Humo's zomerliefdes: 'Onvoltooid landschap' van Annelies Verbeke
Acht weken lang presenteert Humo liefdesverhalen van topschrijvers. Literaire verpozing op maat: perfecte boekjes voor een luie namiddag, al dan niet op het strand. De primeur is gepast voor Annelies Verbeke, met ‘Dertig dagen’ de koningin van het Vlaamse boekenvoorjaar.
'Een zoveelste graai naar de wolken'
Annelies Verbeke «‘Onvoltooid landschap’ dateert van ruim twee jaar geleden, toen ik me al volop aan het voorbereiden was op ‘Dertig dagen’. De novelle is een uitbreiding van de tekst die ik schreef voor het oratorium van componist Maarten Van Ingelgem. Hoewel we elkaar nog nooit ontmoet hadden, wisten we dat we dezelfde overgrootvader deelden, die de Eerste Wereldoorlog meegemaakt had. Anders zou ik me wellicht nooit met de Groote Oorlog beziggehouden hebben. Maar het megalomane idee dat maar liefst elf koren tegelijk mijn tekst zouden zingen, vond ik wel iets hebben (lachje).»
HUMO Hoe begin je aan het zoveelste boek over de Groote Oorlog?
Verbeke «De laatste jaren heb ik me ingegraven in een loopgraaf van oorlogsboeken, fictie en non-fictie – niet speciaal voor dit project, het interesseert me gewoon heel erg. Troepenbewegingen en oorlogstactiek laten me redelijk koud, mij boeit in de eerste plaats toch altijd weer de overrompeling van mensenlevens – niet alleen in oorlogsgeweld, trouwens.
»In ‘Onvoltooid landschap’ wilde ik een nieuw begin, bij wijze van contrast, tegenover dat massale einde plaatsen. De aanzet van een schilderij, een nieuw leven. Want er worden in oorlogsgebieden natuurlijk constant kinderen geboren te midden van complete vernieling. Ik heb dit verhaal geschreven vóór ik ‘Oorlog en terpentijn’ van Stefan Hertmans gelezen heb. Toen vloekte ik wel even, ik had gedacht heel origineel te zijn door een schilder op te voeren (lacht).»
HUMO Dat die schilder zijn handen verliest herinnert dan weer aan ‘Geronimo’ van Leon de Winter.
Verbeke «De kunstenaar die in de onmogelijkheid gesteld wordt om zijn kunst te beleven: ’t zal wel de grootste angst zijn van iedereen die creëert. En verder heb ik iets met handen, zoals vele schrijvers van korte verhalen. Dat viel me onlangs ook weer op, in ‘Handleiding voor poetsvrouwen’ van Lucia Berlin. Ik las ooit over een computerprogramma dat had opgespoord hoe vaak welk lichaamsdeel in welk muziekgenre voorkomt. In hiphop had je uiteraard vooral ‘ass’, in popliedjes ‘eyes’, in ballads ‘heart’ en in de blues bleek het vaakst aan ‘hands’ gerefereerd te worden. Het klopt dus wel.
»In mijn eerste bundel, ‘Groener gras’, had ik zo vaak handen opgevoerd dat mijn redacteur me erop wees dat het allemaal een beetje veel was. Toen ik vervolgens een zoekfunctie op mijn bestand losliet, moest ik zelf inderdaad toegeven dat het bijna ziekelijk was (lacht). Sindsdien gebruik ik het woord ‘hand’ veel bewuster. Maar handen blijven in mijn werk wel staan voor verbondenheid: de hand als verbindend lichaamsdeel, waar uiteraard veel mis mee kan gaan.»
HUMO ‘Onvoltooid landschap’ lijkt wel een voorstudie voor ‘Dertig dagen’: de Westhoek, de tirailleurs sénégalais, een koppel wars van maatschappelijke verwachtingen, een grote liefde.
Verbeke «Misschien wel. ’t Gaat in elk geval twee keer om een bijzonder koppel, waarvan de partners elkaar goed aanvullen. Het betreft ook telkens een intense liefde die door gebeurtenissen in de grote wereld onder druk komt te staan. Het idee dat mensen plannen in hun leven hebben en hun weg aan het bewandelen zijn, wanneer plots zoiets veel groters als een oorlog alles meteen gedaan maakt. Dat koppel in ‘Onvoltooid landschap’ heeft het leven heel anders aangepakt dan de maatschappij van hen verwacht had. Maar dat doet er allemaal niet toe, als er oorlog komt. Dan is het iedereen gelijk voor de wet.»
Is dit alles?
HUMO ‘Dertig dagen’ is aan een terechte zegetocht bezig. Heb je het gevoel dat je schrijversleven in bloei staat?
Verbeke «Ik denk inderdaad dat mijn stijl steeds beter wordt. En ik heb de bedoeling nog een tijdje verder te schrijven en me nog te verbeteren, al maak ik nu een beetje een rare periode door. Zoals altijd meteen na een boek heb ik het gevoel dat ik terug moet naar het nulpunt. Ik denk met elke roman iets af te sluiten. De vorige keren ging het om eerder negatieve toestanden, ‘Vissen redden’ sluit bijvoorbeeld een periode van wanhoop af. Dat gaf een beter gevoel dan wat ik vandaag ervaar. Dit keer verwart het me, alsof ik me bij vorige boeken meer op mijn gemak voelde om iets af te sluiten. Want wat zou ik met ‘Dertig dagen’ afsluiten? Een soort geloof in goedheid en geluk? ‘Oei, wat heb ik gedaan?’ denk ik dan, ‘Wat heb ik nu afgesloten?’
»Ik loop tegenwoordig een beetje verloren, ik heb ook geen idee wat ik nu moet schrijven. We zullen wel zien wat er komt. Ik heb geen haast, ik heb immers ruim twee jaar onafgebroken hard gewerkt. Ik had plannen voor een bundel quasi-autobiografische verhalen, maar mijn zin daarvoor lijkt intussen wat verdwenen te zijn. Dus loop ik nu te denken over een bundel met ‘het begin’ als onderwerp. Omdat ik toch terug moet naar het nulpunt.»
HUMO En ik die had gedacht een schrijver euforisch van het succes aan te treffen.
Verbeke «Aan het eind van de film ‘Andrej Roebljov’ van Tarkovski zit een sequentie van bijna een uur over een jonge klokkenmaker. Ik vond altijd al dat die sequentie alles zei over het artistieke scheppen en de laatste maanden speelt ze voortdurend door mijn hoofd – ik heb ze ook al een aantal keren herbekeken. Een jonge kerel is ervan overtuigd dat hij de nieuwe klok voor de toren van het dorp moet maken. Het duurt een hele tijd eer hij de juiste klei voor de mal vindt, en de juiste smid en de juiste helpers. Maar hij zet door, ondanks tegenwerking. Het overschouwen van de werken put hem volledig uit, zonder dat hij zekerheid heeft dat het ding ook zal werken. Wanneer de afgewerkte klok dan eindelijk in gebruik genomen zal worden, stroomt het volk toe: machthebbers en nieuwsgierigen, degenen die hem steunen en degenen die hem willen zien mislukken. Tergend traag wordt de klok naar boven gehesen, en dan heen en weer. De jonge klokkenmaker valt op zijn knieën. En ja: de klok slaat! Ook de camera wordt de lucht in getrokken, onder het luiden van de klok, en laat de klokkenmakker achter, klein tussen de mensen. In de volgende scène ligt hij hevig te huilen in de schoot van Andrej Roebljov, die hem troost: hij heeft het immers erg goed gedaan en heel veel mensen blij gemaakt. Maar dat was het dan ook.
»Is dit dan alles? Het is nu eenmaal niet anders: je werkt je te pletter, en dan laat je je werk los en ben je het ook meteen kwijt. Dat was het dan: een zoveelste graai naar de wolken. En daarna begint alles weer opnieuw.
»Let wel: ik ben tevreden over ’Dertig dagen’, natuurlijk. Ik heb veel persaandacht gekregen, overwegend lovend. En het publiek is gevolgd: we zitten aan de derde druk, dertienduizend exemplaren. Prettig zijn ook de lezersreacties op Facebook – dat overkomt me nu voor het eerst, ik heb pas in 2013 een profiel aangemaakt. Maar ’t is natuurlijk altijd wat: ik zou ook van een verhalenbundel graag eens tienduizend exemplaren verkopen. Maar dat gebeurt dus niet, eigenaardig genoeg kopen mensen nog altijd geen verhalenbundels.»
HUMO Daarom is ons plan week na week een verhaal apart aan te bieden.
Verbeke «’t Is een mooi aanbod, jullie ‘Zomerliefdes’. Ik heb alleen ‘De liefde van een goede vrouw’ van Alice Munro al gelezen, maar van de zes andere schrijvers heb ik minstens één boek gelezen: van Paul Mennes twee andere boeken, van Dimitri drie. Van Barnes heb ik veel verhalen gelezen, ’t is net als ik een auteur die verhalenbundels en romans blijft afwisselen. Het minst kijk ik misschien uit naar Murakami, die ik overigens beter als verhalen- dan als romanschrijver vind. Ik heb al veel betere Japanse schrijvers gelezen. Het meest kijk ik wellicht uit naar F. Scott Fitzgerald, van wie ik onlangs nog een verhalenbundel gekocht heb. Ik was niet bepaald betoverd door ‘The Great Gatsby’, maar vorig jaar heb ik ‘Tender Is the Night’ gelezen. Wat een prachtig boek!»
HUMO Tot slot: welke boeken neem jij deze zomer mee op vakantie?
Verbeke «Binnenkort vertrek ik naar het Griekse eiland waar ik elk jaar vrienden terugzie. Ik weet nog niet precies wat ik meeneem, de laatste weken heb ik eigenlijk enkel zin in Russen. Zal ik anders beginnen met ‘Mevrouw Verona daalt de heuvel af’ van jullie reeks?»