Hoe Europa de vluchtelingen in de handen van smokkelbendes duwt
De opruiming van Calais was slecht nieuws voor de mensensmokkelaars, die in de laatste dagen van de jungle nóg agressiever vluchtelingen gingen ronselen, hun prijzen verhoogden en net voor de bulldozers het kamp uitglipten. Zo gebeurt het ook in andere tentenkampen in Noord-Frankrijk: gewiekste maffiosi mengen zich tussen de vluchtelingen, voeren een schrikbewind en gebruiken de kampen als uitvalsbasis voor hun smokkeloperaties via onze Belgische parkings langs de E40.
'Jongeren worden vaak seksueel misbruikt. Een meisje dat 500 euro schulden had bij een smokkelaar kon afbetalen aan 5 euro 'per keer''
In het modderkamp van Duinkerke – ‘Grande-Synthe’ – kon je soms de onderhuidse dreiging voelen, vertelt Sofie D’Hulster, die als voorzitter bij de Gentse vzw Humain verschillende vluchtelingenkampen in Noord-Frankrijk bezocht.
Sofie D’Hulster «Vorige winter zaten daar zo’n 2.500 mensen bij elkaar gepakt in tentjes in een stinkende modderpoel. De smokkelaars zaten achteraan op een hoger gelegen, droger gedeelte, een eindje weg van de gewone vluchtelingen. Die waagden zich nooit te dichtbij, want ze waren doodsbang voor de smokkelaars, die het kamp controleerden. Ze mengden zich onder de bewoners, zagen wie er binnenkwam en wie met wie praatte. Als vrijwilliger heb je dat in het begin niet in de gaten, maar zodra je binnenkomt, word je gescreend – door hen of één van hun loopjongens. Ze komen direct naar je toe en lachen heel vriendelijk: ‘Hello.’ Vervelend, want je weet nooit of je met een smokkelaar te maken hebt, of met een vluchteling pur sang.’
»Omdat de mensen in het kamp niets over de smokkelaars wilden zeggen – je weet nooit wie er naast je staat – heb ik verschillende bewoners meegenomen naar een bestelwagen buiten het kamp en heb ik ze daar geïnterviewd met een tolk. Zo ben ik veel over de smokkelpraktijken binnen de kampen te weten gekomen. De macht van de smokkelaars is bijna onbeperkt. Aan de ingang van het kamp hangt altijd een groepje rond die de nieuwelingen opwacht. Ze bepalen wie er binnenkomt en wie gesmokkeld mag worden. Ze intimideren gezinnen die nog geen ‘klant’ bij hen zijn en gebruiken desnoods geweld om hen te overtuigen. Ze snijden tenten open zodat het binnenregent en er zijn zelfs verhalen over tenten die in brand werden gestoken. De vluchtelingen durven niets te zeggen en gaan hen ook niet verlinken, want in hun ogen zijn de smokkelaars de enigen die hen kunnen helpen om in het Verenigd Koninkrijk te geraken.
undefined
»Hoe kleiner de kampen zijn, hoe groter hun macht. In Norrent-Fontes is een kamp dat volledig gerund wordt door smokkelaars en waar vluchtelingen 500 euro entree moeten betalen. Om te belanden in een tentje tussen de modder, kapotte kleren en uitwerpselen, zonder elektriciteit of stromend water.
»Calais was veel groter, daar waren verschillende rivaliserende bendes aan het werk – Afghanen, Koerden, Eritreeërs – die met elkaar in de clinch gingen. Soms waren er massale vechtpartijen. Afgelopen zomer is er in een messengevecht nog een Soedanees doodgestoken door een Afghaanse bende. Waar de smokkelaars in Calais precies zaten, was moeilijker te zeggen, omdat ze helemaal tussen de vluchtelingen geïnfiltreerd waren. Maar uit sommige straatjes van het tentenkamp bleef je liever weg: je voelde er de argwaan van zwijgende mannen die je bekeken, je wist dat er plunderingen, diefstallen en gewelddaden gebeurden.
[LOGIN_SCREEN]
»Het is maffia. Ze deinzen er niet voor terug om vluchtelingen die niet in de pas lopen in elkaar te slaan, tenten te vernielen, vrouwen en jongeren te verkrachten. Een slachtoffer dat zijn overtocht niet kon betalen hebben ze op een stoel vastgebonden en mishandeld tot zijn familie in het buitenland met geld over de brug kwam. In Duinkerke heeft een kampbewoner me een plek in het bos aangewezen die de smokkelaars reserveerden voor het aftuigen van mensen.
»Toen dit voorjaar het nieuws kwam dat de Franse overheid in Duinkerke de boel zou sluiten en er een gecontroleerde opvangplaats van maken, werden de smokkelaars heel zenuwachtig. Ze waren bang om hun macht te verliezen, bang dat hun slachtoffers andere oplossingen zouden kiezen of asiel zouden aanvragen in Frankrijk. Ze voerden een agressieve campagne om nog zoveel mogelijk kampbewoners te smokkelen, gooiden kogels in de tenten om mensen te intimideren en verdubbelden hun prijzen.
»Hetzelfde gebeurde de voorbije weken in Calais: van zodra bekend werd dat het kamp zou verdwijnen, werden de smokkelaars zenuwachtig en gingen hun prijzen de hoogte in. Ze stuurden loopjongens op pad om telefoons en simkaarten in het kamp te stelen, die hadden ze nodig om zich te reorganiseren. In de dagen voor de ontruiming zijn de meesten vertrokken naar een hotelkamer in de buurt, om van daaruit hun operaties verder te zetten.»
verdwenen kinderen
‘De smokkelaars van Calais? Die vinden snel een nieuwe jungle,’ zegt Ann Lukowiak, referentiemagistraat mensensmokkel bij het parket Oost-Vlaanderen.
Ann Lukowiak «Er staan genoeg verlaten industriegebouwen in Noord-Frankrijk om hun business verder te zetten. Een deel van de vluchtelingen zal sowieso terugkeren. Dat hebben we ook gezien toen afgelopen zomer het zuidelijke gedeelte van het kamp in Calais werd ontruimd en honderden vluchtelingen met bussen naar opvangcentra in heel Frankrijk zijn gevoerd: 30 procent is achteraf naar het kamp teruggekeerd. En 120 kinderen zijn tijdens de ontruiming verdwenen, wellicht in handen gevallen van mensenhandelaars, die hen uitbuiten in de prostitutie of als goedkope werkkrachten.»
Lukowiak kent de Noord-Franse kampen uit haar onderzoeken naar de mensensmokkelaars op de Belgische parkings langs de E40. Die maken vaak deel uit van internationale netwerken: sinds begin dit jaar werden in Oost-Vlaanderen al vijf smokkelorganisaties ontmanteld. Twee Koerdische bendes, één Egyptisch netwerk, een filière die van Tsjechië naar het Verenigd Koninkrijk liep en één die de verbinding Oekraïne-Verenigd Koninkrijk verzorgde.
Lukowiak «Sommige bendes worden aangestuurd vanuit het Verenigd Koninkrijk, waar de hoofdman zit, en organiseren de hele route tussen het thuisland van de vluchtelingen en het VK. Onderweg hebben ze smokkelafdelingen die een deel van het parcours voor hun rekening nemen en de mensen aan elkaar doorgeven. Het laatste stukje van het traject wordt dikwijls vanuit de Noord-Franse kampen georganiseerd. Naast Calais heb je ook tentenkampen in Duinkerke en Téteghem en een handvol kleinere kampjes in Steenvoorde, Hondschoote en Norrent-Fontes. Smokkelaars uit Griekenland bellen bijvoorbeeld naar hun kompanen in Téteghem: ‘Morgen komen er tien mensen aan met de trein.’ De vluchtelingen worden dan door de kampsmokkelaars opgewacht.
»In die kampen is geen enkele controle door een officiële instantie, ze zijn spontaan ontstaan en worden – tot nu toe – min of meer gedoogd. De chaos maakt het een perfecte plek voor smokkelnetwerken om ze te gebruiken als stockageplaats voor hun klanten, tot die gehaald worden voor de laatste oversteek. Die gebeurt vaak – via een omweg – langs de Belgische parkings aan de E40.»
De West-Vlaamse parkings van Jabbeke en Mannekensvere zijn al jaren populair bij de smokkelaars van Calais, weet de Brugse procureur Frank Demeester.
Frank Demeester «De vluchtelingen worden ’s nachts in de kampen verzameld en met auto’s naar de parkings in België gevoerd. Daar wachten ze tot de smokkelaars voor hen een vrachtwagen vinden die – via Calais en de Kanaaltunnel – naar het VK gaat. Ze maken dus een kleine omweg om iets vroeger op een truck te kruipen. Het uitkiezen van zo’n vrachtwagen kan uren duren. Intussen blijven de vluchtelingen rond de parking hangen, houden ze zich schuil in het struikgewas, de graskant of een nabijgelegen maïsveld, wachtend.»
Op de parking in het Oost-Vlaamse Drongen werden de overlast en de toevloed zo groot dat de parking onlangs tijdelijk werd gesloten voor vrachtwagens.
Lukowiak «Vroeger hadden we groepjes van vier of vijf mensen, de laatste tijd komen ze met veertig tot zestig tegelijk. Het werd onhoudbaar. Er begonnen ook kleine kampjes te ontstaan in de bosjes achter de parking, en daarom zijn nu ook alle bomen en struiken rond de parking weggehakt. Het is er heel kaal geworden, en dat is jammer, want Drongen was een mooie, groene oase langs de snelweg.»
undefined
undefined
'Het kamp in Grande-Synthe: 'De vluchtelingen zaten in een stinkende modderpoel, de smokkelaars zaten achteraan op een droger gedeelte.'
HUMO Kunnen vluchtelingen het niet op eigen houtje proberen en zélf een vrachtwagen op de parking uitkiezen?
Demeester «Dat zullen sommigen weleens proberen, maar de meeste parkings langs de E40 zijn in handen van smokkelorganisaties. Ze beschouwen ze als hun eigendom en niemand anders mag ze gebruiken. Als burger heb je daar niet veel last van, tenzij je op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bent. Er zijn al toeristen lastig gevallen die er een pauze namen en in de weg stonden voor een smokkeloperatie. De smokkelaars tikten met een koevoet tegen het raampje van hun auto en dreigden de voorruit in te slaan als ze niet ophoepelden. Zo gaat het er aan toe. Het is hun territorium, en als er een andere bende opduikt, komt het soms tot een clash.»
Over de parking in Rotselaar vertelde een verdachte in 2015 in een Gents onderzoek naar een smokkelnetwerk:
‘De parking is van Koerdische smokkelaars. Arabieren mogen daar niet werken. B. is een Koerd en smokkelt Egyptenaren en Syriërs. Er liggen wapens zoals kalasjnikovs verstopt. B. kan de parking verkopen of verhuren als hij wil. Ik weet dat er een klant was die 120.000 euro wilde geven om de parking te kopen. Er zijn Albanezen die ze heel graag willen hebben, maar ze kunnen ze niet krijgen. Op de parking van B. wordt minimum drie dagen gewerkt. Dan worden er minimum dertig personen gesmokkeld. Het gaat over 60.000 euro per week voor dertig personen.’
Lukowiak «Op de parking van Drongen hebben we eens een smokkelaar op heterdaad betrapt, die zo kwaad was dat hij twee andere smokkelaars verlinkte. Dat waren twee Afghanen die zich uitgaven als de eigenaars van de parking, aan wie hij ‘tolgeld’ moest betalen. Voor elke persoon die hij in Drongen op de vrachtwagen zette, moest hij hen 100 euro betalen. De Afghanen verhuurden de parking aan verschillende smokkelaars. Als ze níét betaalden, deden ze er alles aan om de smokkel te laten mislukken: de politie opbellen, of lawaai maken zodat de vrachtwagenchauffeurs wakker werden.»
Bevroren broodjes
Op de parkings hebben de smokkelaars al het nodige materiaal: ladders om op vrachtwagens te klimmen, versterkte handschoenen, messen en secondelijm om verzegelde vrachtwagens te openen en sluiten. Knuppels en stroomstootwapens om truckers te bedreigen of om de smokkelslachtoffers te dwingen in of onder vrachtwagens te kruipen. Want eens een smokkelaar een vrachtwagen heeft uitgekozen, mag een vluchteling niet weigeren om in te stappen.
Lukowiak «Ze hebben niet te kiezen. Ze betalen voor hun reis, en van dan af is het de smokkelaar die alles bepaalt: hoe, wat, waar, wanneer. Als ze weigeren, worden ze bedreigd en desnoods geslagen: ‘Wij zijn de baas, het is nu of nooit, instappen.’»
In verschillende onderzoeken luisterden speurders op de telefoontap mee naar wanhopige telefoontjes van slachtoffers die hun smokkelaars opbellen vanuit de vrachtwagen. Zo onderschepte de West-Vlaamse politie op 23 april 2013 om 3.46 uur ’s nachts een telefoongesprek van een groepje vluchtelingen dat op de parking van Jabbeke in een koelwagen met bloemen was gestopt.
Vluchteling 1: ‘We kunnen niet meer ademen, het is koud, we zijn bang. Kunt u de deur openmaken?’
Smokkelaar: ‘Kalmeer. We weten wat we doen, jullie zitten niet in een koelkast.’
Vluchteling 2: ‘We houden het niet vol, we zullen sterven!’
Smokkelaar: ‘Hou jullie koest! Jullie mogen de deur zeker niet openen, anders komt de politie.’
undefined
Demeester «Een paar weken geleden hebben we twaalf mensen uit een diepvrieswagen gehaald waar het min 25 graden was. Eritreeërs en Syriërs. Ze lagen al zes uur bovenop een lading bevroren broodjes. Die mensen hebben gebeld naar de politie, die hen heeft gevonden aan de hand van de gsm-mast en wat op de verpakking van de broodjes stond. Daar ben ik erg van geschrokken. Het was een container die op de kade in Zeebrugge stond en pas een paar dagen later verscheept zou worden naar Noorwegen. Als niemand een gsm had bijgehad, waren die mensen doodgevroren.»
Lukowiak «De smokkelaars spelen met het leven van hun slachtoffers. Steeds vaker worden ze in koeltransporten gestoken, maar ook in tankwagens met hete vloeibare chocolade, in ladingen piepschuim of pulp. Daar stik je gewoon in.»
Demeester «Als de politie arriveert, worden vluchtelingen door de smokkelaars verplicht om de autosnelweg dwars over te steken – ter hoogte van Jabbeke zijn dat tien rijstroken. Ze weten dat de politie hen niet zal achtervolgen omdat het levensgevaarlijk is. Bendeleden aarzelen ook niet om politiewagens te rammen. Wij kunnen natuurlijk niet even hardhandig reageren. We hebben eens een kleine Citroën Berlingo tegengehouden, en daar zaten ze met veertien in. We deden de deur open en die mensen vielen eruit.»
HUMO De smokkelaars worden gewelddadiger, worden ze ook professioneler?
Demeester «Ze zijn beter georganiseerd dan vroeger, doen bijvoorbeeld altijd voorverkenningen op parkings. Ze proberen ook de bewegingen van de politie te observeren. Er zitten mensen bij die in hun land van herkomst bij het leger of de politie waren en die opgeleid zijn om contrastrategieën uit te dokteren. We hebben smokkelaars achtervolgd die systematisch álle afritten namen, om wat verder weer op de autosnelweg te komen.
»Bij arrestaties is het moeilijk om de smokkelaars van de vluchtelingen te onderscheiden, want ze doen zich altijd voor als slachtoffer. Vorige week achtervolgde de politie in Oostkamp een auto met tien vluchtelingen in. De chauffeur liet het stuur los om achteraan tussen de illegalen te gaan zitten, waarna de auto crashte.»
Lukowiak «Het enige waaraan je een smokkelaar herkent, is aan de verschillende gsm’s en simkaarten die hij op zak heeft. En soms zijn kledingstijl, een beetje gangsta. Velen dragen hoodies met een kap.»
undefined
'Als iemand een passagier naar het kamp brengt, is die persoon van hem'
HUMO Welke nationaliteit hebben die smokkelaars?
Lukowiak «Tot enkele jaren geleden waren het vooral Koerden: uit Irak, Afghanistan en Iran. De jongste jaren zien we ook Albanezen, Oekraïners, Egyptenaren en Syriërs. Er zijn vluchtelingen die naar hier komen op zoek naar een beter leven en, als ze eenmaal een verblijfsvergunning hebben, besluiten om in de smokkelbusiness te stappen. Ze zetten zelf een lokaal netwerkje op of ze worden geronseld door een grotere organisatie. Anderen komen speciaal uit hun thuisland om hier een business te runnen en rijk te worden.»
Frank Demeester rolde drie jaar geleden met het parket van Brugge een smokkelbende op die vanuit het kamp Téteghem opereerde via de parkings in West-Vlaanderen. De leider Aziz Aram, een Iraakse Koerd, deelde al jaren de lakens uit in Téteghem, waar hij tussen de vluchtelingen woonde. Hij stond bekend als meedogenloos en vuurgevaarlijk en was in Frankrijk al veroordeeld voor gelijkaardige feiten. In april 2014 werd hij door de correctionele rechtbank van Brugge veroordeeld tot acht jaar cel.
Demeester «Toen we hem arresteerden, was hij net bezig zijn business over te geven aan een neef die hij had laten overkomen. Zelf had hij genoeg verdiend, hij wilde terug naar Irak.»
Lukowiak «Je ziet ook veel vroegere drug- of wapensmokkelaars die naar de mensensmokkel zijn overgestapt, omdat dat meer opbrengt. De route die van Afghanistan over de Balkan naar Europa loopt is de vroegere opiumroute, waarlangs eerst opium werd gesmokkeld, later heroïne. Nu dus mensen. Onderweg verkopen ze ook nog eens vrouwen en kinderen voor seksuele diensten. Voor hen zijn die vluchtelingen geen mensen, maar koopwaar. Als je hoort hoe ze over hen spreken… ‘Beesten’, ‘dikke kalkoenen’ of ‘schapen’ die te veel lawaai maken als ze in de camion worden geschopt. Ze weten intussen dat we de telefoons afluisteren en gebruiken ook codetaal: ‘De aardappelen zijn uitgestapt.’ ‘De aansteker is met de Pakistaan mee.’ Mannen worden ‘colaflessen’ genoemd, vrouwen zijn ‘fantaflessen’. En de politie, dat zijn de tuinbonen.»
undefined
undefined
'Toen de pastoor van Zeebrugge zijn kerk openstelde voor de vluchtelingen, werd die ogenblikkelijk ingepalmd door smokkelaars.'
Brandende takken
Een prijsonderhandeling tussen een smokkelaar en een ronselaar die twee kandidaten heeft voor een transport naar Engeland:
Smokkelaar: ‘Normaal vraag ik 2.600 voor een man en een vrouw.’
Ronselaar: ‘Dat is teveel. Ik wil wel werken met jou, maar ik weet dat je voor B. werkt voor 800 euro per persoon.’
Smokkelaar: ‘Dat is niet waar. Aan B. vraag ik 1.100 euro voor een vrouw, en 900 voor een man.’
Ronselaar: ‘Ik zal de man en de vrouw sturen voor 900 euro per persoon.’
Smokkelaar: ‘Nee, dat is te weinig. Dat kan ik niet maken tegenover de anderen.’
Ronselaar: ‘2.000 euro voor de twee dan.’
Smokkelaar: ‘Oké, omdat je al lang niemand meer hebt gestuurd. Praat hier met niemand over, zeker niet met B. Anders krijg je moeilijkheden. Als je nog passagiers hebt, moet er volgende keer eerst over de prijs worden gesproken. Ik laat de prijs door niemand zakken tot 800 of 700 euro. Dat is werken zonder respect en helpt het werk op de duur naar de kloten.’
(8 juni 2013, telefoontap uit een Brugs onderzoek naar een Koerdisch netwerk vanuit het kamp Téteghem)
In 2015 bedroeg de omzet van mensensmokkelaars wereldwijd tussen de 3 en de 6 miljard. ‘Het is de grootste en snelst groeiende criminele business ter wereld, groter dan drugs, mensenhandel en wapens,’ zegt Stef Janssens. Hij is expert mensensmokkel bij het federale migratiecentrum Myria, dat elk jaar een doorwrocht jaarrapport uitbrengt over mensenhandel en mensensmokkel in België.
Stef Janssens «Veel van de smokkelbendes bieden formules aan met en zonder garantie. Bij een transport zonder garantie wordt de gesmokkelde in een vrachtwagen gestopt en is de chauffeur niet op de hoogte. De prijzen schommelen tussen 500 en 1.500 euro, vooraf cash te betalen. Voor kinderen en vrouwen vragen ze meer, omdat ze daar ‘meer last mee hebben’. Voor hen hebben ze altijd tranquillizers en slaappillen bij. Vrouwen moeten dikwijls een deel van hun reis betalen met seksuele diensten. Bij een oversteek met garantie, waar de chauffeur medeplichtig is, lopen de prijzen op: tussen de 4.000 en de 7.000 euro, enkel voor het laatste stuk van het traject.
»Voor de vluchtelingen zijn dat gigantische bedragen. Sommigen gaan daarom een tijdlang voor de organisatie werken om hun eigen transport te bekostigen. We noemen ze ‘de smokkelloopjongens’, het voetvolk, en dikwijls zijn het de meest kwetsbaren: minderjarigen en de armste schooiers. Kinderen en jongeren worden als slaven ingezet, en worden heel vaak seksueel misbruikt. Een meisje dat 500 euro schulden had bij een smokkelaar kon afbetalen aan 5 euro ‘per keer’.
»De loopjongens moeten allerlei klussen doen om hun schuld af te betalen: boodschappen doen, smokkelklanten ophalen aan het station, wegblokkades opwerpen voor de vrachtwagens, brandende takken op de autosnelweg sleuren, truckers aanvallen. Voor de buitenwereld lijkt dat het werk van agressieve vluchtelingen, maar meestal zijn het de smokkelloopjongens die worden aangestuurd door de bendes. Niets in de kampen gebeurt zonder dat het georkestreerd is door de smokkelaars.»
Vrijstaten
De Franse overheid weet al lang dat de vluchtelingenkampen in de greep van smokkelaars zitten, maar liet lange tijd betijen, uit angst dat elke verbetering van de leefomstandigheden een aanzuigeffect zou hebben. Zo werden de kampen vrijstaten voor smokkelaars. ‘Pas het laatste jaar hebben de overheid en de politie, onder internationale druk, hun beleid bijgestuurd en gaan ze actiever op zoek naar mensensmokkelbendes,’ zegt Sofie D’Hulster.
Sofie D’Hulster «Toen we vorige winter in het kamp van Grande-Synthe (Duinkerke) al die verschrikkelijke toestanden aanklaagden bij de lokale overheid, lag die daar niet wakker van. We hebben verschillende brieven naar de burgemeester geschreven, maar er werd niet ingegrepen. Elke dag stond de gendarmerie wel aan de ingang van het kamp, maar ze gingen er nooit binnen.
»Op 26 januari 2016 werd er op klaarlichte dag geschoten: een gevecht tussen rivaliserende bendes, een smokkelaar strompelde bloedend het kamp uit. In het schooltje lag een vrijwilligster met de doodsbange kinderen op de grond om voor het geweld te schuilen. Na haar noodoproep hebben ze vier uur moeten wachten op een interventie van de gendarmerie, die met veel machtsvertoon het kamp binnenviel. Toen waren de smokkelaars al lang weggevlucht.»
Demeester «Er gaat een dreiging uit van die kampen, waar ook wapens circuleren. Er was een periode dat de bendes hun smokkelwagens met Britse nummerplaten in de woonwijken rond de kampen parkeerden, later zetten ze die in het kamp zelf. De Franse takeldiensten durfden de auto’s niet te gaan takelen uit angst voor represailles. In sommige van die wagens zaten al kogelgaten, van achtervolgingen door de politie of onderlinge afrekeningen. Die smokkelaars zijn geen koorknapen.»
Lukowiak «Soms achtervolgt de politie een smokkelaar tot aan de ingang van het kamp en gaan ze niet verder. ‘We weten dat hij daar zit, we zullen hem volgende keer wel pakken.’ Ze gaan niet binnen, uit veiligheidsoverwegingen of om een escalatie te vermijden – politieaanwezigheid werkt immers als een rode lap op een stier.»
Toch arresteerde de Franse politie tot nu toe al 200 smokkelbendes in de streek van Nord-Pas-de-Calais. Meestal waren dat kleinere bendes van vier of vijf personen, en veel kleine garnalen, maar twee weken geleden arresteerde ze in Duinkerke de ‘godfather’ van de smokkelaars: Twana Jamal, een Iraakse ex-gewichtheffer die de koning van de jungle van Calais werd genoemd en maandelijks 420.000 euro opstreek.
undefined
undefined
'In Calais zaten verschillende rivaliserende smokkelbendes verspreid over de jungle. In sommige straatjes bleef je liever weg.'
Lukowiak «Het is een onuitroeibaar gegeven: overal waar vluchtelingen zijn, duiken in een mum van tijd ook smokkelbendes op. Kijk naar het vluchtelingenkamp in het Maximiliaanpark in Brussel, in de zomer van 2015. Dat was binnen de kortste keren geïnfiltreerd door een Afghaans-Koerdische bende die er een ‘reisbureau’ naar het VK opzetten. Geroutineerde smokkelaars die de route tussen Afghanistan en Engeland al hadden uitgebaat.»
Ook de Stella-Mariskerk in Zeebrugge, waar de pastoor vorige winter tientallen vluchtelingen onderdak bood tijdens de koudste nachten, werd ogenblikkelijk ingepalmd door smokkelaars. Twee Iraniërs bepaalden wie in de kerk mocht eten en slapen, en organiseerden de smokkel via de haven van Zeebrugge. Wie niet kon betalen, kwam de kerk niet in. De twee kopstukken van de bende werden onlangs in Brugge veroordeeld tot vijf jaar cel.
DemeesteR «Ik heb de reactie van pastoor Fernand Maréchal gezien. Hij was ontzet en verbaasd dat de vluchtelingen die door de smokkelaars werden geterroriseerd, niets hadden gezegd. Maar dat doen ze nooit. Als wij vluchtelingen aantreffen in een vrachtwagen, vertellen ze ons ook nooit wie hen gesmokkeld heeft. ‘Hoe ze eruitzagen? Dat weet ik niet, ze hadden een sjaal voor hun gezicht.’ Als men ontdekt dat ze hebben geklikt, vinden ze nooit meer een smokkelaar die hen naar het VK wil helpen oversteken, en zijn ze bovendien vogelvrij voor represailles. Daarom praten ze niet – tenzij ze heel erg slecht behandeld zijn of bijna het leven hebben gelaten, en crashen. Maar dat is zeldzaam, omdat het wantrouwen tegenover de politie zo groot is.»
‘Daarom is een humane behandeling van smokkelslachtoffers zo belangrijk,’ zegt Stef Janssens van Myria.
Janssens «De informatie van die slachtoffers is cruciaal voor de onderzoeken. Als je hen hardhandig aanpakt, klappen ze toe en zullen ze nooit meewerken. In hun telefoons zitten gegevens die goud waard zijn: telefoonnummers van smokkelaars, versleutelde apps en socialemediakanalen die gebruikt worden om te ronselen. Soms kun je aan de hand van de telefoon de smokkelroute van het slachtoffer reconstrueren. Zo krijg je stilaan een netwerk in beeld.»
Slachtoffers van mensensmokkel kunnen een beroep doen op een speciaal slachtofferstatuut, waardoor ze een verblijfsvergunning krijgen in ruil voor hun medewerking aan een onderzoek.
undefined
'Veel parkings langs de E40 zijn in handen van smokkelorganisaties. Ze beschouwen ze als hun eigendom'
Janssens «Maar tot nu toe stappen er bitter weinig in dat slachtofferstatuut, een twintigtal per jaar maar, omdat ze toch naar het VK willen.»
Voor Sofie D’Hulster is Europa minstens even gewetenloos als de smokkelaars.
D’Hulster «Europa zet massaal in op grensbewaking, en dat drijft de mensen net in de handen van de smokkelaars. Dát niet inzien, is de wanhoop onderschatten van al wie op de vlucht is voor terreur, oorlog en verwoesting. Ze zullen altijd blijven vluchten, ook al weten ze dat de tocht levensgevaarlijk wordt. Met dat inhumane beleid heeft Europa de smokkelaars het beste cadeau gegeven dat ze konden krijgen.»
De Franse overheid maakt intussen plannen om ook de andere tentenkampen in het noorden op te doeken. In Duinkerke Linéaire, de enige opvangplek die door de overheid wordt uitgebaat, worden al een tijdje geen nieuwe vluchtelingen meer toegelaten. Intussen blijft de macht van de smokkelaars onder de vluchtende verschoppelingen immens. Zij bepalen wie de koelwagen of de chocolade in gaat, welke meisjes – of jongens – vanavond de dronken kompanen ter wille moeten zijn. Eén smokkelaar verwoordde het heel treffend in een telefoongesprek: ‘De wet van de jungle is: als iemand een passagier naar het kamp brengt, dan is die persoon van hem.’