Hoe wielrenner Stig Broeckx opstond uit de doden: 'Toen ik uit mijn coma ontwaakte, moest ik mezelf googelen om te weten wie ik was'
Het heeft iets ironisch: een kerstinterview over een verrijzenis. Maar hoe noem je het anders, wat Lotto-renner Stig Broeckx (28) overkwam? Na een horrorcrash in de Ronde van België van 2016 belandde ‘de liefste jongen van het peloton’ in een diepe coma. ‘Vegetatief,’ zeiden de dokters. Maar vijf maanden en twintig dagen later plaatste Stig zijn ultieme demarrage: hij werd wakker en stond op uit de doden. Een gesprek met vader en zoon over het harde gevecht voor een nieuw leven.
Peter Broeckx geeft ons een stevige handdruk in de keuken van zijn melkveebedrijf. Zoonlief is nog onderweg vanuit het revalidatiecentrum, waar hij net zijn dagelijkse portie oefeningen heeft afgewerkt, maar vader Broeckx wil al van wal steken. Eigenlijk houdt hij niet zo van media-aandacht. Zijn Kempense nuchterheid verdraagt geen overdreven aanbidding van sportmensen, en al helemaal geen aasgieren die op zoek zijn naar sensatie. Maar de overweldigende steun die de familie de voorbije jaren heeft gekregen, deed hem beseffen dat Stigs verhaal anderen kan inspireren. Daarom wil hij, uitzonderlijk, nog eens terugblikken op de ergste periode uit zijn leven.
HUMO Wat herinner je je nog van de dag van die vreselijke val?
PETER «Het was op een zaterdag in mei, de voorlaatste rit van de Ronde van België. Ik was aan het werk op de boerderij en sloeg het middageten over, om klaar te zijn voor de live-uitzending. In de stal hoorde ik mijn gsm een paar keer piepen. Onheilspellende berichtjes. ‘Hoe gaat het met Stig?’ ‘Weet je al iets meer?’ ‘Sterkte!’ In paniek liep ik naar binnen, zette de tv aan en hoorde het verschrikkelijke nieuws: Stig was het zwaarste slachtoffer van een massale valpartij en was met een traumahelikopter naar Aken overgebracht.
»Ik probeerde mensen van de ploeg te bereiken, maar niemand nam op. Vloekend stelde ik vast dat ik niet eens het nummer van de ploegdokter had. Via via kon ik het toch bemachtigen. Toen hij opnam, hoorde ik aan zijn stem dat het ernstig was. Het woord ‘overleven’ viel, met een vraagteken erachter. Mijn vrouw Marie-An, die naast het parcours stond, stoof naar het ziekenhuis van Aken, waar ze urenlang de muren opliep. ’s Avonds laat kwam ze thuis, zonder dat ze Stig had gezien.
»De volgende dag mochten we even bij hem, vijf minuutjes. Hij was volledig ingepakt met zwachtels en hing aan allerlei piepende machines. De linkerkant van zijn schedel was ingedeukt, zijn oogkas verbrijzeld, zijn gezicht kapot. Dat beeld staat voor altijd op mijn netvlies. Je weet dat het erg gaat zijn, maar toch kun je jezelf daar niet op voorbereiden.
»Even was zijn toestand stabiel, maar ’s maandags kregen we het bericht dat het opnieuw kritiek werd: inwendige bloedingen zorgden voor druk in zijn hersenen. Hij moest terug naar de operatiezaal waar ze zijn schedel zouden lichten om de bloedingen te stelpen. We wilden in onze auto springen, maar ze zeiden dat we beter thuis bleven. Opnieuw gingen we de nacht in met de verlammende angst dat onze zoon de volgende ochtend niet zou halen. Slapen was geen optie. De hele nacht dwaalde ik als een zombie door het huis, wachtend op een verlossend telefoontje dat maar niet kwam. Elke minuut leek een uur. Een paar keer belden we zelf naar het ziekenhuis, maar alle lijnen werden automatisch doorgeschakeld naar het onthaal, en daar hadden ze nog nooit van Stig Broeckx gehoord. Pas de dag daarna ontdekten we dat hij onder een valse naam was ingeschreven, om de media op afstand te houden: Stefan Brücken.
»De volgende middag kwam het verlossende bericht dat de bloedingen waren gestelpt. Maar op vrijdag was het opnieuw prijs: longontsteking. Via de kunstmatige beademing waren ziektekiemen ongefilterd zijn lichaam binnengedrongen. Hij had 41 graden koorts. Ze legden hem in een koelbad, maar de koorts week niet. Na drie dagen waren zijn bloedwaarden zo slecht dat een fatale shocktoestand dreigde. Ik hoor het de dokters nog zeggen: ‘Als het vannacht niet betert, vrezen we het ergste.’ De volgende dag was zijn koorts gezakt naar 39 graden. Voor de vierde keer die week was hij door het oog van de naald gekropen. Wat we die dagen hebben doorstaan, is met geen pen te beschrijven. ‘Nachtmerrie’ dekt in de verste verte de lading niet.»
HUMO En zeggen dat hij die fatale dag eigenlijk niet had mogen starten.
PETER «Klopt. De dag voordien was hij keihard op zijn staartbeen gevallen op de kasseien van de Paddestraat. Mijn vrouw zag hem ’s morgens bij de start als een oud ventje uit de teambus sukkelen. Hij kon niet zitten of staan. Ploegleider Herman Frison vond het onverantwoord dat hij zo zou koersen, maar Stig wilde proberen. Na een opwarming van 10 minuten kwam hij terug. ‘Het gaat wel, ik start!’
»Als hij een flauwerik was geweest, was hij die ochtend naar huis gekomen. Maar hij wou zich zó graag bewijzen. Tijdens de winter had hij supergoede tests afgelegd. Hij zou iedereen eens laten zien wie Stig Broeckx was. Maar in Kuurne-Brussel-Kuurne werd hij aangereden door een motor: sleutelbeenbreuk, het hele voorjaar de mist in. Daarna trok hij op eigen kosten drie weken op stage naar Spanje, om de selectie voor de Giro te halen. Bij zijn terugkomst was die selectie al gemaakt, dus moest hij over naar plan B: zich tonen in de Ronde van België. Dáárom wou hij per se starten in die rit. Mijn vrouw heeft het al vaak gezegd: ‘Was hij de dag voordien maar wat harder gevallen.’»
undefined
'Er zijn momenten geweest waarop ik dacht dat ik beter dood kon zijn, maar die fase ben ik voorbij. Ik kijk alleen nog achteruit om te zien hoe ver ik al geraakt ben ''
HUMO Drie weken na de val werd hij overgebracht naar het ziekenhuis van Genk. Daar volgde opnieuw slecht nieuws.
PETER «De artsen bouwden de verdovende medicatie stapsgewijs af. Wekenlang leefden we toe naar het moment dat hij wakker zou worden, maar hij reageerde niet, en dan kwam het verdict: vegetatieve coma. De dokters achtten de kans uiterst klein dat hij ooit nog zou ontwaken. Ik kon en wou dat niet geloven. De weken daarna voelde ik me compleet verslagen. In stilte begon ik aan een proces van rouw en aanvaarding, maar Marie-An wou daar niet van weten. Ze klampte zich vast aan de laatste sprankel hoop. ‘We gaan niet aan zijn bed staan janken,’ zei ze. ‘We moeten álles proberen wat in onze macht ligt om hem weer wakker te krijgen.’ Daaraan zie je dat vrouwen het sterke geslacht zijn. Ik ben daar eerlijk in: mijn hoop was weg, maar zij bleef geloven in een mirakel en sleurde me daarin mee. Ook zijn vriendin Tilly bleef positief, ook al leed ze enorm onder de situatie.
»Professor Steven Laureys, een wereldautoriteit in coma-onderzoek, vertelde ons dat een comapatiënt niet vanzelf wakker wordt, je moet hem eruit sléúren, door hem te stimuleren met prikkels. Daar hebben we ons op gestort. We nodigden zijn vrienden uit, speelden zijn favoriete muziek, masseerden zijn benen, hielden massageolie onder zijn neus en knepen in zijn handen.
»Bijna vier maanden na de val merkten we een kleine verandering in zijn ogen. Die doffe comablik was weg. Om reactie uit te lokken, begonnen we vragen te stellen. ‘Kun je je duim bewegen?’ Als je geduld had, deed hij dat. We hadden ook een code afgesproken: één keer knipperen was ‘ja’, twee keer ‘nee’. Zijn antwoorden klopten, dat kon geen toeval meer zijn. Maar de medische staf geloofde ons niet. Pas twee weken later merkte de hoofdverpleegster het ook, en kwam alles in een stroomversnelling. We kregen de raad om uit te kijken naar een comacentrum, terwijl ze daarvoor hadden gezegd dat hij naar een zorginstelling zou moeten. In Overpelt heeft het mirakel zich voltrokken.»
leren ademen
Dat mirakel komt net binnengeschuifeld, breed lachend, zoals altijd. Gisteren heeft hij voor het eerst weer een inspanningstest afgelegd bij Energy Lab. De foto daarvan haalde alle kranten, maar hij wil niet dat die de verkeerde indruk wekt.
STIG BROECKX «Mensen moeten niet denken dat ik opnieuw ga koersen. Dat is onmogelijk. Ik wilde gewoon een nulmeting doen, zodat ik de komende maanden mijn vooruitgang op de fiets kan meten. Ik kan alweer 180 watt trappen, in mijn topperiode was dat 500 watt. Dat is nu onhaalbaar, maar ik wil wel verbeteren. Als topsporter was ik het gewend om toe te werken naar een doel, en dat helpt me nu ook bij mijn herstel.
»De eerste keer dat ik tijdens mijn revalidatie een slee van de ene kant van de gymzaal naar de andere kant moest duwen, deed ik daar 30 seconden over, nu nog 8. En het moet nog sneller.»
undefined
undefined
'De inspanningstest die Broeckx onlangs deed. 'De komende maanden wil ik nog beter leren praten, stappen en fietsen.''
HUMO Je gaf begin deze maand ook een speech op een comacongres in Luik.
STIG (trots) «In het Frans, hè! Ik heb die tekst maandenlang ingeoefend. Het was een uitdaging die me motiveerde om aan mijn spraak te werken. De eerste maanden wilde ik vooral fysiek verbeteren en zelfredzaam worden. Ik háátte het om afhankelijk te zijn van anderen. Dat congres was de aanleiding om ook meer te focussen op logopedie. De komende maanden wil ik nog beter leren praten, stappen en fietsen.»
HUMO De dokters hadden je opgegeven, toch werd je weer wakker. Hoe verklaar je dat?
STIG (twijfelt) «Als ik zeg dat het aan mijn doorzettingsvermogen ligt, is dat niet fijn voor patiënten die minder vooruitgang boeken. Je hebt ook geluk nodig, en een goede omgeving die positief blijft. Mijn ouders hebben de slechte boodschap van de dokters nooit willen aanvaarden, ze hebben me nooit opgegeven.»
PETER «Maar het moet biologisch ook mogelijk zijn. Sommige mensen zullen er misschien alles aan doen en toch geen verbetering meer zien. Maar het is absoluut zinvol om het te proberen.»
HUMO Hoe is het om uit zo’n diepe coma te ontwaken?
STIG «Niet zoals in de films, waar het meestal in een vingerknip gebeurt. Ik werd wakker in een waas en wist niet meer wie ik was. Alsof ik opnieuw geboren werd. Alles moest ik opnieuw leren: zelfstandig ademen, eten zonder sonde, rechtstaan zonder om te vallen…»
PETER «Uit de coma ontwaken gaat heel traag. Tussen zijn eerste reactie op een impuls en het moment waarop hij bij volle bewustzijn kwam, zaten zes maanden.»
STIG «Ik herkende haast niemand meer, zelfs Tilly niet. Daarom hing ze foto’s en brieven van ons aan de muur. Pas toen geloofde ik dat we al lang een koppel waren (lacht).»
PETER «De eerste herinneringen die terugkwamen, stamden uit zijn kindertijd. Alle mensen die pas later in zijn leven waren gekomen, waren plots volslagen onbekenden voor hem. Dat was heel verwarrend voor sommigen.
»Hij wist ook niet meer dat hij met zijn vriendin een huis had gekocht. Toen hij weer naar huis mocht, kon hij daar moeilijk aarden. Alleen hier, in het ouderlijke huis, was hij rustig. Op andere plekken raakte hij overprikkeld, zoals een baby die je bij een vreemde op schoot zet. Ondertussen voelt hij zich ook prima in zijn nieuwe huis.»
HUMO Wat herinner je je nog van voor de val?
STIG «De laatste vijf jaar zijn een zwart gat, al komen er af en toe flitsen terug. Als ik beelden zie van een koers, herken ik sommige plekken en weet ik weer waar ik toen zat in de wedstrijd. Maar de eerste maanden na de coma heb ik mezelf een paar keer moeten googelen voordat ik geloofde dat ik profrenner was (lacht).»
PETER «We vertelden hem dat wel, maar zijn kortetermijngeheugen bleef lang gebrekkig. Comapatiënten zeggen vaak dat ze het gevoel hebben dat ze van buitenaf naar zichzelf kijken.
»In zijn herinneringen was hij nog jeugdrenner, maar ondertussen kreeg hij het bezoek van bekende ploegmaats zoals André Greipel, Jelle Vanendert en Jürgen Roelandts, gasten naar wie hij vroeger opkeek. Als die mannen binnenkwamen, was hij diep onder de indruk, helemaal starstruck (lacht). Hij kon zich niet meer herinneren dat ze voor dezelfde ploeg hadden gereden. Heel gek.»
STIG «Achteraf zocht ik dan foto’s op en merkte ik: ‘Verdorie, die Vanendert was écht mijn vriend!’ (lacht) André Greipel heeft me ook enorm gesteund. Zijn moeder is vorig jaar gestorven aan ALS. Op het einde van haar leven gebruikte ze een gemotoriseerde driewieler om te fietsen. Die wilde hij me cadeau doen, maar ik had hem al niet meer nodig. Zelfs met een mountainbike kan ik al aardig overeind blijven.»
PETER «Greipel is een crème van een vent. Hij was de eerste ploegmaat die op bezoek kwam. Hij ging ook, samen met Marcel Sieberg, met Stig trainen: zij op hun koersfiets, hij met de driewieler. Sommige andere jongens hielden iets meer afstand. Ik begrijp dat. Het was confronterend om Stig in die toestand te zien. Die mannen moeten presteren en mogen niet te veel nadenken over de risico’s van het vak.»
HUMO Heb je de beelden van die dag al herbekeken?
STIG «Twee weken geleden, mijn moeder was in de stal aan het werk. Ik wist dat die beelden hier nog op de digicorder stonden en was benieuwd. Toen ik Michel Wuyts hoorde vertellen wat er met me was gebeurd, was ik daar echt niet goed van.»
PETER «Marie-An vond hem hier in tranen, compleet overstuur. Ik heb die uitzending zelf ook nooit meer durven bekijken.
»Kris Van der Mieren, de wedstrijddokter van de Ronde van België, is ons een jaar geleden komen vertellen hoe híj die dag had beleefd. Zelfs anderhalf jaar later hakte dat er nog in. Technisch gezien was Stig op slag dood. Ze hebben geprobeerd om hem ter plaatse te reanimeren, met drie dokters. Om de beurt deden ze hartmassage, een uur aan een stuk. De regel was dat ze alle drie akkoord moesten gaan om te stoppen. Telkens zei één van de drie: ‘Nee, we doen voort.’ En ondertussen hield Cofidis-renner Loïc Chetout zijn hoofd vast. Kurt Dierckx, de mecanicien van de ploeg, stond er ook bij. Hij zag hoe de helikopter al lang ter plaatse was, en hij begreep niet waarom ze Stig daar niet zo snel mogelijk in droegen. Maar de dokters wilden eerst dat hun hartmassage resultaat had. Dat kwam er pas na een uur. Ik werd daar heel stil van.»
STIG «Een maand geleden zijn we teruggegaan naar het ziekenhuis van Genk, om de verplegers en dokters te bedanken voor alles wat ze voor mij hebben gedaan.»
PETER «Sommigen vielen bijna om van verbazing toen ze hem door de gang zagen stappen. ‘Stig, ben jij dat?!’ Ze bekeken hem alsof ze een geest zagen. In een mum van tijd stond die hele bende rond hem, sommigen barstten in tranen uit. Het haar op mijn armen komt er nog van omhoog. Die mensen werken in heel heftige omstandigheden en slikken elke dag hun portie miserie. En dan zien ze daar een soort verrijzenis, een jongen die was opgegeven door de dokters. Dat maakte veel los.»
STIG «Echt een mooie dag. Ik wil ook terug naar Aken, waar ik meteen na mijn ongeluk ben beland.»
PETER «Voor ons is dat heftig, omdat die plaatsen verbonden zijn met een trauma. Marie-An wou niet mee naar Luik, waar ze onlangs een nieuwe scan van zijn hersenen hebben gemaakt. Op de eerste scan die we daar destijds te zien kregen, zag alles blauw: geen hersenactiviteit meer. Dat heeft haar zo getekend dat ze daar nooit meer wil komen.»
HUMO Waar geniet je nu van, Stig?
STIG «Samen zijn met de familie, spelen met mijn petekindjes, wandelen in het bos, buitenlucht, de zon op mijn gezicht… Dingen die ik vroeger evident vond, zijn nu speciaal.
»Ik geniet ook van pijn. Dat klinkt misschien masochistisch, maar als renner dacht ik: als ik pijn heb, ziet de rest minstens even hard af. Nu denk ik: als ik pijn heb, boek ik vooruitgang.»
HUMO Heb je nooit een slechte dag?
STIG «Ik blok negatieve gedachten zoveel mogelijk af. Er zijn momenten geweest waarop ik dacht dat ik beter dood kon zijn, maar die fase ben ik voorbij. Je moet positief blijven en je best doen. Ik kijk niet achterom, alleen om te zien hoe ver ik al geraakt ben.»
PETER «Toen je naar huis mocht, heb je wel een periode van veel boosheid en frustraties gehad.»
STIG «Omdat de dingen niet lukten. Ik wou mijn tanden poetsen, maar mijn tandenborstel viel elke keer op de grond, en dan moest Tilly die oprapen. Toch wou ik niet dat ze me hielp, waarop die borstel wéér viel (lacht). Ze heeft veel geduld gehad met mij. Nu gaat het gelukkig beter, omdat ik al veel meer kan. Ik heb hier op de boerderij weer leren stappen, in de voedergang van de koeien. Daar viel ik tenminste zacht.»
PETER «De eerste keer dat hij weer op een stadsfiets kroop, was ook hier op het erf. Je wilt niet weten hoe vaak hij op zijn totter is gegaan. Maar hij bleef lachen en opnieuw proberen. Toen hij een paar rondjes kon rijden zonder te vallen, waren we euforisch.»
HUMO Welke toekomstplannen heb je?
STIG «Ik wil een steun zijn voor mensen die hetzelfde meemaken als ik: ervaringen uitwisselen en misschien lezingen geven. Ik ben ook altijd geboeid geweest door sportpsychologie en sportmanagement, en hoop ooit jeugdrenners te kunnen begeleiden. Verder wil ik mijn ouders en broer helpen op de boerderij. Ik kan alweer koeien melken!»
valse wanhoop
Na de fotoshoot, waarin vader en zoon met elkaar dollen, acht Stig het tijd voor zijn namiddagwandeling. Peter neemt de rest van het verhaal voor zijn rekening.
HUMO Het is opmerkelijk dat hij alles zo positief bekijkt, en zichzelf geen slechte dag toestaat.
PETER «Hij vindt dat je niet vooruitkomt met zaniken en zeuren, dat helpt enorm.»
HUMO Hoezeer herken je de Stig van vroeger nog in de jongen van nu?
PETER «Op intellectueel vlak is hij helemaal terug. Alleen heeft hij niet meer alle vaardigheden om die intelligentie toe te passen, bijvoorbeeld omdat hij nog moeilijk spreekt. Maar als je zijn tekstberichtjes leest, merk je dat alle woordenschat nog in zijn hoofd zit.
»In de eerste weken na de coma gedroeg hij zich heel kinderlijk, hij maakte alle levensfasen opnieuw door, van baby tot puber. De laatste maanden wordt hij steeds volwassener. Qua karakter is hij nauwelijks veranderd: hij is nog altijd even vriendelijk, en hij komt weer meer voor zichzelf op. Er wordt veel in zijn plaats beslist en dat verdraagt hij niet meer.
»Het is zoals een kind dat je voor de tweede keer moet loslaten. Als Tilly ’s avonds moet werken, blijft hij alleen thuis en moeten wij erop vertrouwen dat hij zijn plan trekt en alleen in bed raakt. Hij staat ’s morgens ook vóór haar op, en hij stapt elke dag gewassen en aangekleed die taxi in. Het zit wel goed.»
undefined
'De dokters moesten de schedel van Stigs hoofd lichten. De hele nacht dwaalde ik als een zombie door het huis, met de angst dat onze zoon de ochtend niet zou halen ''
HUMO Wanneer kwam het besef dat hij geen wielrenner meer kan zijn?
PETER «Heel geleidelijk. Wij durfden daar met hem niet over te praten, om zijn motivatie niet te breken. In het begin was een comeback zijn grote drijfveer. Maar de herinneringen aan zijn profcarrière zijn zo schaars dat hij minder het gevoel heeft dat hem dat is afgenomen. En zelfs áls die herinneringen nog terugkomen, ben ik er gerust in dat hij positief zal blijven. Hij beseft heel goed dat het voorbij is, en dat hij een tweede kans heeft gekregen van het leven, een soort hergeboorte. Daar klampt hij zich aan vast. We mogen niet blijven hangen in dat koersverleden. Stig is geen renner meer, maar een patiënt die uit coma is ontwaakt en vecht voor een zelfstandig leven. Het wordt tijd dat die kant van het verhaal meer aandacht krijgt.»
HUMO Welke boodschap wil je dan brengen?
PETER «Professor Laureys zegt dat er in België elke dag 65 mensen met een hersentrauma in het ziekenhuis worden opgenomen. Minstens twee daarvan sterven dezelfde dag, anderen worden nooit meer wakker. Hun naasten krijgen de boodschap dat ze niet meer moeten hopen. Op basis van zijn onderzoek is professor Laureys ervan overtuigd dat dat vaak onterecht is. Zelfs een vegetatieve coma is niet onomkeerbaar, met hard werk, volgehouden prikkels en veel motivatie. Die boodschap wil Stig aan de buitenwereld vertellen, niet om zelf in de aandacht te staan, maar omdat ze een wezenlijk verschil kan maken in de levens van comapatiënten en hun families.»
HUMO Is het daarom dat jullie hem iets minder afschermen voor de pers?
PETER «Ja. Een goed jaar geleden maakte Sammy Neyrinck een reportage voor Sporza over Stigs revalidatie. We hebben daar lang over getwijfeld, maar na die uitzending kregen we een massa positieve reacties. Een arts zei tegen Stig dat hij zulke reportages vaker moest doen, omdat hij van andere patiënten hoorde hoeveel moed ze daaruit hadden geput. Dat opende zijn ogen. Kort daarna vroeg Eric Goens of we wilden meewerken aan ‘Bargoens’, dat begin 2019 wordt uitgezonden. Vroeger hadden we dat altijd geweigerd, nu leek het ons een goede manier om zijn verhaal te vertellen.»
HUMO Krijgen jullie ook reacties van mensen die hetzelfde meemaken?
PETER «Ik heb vaak contact met een ouderpaar van wie de zoon ook in coma is beland na een fietsongeval. Die mensen zitten mentaal onder de grond en kunnen het niet meer aan. Ik moedig hen aan om vol te houden, omdat ik weet dat dat wonderen kan doen. Vorige week is hun zoon in de fase van minimaal bewustzijn gekomen. Er is dus hoop.
»Toen die mensen in het ziekenhuis vertelden dat hun zoon reageerde, stootten ze op scepsis. Pas nadat ze het hadden gefilmd als bewijs, schoot men in gang en ging men met hem aan de slag in de revalidatieruimte. Het is jammer dat het zo moet gaan. Volgens professor Laureys is er meer valse wanhoop dan valse hoop. Hij zegt dat er voor 60 procent van de niet-responsieve comapatiënten – hij houdt niet van de term vegetatief – een toekomst is.»
HUMO In wielerblad Bahamontes vertelde je dat jullie ook hemel en aarde moesten bewegen om Stig weg te krijgen uit Genk, zodat hij met de revalidatie kon starten.
PETER «Hij werd daar goed verzorgd, maar er werd niet met hem gewerkt. Ik werd daar wanhopig van. Zijn lichaam was volledig verkrampt door de spierspasmen en hij zweette verschrikkelijk. Om de haverklap werd hij ziek. We zaten in een vicieuze cirkel: longontstekingen, blaasontstekingen, nieraandoeningen… Dat lijf was aan het vechten met zichzelf en takelde af. Op zijn dieptepunt woog hij nog 49 kilo, nu zit hij weer vooraan in de 70.
»Ik heb toen de zolen vanonder mijn schoenen gelopen om hem naar een revalidatiecentrum te krijgen. Helaas zijn er veel te weinig ‘comabedden’ in België. Ik moest misbruik maken van zijn bekendheid om een bed voor hem te versieren in Overpelt, waar hij voorrang kreeg op een man van 80 jaar. Ik voelde me daar schuldig over, maar ik zou het opnieuw doen.
»In Overpelt zijn ze vanaf dag één met hem aan de slag gegaan. Vier keer per dag kine, zo kregen ze zijn lijf uit de kramp. Hij is daar opgerold als een baby binnengekomen en hij is rechtop naar buiten gestapt. Ongelofelijk.»
undefined
undefined
'Peter Broeckx: 'Stig is vier keer door het oog van de naald gekropen. Wat we hebben meegemaakt, is met geen pen te beschrijven. 'Nachtmerrie' dekt in de verste verte de lading niet.''
HUMO Je noemt het een wonder, maar eigenlijk is het wetenschap?
PETER «Juist! Maar dat vraagt dus een mentaliteitswijziging in de medische wereld en de politiek. De vraag is: wat is een mensenleven waard? Wat is het waard om van iemand die erbij ligt als een plant weer een actieve persoon te maken met wie je contact kunt hebben? Voor mij was dat álles waard, ik had er mijn leven voor willen geven. Maar in tijden van besparingen wordt er niet op die manier geredeneerd.»
kot te klein
HUMO Hoe kijken jullie nu naar de wielersport, na alles wat er is gebeurd?
PETER «Stig volgt het nog op de voet, maar ik heb er altijd met wat meer afstand naar gekeken. In het jeugdwielrennen zag ik veel mistoestanden: ouders die het aura van een wereldvedette om hun zoon hingen omdat hij bij de nieuwelingen twee koersen had gewonnen. Gastjes die de duurste fietsen kregen en met de mobilhome naar de koers kwamen. Ik was blij dat Stig daar nuchter onder bleef. Hij droomde van een profcarrière, maar besefte ook dat die kans klein was en zijn studies minstens even belangrijk waren. Zelfs nadat hij een contract bij Lotto had getekend, bleef hij studeren en boeken lezen. Hij was geen type dat alleen over vrouwen en auto’s praatte.
»Onlangs zag ik nog beelden van het oefenkamp van Lotto-Soudal, waar de nieuwe kopman Caleb Ewan werd voorgesteld. Toen dacht ik wel: hij had daar ook nog tussen moeten rijden. Maar zoiets duw ik snel weg, het rijt te veel wonden open. Je kunt jezelf daar eindeloos over pijnigen, maar het lost niks op.»
HUMO Heeft dit drama je veranderd?
PETER «Ongetwijfeld. Er zijn krassen op mijn ziel bijgekomen, maar daar staat gelukkig al wat eelt op. Ik focus me op wat we nog hebben. De jongen van vroeger komt niet meer terug, maar op een bepaald moment moet je dat aanvaarden. Ik ben fier op hoe hij terugvecht en waar hij nu al staat. De verschrikkelijke onzekerheid is voorbij, we kijken nu vooruit.
»De droogte van de voorbije zomer had een grote impact op ons bedrijf: er stond geen gras meer in de wei, maar mijn koeien moesten wel eten. Dat kostte veel geld. Vroeger had ik daar wakker van gelegen, nu bleef ik rustig. Aan het weer kun je toch niets veranderen.
»Ik ben ook emotioneler geworden. Als mensen hun miserie vertellen, blijft dat langer aan mijn ribben kleven. Het is dubbel: ik wil hen helpen, maar tegelijk gooien hun verhalen me terug naar een periode waaraan ik liefst zo weinig mogelijk terugdenk.»
HUMO Ben je even gelukkig als vroeger?
PETER (blaast) «Ons leven is veranderd, niet alleen emotioneel, ook organisatorisch. De zorg voor Stig blijft intensief, en we moeten ons bedrijf runnen. Tijd voor mezelf bestaat niet meer. Elke minuut van de dag is ingevuld, zeven dagen per week. Als ik vroeger eens een zondag niet mee kon rijden met de wielertoeristen, was het kot te klein. Nu hangt mijn fiets al drie jaar ongebruikt aan de haak en ben ik een hele zondag aan het werk. Alleen als de familie komt eten, stop ik even. Hoe lang we dat nog volhouden? Ach, heeft het wel zin om je die vraag te stellen? Soms moet je gewoon voortdoen, en niet te veel nadenken.»
HUMO Het is bijzonder dat zijn vriendin bij hem is gebleven, na zo’n lijdensweg.
PETER «Ik heb een grenzeloos respect voor haar, ze is een heel straffe madam. Het heeft lang geduurd voor duidelijk werd dat ze ooit nog een normale relatie konden hebben. Dat ze daarop heeft willen wachten, is bewonderenswaardig. Ik heb het vaak tegen Marie-An gezegd: ‘Als ze een andere keuze maakt, zal ik altijd blijven respecteren wat ze voor hem heeft gedaan.’ Maar we hopen natuurlijk dat ze samen blijven, na alles wat ze hebben moeten meemaken.»