zaken gedaan te krijgen. Biden schopte het tot voorzitter van de machtige en invloedrijke senaatscommissies voor Justitie en Buitenlandse Zaken. In die laatste commissie leerde hij een jonge senator uit Chicago kennen, Barack Obama, die net als Biden zijn zinnen had gezet op het presidentschap.
Tweede gooi
In 2008 deed Biden zijn tweede gooi naar de Democratische presidentskandidatuur. Zijn eerste poging, tien jaar daarvoor, was al na een paar maanden gestrand doordat hij in opspraak raakte. Hij zou een deel van een toespraak van de Britse Labourleider Neil Kinnock hebben gekopieerd. Ook dikte Biden zijn universitaire prestaties aan, iets wat Trump in het tweede presidentiële debat nog tegen hem gebruikte.
Bij zijn tweede poging in 2008 moest Biden snel zijn meerdere erkennen in Obama en Hillary Clinton, die aanzienlijk populairder waren onder het Democratische electoraat. Al na de eerste voorverkiezing in Iowa trok hij de stekker uit zijn campagne. Voor Biden was het een hard gelag. Hij moest toezien hoe een collega-senator, die nog maar drie jaar lid van het Congres was, de meeste kans maakte op de nominatie. ‘Hij is er nog niet klaar voor’, zei Biden tijdens de campagne op bijtende toon over de geringe politieke ervaring van de toen 47-jarige Obama.
Voor Obama was Biden een aantrekkelijke kandidaat als running mate. Met Biden als vicepresidentskandidaat kon Obama de kiezers geruststellen dat hij de baan in de Oval Office wel degelijk aankon. Biden stond immers voor jarenlange politieke ervaring, onder meer op het terrein van de buitenlandse politiek. Biden moest Obama ook aan de steun van witte kiezers helpen, die aarzelden om hun stem te geven aan de eerste zwarte Democratische presidentskandidaat. Kiezers in onder meer het zuiden en in het industriële midden-westen. Met name onder arbeiders lag ‘Uncle Joe’, zoals Biden werd genoemd, heel goed.
Maar Biden stond niet te trappelen om vicepresident te worden. Een eerste verzoek van Obama wees hij af. Hij was bang dat hij als vicepresident aan invloed en statuur zou inboeten. ‘Doen vicepresidenten er wel toe?’, zo vroeg hij aan zijn medewerkers. ‘Wie kan mij vertellen wie de vicepresident was van Abraham Lincoln?’ Uiteindelijk stemde hij toe, maar pas nadat Obama hem had beloofd dat hij zou worden betrokken bij alle belangrijke besluiten. Tweede viool spelen was niets voor Biden.
Belangrijke rol
Hij kreeg tijdens de acht jaar dat hij vicepresident was de invloed die hij wilde. Biden zei wat hij op zijn lever had in de Oval Office, of het nu ging om de Afghanistanoorlog of de aanpak van de financiële crisis van 2008. Ook speelde hij een belangrijke rol bij het verkrijgen van parlementaire steun voor Obamacare. Zijn invloed en contacten in het Congres kwamen hem goed van pas om Obama’s agenda erdoor te krijgen.
Biden bouwde een hechte vriendschap op met Obama. Tekenend was dat Obama hem geld aanbood toen Biden zich zorgen maakte dat het gezin van zijn zoon Beau, die aan kanker leed, door de ziekte in financiële problemen zou raken. Biden wilde destijds zijn geliefde huis in Wilmington, Delaware verkopen. Als senator had hij decennialang elke dag per trein tussen Wilmington en Washington gependeld, onder meer omdat hij zo gehecht was aan dat huis. In 2016 vertelde Biden over Obama aan CNN: ‘Hij zei: Verkoop dat huis niet. Ik zal je het geld geven. Wat je ook nodig hebt.’
Beaus dood voorkwam een Democratische tweestrijd tussen Biden en Clinton. Biden had de kracht niet meer voor alweer een loodzware politieke campagne. De tragedie bracht de rampdag in 1972 in herinnering toen Biden, net gekozen als senator, zijn eerste vrouw en hun 1-jarige dochtertje verloor bij een verkeersongeval. Beau en zijn jongere broertje Hunter overleefden het ongevluk.
Bidens laatste kans om president te worden leek vervlogen. Maar het chaotische presidentschap van Trump bood hem een nieuwe mogelijkheid. Nadat zo’n twintig Democratische kandidaten zich vorig jaar in de strijd hadden geworpen, besloot Biden opnieuw de kans te wagen. Zijn slechte prestaties tijdens de eerste debatten, waarin hij soms moeilijk uit zijn woorden kwam, riepen vragen op over Bidens leeftijd en zijn gezondheid. Maar hij herpakte zich en versloeg, vooral met steun van zwarte kiezers, alle concurrenten.
In de presidentsstrijd probeerde Trump Bidens geestelijke gezondheid, die volgens hem snel achteruitgaat, onderwerp van gesprek te maken. Dat lukte niet. Omgekeerd probeerde Biden Trumps ‘grote mond’ tegen hem te gebruiken.
Biden koos voor een sobere campagne, zoveel mogelijk vanuit huis vanwege de pandemie, waarin hij zich voordeed als verantwoordelijke kandidaat.
Als Biden op 20 januari wordt beedigd en het Oval Office betreedt, bijna een halve eeuw na zijn aankomst in politiek Washington, zal hij zich pas goed realiseren dat het hem eindelijk is gelukt: dat hij het hoogste ambt van het land in de wacht heeft gesleept. Die ‘gewone jongen’ uit Scranton, Pennsylvania mag zich dan Amerika’s 46ste president noemen.
(VK)