Humo sprak met een dianoloog: 'Wie een domme vraag stelt, krijgt een dom antwoord!'

De tijd gaat snel, behalve als er een bejaarde met een resem kortingsbonnen voor je staat aan de kassa van de Carrefour.

Nadat al die bonnen zijn ingescand en nageteld, wil dat mens gepast betalen met een portemonnee vol kleingeld die ze amper kan tillen. Als dat dan eindelijk is gelukt, merkt het oudje dat ze per ongeluk kattenvoer met zalm en garnalen heeft gekocht, terwijl dat eigenlijk zalm en forel moet zijn. Want garnalen zijn niet goed voor de kat. Ze eet ze wel op, maar de dagen daarop miauwt ze anders dan anders. Dat maar om te zeggen dat eenentwintig jaar een helse eeuwigheid kan zijn. Zo lang is het immers geleden dat lady Diana stierf. Maar voor haar fans is het alsof het gisteren was. Zo ook voor dianoloog Mark Vleughels.

HUMO Weet je nog waar je het overlijden van de lady vernam?

Mark Vleughels «Ja hoor, het was een zondag. Bij de bakker vroeg iemand mij: ‘Zeg, weet ge wie er dood is?’ Ik antwoordde: ‘Jazeker. Elvis Presley, mijn overgrootouders, koning Boudewijn, en zo kan ik nog wel even doorgaan.’ Als iemand een domme vraag stelt, krijgt hij een dom antwoord. Zo ben ik. Maar daar heb ik het dus gehoord. En ik heb het meteen opgeschreven: het was bij de bakker, om kwart voor negen in de ochtend.»

HUMO Waarom schreef je dat op?

Vleughels «Omdat het een veelgestelde vraag is: waar was u toen u het overlijden van X of Y vernam? Vorige week hoorde ik op de autoradio dat Aretha Franklin de pijp uit was. Totaal overroepen, dat mens, maar ja. Het was op de snelweg, ter hoogte van de werken in Aalter, richting kust. Geen twijfel mogelijk. Ik reed in een blauwe Fiat uit 2011. Ook dat heb ik genoteerd, je weet maar nooit.»

HUMO Hoe belangrijk was lady Diana voor je?

Vleughels «Toen ze nog leefde? Totaal onbelangrijk. Maar dat is veranderd toen ze stierf. Zij was de eerste over wie ik opschreef waar ik was toen ik werd ingelicht over haar heengaan. Zoiets tekent een mens toch. Wil je misschien weten waar ik was toen ik hoorde dat Prince naar de hemel was gegaan? Of Hugo Claus?»

HUMO Zullen we het bij lady Diana houden?

Vleughels «Graag. Voor de volledigheid toch even: a) voor de tv, tijdens het VTM-nieuws, en b) op een kaas- en wijnavond ten voordele van het Rode Kruis. Maar wat wou u weten over Diana?»

HUMO Wat voor iemand was de prinses?

Vleughels «Voor zover ik er zicht op heb: een trut die pas op haar 30ste de hormonale oprispingen kreeg die beter al op haar 14de waren opgedoken. Dat had veel gedoe kunnen voorkomen.»

HUMO Maar wat betekende ze persoonlijk voor jou?

Vleughels «Niks dan ellende. Een jaar of tien geleden herlas ik nog eens mijn notities. ‘Juist,’ dacht ik, ‘op die fatale dag stond ik aan te schuiven bij bakker Goossens!’ Maar toen sloop de twijfel binnen. Was het niet bakkerij Van Thielen? Want bakkerij Goossens werd in die periode verbouwd. Ik herinnerde mij dat ik een aantal maanden naar Van Thielen moest, honderdvijftig meter verder. Wat als iemand mij zou vragen bij welke bakker ik het dramatische nieuws vernam? Zou men mij dan terechtwijzen met: ‘Bakkerij Goossens? Die was die dag gesloten, leugenaar!’ Daar heb ik vaak over gepiekerd.»

HUMO Je zou het gewoon kunnen navragen bij de bakker in kwestie.

Vleughels «Dat heb ik gedaan. Maar de bakkerij heeft inmiddels nieuwe eigenaars, en die wisten het niet precies. Ik heb vorig jaar het echtpaar Goossens opgespoord, ze zitten in een verzorgingstehuis. Die mensen spraken elkaar tegen. Volgens mevrouw werd er in ’96 verbouwd, volgens de man ergens half ’97. Maar wat is dat, half? Ligt eind augustus nog in de helft van het jaar?»

HUMO Waarom noemt u zichzelf dianoloog?

Vleughels «Dat is een voorzorgsmaatregel. Als iemand mij vraagt waar ik was toen ik hoorde dat Di eraan was, kan ik zeggen: ‘Ach, een dianoloog houdt zich daar niet mee bezig. Veel belangrijker is: wat voor iemand was de prinses?’ En dan heb ik mijn antwoord klaar: een trut die pas op haar 30ste de hormonale oprispingen kreeg die beter al op haar 14de waren opgedoken. Dat had veel gedoe kunnen voorkomen.»

Hugo Matthysen