Oorlog in Oekraïne
Hoeveel kost de oorlog in Oekraïne? Rusland betaalt 200 euro per soldaat per dag
De dagelijkse strijd in Oekraïne kost beide landen vele miljarden euro’s. Hoeveel precies is moeilijk te achterhalen. Een indicatie van waar het geld aan wordt gespendeerd, is wel te geven. Zo kost een Russische soldaat zo’n 200 euro per dag. Nederland heeft, zo laat minister Ollongren vrijdag weten, al bijna een miljard euro uitgegeven.
Het is misschien niet een gemiddelde dag in de oorlog, maar op dinsdag 10 oktober gebruikten de Russen in één enkele aanval op Oekraïne 84 kruisraketten en 24 drones. Het weekblad Forbes berekende dat dit Moskou ergens tussen de 375 en 660 miljoen euro kostte. Op één dag. De marge is zo ruim, omdat niet duidelijk is welke raketten de Russen precies hebben gebruikt. Een Kh-101, de duurste, kost bijvoorbeeld 12,2 miljoen euro. Aan een Caliber-raket, die de Russen ook veel gebruiken, hangt een prijskaartje van 6,1 miljoen euro. Andere mogelijkheden: een Iskander (2,8 miljoen euro), Onyx (1,2 miljoen euro), Kh-22 (0,9 miljoen euro) of een Totsjka-U (0,3 miljoen euro).
Het gaat dus om enorme bedragen, zeker als je bedenkt dat de oorlog inmiddels al bijna tien maanden duurt. Volgens Forbes, dat vaker dit soort berekeningen maakt, heeft de invasie van Oekraïne de Russen inmiddels 77 miljard euro gekost. Dat is een kwart van het totale budget dat het land normaal gesproken in een jaar te besteden heeft: voor 2021 bedroegen de inkomsten voor het Kremlin 320 miljard euro.
De Moskva
Als je al die oorlogsmiljarden probeert af te breken, vallen ze uiteen in talloze kostenposten. Zo vuren de Russen per dag tussen de tien- en vijftigduizend granaten af. De gemiddelde prijs daarvan is 950 euro per stuk. Dat betekent dat alleen al aan dit soort projectielen 5,1 miljard euro is uitgegeven. Tot nu toe zijn er ook ruim vierduizend raketten afgevuurd, en die kosten gemiddeld 2,8 miljoen euro per stuk.
Verder wordt er natuurlijk van alles vernietigd door de Oekraïners. Die schoten onder meer bijna driehonderd vliegtuigen (zo’n 17 miljoen euro per stuk) en evenveel helikopters (zo’n 9,7 miljoen euro per stuk) uit de lucht. Dat heeft de Russische luchtmacht bij elkaar al zo’n 8 miljard euro gekost. Ook zouden de Russen per dag 40 miljoen euro aan tanks en pantservoertuigen verliezen. De grootste klap kregen ze op 14 april te verwerken. Toen brachten de Oekraïners in de Zwarte Zee de Moskva tot zinken, het vlaggenschip van de Russische marine. In korte tijd verdween er ruim 700 miljoen euro in de golven.
Salarissen
De kosten die voor de invasietroepen zelf worden gemaakt, blijven intussen stijgen. Een soldaat verdient per maand 200.000 roebel, dat is zo’n 3.000 euro. Het is niet helemaal duidelijk hoeveel Russische soldaten er in totaal betrokken zijn bij de oorlog in Oekraïne (waarschijnlijk ruim een miljoen), maar de extra mobilisatie van 300.000 mannen van afgelopen najaar heeft het alleen maar duurder gemaakt. Volgens sommige berekeningen bedragen de salariskosten voor de gevechtstroepen tot nu toe 2,5 miljard euro. Een gemiddelde soldaat zou 200 euro per dag kosten. Ook achter het front moeten zaken worden bekostigd: denk aan salarissen voor lokale overheden in de bezette gebieden, logistiek of opslag van materialen. Dit zou per dag ook nog eens 50 tot 100 miljoen euro kosten.
Daar bovenop komen de bedragen die worden uitgekeerd aan de families van gesneuvelde en gewonde soldaten. Een familie die een zoon of dochter heeft verloren, krijgt ruim 100.000 euro. Voor families van ernstig gewonden is dat iets minder dan de helft. Omdat, opnieuw, niet duidelijk is hoe groot de verliezen zijn, is het moeilijk een inschatting te maken van de kosten. Het zou gaan om bij elkaar bijna een miljard euro per maand, met een fikse stijging in de laatste maanden (toen Oekraïners succesvol in de tegenaanval gingen).
Enorme steun
Bovenstaande gegevens zijn verre van volledig. Het gaat om schattingen. En omdat de Russen natuurlijk zelf geen informatie verstrekken aan westerse analytici, is een groot voorbehoud op zijn plaats. Hetzelfde geldt in zekere zin voor cijfers over de kosten die Oekraïne maakt voor haar strijdmacht. Kiev heeft de laatste jaren, sinds de oorlog in 2014, sowieso veel geld uitgegeven aan de opbouw en versterking van het leger. En dat terwijl het een van de armste landen van Europa is. Het kreeg daarbij al hulp van het Westen, dat sinds het begin van de oorlog nog veel dieper in de buidel heeft getast.
Het Instituut voor de Wereldeconomie (IfW) uit het Duitse Kiel zette de militaire steun voor Oekraïne in het afgelopen jaar op een rijtje. Zo leverden (of beloofden) de Amerikanen van februari tot en met november 22,9 miljard euro aan wapens en uitrusting. Zij zijn in absolute zin veruit de grootste donor. Via Oost-Europa stroomt er allerlei oorlogstuig Oekraïne in: van drones tot houwitsers (artilleriegeschut), van Javelins (antitankraketten) tot Stingers (luchtdoelraketten) en van de gevreesde HIMARS (mobiele lanceerinstallaties voor langeafstandsraketten) tot miljoenen kogels. Op nummer twee staat het Verenigd Koninkrijk met 4,1 miljard euro. Daarna volgen Duitsland (2,3 miljard euro), Polen (1,8 miljard euro) en Canada (1 miljard euro).
Flink meer
De buurlanden van Oekraïne geven relatief gezien het meeste geld. Waar de VS tot nu 0,1 procent van het bruto nationaal product spendeerde aan hulp, ligt dat voor bijvoorbeeld Estland (1,3 procent) en Letland (1,1 procent) een stuk hoger. Het geeft aan hoe bedreigd deze landen zich voelen door Rusland. In totaal, dus inclusief militaire, financiële en humanitaire hulp, heeft de Europese Unie volgens het IfW tot nu toe bijna 52 miljard euro geschonken of beloofd en de VS iets minder dan 48 miljard. Dat is bij elkaar zo’n 100 miljard. En flink meer dan de 77 miljard die het tijdschrift Forbes aan Russische uitgaven heeft berekend.
Forbes trekt onder meer de volgende conclusie: ‘Op dit moment is het budget van de Russen nog voldoende om de directe militaire kosten van de oorlog te coveren, terwijl Oekraïne niet op de centen hoeft te letten. Maar op termijn gaat de oorlog voor Rusland duurder worden dan welk ander conflict na de Tweede Wereldoorlog.’
(AD)