Hoe zou het eigenlijk zijn met... de kleinste kerstboom ter wereld
So this is Christmas, en dus strekt de plichtmatige kerstboom zijn naaldtakken uit in huis, horeca en openbaar gebouw. Maar hoe zou het eigenlijk zijn met de minikerstboom in ons wagenpark? In Duitsland en Scandinavië heten ze Wunderbaum; in de Benelux en Frankrijk Arbre Magique. En ja, die kleine spar is er nog. En alomtegenwoordiger dan je zou denken.
'Die geurviltjes hebben álles gezien. Files, vakanties, gezinsruzies, vrijende koppels en dronkenschap achter het stuur'
Ik dacht dat de boompjes nagenoeg uitgestorven waren. Vandaar ook m’n opzet: nagaan wie ze nog aan zijn binnenspiegel heeft hangen. Daarvoor loop ik langs de parkeerterreinen van Wijnegem Shopping Center. Een ideaal studieveld, want halfweg tussen de grootstad en de periferie. De eerste auto die er één heeft, is zo’n auto-zonder-nummerplaat die plankgas 45 kilometer per uur haalt. Boven z’n dashboard met twee knuffeldieren hangt het mauve sparretje met lavendelgeur. Zou het kunnen dat het boompje alleen nog courant is bij brave slakkenautomobilisten? Maar dan volgen een Fiat Punto, een Opel Astra en een VW Golf met een geurviltje. En ik tref ze ook in grotere wagens (Opel Antara, Renault Mégane, Citroën C8) en in twee zwarte sportkarren (BMW en Mercedes).
Vanwege de regen en de condens moet ik me diep over de voorruiten buigen om het boomsilhouet te kunnen detecteren. Een rare beroepsbezigheid, zeker in deze terreurtijden. Ik voel de ogen in mijn rug, zelfs al is er niemand te zien. Naast de geurviltjes heb ik ook al drie paternosters geteld: het bewijs dat onze wegen niet tot de veiligste van Europa behoren. En dan komen ze ineens en vanuit het niets naar me toe, twee para’s met een machinegeweer. Ze zijn verwittigd door ‘enkele mensen die ongerust zijn omdat u van dichtbij auto’s fotografeert’. Ik laat m’n cameradisplay zien: ik ben hier voor de boompjes. Ze geloven me. Meer nog, ze wensen me succes.
Het autogamma mét spar breidt zich verder uit, en ik zie ook nieuwe geuren: Vaniglia, Fruit Cocktail, Fresh Water, New Jeans en Auto Nuova.
Sergio (38) opent het portier van z’n Opel break en ik ruik ananas, de geur van Fruit Cocktail. Hij heeft altijd zo’n boompje in z’n auto: hij vindt het lekker ruiken, z’n dochter vindt het stinken. Naast z’n boompje hangt een fluogroene paternoster, ‘als afweer tegen de oprukkende moslims’. Grapje! Hij kreeg de rozenkrans veertien jaar geleden van zijn Filipijnse schoonmoeder. Ze moet ‘nogal gebeden hebben met dat ding’, want het heeft hem al bij zeven ongevallen gered. Zware ongevallen, perte totale. Geramd door een bus, gaan tollen op de snelweg, maar ‘altijd heelhuids eruit’.
Ik zal nog enkele talismannen tegenkomen onder de spiegels: grote dobbelstenen (afweren van het noodlot) en dromenvangers (Indiaanse hangers met pluimen tegen ongevallen annex vertrek naar de eeuwige jachtvelden). Maar de slotsom van m’n rondgang is: met de jaren zijn de autointerieurs kaler en leger geworden, alleen het geursparretje wordt nog vlot getolereerd. Meer nog, het mag doorlopend in het gezichtsveld wiebelen.
Barstende hoofdpijn
Terug in Antwerpen sta ik perplex. Ook hier in de stad zijn de boompjes wijdverspreid. In m’n straat tel ik er 8 op 33 auto’s. Ook buurman Abdel heeft naast z’n gebedskraal een Fresh Forest hangen.
’s Middags vat ik post bij het grote snelwegtankstation in Ranst. De vrachtwagenchauffeurs, met hun slaapcabine en transpirerende lijven, moeten grote afnemers zijn. Maar ze reageren afwijzend, zelfs een voerman van varkens heeft geen luchtverfrisser. Een Duitse chauffeur is resoluut: ‘Als je overdag in die synthetische geur zit en ’m ’s nachts ook nog inademt, dan heb je ’s morgens barstende hoofdpijn. Alsof je dertig pinten hebt gedronken.’
In het tankstation verkopen ze vijf van de populairste geuren: naast de dennengroene Pino is er Vaniglia, Lavande, Cocco en Fresh Water. Volgens de verkoper zijn ze nog altijd populair. Zijn favorieten zijn vanille en kokos: ‘Het is veel aangenamer om in de auto te stappen als daar een geur van bloemen of palmbomen hangt.’ Ik zou het hem niet nageven: zo’n boom (!) van een vent, en dan zo over geurtjes en welbehagen praten. En nog meer mannen in Ranst prijzen hun luchtverfrisser. De ene is roker en ‘zou die geur van lavendel niet meer kunnen missen’, de andere is niet-roker en wil ‘geen zetels, rubber en kunststof ruiken’. Een hipsterkoppel zegt hetzelfde: ‘Elke geur is beter dan die duffe autogeur.’ Hij mag dus op petroleum en fossiele brandstof rijden, maar hij moet naar veld, bos en flora ruiken.
Ik kom ook onversneden geurbommen tegen. De bestuurder is een grote bonk met opgeschoren kruin, naast hem zit een vrouw met hoofddoek, en als het raampje omlaag gaat, sta ik in de walm van een overvolle snoepwinkel. Ze hebben twéé boompjes, één vanille en één kokos.
Welriekende Dreef
Er stopt een auto met drie jonge gasten, industriële schilders op de terugweg van een lange werkdag. In hun auto hangen twee sparretjes: de baas wil in zijn bedrijfswagen de geur van mansvolk en verfpotten camoufleren. Passagier Anou beweert dat er naast Pino ook Wieto bestaat, lichtgroen van kleur. Ik lach om z’n wietgeur, maar hij houdt vol dat het wáár is.
undefined
'Sommige gasten verzamelen die boompjes zoals de polsbandjes van festivals. Ik heb een nieuwe jongerencultuur ontdekt: de community van de binnenspiegel!'
Anou heeft een kameraad die Arbres Magiques verzamelt, hij heeft er wel zestig aan z’n spiegel. Zestig verschillende! Op zijn smartphone toont hij die dikke kraag rond de spiegel. En bij het afscheid geeft hij me zelfs een vuistje, de broederschap van de Arbre Magique: er zijn dus jonge gasten die boompjes verzamelen zoals de polsbandjes van festivals. Ik heb een nieuwe, nog te ontluiken jongerencultuur ontdekt rond dat ouwe, iconische sparretje uit 1952. De alsnog onzichtbare community van de binnenspiegel!
Noot: wie een brutaal-geestige film wil zien met een jonge waaghals én een boompje in al z’n auto’s, moet ‘Repo Man’ (1984) opzoeken, een cultmovie met een punksoundtrack. In het shoppingcenter en aan dit tankstation heb ik bescheiden tellingen gehouden: één boompje om de tien à vijftien auto’s. Dat is veel – één lange Welriekende Dreef van Arbres Magiques – maar toch is er in de persdatabanken van de laatste vijftien jaar niet één artikel over de boompjes te vinden. Terwijl die viltjes miljoenen kilometers hebben afgelegd en álles hebben gezien. Files, vakanties, gezinsruzies, vrijende koppels, dronkenschap achter het stuur. Ze zijn van de weg geraakt, in kanalen gesukkeld, per ongeluk of per zelfdoding tegen echte bomen tot stilstand gekomen. Ze waren er altijd, de stille getuigen onder de spiegel.
Ik heb op het erf van een takelbedrijf gestaan, en bij de veertig wrakken waren er vier met een boompje. Ik heb de ingedrukte ruiten en uitgeklapte airbags gezien, het verbrijzelde glas en de boorddocumenten tussen de zetels, en aan de spiegel nog altijd het boompje. Ik trok de ingedeukte deur open en rook kokos, een wrange combinatie van leed en palmbomen.
Born to Rock
In Zandhoven koop je je autoaccessoires bij Auto Start, en Herman Kerkhofs begrijpt meteen waar ik naar kom informeren: ‘Ha, de Arbres Magiqueskes! Ja, die zijn nog populair.’
Vroeger had de distributeur drie of vier geuren in zijn assortiment, nu zijn het er bijna veertig. Met daaronder aardbei, bosvruchten, groene appelen, Fresh Igloo, Italian Breeze en Born To Rock (‘Rijk, krachtig en mannelijk’). In Duitsland heb je een voetbalviltje met de geur van leder en kortgemaaid gras. In Hermans winkel is vanille het populairst, maar als hij dat hangt, wordt hij ‘zot en misselijk tegelijk, zo stinken’! En bijna alle gebruikers maken ‘de grote fout dat ze heel dat plastiekske ineens wegscheuren’, terwijl je maar om de week één centimeter mag ontbloten – dan komt de geur geleidelijk vrij. ‘Maar nee, iedereen gaat vanaf dag één in zo’n reukbom zitten.’ En dat de mensen nog weinig decoratie wensen in hun auto, ‘op deze na’, en hij schuift een Sint-Christoffel over de toonbank. De stoere heilige die het kind Jezus veilig over de stroom loodste, en dus de patroon van reizigers en autobestuurders. Dat aluminium medaillon heeft hij altijd in stock: ‘Sommige oudere mensen kunnen niet zonder, én er zijn de bomma’s die dat in de nieuwe auto van hun kleinkind placeren.’
Smells like...
Vandaag heb ik een groen Pino-boompje opgehangen. Ik verwachtte pinewood, hars en dennengeur, maar ik kom in een geurdomein tussen naaldhout, suikerspin en meiklokjes terecht. Na tien minuten (en met slechts één centimeter ontbloot) is het al niet meer te harden, ‘dat fris en bloemig bouquet van jasmijn, lelietjes-van-dalen, sering en verbena, ondergedompeld in een intens hart van dennenhout en ceder en met accenten van rood fruit, amber, muskus en warme noten’. Klinkt verrukkelijk, maar het vreet aan m’n neuswortel. Volgens de bijsluiter is het boompje ook giftig in contact met water, kan het allergische reacties veroorzaken en moet men het absoluut buiten het bereik van kinderen houden.
En toch is deze Arbre Magique (met zijn stamgenoten Little Tree, Car-Freshner en Wunderbaum) de meest verkochte luchtverfrisser ter wereld. De distributeur voor ons land zetelt in Luxemburg en daar krijg ik een enthousiaste Pascal Bajidek aan de lijn. Jaarlijkse verkoop in de Benelux: 3,5 miljoen per jaar, en 2,1 miljoen daarvan in België, meteen de grootste afnemer van de drie landen.
Ik zeg verbaasd te zijn over de populariteit bij de jeugd. Hij is dat evenzeer: ‘Ik kom net van een meeting in Italië – daar is de grote fabriek van Arbre Magique – en zij zien het ook. Sinds drie jaar hebben ze een wedstrijd waarbij jongeren een eigen design voor een geurboompje mogen insturen. De fabriek kiest dan een geur bij dat winnende ontwerp en brengt het op de markt. Het eerste jaar hadden ze 600 inzendingen, het tweede jaar 6.000, en dit jaar waren er 60.000 inzendingen, niet te geloven!’
Bij De Keyser Autoparts in Schilde merkt de jonge verkoper Cédric hetzelfde: ‘Er zijn betere geurhangers, en toch kiezen alle jonge gasten voor dat bomeke. Omdat het goedkoop is, maar ook omdat het zo’n oud en vertrouwd design is. Ze denken: als iets al zo lang meegaat, dan moet het wel goed zijn.’ Toen hij nog geen auto had, dacht hij ook dat het passé was, ‘iets voor ouwe mensen’, maar in zijn ruige Pajero-jeep, met verstralers en veel slijk aan de zijkanten, hangen nu vijf boompjes. Vier uitgegeurde die hij niet wil weggooien, en een vers kokosboompje. Zijn oudere medeverkoper wil ook iets zeggen. Hij gebruikt zo’n dingske één keer per jaar. ‘En weet ge wanneer? Met de kerstdagen. Dan zet ik mijn namaakkerstboom in de living en dan hang ik daarin zo’n Arbre Magique, om toch dennengeur te hebben. Ge kunt dat zielig en onnozel vinden, maar zo is het.’
Smells like kerstboom-spirit.