BOEK★★★☆☆
‘Hoe mooi wij waren’ is een sterk boek over onderdrukking en opstand, maar bij momenten is het melig, simplistisch en eenduidig heroïsch
Weinig is zo uitdagend als een vervolg schrijven op een gigantische bestseller die overal op klaroengeschal is onthaald – om nog te zwijgen over de arendsogen die over je schouder meekijken. De Kameroens-Amerikaanse Imbolo Mbue heeft het er desondanks redelijk goed afgebracht. Een Amerikaans oliebedrijf met de naam Pexton (een weinig subtiele verwijzing naar Exxon, nu ExxonMobil) vernietigt in de jaren 80 de omgeving van een Afrikaans dorpje: het water is vergiftigd, de akkers zijn onvruchtbaar en de kinderen ziek. Het bedrijf belooft er iets aan te doen, maar finaal blijven de dorpelingen ontredderd achter. Mbue zet een klein leger personages in die diepere waarheden onthullen over de Afrikaanse traditie van verhalen vertellen: zij benadrukken hoezeer de orale geschiedenis cruciaal is voor de identiteit van veel Afrikaanse volkeren.
‘Hoe mooi wij waren’ is een sterk boek over onderdrukking en opstand, maar bij momenten is het melig, simplistisch en eenduidig heroïsch. De karaktertekeningen zijn relatief eendimensionaal en de plot is mager te noemen, wat mag verbazen voor een klepper van bijna vijfhonderd pagina’s. Toch blijft het het lezen waard door de stijl: Mbue kan huiveringwekkend mooie zinnen op papier zetten. Dat het verhaal aanmoddert, is dus een kans om langer in dit intrigerende universum te vertoeven.