null Beeld

Humo's zomerleesvoer (3): de alcoholische avonturen van Guillaume Apollinaire

Ha, zomer! De zon richt haar schitterende grijns weer op ons Belgenland, de dagen zijn langer dan de gemiddelde vakantieliefde, en u vervelt sneller dan een slang – tijd voor sangria, barbecues, en hypnotiserend goede boeken, denken wij zo. Om u in de oceaan der letteren wegwijs te maken, geeft Humo u een paar uitdagende aanraders mee!

Jens Meijen

Tijd te over deze zomer? Dan zijn de komende weken een uitgelezen kans (woeha) om u te verdiepen in de complexe, gelaagde schrijfsels van het modernisme – de vroeg-twintigste-eeuwse avant-garde die de grenzen van de kunst op alle mogelijke manieren wilde verleggen, of beter gezegd, verpulveren. De modernistische artiesten waren vaak multitalenten die beeld- en woordkunst combineerden, en verenigden zich in verschillende stromingen – denk: futurisme, vorticisme, kubisme, surrealisme – rond manifesten die de bedoeling van die stroming uiteenzetten. Dat resulteerde in een bont allegaartje van geniale kunstenaars met zowel peper als veren in hun lieflijke bilspleet.

Een vloot met vele schepen dus, het ene al wat meer gehavend dan het andere, maar (kwestie van de metafoor helemaal te torpederen) wel uit eenzelfde haven vertrokken: stuk voor stuk reageerden de avant-gardestromingen op wat er om hen heen gebeurde. Ze verwoordden de radicale transformatie van het negentiende-eeuwse wereldbeeld, gestoeld op plots driewerf achterhaalde wetenschap, technologie, en genderpatronen. Men nam toen bijvoorbeeld aan dat het universum gevuld was met ether, een substantie het mogelijk maakte om licht te laten ‘stromen’ door de lucht.


Shitstorm

Door wetenschappelijke doorbraken als Einsteins relativiteitstheorie en tijdruimtecontinuüm, de quantumfysica, en onzichtbare straling, daverde de Victoriaanse natuurkunde op haar grondvesten. Vanaf het begin van de twintigste eeuw bestond de wereld uit energie, uit trillende kernen die ogenschijnlijk elk moment uit elkaar konden vallen. Stel u voor dat de wetenschap opeens ontdekt dat ons universum de nucleus is van een atoom in een ander universum – de shitstorm die dat zou ontketenen, moet ongeveer vergelijkbaar zijn met de chaos indertijd.

Naast de gruwel van de Eerste Wereldoorlog (die het geloof in de mensheid al helemáál kelderde) zorgde ook technologische vooruitgang voor onrust: de inburgering van de auto maakte de individuele mens plots een stuk mobieler – een ontwikkeling waar vooral de Italiaanse futuristen op inspeelden, met name door snelheid en dynamiek te verheerlijken of zelfs fetisjiseren. Daarbovenop kwamen maatschappelijke veranderingen zoals het steeds grotere belang van reclame, geruggensteund door de nieuwe media, en de groei van het feminisme, waardoor de modernisten ook advertentietechnieken gebruikten in hun werk en vastgeroeste genderpatronen in vraag stelden. Instabiliteit, nieuwigheid, en fragmentatie waren in ieder geval de kernwoorden van de avant-garde, en dat uitte zich in de beeldende kunst en de literatuur onder andere als radicale abstractie bij de kubisten, in het verkennen van het onderbewustzijn door de surrealisten, en de versnipperde collages van de dadaïsten.


Meesterwerk

Die nooit aflatende drang naar vernieuwing – denk aan Ezra Pounds leuze ‘Make it new’ – betekende echter niet dat alle modernisten de baby samen met het badwater wegsmeten: de versteende, ouderwetse kunstconventies moesten er vaak wel aan geloven, maar ze bleken voor velen nog steeds een bron van inspiratie. Zo ook voor Guillaume Apollinaire (een pseudoniem dat ronkt als een voldaan zwijntje), een van de belangrijkste figuren uit dat hele modernistische schouwspel.

Hij kwam ter wereld in Italië als Wilhelm Kostrowicki, zoon van een Poolse moeder en een onbekende vader, en vertoefde zowat overal in Europa alvorens voor Frankrijk te kiezen als zijn geadopteerde vaderland. In Parijs kwam hij in contact met allerhande experimentele kunstenaars, wiens innovaties, zoals bijvoorbeeld het niet meer slaafs imiteren van de natuur, een quasi-onuitputtelijke bron van inspiratie bleken. Tegelijk maakte Apollinaire dankbaar gebruik van het al héél lang gegaarde stoofpotje van de Europese poëziegeschiedenis, waaruit hij de meest bruikbare brokken opviste. Zijn dichtbundel Alcools is niets minder dan een meesterwerk.


Paleizen én bordelen

Laat u echter niet misleiden: den Guillaume is géén typisch geval van ‘oude wijn in nieuwe zakken’ – hij stookte zijn eigen unieke dichterlijke likeur, ook al volgde hij voor een deel geërfde recepten. Het brouwproces voor zijn mythische moonshine was al duidelijk in zijn debuutbundel Alcools: een verzameling gedichten die elk op hoogst behendige wijze het vertrouwde met het splinternieuwe verweefden.

Zo gebruikt Apollinaire vaak rijm en netjes geordende strofes, maar doorbreekt hij zo abrupt mogelijk die regelmatige rijmpatronen en stroferingen – weinig verwonderlijk, want de surprise was zijn stokpaardje. Daarnaast speelde hij leentjebuur bij Baudelaire, een dichter die zorgvuldig uitgekiende beelden en symbolen gebruikte, maar Apollinaire gaf zijn eigen draai aan die strategie: hij beschrijft prachtige landschappen en ander moois, maar verstoort die idyllische taferelen door er totaal ongerelateerde elementen aan toe te voegen.

Op die manier peutert hij het afgesloten symbolisch systeem van de negentiende-eeuwse poëzie open, en speelt hij daarnaast de rol van ideale overgangsfiguur, een brug tussen de beregelde traditie en de muzikale, chaotische vernieuwing. Die functie komt ook terug in de thematiek van Alcools: de gedichten schetsen het leven in het Parijs aan het begin van de twintigste eeuw, klagen over verloren geliefdes, bewonderen pijnlijk prachtige landschappen, en analyseren het Verdriet met grote V – überklassiek, ware het niet dat Apollinaire zich steeds bewust blijft van de onoverkomelijke fragmentering van de menselijke ervaring, de vluchtigheid van het bestaan, en de veelvuldige mutaties van de wereld om hem heen. Apollinaires gedichten vormen de neerslag van de barensweeën van de moderne beschaving. Griekse goden en middeleeuwse boeren, kosmische grootspraak en boertige moppen, saters en gentlemen, paleizen en bordelen, elektrisch verlichte grootsteden en maanovergoten akkers, perfecte geliefden en verraderlijke wuven, gepolijste verzen en schreeuwerige reclameleuzen – Alcools heeft het allemaal.


Lees ook de eerdere delen

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234