Humo's zomerleesvoer (4): de tedere tentakels van Mina Loys The Lost Lunar Baedeker
Ha, zomer! De zon richt haar schitterende grijns weer op ons Belgenland, de dagen zijn langer dan de gemiddelde vakantieliefde, en u vervelt sneller dan een slang – tijd voor sangria, barbecues, en hypnotiserend goede boeken, denken wij zo. Om u in de oceaan der letteren wegwijs te maken, geeft Humo u een paar uitdagende aanraders mee!
Even vergeten wat die dekselse modernisten allemaal uitspookten? Klik snel voor een spoedcursus.
Mina Loy hakte haar eigen pad uit de literaire jungle; ze was een bohémien pur sang, een femme fatale, een voorvechtster van het feminisme, een artiest met bravoure, brille, ballen en branie – en toch een van de meest ondergewaardeerde modernisten. Haar poëzie is een zwaar onderschat en vergeten monument uit de literatuurgeschiedenis (onterecht, want grotendeels door haar feministische gedachtegoed) en stond aan de voorhoede van de avant-garde.
Haar legendarische gedichten zijn in 1996 heruitgegeven als The Lost Lunar Baedeker (vrij vertaald: de verloren reisgids voor de maan; het leek ons eerst een soort vliegdekschip), een bundel die in het Nederlands verscheen als Wat Meer Is, De Maan.
De bundel is een verkenning van plaatsen en momenten waarop we van onszelf vervreemden – waarop duidelijk wordt dat ons bewustzijn geen tastbaar object is, maar een schim, samengeperste energie, atomen, een veranderlijke en verraderlijke quasi-vloeistof. Het maanlandschap uit de titel verwijst eveneens naar een dergelijke plek: een omgekeerde wereld die onszelf óók omkeert, een moment dat ons even uit onze vertrouwde mentale zandbak sleurt.
Woorden die sissen, brullen, ploffen en kraken
Die muzikaliteit alleen al, dat spel met wat de menselijke mond kan produceren; haar woorden sissen, brullen, ploffen en kraken als de grote machines die toendertijd gebouwd werden, versnellend en vertragend naar wens. Ze zorgt er met vernuftige en subtiele trucjes voor dat de fenomenen man en vrouw vloeibaar worden en in elkaar overlopen, en laat de wereld én de kosmos (plots opgebouwd uit atomen met kernen, elektronen, en neutronen) trillen, desintegreren, en als herboren weer terug samenkomen. Loy roept fantastische, sprookjesachtige taferelen op die u niet alleen beschreven ziet maar ook kan vóélen – ze maakt de vervreemding veroorzaakt door de omwentelingen van haar tijd én de tweederangsbehandeling van de vrouw tastbaar en hoorbaar.
Intellectuele wedergeboorte
Toegegeven, Loys gedichten zijn hypercomplex, puilen uit van de mythologische en wetenschappelijke verwijzingen, en vragen voortdurend om een woordenboek. Haar verzen zijn waterdicht (no pun intended) en doen u struikelen over clusterbommen van lettergrepen. Loy zelf lijkt zich te verbergen achter muren van onbegrijpbare of zelfbedachte woorden – maar het fascinerende is net dat begrip niet het uiteindelijke doel is van haar poëzie. Het aanvoelen van de muziek, het ritme, en de vorm van de woorden kan u probleemloos appreciëren zonder woorden als ‘eclosie’ of ‘similitude’ te kennen.
En dus, als u de moeite neemt om elk ondoordringbaar pareltje geduldig uit te spitten, de woorden als een prikkelende slok Listerine door uw mond te laten walsen, dan zal uw hersenvlies flink afgeschrobd worden – en niets beters dan een intellectuele wedergeboorte op een zwoele zomeravond, denken wij zo.