Brein achter terreur Parijs en Brussel
Hoe Oussama Atar voor de ogen van de regering de aanslag in Brussel organiseerde: ‘Ons land wilde vér gaan voor zijn vrijlating’
Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 staan de moraliteitsgetuigen van Oussama Atar op het programma. Niemand vermoedde in hem een terrorist, maar toch is de Belg het brein achter de aanslagen in Parijs en Brussel. In hun boek schetsen onderzoeksjournalist Christophe Lamfalussy en CDH-Kamerlid Georges Dallemagne het onthutsende portret van een schuchtere jongen uit Laken die uitgroeide tot een kille, gewiekste jihadist die de Belgische regering, de Staatsveiligheid en zelfs Amnesty International voor schut zette – met dramatische gevolgen. ‘Het verhaal van Atar is extreem gênant voor België. Een staatszaak waar niemand graag over praat.’
Dit artikel verscheen voor het eerst op 2 oktober 2021.
Op het terreurproces in Parijs staat Oussama Atar terecht als het vermoedelijke brein achter de aanslagen van 13 november 2015. Toch zit de Brusselse terreurverdachte niet bij zijn IS-kompanen in de glazen kooi van de beschuldigden. Het gerecht vermoedt dat hij al bijna vier jaar geleden gedood werd bij een Amerikaanse droneaanval in Syrië. Omdat nooit een lichaam werd gevonden – en IS-terroristen in het verleden wel vaker de grote verdwijntruc toepasten door zichzelf dood te verklaren – wordt hij in Parijs toch officieel vervolgd voor zijn terreurdaden.
Het draagt alleen maar bij tot het mysterie van Oussama Atar, een naam die lang niet zo bekend is als die van Salah Abdeslam, maar wiens rol achter de schermen veel belangrijker was voor Islamitische Staat (IS). Onderzoeksjournalist Christophe Lamfalussy en Kamerlid Georges Dallemagne (CDH) reconstrueren die rol haarfijn in hun boek ‘Le clandestin de Daech’ (‘De verstekeling van IS’). Bij zijn aankomst in Syrië in december 2013 klom Atar snel op tot de hoogste rangen van IS, en kwam hij aan het hoofd van een terreurcel die buitenlandse aanslagen in Europa zou plegen. Vanuit Syrië stuurde hij de Belgische, Franse en Iraakse kamikazes aan die de aanslagen in Parijs en – op 22 maart 2016 – in Brussel pleegden, ontdekten de speurders pas maanden later.
Lees ook:
Alain Grignard getuigt vandaag: ‘Het proces-Abdeslam wordt de grootste pr-stunt van Islamitische Staat in jaren’
Hoewel hij al in 2005 in Irak gevangenzat als terreurverdachte van Al Qaeda, bleef Atar jarenlang onder de radar van de veiligheidsdiensten. Meer nog, de Belgische Staatsveiligheid geloofde dat hij ongevaarlijk was en wilde hem als spion voor haar laten werken. In 2012 kon hij als een vrij man naar België terugkeren, dankzij een grootse mediacampagne en het lobbywerk van Belgische parlementsleden. Vandaag blijkt dat de man voor wie aan het Justitiepaleis in Brussel werd betoogd iedereen om de tuin heeft geleid. Een pijnlijk verhaal voor zowat alle betrokkenen, ondervonden Lamfalussy en Dallemagne tijdens hun research.
HUMO Het was niet gemakkelijk voor jullie om ingewijden in dit dossier aan de praat te krijgen.
CHRISTOPHE LAMFALUSSY (lachje) «We waren verwonderd hoeveel mensen aan acuut geheugenverlies leden. Politici, advocaten, diplomaten, organisaties, agenten van de Staatsveiligheid. Vaak kwam er ook geen antwoord op onze mails met vragen, of hielden ze ons met beloftes aan het lijntje.»
GEORGES DALLEMAGNE «Veel betrokkenen geloofden dat Oussama Atar een slachtoffer was dat onschuldig in de gevangenis in Irak zat en daar slecht behandeld werd. Op een bepaald ogenblik deed zelfs het verhaal de ronde dat hij nierkanker had en binnen de week zou sterven als hij geen verzorging kreeg – dat was compleet verzonnen, bleek achteraf. Maar daardoor sprong Amnesty International wel een tijdje op de kar.
»De Staatsveiligheid popelde om hem in te lijven als informant. De Belgische regering heeft meerdere malen bij de Iraakse autoriteiten op zijn vrijlating aangedrongen, zelfs toen het antiterreurorgaan OCAD hem als zeer gevaarlijk bestempelde.»
LAMFALUSSY «Toen hij in 2012 naar België terugkeerde, hield niemand Atar nog in het oog. Nu blijkt dat hij zijn activiteiten als jihadist onmiddellijk heeft voortgezet. Eind 2013 vertrok hij naar Syrië met een paspoort dat hij zonder moeite had gekregen in een Brussels gemeentehuis. Sinds het gerechtelijke onderzoek naar de aanslagen zijn cruciale rol blootlegde, zwijgt iedereen daarover, wellicht uit collectieve schaamte. Er is geen enkele uitleg gekomen vanuit de politiek of de Staatsveiligheid, geen spijt of excuses. Terwijl er toch heel wat vragen blijven: welk politiek spel heeft zich achter de schermen afgespeeld, wat hebben de veiligheidsdiensten in de coulissen bedisseld? De hele affaire is onder de mat geveegd, terwijl het om een staatszaak gaat.»
HUMO Hoe kon dat zo gemakkelijk gebeuren?
LAMFALUSSY «Net na de aanslagen in Parijs gingen vooral de namen van Salah Abdeslam en Abdelhamid Abaaoud over de tongen: Abdeslam omdat hij op de vlucht was, Abaaoud omdat toen nog werd aangenomen dat hij het bloedbad georganiseerd had. Iedereen was verbijsterd dat straatboefjes uit Molenbeek die al jaren bekend waren bij de politie konden radicaliseren tot niets ontziende zelfmoordterroristen.
»Maanden later begrepen de speurders dat Abaaoud alleen maar de praktische coördinator op het terrein was. Het echte meesterbrein zat in Raqqa, was een Belg en luisterde naar de oorlogsnaam Abu Ahmad. Pas na de aanslagen van 22 maart 2016 legden het Belgische parket en de Franse speurders voor het eerst de link met Oussama Atar.»
DALLEMAGNE «Atar was een mysterieus figuur. Hij heeft maar één interview gegeven, toen hij in de gevangenis van Irak zat, aan de krant Le Soir. Zijn omgeving omschreef hem zelfs als ‘timide’. Hij bleef weg van de sociale media. Hij veranderde voortdurend van alias en verblijfplaats. Hij had een heel ander profiel dan de meeste andere Belgische en Franse jihadisten. Die hadden de overstap van de criminaliteit naar moslimterreur gemaakt. Atar niet, hij had een hagelwit strafblad en was dus niet bekend bij justitie. Net zoals Najim Laachraoui (die zichzelf opblies in de luchthaven van Zaventem, red.), die gestudeerd had en met wie hij erg close was in Syrië.»
HONINGPOT
HUMO In jullie boek beschrijven jullie hoe die timide jongeman uit Laken, de kleinzoon van een Marokkaanse mijnwerkersmigrant, al op vroege leeftijd begon te radicaliseren.
LAMFALUSSY «Als je het Willemsplein in Laken bezoekt, waar hij is opgegroeid, kun je moeilijk vatten dat zo’n jongen die vaak zwijgend op de drempel van zijn huis zat te kijken naar wat er op het pleintje gebeurde, de nummer 3 van IS zou worden – na de grote leider Abu Bakr al-Baghdadi en woordvoerder Abu Muhammad al-Adnani.»
DALLEMAGNE «Op dat Willemsplein, in de schaduw van het Atomium, tierde de drugshandel welig. Veel jongeren zaten in de criminaliteit, zoals de broers Khalid en Ibrahim El Bakraoui, die we nu kennen als twee van de zelfmoordterroristen van 22 maart 2016. Zij waren neven van Oussama Atar, en toen al zware jongens die gewelddadig uit de hoek kwamen tegen goedbedoelende straathoekwerkers.»
LAMFALUSSY «Oussama Atar hield zich ver weg van de criminaliteit, maar hij was wél gefascineerd door het politieke islamisme dat werd gepredikt op 10 meter van zijn deur. Veteranen van Al Qaeda kwamen al in het begin van de jaren 2000 terug uit Afghanistan, Syrië en Irak, hingen rond op het Willemsplein en vertelden de jongeren sterke verhalen over de Heilige Oorlog. Atar zat ook elke dag in de videotheek op de benedenverdieping van zijn ouderlijk huis. Die werd gerund door een notoire islamist, Youssef E.M., bij wie de politie later een wapenarsenaal en een berg propagandafilms voor Al Qaeda zou aantreffen.
»Op zijn 17de vertrok hij op vakantie naar Syrië met één van de meest extremistische imams van Molenbeek, sjeik Bassam Ayachi. In september 2003 keerde hij terug naar Damascus, dit keer voor een periode van twee jaar, naar eigen zeggen om Arabisch te studeren – maar dan wel in een Koranschool waar de jihad openlijk werd gepromoot.»
HUMO En anderhalf jaar later bevond hij zich plots in een oorlogszone in Irak. In februari 2005 werd hij daar, in een gebied dat door islamterroristen geteisterd werd met bloedige aanslagen, gearresteerd door de Amerikaanse troepen.
LAMFALUSSY «Bij zijn arrestatie zei Atar eerst dat hij een ‘soldaat van het islamitische leger’ was. Later paste hij zijn verhaal aan en zei hij dat hij om humanitaire redenen naar Irak was gekomen met een hulporganisatie. Die versie hebben hij en zijn familie nadien altijd aangehouden. Hij kwam terecht in de beruchte Abu Ghraib-gevangenis, waar de Amerikanen alle tijd namen om hem op de rooster te leggen: pas acht maanden later vernam de Belgische Staatsveiligheid van de CIA dat ze een landgenoot gevangen hielden die van terrorisme werd verdacht.»
DALLEMAGNE «De Belgen vielen uit de lucht: Oussama Atar was totaal niet bekend bij de veiligheidsdiensten. Twee agenten van de Staatsveiligheid zijn hem in de gevangenis in Irak gaan opzoeken. Eén van hen vertelde ons dat Atar helemaal geen terrorist leek. Hij had een engelachtig gezicht en praatte honderduit. Zei dat zijn arrestatie een vergissing was, dat hij dit niet verdiende, dat hij zijn moeder miste… Toen ontstond het idee van de Staatsveiligheid om hem als informant te laten infiltreren in islamistische milieus. Ze vergeleken het met een honingpot: als terugkeerder van de jihad zou hij moslimjongeren met extremistische ideeën aantrekken.»
LAMFALUSSY «Maar de Amerikanen wilden hem niet laten gaan, en zo is het jarenlange getouwtrek rond Atar begonnen. Bijna dagelijks probeerden Belgische diplomaten de Iraakse en Amerikaanse autoriteiten te overtuigen om hem vrij te laten. Het idee was dat de Staatsveiligheid hem in België zou blijven surveilleren, en dat hij haar tegelijk kon helpen om jihadistische netwerken te ontmaskeren.
»Ook de familie van Atar begon druk uit te oefenen op Belgische politici. Zeker toen bleek dat een Iraakse rechtbank hem tot levenslang had veroordeeld.»
DALLEMAGNE «De Belgen vernamen dat via de lokale pers en vielen van hun stoel. Bezorgd namen ze contact op met de Amerikanen en de Irakezen. En dan gebeurde iets bizars: een paar dagen later gingen de Iraakse procureurs, die levenslang hadden gevraagd, tegen hun eigen beslissing in beroep. Dit keer eisten ze maar tien jaar. We kunnen niet zwart op wit bewijzen dat de tussenkomst van de Belgen daarmee te maken had, maar dat is wel de chronologie.»
LAMFALUSSY «Zoiets is ongezien. (Lachje) Meestal vraagt het Openbaar Ministerie net méér in beroep.»
HUMO Atar verhuisde intussen naar een andere gevangenis in Irak: Kamp Bucca, een plek die de gevangenen zelf een ‘jihadistenfabriek’ noemden.
LAMFALUSSY «We hebben een Amerikaanse psychologe gesproken die er werkte. Zij vertelde dat de meest extremistische jihadisten er samen zaten met gewone gevangenen. Op de bewakingscamera’s zag je hoe de extremisten aan de anderen leerden hoe ze explosieven konden maken, met tekeningen in het zand. Ze organiseerden ’s nachts ook shariarechtbanken en braken de armen van veronderstelde verklikkers. De Amerikaanse bewakers keken ongeïnteresseerd de andere kant op.»
DALLEMAGNE «Later hebben IS’ers zelf gezegd dat in Kamp Bucca de wieg van IS stond. Daar leerden de toekomstige kopstukken elkaar kennen en werden banden gesmeed. We weten dat Oussama Atar er Al-Adnani heeft leren kennen, de latere IS-woordvoerder die ook ‘minister van Aanslagen’ werd genoemd. Die kennismaking was volgens de Franse geheime dienst cruciaal in Atars snelle opmars binnen de IS-hiërarchie.»
DRUK OP DE GUCHT
HUMO En intussen bleef België aandringen op zijn vrijlating?
DALLEMAGNE «Ja, en ons land wilde vér gaan. Er was geen uitleveringsverdrag tussen België en Irak, maar even hebben ze overwogen om er toch een aan te nemen, voor dit ene geval. Uiteindelijk bleek dat niet realistisch. Op 9 april 2008 besliste het kernkabinet van de kersverse regering-Leterme om de Iraakse autoriteiten formeel om Atars vrijlating te vragen, ‘om humanitaire redenen en omwille van de veiligheid van de staat’. Dat laatste wijst inderdaad op de inmenging van de Staatsveiligheid. Alle vicepremiers en de betrokken ministers waren op die vergadering aanwezig.»
HUMO Onbegrijpelijk.
LAMFALUSSY «Misschien konden ze op dat ogenblik moeilijk de risico’s inschatten, want de Amerikanen gaven maar druppelsgewijs informatie over Atar vrij. Maar kort daarop bezorgde de CIA een rapport over de Iraakse gevangene aan de Belgen, en dat was wél duidelijk: Atar bleek allesbehalve een modelgevangene. Hij had al zes negatieve rapporten van zijn bewakers gekregen en had een ontsnappingspoging ondernomen, samen met enkele vertrouwelingen van Abu Musab al-Zarqawi, de stichter van Al Qaeda in Irak.
»De Franse geheime dienst was Atar intussen ook in zijn cel gaan opzoeken en concludeerde dat hij erg geradicaliseerd en anti-Amerikaans was. En in september 2008 verspreidde het OCAD een infoflash over de mogelijke gevolgen van een repatriëring: volgens het antiterreurorgaan was Atar zeer gevaarlijk; het koppelde hem aan dreigingsniveau 3 – het op één na hoogste niveau. Niveau 4 wordt alleen gebruikt bij een onmiddellijke dreiging, wat onmogelijk is als het om een gevangene gaat.
»Toch maakten de ministers en de bazen van de veiligheidsdiensten zich blijkbaar weinig zorgen. Op 30 september 2008 bevestigen ze hun eerdere beslissing en vroegen om de inspanningen om Atar vrij te krijgen voort te zetten.»
DALLEMAGNE «Hier speelt ontegensprekelijk een politieke verantwoordelijkheid, én er is de rol van de Staatsveiligheid. Nu, het was wel een woelige periode, net na de financiële crisis. De regering was niet erg stabiel.»
HUMO Wat zeggen de betrokken ministers daar vandaag over?
LAMFALUSSY «Wij hebben twee ministers die op de kern aanwezig waren erop aangesproken, en ze wisten geen van beiden meer waarover het ging. Dat was tekenend.»
DALLEMAGNE «We weten ook niet hoeveel andere punten er die dag op de agenda stonden, of het aan het einde van een lange lijst kwam, of er een lange discussie is geweest, of de beslissing snel werd goedgekeurd…»
HUMO Is het zo dat ons land bestuurd wordt?
DALLEMAGNE (lacht) «Ik ben nooit vicepremier geweest!»
HUMO Hebt u enig idee wie in dat politieke spel de kar trok?
LAMFALUSSY «Alle regeringspartijen hadden een minister in het kernkabinet en waren dus op de hoogte van het dossier. Op dat ogenblik was Karel De Gucht (Open VLD) minister van Buitenlandse Zaken, maar volgens mijn bronnen op het kabinet liep hij zelf niet zo warm voor de zaak. Hij stond wel onder felle parlementaire druk vanuit linkse partijen. Ook Louis Michel (MR) is als Europarlementslid erg actief geweest.»
‘RED OUSSAMA!’
HUMO Hoewel de Iraakse gevangenissen uitpuilden en de Amerikanen niets liever wilden dan gevangenen vrijlaten, vonden ze Atar blijkbaar toch te gevaarlijk.
LAMFALUSSY «Klopt, het zou meer dan zes jaar lobbywerk vragen om hem naar België te halen. In de zomer van 2010 hebben verschillende politici, advocaten en verenigingen hun schouders gezet onder een heftige mediacampagne: ‘Red Oussama Atar’.»
DALLEMAGNE «Ook ik ben benaderd om die campagne te steunen, maar ik vond dat er een reukje aan zat: wat deed een jonge twintiger van het Willemsplein te midden van het oorlogsgeweld in Irak?
»En toen kwam de familie Atar met dat verhaal op de proppen dat Oussama aan nierkanker leed. ‘En de Belgische regering laat hem stikken,’ klonk het op een luidruchtige betoging voor het justitiepaleis in Brussel. Zo heeft Amnesty International zich laten strikken. Dat was naïef, maar je mag niet vergeten dat zij het waren die de Amerikaanse folterpraktijken in Abu Ghraib hadden blootgelegd en aangeklaagd. Dit was opnieuw een verhaal over een mensonwaardige behandeling in een Iraakse gevangenis. Daarom steunden ze de campagne: om te ijveren voor Atars medische verzorging. Om zijn vrijlating hebben ze nooit gevraagd.»
HUMO De steun van Amnesty International gaf wel geloofwaardigheid aan de campagne, met een uit de duim gezogen verhaal.
DALLEMAGNE «Ze hadden voorzichtiger moeten zijn. Het nierkankerverhaal is snel ontkend door het Internationale Rode Kruis, dat Atar in zijn cel is gaan bezoeken. Hij had wel wat spijsverteringsproblemen, maar niets levensbedreigends. Zodra Amnesty wist dat Atar geen gevaar liep, zijn ze uit de campagne gestapt.»
HUMO In september 2012 werd Atar uiteindelijk vrijgelaten en keerde hij terug naar België – en werd ongemoeid gelaten.
LAMFALUSSY «Dat is het verbijsterende aan dit verhaal. In Irak was Atar veroordeeld voor deelname aan terroristische activiteiten. Na zijn terugkeer in België werd hij ervan beschuldigd lid van een terroristische groepering te zijn. Hij werd vrijgelaten onder voorwaarden: hij zou door de Staatsveiligheid gevolgd worden. En tóch lieten ze hem vrolijk zijn gang gaan. Liefst twintig keer bezocht hij zijn neven Khalid en Ibrahim El Bakraoui in de gevangenis, waar zij een straf uitzaten voor zware overvallen. Hij praatte op hen in en stoomde hen klaar voor de jihad. Zij keken op naar Atar, de Irakveteraan. En ze waren een uitstekende aanwinst voor IS, omdat ze bereid waren tot het uiterste te gaan – dat zou blijken op 22 maart, toen ze zichzelf opbliezen in de luchthaven van Zaventem en de Brusselse metro.
»Eind 2013 vertrok Atar ongehinderd naar Tunesië, zogezegd op vakantie, maar vermoedelijk om er jihadisten te ontmoeten of om door te reizen naar Syrië. De Tunesische politie stuurde hem al na drie dagen terug naar België, en nóg was niemand hier gealarmeerd. Atar kon zelfs opnieuw naar het buitenland vertrekken, dit keer naar Turkije, met een paspoort dat hij had aangevraagd – en gekregen – in het gemeentehuis. Zo kon hij doorreizen naar Syrië om zich bij IS aan te sluiten.»
HUMO Heeft de Staatsveiligheid daar ooit enige uitleg voor gegeven?
LAMFALUSSY «Wij hebben de Staatsveiligheid drie keer om uitleg gevraagd, maar ze weigert te antwoorden. Ook in het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie die de terreuraanslagen van 22 maart opvolgde, staat amper een woord over Oussama Atar.»
DALLEMAGNE «Er is een hypothese dat de Staatsveiligheid Oussama Atar wel degelijk heeft gebruikt als informant en dat hij haar in de luren heeft gelegd. Maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. De waarschijnlijkste verklaring is dat ze hem gewoon heeft laten lopen omdat ze niet de middelen had om hem te surveilleren. Ook dat is natuurlijk ontstellend.»
DE BENDE VAN LAKEN
HUMO De naam van Oussama Atar viel verschillende keren op het terreurproces in Parijs. Wat was precies zijn rol bij IS?
LAMFALUSSY «Van bij zijn aankomst was het duidelijk dat Atar het vertrouwen van de IS-top genoot. Hij kreeg de leiding over de bewakers van de westerse gijzelaars, zoals de vier Franse journalisten die later zouden vrijkomen en de Amerikaanse journalist James Foley, die voor de ogen van de wereld onthoofd werd. Onder anderen Mehdi Nemmouche (die in 2014 de aanslag op het Joods Museum in Brussel pleegde, red.) en Najim Laachraoui dienden onder hem.»
DALLEMAGNE «Begin 2015 is hij nog belangrijker geworden, na de inval van de Belgische politie in een huis in Verviers. Daar zaten drie IS-terroristen die op het punt stonden een aanslag te plegen. Na die mislukking heeft IS zijn strategie aangepast: de eerste Syrië-terugkeerders waren onmiddellijk bekend geraakt bij de politie, omdat ze zelf op de sociale media foto’s en filmpjes hadden gepost waarop ze met kalasjnikovs stonden te zwaaien; nu vond IS het wijzer dat strijders in de luwte bleven.»
HUMO Zoals Oussama Atar.
DALLEMAGNE «Precies. Hij was discreet en genoot zoals gezegd het vertrouwen van Al-Adnani, de nummer 2 van IS. Hij stond niet op de radar van de inlichtingendiensten. Hij sprak vloeiend Iraaks Arabisch én Frans, een grote troef bij het aansturen van de Europese strijders. Dat werd zijn nieuwe taak: hij kreeg het commando over een nieuwe terreurcel, Copex, die zich uitsluitend met aanslagen in Europa zou bezighouden. De leiders van de beweging waren daar erg trots op. Eerst leerden kandidaten voor een zelfmoordaanslag explosieven produceren, verschillende wapens hanteren en via beveiligde kanalen communiceren. Atar bracht ook andere rekruten aan dan het Molenbeekse straatgrut à la Salah Abdeslam: geen kanonnenvlees maar sterke figuren die je een grote opdracht kon toevertrouwen. De broers El Bakraoui, Najim Laachraoui, Sammy Djedou: echte killers. Het was geen toeval dat ze allemaal uit Laken kwamen; Atar kende ze nog van in zijn kindertijd.»
LAMFALUSSY «Iedereen had het na de aanslagen almaar over de bende van Molenbeek – de broers Abdeslam, Abrini, Abaaoud… Maar niemand sprak over de bende van Laken, die nog veel gevaarlijker bleek en hoger is opgeklommen in de IS-rangen.»
DALLEMAGNE «De eliteleden van Copex hadden in Raqqa een beter leven dan andere jihadisten, en zeker dan de bevolking. Ze kregen bijvoorbeeld hele ladingen westerse producten die in de lokale winkels onvindbaar waren.
»Atar werd in een mum van tijd een legende binnen de beweging. Hij was sterk vermagerd, zijn gezicht was hoekig en zat verborgen achter een lange zwarte baard en een donkere bril. Iedereen kende hem, maar hij kwam weinig onder de mensen en beperkte zijn contacten tot een handvol vertrouwelingen. Dat maakte het zo moeilijk voor de onderzoekers om te achterhalen wie zich verschool achter de oorlogsnaam Abu Ahmad. Uit de getuigenissen die ze konden verzamelen, komt hij naar voren als een kille ideoloog, extremistisch en zonder een greintje medeleven.»
HUMO Hoe stuurde hij de aanslagen in Parijs en Brussel aan?
LAMFALUSSY «Atar liep al sinds het najaar van 2014 rond met plannen voor een aanslag in Europa. In november 2014 sprak hij in het grootste geheim af met zijn neef Khalid El Bakraoui, die net was vrijgekomen en met zijn vrouw ‘op vakantie’ naar Turkije was geweest. Tijdens die vakantie was hij stiekem de grens met Syrië overgewipt om Atar te ontmoeten. Op die vergadering waren ook nog andere IS-kopstukken aanwezig. Daar, een jaar voor de aanslagen in Parijs, werden de eerste plannen gesmeed om de Franse hoofdstad aan te vallen. El Bakraoui’s vrouw vertelde aan de speurders dat haar man sindsdien compleet geobsedeerd was door IS en aan de lopende band propagandafilms bekeek.»
DALLEMAGNE «Atar stelde de ploegen samen om de aanslagen te plegen. Volgens de speurders waren de twee Irakezen die zichzelf opbliezen aan het Stade de France overigens bodyguards van Atar. In de broekzak van één van hen vond de politie een telefoon met daarin zijn telefoonnummer, onder de naam ‘Mijn oom’. Net voor hun vertrek naar Europa deed Atar de laatste aankopen met hen: rugzakken, telefoons en Turkse simkaarten. Hij reed met hen naar een fotograaf om pasfoto’s te laten maken voor de valse paspoorten die ze enkele dagen later aan de Syrisch-Turkse grens zouden krijgen. Dat de kamikazes in Europa raakten door zich in de vluchtelingenstroom te mengen, is bekend. Atar is waarschijnlijk tot op het laatste moment voor de aanslagen met de zelfmoordterroristen in contact gebleven.»
HUMO Niet iedereen gelooft dat hij het brein achter de aanslagen was. Zijn er genoeg bewijzen?
LAMFALUSSY «Het waren de Fransen die hem identificeerden. Na nog een tijdlang te hebben getwijfeld – misschien vanwege de gênante voorgeschiedenis — is nu ook het Belgische parket overtuigd, op basis van alle getuigenissen, telefoon- en chatverkeer met de terroristen. Dat bleek toen de Belgische onderzoeksrechter op het proces in Parijs kwam getuigen. Oussama’s broer Yassine zit trouwens óók in de beklaagdenbank, vanwege logistieke steun aan de terroristen. Toen hij twee weken geleden even aan het woord kwam, verklaarde hij dat hij onschuldig was en sprak hij dat intrigerende zinnetje uit: ‘Ik ben Oussama Atar niet.’
»Ook wij hebben verschillende getuigen gesproken, onder anderen Nicolas Hénin, één van de vier journalisten die door Atar en zijn kompanen waren gegijzeld in Syrië. Hij zal daarover voor het eerst getuigen op het proces.»
HUMO Wat zal Hénin dan vertellen?
DALLEMAGNE «Tijdens zijn gevangenschap kwam hij vooral in contact met zijn directe bewakers, waaronder Najim Laachraoui. Laachraoui was kalm en intelligent, en won snel het vertrouwen van de IS-leiding. Op een dag werden de gevangenen met een konvooi overgebracht naar een andere plek. Hénin zat in de wagen met Laachraoui en een chauffeur die luisterde naar de beruchte oorlogsnaam Abu Ahmad. Hij heeft de man niet met eigen ogen gezien, want hij was geblinddoekt, maar kon hem wel horen tijdens de rit. Hij had een Iraaks Arabisch accent en bleek ook Frans te spreken – een zeldzaamheid onder de IS-strijders in Syrië. Hénin is overtuigd dat het Atar was. Later heeft hij hem nog verschillende keren gekruist in de gevangenis, waar hij Iraaks Arabisch naar het Frans vertaalde. De reis duurde twee dagen en twee nachten, en Laachraoui en de chauffeur bleken elkaar goed te kennen.
»Tijdens de tweede nacht reden ze door een dorp. Plots hoorden ze een grote klap tegen de wagen. Laachraoui riep Allah aan. De wagen stopte niet. Hénin vroeg wat er gebeurd was. ‘Een kind,’ antwoordde Laachraoui. ‘Waarom stoppen jullie niet?’ – ‘Het is niet erg.’ Voor Hénin was het duidelijk: die chauffeur moest een belangrijke figuur zijn, iemand die zomaar een kind omver kon rijden zonder te hoeven stoppen.»
HUMO Wat willen jullie met jullie boek over hem bereiken?
LAMFALUSSY «We vonden allebei dat er een soort samenzweerderige stilte rond dit verschrikkelijke verhaal hangt, en hebben daarom alle feiten op een rij gezet. We wilden er geen beschuldigend pamflet van maken. Maar ik vind dat de minister van Justitie, die bevoegd is voor de Staatsveiligheid ooit tekst en uitleg moet geven over wat er precies gebeurd is. En de minister van Binnenlandse Zaken misschien ook. De slachtoffers van de aanslagen hebben recht op de volledige waarheid.»