Humo boekte de Callboys en sprak over vriendschap, vader worden en mannen die borstvoeding geven
Rik Verheye (32), Matteo Simoni (31), Stef Aerts (31) en Bart Hollanders (35) zijn galante gigolo’s. Ze bieden me een drankje aan, informeren of ik speciale wensen heb en masseren de nervositeit uit mijn schouders – dit is mijn eerste keer. Ze hebben Jan Eelen (48) bij, hun geestelijke vader en zatte nonkel, en ook vandaag hun regisseur. ‘Zullen we?’ Jawel: Humo boekte de callboys en hun pooier twee uur, en sprak over vriendschap, vader worden en mannen die borstvoeding geven. En over – hoor het euforische flapperen van honderdduizend eierstokken – het tweede seizoen van ‘Callboys’.
Deze week bij Humo: de Callboys dekken u nu ook in de rug met een uniek fluohesje.
'We hebben allemaal periodes gehad waarin de zon even niet wilde schijnen, maar het is nooit ontspoord'
Jan Eelen «De eerste reeks was een afgerond geheel: elk personage had z’n parcours gelopen, en de mogelijkheid van een vervolg was eigenlijk nooit in ons opgekomen. Tot die vraag dus toch kwam, en we allemaal nog goesting bleken te hebben.»
Stef Aerts «De vraag was alleen: ‘Wat kunnen we nog doen?’ We zijn toen ook zelf beginnen te brainstormen, zonder de Jakke.»
Rik Verheye «We zaten op een terras – er was mogelijk al iets alcoholhoudends genuttigd – en plots hádden we iets.»
Aerts «Wij dachten: in zo’n tweede reeks moet alles groter. Dus hadden we iets bedacht met spectaculaire ontsnappingen uit de gevangenis, en de callboys die op de vlucht slaan naar Peru. Een briljant idee!»
Verheye «Ons hoogsteigen eurekamomentje. Wij dus trots naar de Jakke, waarop hij: (zet een prima Jan Eelen-imitatie neer) ‘Allee, mannen. Dat gaan we niet doen.’»
Eelen (glimlacht) «Neen, dat was niet wat ‘Callboys’ nodig had. Je moet op zo’n moment gaan zoeken waar er nog materiaal zit. Doordat Jay – de grootste mond – in de laatste aflevering van de eerste reeks gestorven was, was er al iets fundamenteels veranderd. Zijn tweelingbroer Jeremy waait wat meer met de wind mee, waardoor de hiërarchie binnen de groep automatisch verandert.
»Het tweede waarmee ik wat kon: waarom woonden Wesley Biets en z’n broer eigenlijk bij hun bomma? En ja, zo begin je te schrijven, hè.»
undefined
HUMO Een aardige vondst vind ik nonkel Dimitrios, de Griekse oom van Devon, een ritselaar die met een pipet voortdurend druppels in z’n ogen mikt.
Eelen «Ja, da’s nog zo’n voorbeeld: hij werd in de eerste reeks weleens vernoemd, maar wie is hij precies? Daarmee kun je dan aan de slag. En via een castingbureau vond ik een goeie Griekse acteur uit Brussel, die vooral in Franstalige producties speelt.»
Verheye «Je zult in de reeks zien hoe mijn personage zich heel ongemakkelijk voelt in de nabijheid van Dimitrios. Ze kunnen niet met elkaar communiceren, en dat leidt tot spanningen. In het echt was dat ook een beetje zo: ik probeerde tussen de opnames door contact te leggen, maar dat lukte niet bijster goed. Mijn Grieks is toch niet meer wat het geweest is.»
Matteo Simoni «Lach er maar mee, maar ik heb wel écht Grieks moeten leren voor die scènes. Ik dacht eerst dat het een mop van de Jakke was, maar hij meende het. Ik heb die teksten dus fonetisch uit het hoofd geleerd, met de hulp van een paar Grieken die ik kon bellen wanneer ik twijfelde over de juiste uitspraak. Hey, alles voor de callboys, hè!»
HUMO Afgaand op de afleveringen die de pers al kon bekijken, wordt de tweede reeks grimmiger dan de eerste.
Eelen «Klopt. Reeks één ging van licht naar zwaar, en voor reeks twee wilde ik het omgekeerde: van zwaar naar licht. Wat trouwens niet helemaal gelukt is: we zijn bij zwaar begonnen, maar bij licht zijn we niet geraakt.»
Aerts «Het gaat van zwaar naar ráár, eigenlijk.»
Eelen (knikt) «Ja, dat vind ik een goeie omschrijving.»
Simoni «Ik vind het straf dat de Jakke dat durft, die tweede reeks een andere toon geven. Het zou gemakkelijker zijn om gewoon te blijven teren op de succeszinnetjes: ‘En nu gaan we végen!’ Maar hij heeft ervoor gekozen iets te maken dat trager én tragischer is. Dat is een risico, maar het juiste risico.»
undefined
undefined
'Ik ben verliefd op de naïviteit van mijn personage. Het moet zo fijn zijn om in een luchtbel te leven die niets te maken heeft met de echte wereld' Matteo Simoni als Devon (rechts)
HUMO De kern is wel dezelfde gebleven: in al hun megalomane enthousiasme beuken de personages zelf de deur open naar de catastrofe. Maar ondanks hun knulligheid, hun kleine kantjes en hun onvermogen om met elkaar te communiceren, vind ik de callboys mooie mensen.
Bart Hollanders «Ja, ze dragen een grote poëzie in zich, hè.»
Aerts «Ze zien af.»
Hollanders «Ja, ze zien af van hun eigen.»
Aerts «En daar kun je alleen maar sympathie voor hebben, toch? De callboys hebben een soort van sprookjeswereld voor zichzelf gecreëerd waarin zij de sterren zijn, waarin alles wat besproken wordt van levensbelang is en uiterst heldhaftig klinkt.»
Verheye «Klopt. Zelfs aan de meest banale dingen smeren ze pathetiek, ze maken er een momentje van.»
Aerts «Ze vormen een clubje waarin het voor hen goed toeven is. Tot ze in de echte wereld terechtkomen, natuurlijk, en blijkt dat die volgens een andere logica functioneert.»
Simoni «Ik ben verliefd op de naïviteit van mijn personage. Soms ben ik zelfs jaloers op Devon: ‘Was ik maar zo dom.’ Het moet zo fijn zijn, zo veilig, om in een luchtbel te leven die niets te maken heeft met de echte wereld.»
Eelen «Ja, maar het clubje bestaat vooral omdat niemand van de callboys aan dat echte leven durft te beginnen. En net het feit dat ze bij elkaar zijn, zorgt voor problemen. Eigenlijk zouden ze moeten beseffen dat ze van elkaar wég moeten. Dat ze de realiteit moeten omarmen.»
Aerts «Dat is de prachtige tragiek: ze kunnen niet zonder elkaar, maar samen vormen ze wel een combinatie die alleen maar tot ongeluk kan leiden.»
Verheye «Goh ja, ik vind dat zich vastklampen aan elkaar tot op zekere hoogte wel herkenbaar. Ik ben zelf zo iemand die niet alleen kan zijn. Je kunt dat leren, hoor ik. Maar zonder vrienden zou ik een vogel voor de kat zijn.»
Aerts «Ik vind het niet zo gek dat we dingen herkennen. Het universum van de callboys staat ver van ons af, ja, maar in wezen vechten ze met de dingen waarmee véél mensen worstelen. Met eenzaamheid. Met de vraag wie je écht bent.»
Simoni «En niets verandert ooit. Op het einde van de dag zijn de callboys dezelfde sukkelaars als ’s ochtends, ook al hebben ze intussen van alles meegemaakt. Ik vind dat heel herkenbaar. Want eigenlijk ben ik ook nog altijd Matteo, het sukkeltje van vijftien. In werkelijkheid ben ik natuurlijk dubbel zo oud, en ben ik op veel vlakken rijper geworden – maar toch: de kern van wie ik ben is niet veranderd.»
undefined
'Zonder onnozelheid kun je niet leven. Maar je moet wel het juiste evenwicht vinden: als je met alles lacht, blijft er niets meer over'
Gebleachte protter
HUMO Ook onveranderd: de krokante manier waarop de callboys over seks praten.
Simoni «Dat gebrek aan gêne vind ik verrukkelijk. ‘Ik heb gisteren mijne protter laten bleachen’: probeer die zin maar eens achteloos te droppen aan tafel bij pakweg je schoonfamilie. Zo werkt het niet in het dagelijkse leven, hè? Jammer (lacht).»
HUMO De seks in de eerste reeks was per definitie morsig en treurig. In de tweede reeks zitten ook móóie vrijscènes, vind ik.
Eelen «Ik vind het belangrijk om te laten zien dat escort niet louter iets is van de zelfkant van de samenleving.»
Aerts «Ja, er zijn bijvoorbeeld ook veel zakenvrouwen die er gebruik van maken.»
Hollanders «In die scènes zie je de oprechtheid van de callboys: ze hopen echt dat die vrouwen ervan genieten. En ze praten ook altijd heel respectvol over hun klanten. Ze zetten zich nooit bóven iemand.»
Aerts «Ze halen plezier uit mensen blij maken.»
HUMO Dat doet me denken aan een eenvoudig maar mooi zinnetje van Bart in jullie vorige Humo-interview: ‘Je kunt maar beter lief zijn voor mensen.’
Hollanders «En hoe ouder ik word, hoe belangrijker ik dat vind. Een beetje meer zachtheid, dat zou echt geen kwaad kunnen. Niet dat ik vind dat je over je heen moet laten lopen, hoor – lief is niet hetzelfde als naïef.»
Eelen «En als het dat wel is, so be it. Je moet mij niet veroveren om mijn vriend te worden: ik ben nogal gul met vertrouwen. Twee zinnen van iemand kunnen volstaan om te denken: ‘Jij bent een goeie.’ En ja, dan gebeurt het weleens dat mensen mijn vertrouwen verliezen. (Haalt de schouders op) Dat is de consequentie als je ietwat argeloos in het sociale leven staat.»
Verheye «Dat is toch net goed?»
Eelen «Tuurlijk wel. Het enige vervelende is dat je dan voortdurend in de zak wordt gezet door garagisten (lacht).»
Hollanders «Exact, de héle tijd.»
Eelen «Maar over dat lief zijn: ik zeg al twintig jaar dat de grote breuklijn in onze samenleving niet die tussen rijk en arm is, tussen Vlaming en Waal, tussen autochtoon en allochtoon, tussen Wim Vandekeybus en Sergio. Wel: die tussen mededogen en smerige botheid. Tussen de mensen die genoeg empathie en fantasie hebben om de ander te begrijpen, en diegenen die dat niet hebben.»
undefined
undefined
'Mensen willen de illusie van impact, van betekenis. Alles om niet tot dat vervelende besef te komen dat we allemaal maar wat lopen te klooien' Jan Eelen (midden)
HUMO Ik krijg soms het idee dat de botheid aan de winnende hand is. Dat onverschilligheid een statussymbool is geworden – of toch niet iets waarvoor je je nog hoort te schamen.
Verheye «Op dode momenten, op de pot, scroll ik vaak door de commentaarsectie van hln.be. Ik word daar toch altijd behoorlijk treurig van.»
Eelen «Goh ja, ik zie dan gewoon het beeld voor mij van iemand die, terwijl de stoom uit zijn neusgaten sliert, tien minuten van zijn leven besteedt aan een slecht getypte tekst. ‘Ik ben hier geweest, ze zullen mij gezien en gehoord hebben’: dat verlangen zit erachter, hè. Ik begrijp dat zelfs, in een tijd waarin televisie je voorhoudt dat het volstaat om twee weken in een villa op je reet te gaan zitten om beroemd te worden. Mensen willen de illusie van impact, van betekenis – alles om maar niet tot dat vervelende besef te moeten komen dat we hier allemaal maar wat lopen te klooien. Dan vind ik het beter dat ze sociale media gebruiken om een zurige reactie neer te schrijven dan dat ze met een revolver de straat opgaan.»
HUMO Die drang naar grootsheid, en de weigering om de knulligheid van het eigen bestaan in te zien, zit ook erg in ‘Callboys’. In al je werk, eigenlijk.
Eelen «Ik ben opgegroeid in een klein dorp, en ik keek me daar de ogen uit. Ik vond het wonderbaarlijk om te zien hoe mensen zich helemaal konden verliezen in een hobby of passie. Of dat nu het voorzitterschap van de plaatselijke KWB is, het tunen van auto’s of het kweken van de grootste pompoen van het dorp: mensen hebben iets nodig om de zinloosheid af te weren.»
Aerts «En dat is de oerbron van drama én comedy: mensen die de zaken niet goed kunnen relativeren.»
Simoni «Het is wat we allemaal delen, hè, dat reiken naar de maan. We willen grootse en volle levens, met carrières, met liefdesgeluk, met mensen voor wie we belangrijk zijn. Dat heeft iets heel moois – het is onze brandstof, datgene wat ervoor zorgt dat je ’s ochtends uit bed komt – maar er zit ook iets tragisch aan. Kijk ons allemaal ploeteren! En de Jakke heeft daar een heel goed oog voor.»
HUMO Denken jullie soms aan de honderd andere levens die jullie hadden kunnen leiden?
Aerts «Nee, dat verlangen is me volkomen vreemd.»
Eelen «Mij ook. Ik bedenk hoogstens weleens dat ik graag iets met mijn handen had gekund: een schone pot bakken, of een kastje timmeren.»
Verheye «Ik ben opgegroeid in de nogal, euh, aparte microkosmos van Knokke. Als kind vond ik dat geweldig, maar ik voelde wel dat het tijd werd om mijn vleugels elders ook uit te slaan. Studio Herman Teirlinck in Antwerpen was een logische stap, maar het had ook anders kunnen uitdraaien. Mijn mama stond er helemaal alleen voor, ook financieel. Dankzij haar heb ik die kansen gekregen en ben ik wie ik nu ben. Anders was ik misschien een vastgoedmakelaar met obligate golfkar in Knokke geworden. Wat niet wegneemt dat ik elke week ‘e keer weerspoele’ naar Knokke.»
Eelen «Als ik me op m’n achttiende in m’n kamer had opgesloten om zeven uur per dag gitaar te spelen, dan was ik misschien wel een goeie gitarist geworden. Misschíén, want hoeveel van diegenen die zich wél in hun kamer hebben opgesloten zijn nu Mauro Pawlowski? Niet elk talent gaat bloeien, niet alle toewijding wordt beloond. Daarom ben ik heel blij dat ik me helemaal heb kunnen ontplooien als televisiemaker, dat ik al jaren mijn zin mag doen. Het zou heel decadent zijn om daarover te zeuren.»
Simoni «Ik ken dat wel, het verlangen om je leven achter te laten. Ik heb veel gereisd de afgelopen jaren, en dan voel ik soms de nood om het acteren op te geven, en ergens anders helemaal opnieuw te beginnen. Net dat ik die mogelijkheid openlaat, dat het voor mij een reële optie is, geeft me rust. Nu, begrijp me niet verkeerd: ik ben nog altijd een heel ambitieuze acteur. Maar er is ook al veel om trots op te zijn, vind ik, en dat maakt het makkelijker om te dromen van iets anders.»
undefined
'Dat is de tragiek van de callboys: ze kunnen niet zonder elkaar, maar als ze samen zijn, leidt dat onvermijdelijk tot ongeluk'
De mooiste film
HUMO De tragiek in ‘Callboys’ kan niet zonder de humor, en vice versa. Mij lijkt dat ook een gezond levensrecept: counter de ernst en de zwaarte met humor en lichtheid.
Eelen «Natuurlijk. Zonder onnozelheid overleef je toch niet? Maar je moet wel het juiste evenwicht vinden. Als je met alles lacht en alles onnozel vindt, dan blijft er niets meer over. Mijn beste vrienden zijn meesters in dat evenwicht. Mensen die de broodnodige lichtheid brengen, maar bij wie je óók kunt gaan janken wanneer het niet goed met je gaat.»
Verheye «Ik wil hier niet te makkelijk de kaart van de overleden vader trekken, maar doordat ik al vroeg zonder mijn pa verder moest, ben ik de lichtheid gaan cultiveren. Eigenlijk heb ik mijn hele jeugd lang gespééld: ik voerde een vrolijk theaterstuk op om mezelf te beschermen tegen het besef dat het leven heel wreed kan zijn. Ik herinner me nog een kerstmarkt in Knokke waarop mijn beste vriend en ik ons verkleed hadden als Turkse bloemenverkopers. Op een bepaald moment kwamen we natuurlijk de verkeerde mensen tegen en dreigde ik geweldig op m’n muil te krijgen. Ik fakete een epilepsieaanval, en dat wérkte. Gelukkig, want ik had die aanval zo overtuigend gespeeld dat er een paar nekwervels verschoven waren (lacht). Om maar te zeggen: ik zocht de grenzen op, ik spéélde voortdurend. En toen ik op mijn 16de naar de kunsthumaniora ging en besefte dat ik acteur wilde worden, was dat mijn redding. Zo heeft het allemaal wat structuur gekregen, en heb ik rust en richting gevonden.
»Je kunt ook geweldig getalenteerd zijn en toch die structuur nooit vinden. Je kent ze wel: de types die hun hele leven lang speels en baldadig blijven, en van het ene avontuur in het andere duiken. Wilde levenskunstenaars – ik ben er soms jaloers op, want tegenover hen lijk ik saai en oud. Maar op een bepaald moment verdwijnt de charme van dat soort leven wel, en wordt het wat pathetisch. Je moet toch een beetje evolueren in het leven?»
HUMO Is het voor jullie altijd evident geweest om aan de juiste kant van de lijn te blijven?
Hollanders «We hebben allemaal al periodes gekend waarin de zon even niet meer wilde schijnen. Maar het is nooit van die aard geweest dat het allemaal ontspoorde, dat het leven ons echt tussen de vingers door glipte. Ik kan soms echt in het comfort van de melancholie gaan hangen: dagenlang met de koptelefoon naar Radiohead luisteren, en me mistroostig voelen. Maar dat is niet de échte pijn. Het is eerder iets wat ik nodig heb: na verloop van tijd krijg ik er weer energie van om mijn leven opnieuw in handen te nemen.»
Simoni «Je moet mensen vinden bij wie je je kwetsbaar kunt opstellen. Anders eindig je toch alleen? En ik kan dat bij mijn ouders, bij mijn vriendin – en bij deze gasten hier.»
HUMO Juist: Bart, Stef, Rik en Matteo zijn al vrienden sinds hun gezamenlijke schooltijd. Is hun vriendschap van kleur veranderd nu ze allemaal dertigers zijn, Jan?
Eelen «Ik begrijp wat je bedoelt. Indertijd heb ik het zelf meegemaakt met Bart, Oli en Christa (respectievelijk Matthys, Goris en Eersels, mede-pioniers bij Woestijnvis, red.), later zag ik het bij de Neveneffecten, en nu bij de callboys. Carrières blijven niet eeuwig parallel lopen, mensen krijgen kinderen, ze evolueren. Maar als de basis van zo’n vriendschap een onverwoestbare kern is, dan hoeven die veranderende omstandigheden geen vernietigende impact te hebben. En zij doen dat heel goed.»
undefined
'Het universum van de callboys staat ver van ons af, maar in wezen vechten ze met de dingen waarmee véél mensen worstelen. Eenzaamheid, de vraag wie je écht bent'
Verheye «Wij gunnen elkaar ook alles. Ik voel nooit jaloezie tussen ons.»
Hollanders «Dat hebben we gemeen met de callboys: op het eind komen we altijd weer samen.»
Simoni «Toch vind ik het soms moeilijk om mijn carrière en mijn vriendschappen een beetje met elkaar in balans te brengen. Dat typische acteursleven, waarbij je korte maar intense vriendschappen aangaat tijdens een draaiperiode, en daarna weer alleen verdergaat: ik heb dat nog niet onder de knie. Maar met Stef, Bart en Rik is het gelukkig wel anders. En toch heb ik snel last van schuldgevoelens. Dan verwijt ik mezelf dat ik te veel werk, dat ik er te weinig ben voor mijn vrienden, dat ik niet genoeg liefde geef.»
Verheye «Goed met elkaar kunnen praten, daar komt het toch altijd weer op neer. Ik zie soms vriendengroepen waarin de tactiek is: alle issues begraven onder een berg van camaraderie. Mensen die nog altijd goed met elkaar omgaan, lol trappen – maar daaronder ligt wel frustratie te gisten over dingen die nooit uitgepraat zijn. Mij lijkt dat niet de juiste manier. Je kunt toch beter gewoon de dingen uitspreken?»
Simoni «Absoluut. Ik wil véchten voor vriendschap. Ik wil erover praten. Ik wil vrienden duidelijk maken dat we elkaar een jaar niet kunnen zien, en dat het dan toch nog even intens zal blijven. Alleen: met het ouder worden merk ik dat niet iedere vriendschap zo werkt. Ik ben daar al vaak teleurgesteld in geweest.»
Aerts «Dat het bij ons wel blijft werken, komt ook doordat we niet van alles een drama maken. We zijn niet aan elkaar vastgeketend: als onze carrières verschillende richtingen uitgaan, kunnen we dat ook gewoon als een gezonde evolutie zien in plaats van als een wrede breuk.»
Hollanders «Vader worden heeft sowieso wel een impact. Ik ben het net geworden, Stef is het al een tijdje, Matteo wordt het weldra. Ik voel al wel dat dat betekent dat we een stukje van ons leven afstaan. Vroeger hing ik voortdurend rond met mijn vrienden: als we niet samen een voorstelling aan het spelen waren, dan waren we wel plannen aan het maken voor een nieuwe, of anders gewoon het leven aan het vieren met iets goeds in het glas (lacht). Die energie, dat elkaar altijd weer opzoeken: dat lukt niet meer zodra er een kindje is waarvoor je moet zorgen. Ik kan daar soms wat weemoedig van worden.»
Simoni «Maar misschien is het moment van het vaderschap ook wel het moment waarop je beseft wie je vrienden zijn? Want als je een kind op de wereld zet – enfin, op de planning staat dat mijn vriendin dat zal doen – wil je toch dat dat kind alleen maar omringd wordt door de mensen die jij echt graag ziet? Waarvan je weet: die mensen hebben betékenis voor mij, en dus zullen ze die ook hebben voor mijn kind?»
HUMO Bart, jij bent fulltime thuis sinds je vader bent.
Hollanders «Ik vind die zorgende rol heel fijn. Alleen jammer dat ik geen borstvoeding kan geven.»
Verheye «Maar mocht je ’t kunnen, je zou het doen, hè?»
Hollanders «Wel, er loopt thuis een soort van weddenschap… Ik moet ons kindje eens aan mijn tepel hangen, om te zien wat er dan gebeurt. Maar ik durf niet.»
Eelen «Daar gaat niets uitkomen, hoor!»
Hollanders «Dat weet je toch niet? Het is wetenschappelijk bewezen dat dat kan! (hilariteit) Neen, ernstig: ik ervaar het vaderschap als iets heel moois. Het is niet zo dat het plots op m’n kop kwam vallen, en ik me afvroeg hoe ik het allemaal moet aanpakken.»
Simoni «Sinds ik weet dat ik vader ga worden, ben ik nog geen enkel moment angstig geweest. Weet je, ik ben erg gelukkig met mijn carrière, maar ik heb ook al met het leven gevochten. En als je dan zelf mee voor nieuw leven zorgt, vind ik dat zoiets krachtigs. Ik heb al veel soorten liefde gekend in mijn leven, maar deze is nieuw – en ik ben er zo ontzettend gulzig naar.»
HUMO Ik wil de pret niet drukken, maar vader zijn betekent ook: voor 75 procent uit stroperige kwetsbaarheid bestaan.
Hollanders «Ik wist al dat ik een zware softie was, maar dat is nu gekwadrateerd. Ik ben nog weker geworden, nog gevoeliger voor de tragedie in alles.»
Aerts «Het is een wetmatigheid: als ouder ben je minder bestand tegen de werkelijkheid.»
Simoni «Ik kijk net heel erg uit naar die cocktail van gevoelens: de liefde, de angst, de kwetsbaarheid. We hadden het daarstraks over ambitie, over reiken naar de maan. Wel, de mooiste film die ik ooit zal maken, komt er straks aan: dat kindje.»
Volgende week bij Humo, voor maar 1 euro extra: voorzichtig op de baan met uw eigen ‘Callboys’-fluohesje.